Gemeenteblad van Maashorst
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Maashorst | Gemeenteblad 2025, 120472 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Maashorst | Gemeenteblad 2025, 120472 | beleidsregel |
Uitvoeringsbeleid aanpak mensenhandel in de gemeente Maashorst
Mensenhandel tast de grondslagen van menselijke waardigheid aan. Het is een schending van de mensenrechten. Het is het verhaal van vraag en aanbod, van macht en kwetsbaarheid én van arm en rijk. Mensenhandel maakt een inbreuk op de individuele vrijheid van mensen en is daarmee één van de ernstigste en meest complexe vormen van ondermijnende criminaliteit. Elke dag worden mensen slachtoffer van seksuele-, arbeids- en criminele uitbuiting in een illegale winstgevende industrie. Niet voor niets zijn veel organisaties wereldwijd en in Nederland betrokken bij de bestrijding van deze lucratieve en snelgroeiende vorm van criminaliteit. De gevolgen van de verschillende vormen van uitbuiting zijn groot. Voor de slachtoffers en de samenleving.
In 2018 is in het landelijke Interbestuurlijk Programma (IBP, 5.11) mensenhandel als prioriteit opgenomen1.
Op landelijk niveau zijn er de afgelopen jaren afspraken gemaakt om mensenhandel te stoppen en te voorkomen. De Programmaraad2 stuurt de aanpak van mensenhandel aan op basis van landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen. De Programmaraad Mensenhandel heeft in 2020 een Werkgroep Beleid Mensenhandel geformeerd om gemeenten in de regio te ondersteunen bij de opgave om beleid inzake mensenhandel te maken. Het regionale ‘Beleidsplan voor de aanpak van mensenhandel en uitbuiting’ biedt hiervoor het kader.
Het uitvoeringsbeleid aanpak mensenhandel dat voor u ligt, is tot stand gekomen na uitgebreide afstemming tussen de gemeenten van het basisteam Maas en Leijgraaf (gemeente Boekel, gemeente Maashorst en gemeente Land van Cuijk). Daarnaast hebben verscheidene ketenpartners zoals politie, Openbaar Ministerie en Maatschappelijk Opvang input geleverd voor dit uitvoeringsbeleid. Dit uitvoeringsbeleid volgt de beleidspunten van het regionale plan en is een lokale aanvulling hierop.
De lokale aanvulling is van belang omdat de gemeente dicht bij de inwoner staat en daarmee een cruciale rol vervult in de preventie en aanpak van uitbuiting en hulpverlening aan slachtoffers. Om een stevige basis te creëren voor de aanpak mensenhandel, ligt de focus in het plan op het creëren van (interne) bewustwording, het krijgen van inzicht in de grootte van de problematiek en het verstoren van criminele processen. Lokale partners vinden we ook van belang, daarom nemen we hen mee in de doorontwikkeling van het plan.
Samen streven we naar het uitbannen van mensenhandel en het herstellen van de waardigheid en vrijheid van degenen die het slachtoffer zijn geworden.
2. Waarom een uitvoeringsbeleid mensenhandel, wat is de urgentie?
De complexiteit van het aanpakken van mensenhandel komt voort uit de diverse en vaak verborgen aard. Iedereen kan het slachtoffer worden van mensenhandel en elk slachtoffer heeft een uniek verhaal en achtergrond. Mensenhandel komt overal voor. In allerlei sectoren, in grote steden, op het platteland. Juist die diversiteit maakt het aanpakken van mensenhandel zo complex. Het begint met bewustwording, met anders kijken naar situaties. Mensenhandel is geen ‘ver-van-mijn-bed-show’, mensenhandel is geen incident, maar een dagelijkse realiteit voor vele slachtoffers in Nederland.
Mensenhandel speelt zich af in een grijs en verborgen gebied en schuurt soms aan tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag en illegale sekswerk, soms gaat het over ‘foute’ relaties. Het kan ook samengaan met georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Soms blijken daders slachtoffers te zijn. Bovendien herkennen slachtoffers zichzelf vaak niet als zodanig, of ontkennen ze uit angst of schaamte dat ze worden uitgebuit. Angst onder slachtoffers, de lage aangiftebereidheid, de beperkte pakkans van de daders en het gebrek aan kennis over signalen bij de professionals in allerlei uit verschillende sectoren zorgen ervoor dat er nauwelijks zicht is op de werkelijke omvang van deze ernstige vorm van criminaliteit.
Verschillende internationale en nationale organisaties hebben schattingen gemaakt. De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen schat op basis van internationaal en nationaal onderzoek het aantal op 5.000 tot 7.500 slachtoffers per jaar.3 Gemeenten kunnen een belangrijke rol spelen in de signalering van mensenhandel. Onze medewerkers en de medewerkers van de ketenpartners hebben een signaalfunctie. Zij zijn de oren en ogen op het gebied van mensenhandel. Als zij signalen van uitbuiting herkennen en melden, kunnen zij een belangrijke bijdrage leveren aan de strijd tegen mensenhandel.
We spreken van seksuele uitbuiting wanneer iemand wordt gedwongen om seksuele diensten te verlenen. Het gaat om gedwongen seksuele handelingen tegen betaling in de vorm van geld of van andere vergoedingen zoals kleding of eten, of de belofte daarvan. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van dwang in de vorm van geweld, chantage of misbruik van de kwetsbaarheid en afhankelijkheid van het slachtoffer met als doel de dader te bevoordelen. Iedereen, volwassen en kinderen, kunnen slachtoffer zijn van seksuele uitbuiting. Ongeacht zijn of haar verblijf of juridische status.
Seksuele uitbuiting omvat onder andere sekswerk en pornografie onder dwang en gedwongen seksuele dienstverlening in woningen, bars, hotels, kuuroorden, massagesalons en de entertainmentsector. Het kan gaan om seksuele diensten aan vreemden of aan bekenden, bijvoorbeeld in het geval van gedwongen seks met vrienden van de partner.
Een bijzondere vorm van seksuele uitbuiting is uitbuiting door loverboys. Dat zijn (jonge) mensen die ervoor zorgen dat een meisje/vrouw of jongen/man verliefd op en/of afhankelijk van hen wordt. Daarna wordt zij/hij door misleiding of onder dwang als sekswerker te werk gesteld. Sommige slachtoffers gaan vrijwillig aan het werk, in de veronderstelling dat ze met hun inkomsten sparen voor een gezamenlijke toekomst met de loverboy of om hem uit nijpende schulden te helpen. Als ze dan willen stoppen staat de loverboy dat niet toe en blijkt het geld meestal verdwenen. Indien een reële keuze ontbreekt, is er sprake van seksuele uitbuiting.
Hoewel uitbuiting binnen fysieke seksuele dienstverleningen de meest voorkomende vorm van seksuele uitbuiting is, zijn er ook vormen van seksuele uitbuiting waarbij geen sprake is van fysiek contact, zoals het gedwongen verrichten van seksuele diensten via een webcam.
Bij arbeidsuitbuiting worden mensen doelbewust door een vorm van dwang of door misbruik van omstandigheden of van zijn/haar kwetsbare positie gedwongen tot arbeid of diensten. Daarbij is bovendien sprake van een ernstige inbreuk op hun lichamelijke of geestelijke integriteit en/of hun persoonlijke vrijheid. Het gaat vaak samen met ernstige situaties op de werkvloer, een sterke inperking van de vrije keuze, grove overtreding van de arbeidswetten (onderbetaling, lange werkdagen, weinig rust en slechte arbeidsomstandigheden) en ondermaatse huisvesting. Doordat door het gebruik van dwangmiddelen een reële, vrije keuze wordt onthouden, doet de eventuele instemming van het slachtoffer met de beoogde uitbuiting niet meer ter zake. Uitbuiting komt in allerlei sectoren voor. Uit een risicoanalyse van de Nederlandse Arbeidsinspectie blijken de agrarische sector, de bouw, horeca, slachterijen en schoonmaak extra gevoelig voor uitbuiting.
Criminele uitbuiting verwijst naar een situatie waarin mensen worden gedwongen of gemanipuleerd om illegale activiteiten uit te voeren voor financieel gewin van anderen. Denk aan het onder dwang plegen van diefstal, zakkenrollen, drugssmokkel en het knippen van hennep. Het belangrijkste kenmerk van criminele uitbuiting is dat het slachtoffer gedwongen wordt om activiteiten uit te voeren die bij wet verboden zijn. Ook gedwongen bedelarij of het gedwongen uitlenen van de bankrekening ten behoeve van criminele activiteiten vallen onder deze vorm van mensenhandel. De buit gaat vaak naar de uitbuiter/mensenhandelaar, die vaak georganiseerde criminele netwerken vertegenwoordigen.
Criminele uitbuiting kan plaatsvinden in verschillende verbanden en omgevingen, en het treft vaak kwetsbare groepen, waaronder migranten, minderjarigen, en mensen in armoede. Door een combinatie van verschillende factoren kunnen criminele uitbuiting en overdracht op een volgende generatie nauw met elkaar verbonden zijn, waardoor het moeilijk is om deze vicieuze cirkel te doorbreken.
4. Wat is de rol van de gemeente?
De gemeente is verantwoordelijk voor de preventie, signalering, handhaving, veiligheid en zorg op basis van de volgende rollen4:
5. Wat zijn de regionale rollen of van ketenpartners?
We werken met verschillende ketenpartners samen in de aanpak van mensenhandel. In dit plan werken we de rol van zorgcoördinatie en politie verder uit.
5.1 Zorgcoördinatie mensenhandel 5
Slachtoffers in Nederland krijgen te maken met allerlei complexe procedures. Het doel van de zorgcoördinatie is belangenbehartiging en het organiseren van een samenhangend hulp en ondersteuningsaanbod aan (vermoedelijke) slachtoffers van mensenhandel die in de eigen regio verblijven en toeleiding naar de juiste organisatie.
De zorgcoördinator zorgt ervoor dat de juiste procedures worden opgestart en blijft de kwaliteit en voortgang van de hulp en opvang monitoren. De zorgcoördinator bouwt aan een netwerk en voorziet het netwerk van kennis en expertise.
In Oost-Brabant is er regio dekkende zorgcoördinatie wat betekent dat er voor iedere gemeente in de regio een zorgcoördinator mensenhandel actief is. De zorgcoördinatoren mensenhandel in Oost-Brabant werken samen in de aanpak van mensenhandel. Voor onze regio is dit Maatschappelijke Opvang (MO) Den Bosch. Bij zowel signalen als casussen omtrent mensenhandel die bij de zorgcoördinatoren mensenhandel binnenkomen en waar de aandachtsfunctionaris mensenhandel van de gemeente nog niet bij betrokken is, neemt de betreffende zorgcoördinator mensenhandel de gemeente altijd op hoofdlijnen mee.
De politie heeft speciaal voor mensenhandel opgeleide rechercheurs in dienst. Zij zoeken op plekken waar mensenhandel kan plaatsvinden en luisteren met aandacht en zorg naar het verhaal van het (potentiële) slachtoffer. De rechercheurs houden met alles rekening en nemen met het slachtoffer door wat allemaal mogelijk is. Het welzijn van het slachtoffer staat voorop. De politie geeft aan wat het inhoudt om aangifte te doen en hoe het rechtsproces verloopt. Als alles duidelijk is, kan het slachtoffer bepalen of hij/zij wel of geen aangifte doet. Daarnaast verwijzen zij, indien nodig, het slachtoffer door naar de hulpverleningsorganisaties waarbij de zorg vaak wordt overgedragen aan de zorg coördinator. Slachtoffers melden zich zelden rechtstreeks bij de politie. De politie investeert veel in contacten met ouders van risicogroepen, onderwijs, hulpverlening, internaten en buurthuizen.
Naar aanleiding van de afspraken in het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie in 2018 is het bestuurlijk toezicht op legaal en illegaal sekswerk overgedragen naar de gemeenten. In de regio Oost-Brabant heeft de politieafdeling AVIM dit toezicht tot en met 2023 ondersteund. Deze controles zijn vaak gezamenlijk uitgevoerd met gemeentelijke toezichthouders. De insteek hierbij was de gemeente te trainen zodat het toezicht volledig bij de gemeenten kon worden neergelegd. Vanaf 2024 gaan de gemeenten Land van Cuijk en Maashorst dit toezicht met het basisteam Maas & Leijgraaf van politie zelf verder vormgeven. Het doel van deze controles op legaal en illegaal sekswerk is duidelijk krijgen of voldaan wordt aan geldende wet- en regelgeving. Grondslag van de controles is een bestuursrechtelijke controle op vergunningsplicht. Daarnaast is er extra aandacht voor de aanwezigheid van minderjarigen en/of er sprake is van dwang, uitbuiting of andere zorgwekkende signalen waarbij opvolging vereist is. Ondanks het afstoten van deze taak is het netwerk vanzelfsprekend nog steeds in stand. Eventuele signalen kunnen dan ook snel en effectief bij de juist partij worden neergelegd. Binnen de gemeenten Land van Cuijk en Maashorst worden deze controles uitgevoerd door het Interventieteam Maas & Leijgraaf (IML).
Indien een signaal dusdanig is dat deze aanleiding geeft om een casus te starten (dan wel bij de Taskforce-RIEC, dan wel door zorgpartners), hebben wij te maken met het delen van privacygevoelige informatie.
Binnen het samenwerkingsverband van de Taskforce-RIEC is hiertoe eerder een convenant afgesloten en zijn afspraken gemaakt in de vorm van een privacy protocol. Inmiddels is er ook een samenwerkingsconvenant Zorgtafel regio Oost-Brabant Slachtoffers Mensenhandel 18- / 18 + (De Zorgtafel), een privacy protocol en een werkproces opgesteld en ondertekent voor de gemeenten en zorgpartners in Oost-Brabant.
6. Wat zijn onze ambities en acties?
In dit hoofdstuk geven we middels ambities aan wat we willen bereiken de komende vier jaar. In het uitvoeringsprogramma staat hoe we dat concreet gaan doen. De kern van de boodschap is dat we een belangrijke bijdrage willen leveren in de preventie van mensenhandel. We sluiten hierbij aan op de ambities en acties van onze buurgemeenten.
Ambitie 1: De basis op orde brengen in de aanpak van mensenhandel
De aanpak mensenhandel is een gezamenlijke verantwoordelijk van het Sociaal Domein en Openbare Orde en Veiligheid. We beleggen de rol van aandachtsfunctionaris daarom zowel bij het team Beleid Sociaal Domein als het team Openbare Orde en Veiligheid. De aandachtsfunctionaris is verantwoordelijk voor de acties die horen bij de aanpak mensenhandel. We maken een stappenplan van de meldroute signalen mensenhandel. Door de basis op orde te hebben kunnen we gericht doorpakken in de uitvoering. Wanneer er casussen van mensenhandel zijn worden deze in opgepakt door de procesregisseurs Zorg en Veiligheid van het Sociaal Domein in samenwerking met een adviseur Openbare Orde en Veiligheid.
Ambitie 2: Bewustwording vergroten en kennis vergaren over mensenhandel
Bewustwording start met kennis. Voorlichting voor bestuurders, ambtenaren, professionals en inwoners helpt om de bewustwording te vergroten van verschillende vormen van mensenhandel en de impact ervan op slachtoffers en de gemeenschap. Daarnaast willen we dat mensen weten waar ze met signalen van mensenhandel terecht kunnen. We brengen kennis en kunde bij elkaar door trainingen te organiseren waarin we informatie uitwisselen en van elkaar leren.
Ambitie 3: Zicht krijgen op aard en omvang van de problematiek
Het is lastig om zicht te krijgen op de aard en omvang van mensenhandel. Tegelijkertijd is het wel van belang om mensenhandel adequaat op te kunnen pakken en de noodzaak ervan te kunnen benadrukken. Daarom zetten we ons, samen met ketenpartners, in om de problematiek zoveel mogelijk in beeld te krijgen en te monitoren.
Ambitie 4: Terugdringen van mensenhandel
We bestrijden mensenhandel door signalen op te pakken en voeren controles uit waarbij we optreden wanneer dat nodig is.
Ambitie 5: Integraal werken en inzetten op hulp en ondersteuning van slachtoffers
De gemeente is organisatorisch en financieel verantwoordelijk voor de zorg en opvang van slachtoffers van mensenhandel. Er is sprake van regionale zorgcoördinatie mensenhandel waar we als gemeente bij aansluiten. We zetten ons in om de slachtoffers en daders van de juiste ondersteuning te voorzien.
De vijf ambities werken we uit in actiepunten. Deze actiepunten zijn uitgewerkt in hoofdstuk 8.
Door te focussen op de bewustwording en signalering, inzicht in lokale problematiek, opwerpen van barrières, zorg en hulpverlening, creëren we een stevige basis waar we in de toekomst verder op door kunnen bouwen. Zodoende kunnen we mensenhandel (eerder) voorkomen, constateren, aanpakken, en tijdig de juiste hulpverlening inzetten. Dit doen en kunnen we niet alleen. De samenwerking met lokale en regionale partners is hierin vereist.
Het uitvoeringsbeleid voor de aanpak van mensenhandel is in lijn met het Integraal Veiligheidsplan. Deze wordt in 2026 geëvalueerd. Waar nodig stellen we het beleidsplan bij zodat we mee kunnen bewegen met trends en ontwikkelingen waar nieuwe acties uit voort kunnen vloeien.
Per ambitie benoemen we de bijbehorende acties, wie het oppakt en wanneer. De actiepunten staan niet altijd los van elkaar. De uitkomst van het ene actiepunt kan ook bijdragen aan het bereiken van een ander actiepunt.
De lokale aandachtsfunctionaris mensenhandel heeft een coördinerende rol in dit plan. De aandachtsfunctionaris is de themahouder en contactpersoon mensenhandel intern, maar ook voor partners extern. Hij/zij blijft op de hoogte van regionale en lokale ontwikkelingen, zorgt voor bekendheid van zijn/haar taken en draagt zorg dat de actiepunten tijdig worden uitgevoerd.
Mensenhandel vereist een integrale aanpak waarin we met diverse partners samenwerken. Dit vergt dat we elkaar vertrouwen, kennis en informatie delen, betrokken zijn bij het thema mensenhandel en capaciteit vrijmaken voor de samenwerking. Denk hierbij aan partners als de politie, Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA), het Openbaar Ministerie en lokale en regionale zorg- en welzijnsinstanties. Wij betrekken hen in de uitwerking van de actiepunten. Ook is het van belang dat de regio samenwerkt, omdat mensenhandel (gemeente-) grensoverschrijdend plaatsvindt. Daarom werken we nauw samen met het Regiobureau Integrale Veiligheid Oost-Brabant (RIVOB) en Taskforce-RIEC Brabant – Zeeland (RIEC)6. Zij hebben een uitgebreid ondersteuningsaanbod tot hun beschikking waar wij zowel lokaal als ook regionaal gebruik van kunnen maken.
In onderstaande tabel staan de afkortingen die gebruikt worden bij de actiepunten.
Ambitie 1: De basis op orde brengen in de aanpak van mensenhandel
Aandachtsfunctionaris en meldroute
Het kan soms lastig zijn voor medewerkers, hiermee worden medewerkers binnen de gemeente en van ketenpartners bedoeld, om een vermoeden van mensenhandel te koppelen aan een vaag signaal. Een meldroute waar signalen veilig kunnen worden gemeld binnen de gemeente kan helpend zijn. Dit kan bij de aandachtsfunctionaris mensenhandel. Die kan ondersteuning bieden bij het concretiseren van het signaal. De aandachtsfunctionaris koppelt ook terug aan de medewerker wat er met de melding is gebeurd en betrekt deze medewerker actief bij de melding. Dit werkt motiverend om te blijven melden. Door alle signalen te bundelen, wordt het zicht op aard en omvang van de problematiek beter.
|
Vaststellen wie de aandachtsfunctionaris mensenhandel is en wat zijn taken zijn. |
|||
|
Opleiden van de aandachtsfunctionaris. Opleiden van de aandachtfunctionaris door de ketenregisseur7 (Train de Trainer) om intern (optioneel extern) trainingen te geven over mensenhandel8 . |
|||
|
Inrichten van een interne meldroute waarin staat waar men terecht kan met signalen of meldingen en hoe deze worden verwerkt. |
|||
|
Onder de aandacht brengen van de interne meldroute bij de medewerkers. |
|||
|
In kaart brengen wie de betrokken ketenpartners zijn en welke rollen, taken en bevoegdheden zij vervullen. |
Ambitie 2: Bewustwording vergroten en kennis vergaren over mensenhandel
Medewerkers staan direct en indirect in contact met mogelijke slachtoffers, daders en facilitators. We zetten in op training en voorlichting om medewerkers bewust te maken van de problematiek, hun signaleringsrol hierin en waar ze dit kunnen melden.
Mensenhandel komt overal voor. In allerlei sectoren, in grote steden, op het platteland. Niet iedereen heeft voldoende kennis over mensenhandel om dit te herkennen en te melden. Bewustwording is ten eerste van belang om daderschap en slachtofferschap te voorkomen en signaleren. Ten tweede om men ervan bewust te maken dat ze onbedoeld gebruik kunnen maken van diensten van slachtoffers mensenhandel.
Ambitie 3: Zicht krijgen op aard en omvang van de problematiek
We willen zicht hebben op de lokale aard en omvang van de problematiek. Daarbij gaat het niet alleen om harde cijfers van slachtoffer- en daders, die zijn vaak niet voor handen. Hierbij gaat het ook over het aantal signalen van mensenhandel, welke signalen tot een melding leiden en binnen welke groepen de meeste meldingen naar voren komen. Maar ook waar we signalen missen. We beseffen ons dat de signalen nog lang geen volledig beeld van de aard en omvang geven.
Ambitie 4: Terugdringen van mensenhandel
We gebruiken bestuurlijke instrumenten en werpen hiermee barrières op om mensenhandel te voorkomen en aan te pakken. Zo zetten we barrièremodellen mensenhandel in om gericht criminele activiteiten te kunnen verstoren.
|
Volgen van de ontwikkelingen van de Wet regulering sekswerk (Wrs) en welke wijzigingen dit met zich mee brengt. |
|||
|
Uitvoeren van controles op illegale en legale sekswerkers en overige uitbuiting zoals bij arbeidsmigranten, op AZC’s enz. |
|||
|
We toetsen de huidige APV en onderzoeken mogelijkheden om deze te verrijken met bepalingen die rondom mensenhandel toepasbaar zijn9 . |
Ambitie 5: Integraal werken en inzetten op hulp en ondersteuning van slachtoffers
Vanuit de WMO en vanuit de Jeugdwet zijn gemeenten organisatorisch en financieel verantwoordelijk voor de zorg en opvang voor slachtoffers van mensenhandel. In Oost-Brabant is er sprake van regiodekkende zorgcoördinatie wat betekent dat er voor iedere gemeente in de regio een zorgcoördinator mensenhandel actief is. De zorgcoördinator zorgt voor belangenbehartiging en het organiseren van een samenhangend hulp- en ondersteuningsaanbod aan (vermoedelijke) slachtoffers van mensenhandel en toeleiding naar de juiste organisaties. De taken van de zorgcoördinator zijn als volgt:
We hebben afspraken met instellingen voor Vrouwenopvang en Maatschappelijke Opvang voor opvang van deze slachtoffers. Voor onze regio is de zorgcoördinator ondergebracht bij Maatschappelijke Opvang (MO) Den Bosch.
Het uitvoeringsbeleid voor de aanpak van mensenhandel is in lijn met het Integraal Veiligheidsplan. Deze wordt in 2026 geëvalueerd. Bij de evaluatie wordt zowel het zorg- als veiligheidsdomein betrokken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-120472.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.