Derde wijziging van de Subsidieregeling innovatieve oplossingen smart energy systems 2023

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de wethouder Klimaat, Bouwen en wonen van 18 maart 2025 met kenmerk [M2502-841];

 

gelet op de artikel 3, derde lid, 4 en 6 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

 

overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling innovatieve oplossingen smart energy systems 2023 te wijzigen in verband met de ophoging van het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2025 en de maximale hoogte van een subsidie voor een experimentele ontwikkeling, de bij de aanvraag over te leggen stukken aan te vullen alsmede een technische wijziging door te voeren;

 

besluit:

Artikel I  

De Subsidieregeling innovatieve oplossingen en smart energy systems 2023 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

In artikel 6, derde lid, wordt ‘25%’ vervangen door ‘50%’.

 

B.

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Het subsidieplafond bedraagt:

      • a.

        € 1.000.000 voor het kalenderjaar 2024;

      • b.

        € 1146.820 voor het kalenderjaar 2025;

      • c.

        € 1.000.000 voor het kalenderjaar 2026.

  • 2.

    In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘het volledige bedrag van € 1.000.000’ vervangen door ‘het volledige bedrag ter hoogte van het subsidieplafond per kalenderjaar’.

  • 3.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      Indien de beschikbare middelen van een kalenderjaar na de tweede ronde niet volledig zijn uitgeput, kunnen de resterende middelen worden toegevoegd aan het subsidieplafond van het daaropvolgende kalenderjaar dat per apart besluit wordt bekendgemaakt.

C.

In artikel 9, tweede lid, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, de volgende onderdelen toegevoegd:

  • d.

    een digitaal gewaarmerkt uittreksel uit het handelsregister dat actueel en in lijn met de praktijk is op het moment van aanvragen; en

  • e.

    indien sprake is van een experimentele ontwikkeling als bedoeld in artikel 3, onderdeel b:

    • 1°.

      een jaarrekening over het meest recente afgesloten boekjaar met dien verstande dat als de jaarrekening controleplichtig is de accountantsverklaringen worden bijgevoegd;

    • 2°.

      een ingevuld template ‘type aanvrager’, waarin de aanvrager met behulp van de documenten genoemd in de onderdelen d en e, aantoont dat de aanvrager en de met hem in het kader van de aanvraag verbonden ondernemingen behoren tot een kleine dan wel middelgrote onderneming en dat de experimentele ontwikkeling plaatsvindt in de regio Groot-Rijnmond.

D.

Artikel 10 komt te luiden:

  • 1.

    Een aanvraag voor de eerste subsidieronde van 2024 wordt ingediend in de periode 20 maart 2024 tot en met 15 mei 2024.

  • 2.

    Een subsidie voor de eerste ronde van 2025 wordt ingediend in de periode van 19 maart 2025 tot en met 21 mei 2025.

  • 3.

    Een subsidie voor de eerste ronde van 2026 wordt ingediend in de periode van 11 maart 2026 tot en met 20 mei 2026.

  • 4.

    De aanvraagtermijn voor een tweede subsidieronde in de kalenderjaren 2024, 2025 of 2026 wordt door het college van burgemeester en wethouders per apart besluit bekendgemaakt.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin het wordt geplaatst.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 18 maart 2025.

De secretaris,

G.J.D. Wigmans

De burgemeester,

C.J. Schouten

Toelichting op de derde wijziging van de Subsidieregeling innovatieve oplossingen smart energy systems 2023

Artikel I, onderdeel A

Om nog meer ondernemers en innovaties verder te kunnen brengen wordt de subsidieregeling aantrekkelijker gemaakt door voor experimentele ontwikkelingen het maximale steunpercentage van de in aanmerking komende kosten te verhogen van 25% naar 50%. In beginsel wordt bij een experimentele ontwikkeling maximaal 25% van de in aanmerking te nemen kosten vergoed. Dit percentage kan worden opgeplust met maximaal 10% als sprake is van een middelgrote onderneming en met maximaal 20 % voor een kleine onderneming in de zin van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, hierna: AGVV). Daarbovenop kan maximaal 5% van de in aanmerking te nemen kosten voor subsidie in aanmerking komen als het project inzake een experimentele ontwikkeling wordt uitgevoerd in de steunregio Groot-Rijnmond.

 

Artikel I, onderdeel B

In de twee openstellingsrondes van kalenderjaar 2024 is in totaal € 853.180 aan subsidies verleend. Daarmee blijft er nog €146.820 aan subsidiebudget over uit kalenderjaar 2024. Dit bedrag is beschikbaar gesteld voor subsidierondes in 2025. Omdat het subsidieplafond voor 2025 is opgenomen in de subsidieregeling, wijzigt dit besluit de hoogte van het subsidieplafond voor de eerste subsidieronde van 2025.

 

Het subsidieplafond voor 2026 is € 1.000.000. Om mogelijk te maken dat een eventueel restant van het beschikbare budget uit kalenderjaar 2025 aan dat plafond wordt toegevoegd, is het vierde lid gewijzigd. Dat betekent dat het subsidieplafond van € 1.000.000 voor het kalenderjaar 2026 geldt, tenzij bij apart besluit een hoger plafond wordt bekendgemaakt. De verdelingssystematiek over de twee subsidierondes blijft ongewijzigd.

 

Artikel I, onderdeel C

Om te kunnen beoordelen of de aanvrager aan de voorwaarden uit de AGVV voldoet, overlegt de aanvrager de in dit artikel genoemde gegevens en documenten. Dit geldt ook voor ondernemingen die met de aanvrager een consortium vormen.

Het gaat in de eerste plaats om de gegevens en documenten om te bepalen of een onderneming een kleine dan wel middelgrote onderneming is (kmo’s). Binnen de categorie kmo’s is een ‘middelgrote onderneming’: een onderneming waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet ten hoogste 50 miljoen euro in het meest recente boekjaar noteerde. Een ‘kleine onderneming’ is: een onderneming waar minder dan 50 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet ten hoogste 10 miljoen euro in het meest recente boekjaar noteerde.

In de tweede plaats gaat het om gegevens en documenten om te bepalen of de experimentele ontwikkeling wordt uitgevoerd in de steunregio Groot-Rijnmond. Dit is een voorwaarde voor het kunnen opplussen van de steunintensiteit met 5% van de in aanmerking komende kosten.

Dit betekent niet dat in ieder geval subsidie wordt verleend, als de experimentele ontwikkeling in Groot-Rijnmond plaatsvindt. De aanvraag wordt getoetst aan de criteria in de bijlage van de regeling, waarvan de relatie met Rotterdam er één is.

 

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

Naar boven