Gemeenteblad van Leiden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Gemeenteblad 2025, 12657 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leiden | Gemeenteblad 2025, 12657 | ander besluit van algemene strekking |
Regeling Melding Vermoeden Integriteitsschending, misstand en onregelmatigheid gemeente Leiden 2024
Het bevoegd gezag van de gemeente Leiden;
gelet op het bepaalde in artikel 5, eerste lid, onder e van de Ambtenarenwet 2017,
overwegende dat alle aangesloten gemeenten van de Leidse regio, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude gezamenlijk uitvoering geven aan het meldpunt integriteit en deze regeling in elke aangesloten gemeente vaststellen,
gelet op het instemmende besluit van de Ondernemingsraad d.d. 22 oktober 2024, BESLUIT INS2024 1022-integriteit,
vast te stellen de navolgende regeling
Regeling Melding Vermoeden Integriteitsschending, misstand en onregelmatigheid Leiden 2024
De gemeente Leiden vindt het belangrijk dat medewerkers goed weten wat van ze verwacht wordt op het gebied van integriteit. Er is daarom een nieuwe gedragscode opgesteld. De oude Gedragscode was een combinatie van integriteitsbeleid en gedragscode. Deze Gedragscode is nu gesplitst in twee aparte documenten: het ‘Integriteitsbeleid Leiden’ en de ‘Gedragscode Leiden’. De twee documenten zijn vastgesteld door de gemeentesecretaris/algemeen directeur. De ingangsdatum is 1 januari 2025. Het college heeft kennis genomen van deze documenten. Ook wil de gemeente dat duidelijk is hoe medewerkers een vermoeden van een overtreding van de gedragscode kunnen melden en hoe een eventueel onderzoek na een melding verloopt. Om deze redenen is de Regeling vermoeden misstand’ uitgebreid. In de nieuwe regeling is ook meer aandacht voor bescherming van de melder. De nieuwe regeling heet ‘Regeling melding vermoeden integriteitsschending, misstand en onregelmatigheid’ Ook deze regeling is vastgesteld door de gemeentesecretaris/algemeen directeur en heeft 1 januari 2025 als ingangsdatum. De regeling is een uitwerking van een artikel in de Ambtenarenwet 2017. Daarin staat dat “een overheidswerkgever zorg draagt voor een procedure voor het omgaan met bij een ambtenaar levende vermoedens van misverstanden binnen de organisatie waar hij werkzaam is.” Daarom heeft het college niet alleen kennis genomen van de regeling ‘Regeling melding vermoeden integriteitsschending, misstand en onregelmatigheid’, maar deze ook bekrachtigd.
In deze regeling wordt verstaan onder:
vermoeden van een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid: het vermoeden van een melder dat er sprake is van een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid. Deze vindt plaats in de organisatie waarin hij werkt of heeft gewerkt. Deze kan ook plaatsvinden bij een andere organisatie als hij door zijn werkzaamheden met die organisatie in aanraking is gekomen.
Artikel 2 Melding integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid
Bij het regionaal Meldpunt Integriteit (meldpuntintegriteit@leidse-regio.nl) kunnen alle werknemers van de deelnemende organisaties een melding doen. De melder hoeft het vermoeden niet te kunnen bewijzen. Een redelijk onderbouwd vermoeden is voldoende voor het doen van een melding.
Artikel 4 Verplichting tot het doen van een melding
Een ambtenaar is wettelijk verplicht om aangifte te doen als hij door zijn werk weet dat iemand een ambtsmisdrijf heeft gepleegd (artikel 162 van het Wetboek van Strafvordering). Vanwege deze aangifteplicht is een ambtenaar ook verplicht om een (vermoedelijk) ambtsmisdrijf als integriteitschending te melden.
Artikel 5 Melding bij het regionaal meldpunt
De werknemer kan een melding op de volgende manieren doen:
bij de integriteitscoördinator persoonlijk, telefonisch of via het email adres meldpuntintegriteit@leidse-regio.nl.
Artikel 6 Rol vertrouwenspersoon Integriteit bij meldingen
Een melder kan zich op ieder moment laten bijstaan door een vertrouwenspersoon Integriteit voor advies over het vermoeden van de integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid. Ook kan een vertrouwenspersoon een eerste contact leggen met de integriteitscoördinator bij het doen van een melding.
Artikel 7 Ontvangst melding door de integriteitscoördinator
De integriteitscoördinator beoordeelt elke melding zorgvuldig op de vraag of er sprake is van een concreet vermoeden van een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid. Vervolgens bepaalt hij welke vervolgstappen passend zijn. Wat passend is, hangt onder andere af van de aard, ernst en onderzoekbaarheid van de melding. Ook de omstandigheden en het doel van de melder kunnen een rol spelen.
Artikel 10 Keuze voor onderzoekers
De integriteitscoördinator voert het onderzoek zelf uit of huurt een onafhankelijk bureau in. In bepaalde gevallen kan de integriteitscoördinator het onderzoek niet zelf uitvoeren. Dit kan zijn als hij niet onafhankelijk is of bij onvoldoende capaciteit van de integriteitscoördinator. Ook kan het zijn dat de onderzoeksvraag te complex is. Als de integriteitscoördinator het onderzoek niet zelf kan uitvoeren doet hij een voorstel aan de gemeentesecretaris om het onderzoek door een ander te laten uitvoeren . Dat kan zijn het inhuren van een extern onderzoeksbureau zodat er sprake is van onafhankelijkheid, vertrouwelijkheid en professionaliteit.
Artikel 11 Schorsing van betrokkene
In overleg met leidinggevende en HR adviseur kan de gemeentesecretaris besluiten betrokkene voor de duur van het onderzoek te schorsen.
Artikel 13 Wederhoor en rapportage
Als het onderzoek leidt tot de conclusie dat een schending van de integriteitsregels heeft plaatsgevonden, heeft de betrokkene recht op een kopie van het onderzoeksrapport. In het kader van wederhoor kan hij zijn opvatting geven over de feiten en omstandigheden over de hem verweten gedragingen. In het definitieve onderzoeksrapport staat de opvatting van betrokkene.
Toelichting bij de Regeling Melding Integriteitsschending, misstand en onregelmatigheid gemeente Leiden
Het is belangrijk dat werknemers die een vermoeden van een integriteitsschending, missstand of onregelmatigheid hebben, deze op een laagdrempelige wijze kunnen aankaarten bij de organisatie. Dit draagt bij aan het waarborgen van de integriteit en kan (verdere) schade voorkomen.
In media wordt regelmatig bericht over ‘klokkenluiders’ - mensen, vaak werknemers of ex-werknemers, die melding maken van mogelijke integriteitsschendingen. Soms zien deze melders zich genoodzaakt om buitenstaanders informatie te verschaffen over situaties waarbij zij van mening zijn dat er sprake is van een integriteitsschending.
Deze regeling kan ertoe bijdragen dergelijke situaties voor te zijn door in vroegtijdig stadium signalen serieus te nemen, te onderzoeken en daar waar nodig op te lossen.
Doel van deze regeling is daarom:
In artikel van artikel 5, lid 1 sub e Ambtenarenwet 2017 is de verplichting voor de werkgever opgenomen om procedurevoorschriften vast te stellen voor het melden van vermoedens van misstanden door ambtenaren.
In 2003 werd voor de sector Gemeenten de Commissie Klokkenluiders Gemeentelijke Overheid (CKGO) ingesteld. Deze fungeert als extern meldpunt voor die gemeenten die de CKGO als zodanig aanwijzen. In de loop der jaren zijn ook organisaties uit de sector Waterschappen bij de CKGO aangesloten. Vanwege de verbreding van het werkveld is de CKGO in 2013 omgedoopt tot de Commissie Klokkenluiders Decentrale Overheid (CKDO). Hieruit is per 1 juli 2016 het Huis voor klokkenluiders uit voortgekomen.
In 2019 kwam er een Europese klokkenluidersrichtlijn, namelijk Richtlijn (EU) 2019/1937 die vervolgens in de Nederlandse wetgeving is opgenomen als Wet Huis voor klokkenluiders. Per 15 december 2021 is de Wet Huis voor klokkenluiders vervangen door de nieuwe Wet bescherming klokkenluiders, waarna in 2022 een aantal wetswijzigingen is doorgevoerd. In deze nieuwe Wet bescherming klokkenluiders is bescherming van melders beter geregeld en worden er stengere eisen gesteld aan de interne meldprocedure van organisaties.
Daarnaast geeft het Huis voor klokkenluiders de aanbeveling om de meldregeling ook open te stellen voor meldingen over andere integriteitsschendingen dan misstanden. Het Huis voor klokkenluiders zegt hierover:
“Een bredere toepassing van de meldregeling is wenselijk en handig, omdat:
Relatie met het algemeen klachtrecht en aangifteplicht
Deze regeling heeft geen invloed op het wettelijk recht van eenieder om een klacht bij een overheidsinstantie in te dienen over de wijze waarop deze instantie zich in een bepaalde aangelegenheid ten aanzien van hem of een ander heeft gedragen (hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht). Die klachtenprocedure is van algemene aard en niet toegeschreven op de behandeling van vermoedens van misstanden. Evenmin treedt deze regeling in de plaats van de wettelijke verplichting van iedere burger om aangifte bij de politie/openbaar ministerie te doen van een misstand die een misdrijf is. Ambtenaren en politieke ambtsdragers die in de uitoefening van hun functie kennis krijgen van een misdrijf zijn op grond van artikel 162 Wetboek van Strafvordering verplicht daarvan onverwijld aangifte te doen, met afgifte van de tot de zaak betrekkelijke stukken, aan de officier van justitie.
Deze regeling is uitgebreid ten opzichte van de vorige regeling (Melden vermoeden misstand) voor wat betreft de typen meldingen die werknemers kunnen doen. Onder deze regeling is het mogelijk om alle integriteitsschendingen te melden, dus niet alleen misstanden zoals gedefinieerd in de Wet bescherming klokkenluiders, maar ook alle andere integriteitsschendingen en onregelmatigheden. Bij de begripsbepalingen zijn de drie begrippen apart gedefinieerd.
Voorbeelden van integriteitsschendingen zijn belangenverstrengeling, inzien en/of gebruiken van informatie uit systemen zonder dat dit nodig is voor het werk, diefstal, discriminatie, pesten en seksuele intimidatie.
De melder is iedere werknemer die een melding van een vermoeden van een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid doet. Het gaat dus niet alleen om ambtenaren, maar ook om inhuur- en oproepkrachten, stagiaires, vrijwilligers, etc. Daarnaast kunnen ook sollicitanten en leveranciers een melding maken van een vermoeden van een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een vermoeden van ongelijke behandeling in de sollicitatie- of aanbestedingsprocedure.
Artikel 2 Melding integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid
Het Meldpunt Integriteit is bereikbaar via een emailadres dat beheerd wordt door de integriteitscoördinator. Een werknemer kan een vermoeden van een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid hier melden. Ook kan de werknemer de integriteitscoördinator direct via e-mail of telefoon benaderen. Anoniem melden is op dit moment nog niet mogelijk, anders dan dat de melder via een anoniem e-mailadres zijn identiteit geheimhoudt. De wetgever heeft aangegeven te zijner tijd wel met vereisten te komen voor het anoniem melden.
Het is belangrijk dat de integriteitscoördinator onafhankelijk en professioneel is en meldingen vertrouwelijk kan ontvangen en behandelen. De onafhankelijkheid is mede gewaarborgd doordat de integriteitscoördinator alleen verantwoording aflegt aan de gemeentesecretaris over de afhandeling van meldingen
De integriteitscoördinator moet verder kennis hebben van relevante regelingen en ervaring met het onderzoeken en afdoen van integriteitsschendingen. Daarnaast moet de integriteitscoördinator de bevoegdheid hebben onderzoek extern te beleggen.
Artikel 3 Bescherming van de melder
Uitgangspunt is dat de identiteit van de melder geheim wordt gehouden. Hier wordt alleen van afgeweken indien de melder hier zelf toestemming voor geeft. Eenieder die betrokken is bij de behandeling van een melding moet zorgvuldig omgaan met de identiteit van de melder. De melder heeft ook de mogelijkheid een melding anoniem te doen door de melding vertrouwelijk te doen bij de vertrouwenspersoon Integriteit (VPI). Informatie die de melder heeft, stuurt hij aan de VPI. De VPI zorgt ervoor dat de informatie bij het Meldpunt Integriteit terecht komt.
De bescherming ziet ook op de werknemer die een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid heeft gemeld in een andere organisatie dan zijn eigen organisatie. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als een medewerker tijdelijk samenwerkt met collega’s van een andere gemeente, of participeert in de projectorganisatie met andere organisaties. Noodzakelijk is wel dat de werknemer uit hoofde van zijn werknemerschap die misstand opmerkt.
De melder heeft op grond van deze regeling recht op juridische bijstand wanneer hij als gevolg van het te goeder trouw melden van een vermoeden van een integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid nadelige gevolgen ondervindt in zijn rechtspositie.
De deelnemende organisaties hebben een rechtsbijstandverzekering afgesloten waarbij dit risico verzekerd is.
Artikel 5 Melding bij het regionaal meldpunt
Het bedrijfsvoeringsoverleg (BVO) heeft op 16 juli 2014 besloten tot het inrichten van een regionaal meldpunt bij Servicepunt71. De bedoeling hiervan was te zorgen voor uniforme registratie en intake van interne meldingen uit de vijf organisaties. Deze uniformiteit diende om de coördinatie en ondersteuning van het vertrouwenswerk en de kennisdeling te bevorderen.
Inmiddels is Servicepunt 71 opgeheven en zijn de taken overgegaan naar de gemeente Leiden. Het regionaal meldpunt is nu een onderdeel van de directie IDA en functioneert nog steeds ten behoeve van alle aangesloten gemeenten.
De integriteitscoördinator beheert het regionaal meldpunt.
De integriteitscoördinator treedt met de gemeentesecretaris in overleg over de melding. Als de melding handelen of een gedraging van de gemeentesecretaris, een politieke ambtsdrager of de (plaatsvervangend) griffier betreft, richt de integriteitscoördinator zich tot het bevoegd gezag.
Artikel 6 Rol vertrouwenspersoon Integriteit bij meldingen
De keuze voor het aantal vertrouwenspersonen integriteit en hun benoeming vindt plaats onder regie van de gemeentesecretaris. De vertrouwenspersoon integriteit (VPI) vervult een belangrijke rol in het proces van integriteitbewustwording en advisering. Bij een vertrouwelijke melding zorgt de VPI ook voor de doorgeleiding van de melding.
Artikel 7 Ontvangst melding door de integriteitscoördinator
De colleges van de aangesloten gemeenten hechten groot belang aan een actief integriteitsbeleid en willen daarbij zoveel mogelijk gemeenschappelijk optrekken. In dat kader past het besluit tot de benoeming van een regionale integriteitscoördinator.
Artikel 8 Standpunt en kennisgeving verloop melding
Hier zijn de wettelijke termijnen aangehouden. Dit betekent zeven dagen voor het versturen van een ontvangstbevestiging en drie maanden voor het infomeren van de melder over de opvolging van de melding.
Informatie over de opvolging van de melding betekent niet dat de melder in detail hoort wat er is gedaan en ook niet dat de melder een kopie van het rapport ontvangt. Op hoofdlijnen hoort de melder op welke wijze er vervolg is gegeven aan zijn/haar melding.
In sommige gevallen is de melder ook het slachtoffer, dat is met name het geval bij ongewenste omgangsvormen. Uiteraard wordt de melder in zijn/haar rol als slachtoffer in dat geval volledig betrokken in het onderzoek. Uiteindelijk heeft hij ook recht op inzage in het rapport.
Artikel 9 Wijze van totstandkoming van het onderzoek
De integriteitscoördinator beoordeelt de melding. Hij/zij let dan met name op of de melding een mogelijke integriteitsschending, misstand of onregelmatigheid is en of deze genoeg informatie bevat om een onderzoek te kunnen doen. Daartoe zal hij mogelijk al informatie moeten inwinnen bij de melder als onvoldoende informatie in de eerste melding is meegegeven.
Vervolgens legt hij de melding voor aan de gemeentesecretaris met een advies voor onderzoek. De gemeentesecretaris verleent hierop al dan niet goedkeuring.
Artikel 11 Schorsing van betrokkene
Afhankelijk van de ernst van de melding en de aard van het onderzoek kan worden besloten de betrokkene te schorsen voor de duur van het onderzoek. Schorsing kan plaatsvinden op aanbeveling van de integriteitscoördinator, leidinggevende of HR adviseur.
Artikel 13 Wederhoor en rapportage
Wederhoor vindt op verschillende momenten gedurende het onderzoek plaats. Allereerst is er gelegenheid tot wederhoor van betrokkene in het eerste of tweede interview dat onderzoeker(s) met betrokkene heeft.
Daarnaast vindt wederhoor plaats aan het eind van het onderzoek, afhankelijk van de uitkomst van het onderzoek. De betrokkene heeft altijd recht op de uitkomst van het onderzoek. Hij krijgt deze mondeling of schriftelijk.
In het geval het onderzoek leidt tot de conclusie dat betrokkene schuldig is aan de integriteitsschending, zal hij een kopie van het onderzoeksrapport krijgen. Hierop kan hij/zij schriftelijk reageren. Deze schriftelijke reactie zit als bijlage bij het onderzoeksrapport.
Artikel 14 Besluitvorming naar aanleiding van het onderzoeksrapport
De integriteitscoördinator geeft het definitieve onderzoeksrapport aan de gemeentesecretaris. Deze bepaalt of en welke disciplinaire maatregelen hij oplegt. De gemeentesecretaris overlegt hierover met de direct leidinggevende en HR-adviseur.
Artikel 15 Melding van een misstand bij een extern meldpunt
In het geval van een misstand, kan de melder rechtstreeks een melding doen bij een externe instantie. Dit geldt niet voor andere integriteitsschendingen en onregelmatigheden. Er moet sprake zijn van een misstand volgens de Wet bescherming klokkenluiders.
Als melder zich onheus bejegend voelt en te maken heeft gehad met vergelding door zijn melding, kan melder het Huis voor klokkenluiders verzoeken een bejegeningsonderzoek te doen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-12657.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.