Gemeenteblad van Veenendaal
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Veenendaal | Gemeenteblad 2025, 120304 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Veenendaal | Gemeenteblad 2025, 120304 | overige overheidsinformatie |
Handboek Kabels en leidingen Gemeente Veenendaal 2025
De gemeente Veenendaal is eigenaar en/of beheerder van de openbare ruimte, bij deze ruimte behoort ook de ondergrond. Door verschillende ontwikkelingen neemt het aantal toepassingen van de ondergrond steeds verder toe, hetgeen zorgt voor toenemende druk op beperkt beschikbare ruimte. In haar rol van eigenaar en/of beheerder wil de gemeente coördinatie en sturing houden bij het aanleggen, onderhouden en verwijderen van kabels en leidingen zodat hinder en overlast voor de samenleving beperkt blijft. Kernpunten zijn hierbij:
Dit handboek is opgesteld ter aanvulling en nadere uitwerking van regelgeving in de AVOI Veenendaal 2024 en de Verlegregeling Veenendaal 2025. In dit handboek staat een uitwerking van de meest voorkomende voorschriften en regelingen voor vergunninghouders ( en haar aannemers ) en voor intern gebruik bij de gemeente Veenendaal.
Het doel van dit handboek is om afspraken vast te leggen voor gebruik van de ondergrond, de werkwijze bij werkzaamheden door Nutsbedrijven en particulieren en het borgen van de kwaliteit van de Veenendaalse Openbare Ruimte.
De begrippen zoals gebruikt in de AVOI Veenendaal en de Verlegregeling Veenendaal zijn tevens van toepassing in onderliggend handboek. In praktijk komen de onderstaande begrippen regelmatig voor, omdat deze voortvloeien uit de systematiek van de Verlegregeling.
Nutstracé: een door de gemeente aangewezen tracé welke specifiek bestemd is voor de aanleg van kabels en leidingen, volgens een van te voren vastgesteld nutsprofiel. Groenstroken waar in het verleden kabels en leidingen zijn gelegd, deze worden niet als een nutstracé beschouwd omdat een groenstrook niet specifiek bestemd is voor de aanleg van kabels en leidingen.
vergunninghouder: onder vergunninghouder wordt verstaan de (rechts)persoon die toe-of instemming heeft ontvangen voor de uitvoer van werkzaamheden alsmede de aannemer(s) en onderaannemer(s) die in opdracht van deze (rechts)persoon de werkzaamheden uitvoert mits het de uitvoer van de werkzaamheden betreft zoals bedoeld in de afgegeven vergunning of het instemmingsbesluit.
1.3 VERGUNNING, INSTEMMINGSBESLUIT OF MELDING
Meldingen voor start uitvoering van werkzaamheden waarvoor reeds schriftelijk vergunning of instemming is verleend, moeten minimaal vijf werkdagen voor aanvang doorgegeven worden via het WoW-Portaal. Voor meldingen moeten de relevante gegevens bekend zijn. Met het WoW-Portaal worden alle processen ondersteund die te maken hebben met het plannen, vergunnen, uitvoeren en administratief afhandelen van graafwerkzaamheden. In plaats van het WoW-Portaal kan ook een aanvraag gedaan worden in het door de gemeente Veenendaal aan te geven vergunningssoftware.
Aangaande meldingen van werkzaamheden met een spoedeisend karakter kan overeenkomstig art. 4 AVOI lid 3 volstaan worden met een melding achteraf. Uiterlijk binnen 1 werkdag na de uitvoering dient toegelicht te worden waarom er sprake was van spoedeisende werkzaamheden. Indien het een tracé betreft langer dan 10 m1 of 5 m2, dan zal alsnog een vergunning voor deze werkzaamheden moeten worden aangevraagd. Ingeval de openbare orde of een gevaar dan wel de vrees voor het ontstaan van gevaar zich verzet tegen de uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden kan het college besluiten dat de werkzaamheden op een ander dan het voorgenomen tijdstip moeten plaatsvinden.
HOOFDSTUK 2. VERGUNNING OF INSTEMMINGBESLUIT EN WERKVOORBEREIDING
2.1. PROCEDURE DIGITALE AANVRAAG VERGUNNING OF INSTEMMINGSBESLUIT
Het aanvragen van een vergunning dient te gebeuren via het WoW-portaal of de door de gemeente aan te geven vergunningssoftware. Met deze portalen worden alle processen ondersteund die te maken hebben met het plannen, vergunnen, uitvoeren en administratief afhandelen van graafwerkzaamheden. Bij de aanvraag dienen gegevens te worden verstrekt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan:
Groenstroken waar eerder kabels en leidingen gelegd zijn worden niet gezien als een nutstracé. Primair dienen kabels en leidingen in het hiervoor aangewezen nutstracé gelegd te worden. Als blijkt uit nader onderzoek (klic melding / proefsleuven) dat dit niet mogelijk is kan er, onder voorwaarden genoemd in hoofdstuk 5 van het Handboek, uitgeweken worden naar de groenstroken.
De gemeente heeft minimaal 14 dagen tijd nodig om een verkeersmaatregel in het systeem zichtbaar te maken. De 14-dagen termijn geld voor een door de gemeente goedgekeurd verkeersplan. Vooroverleg over een tijdelijke verkeersmaatregel is mogelijk. U kunt uw schetsontwerp vooraf indienen via verkeer@veenendaal.nl.
Tijdens de werkzaamheden moeten alle belendende percelen bereikbaar blijven voor voetgangers en mag slechts een beperkte periode de toegang voor (motor-) voertuigen gestremd worden. Indien de stremming langer duurt dan een half uur moeten maatregelen getroffen worden die passen bij een ongehinderde bewoning of bedrijfsvoering van het belendende perceel, tenzij de perceeleigenaar en/of gebruiker met andere voorgestelde maatregelen akkoord gaat.
Indien de werkzaamheden betreffende de ondergrondse infrastructuur zich beperken tot bestaande tracés dan is er vanuit de archeologische monumentenzorg geen bezwaar of voorwaarde aan vergunningverlening. Wanneer uitvoering plaatsvindt in mogelijk verdachte gebieden volgens de Archeologische Maatregelenkaart Veenendaal dan dient vooraf een melding te worden gedaan bij de gemeentelijk archeoloog.
Indien een nieuwe kabelsleuf dieper dan 30 cm onder maaiveld door ongestoorde grond zal moeten worden gegraven (bijvoorbeeld naast de bestaande kabelsleuf of een nieuwe huisaansluiting) kan archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn. Dit hangt af van de archeologische verwachtingswaarde van het plangebied en de omvang in m² van de graafwerkzaamheden. In de gemeentelijke archeologische maatregelenkaart zijn de regels hierover vastgelegd. Deze kaart is op te vragen bij de gemeente Veenendaal of als pdf te downloaden van de website www.overheid.nl.
Als op basis van de gemeentelijke archeologische maatregelenkaart archeologisch onderzoek noodzakelijk is, dient een archeologisch bedrijf met een opgravingvergunning te worden ingehuurd voor de uitvoering van het onderzoek waarbij de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie als norm wordt gehanteerd. Bedrijven met een opgravingsvergunning staan vermeld op de website van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (www.sikb.nl) onder archeologie, gecertificeerde en vergunninghouders archeologie. De vorm van het onderzoek (booronderzoek, proefsleuvenonderzoek of archeologische begeleiding van de werkzaamheden) is afhankelijk van de archeologische verwachting en de omvang van de ingreep.
HOOFDSTUK 3. BREEKVERBOD EN GRAAFRUST
Behoudens in geval van spoedeisende werkzaamheden is bij onder andere extreme weersomstandigheden, waarbij de uitvoering van de werkzaamheden tot overlast of gevaar voor de bewoners en/of schade voor de gemeente kan leiden, het college bevoegd een breekverbod in te stellen. De vaststelling dat er sprake is van deze weersomstandigheden is een bevoegdheid van het college.
Afwijkend van artikel 4 lid 1 van de AVOI kan in het geval van calamiteiten van het breekverbod worden afgeweken. De vergunninghouder dient in dat geval een melding conform art. 4 lid 2 of 3 van de AVOI te doen bij de gemeente. Indien mogelijk en indien de omstandigheden zich daarvoor lenen kan de gemeente vervolgens de melding beoordelen en aanvullende voorschriften opleggen bijvoorbeeld conform artikel 4 lid 4 AVOI of ten behoeve van het herstraten.
3.2 EXTREME WEERSOMSTANDIGHEDEN
Afwijkend van artikel 4 lid 1 van de AVOI kan in het geval van calamiteiten van het breekverbod worden afgeweken en/of kan de gemeente de graafrust opschorten. De vergunninghouder dient in dat geval een melding conform art. 4 lid 2 of 3 van de AVOI te doen bij de gemeente. Indien mogelijk en indien de omstandigheden zich daarvoor lenen kan de gemeente vervolgens de melding beoordelen en aanvullende voorschriften opleggen bijvoorbeeld conform artikel 4 lid 4 AVOI of ten behoeve van het herstraten.
Afwijkend van artikel 4 lid 1 van de AVOI kan in het geval van calamiteiten de gemeente de graafrust opschorten. De vergunninghouder dient in dat geval een melding conform art. 4 lid 2 of 3 van de AVOI te doen bij de gemeente. Indien mogelijk en indien de omstandigheden zich daarvoor lenen kan de gemeente vervolgens de melding beoordelen en aanvullende voorschriften opleggen bijvoorbeeld conform artikel 4 lid 4 AVOI of ten behoeve van het herstraten.
De vergunninghouder zorgt ervoor dat een afschrift en/of een digitale versie van het instemmingsbesluit, vergunning of het meldingsformulier inclusief tekening(en), het Handboek, de afschriften van de toestemmingen van derden inclusief de voorwaarden en de gegevens van de Klic-melding op de graaflocatie aanwezig zijn. Deze worden desgevraagd aan de coördinator en/of toezichthouder getoond.
De grondroerder houdt zich aan de CROW-richtlijnen (onder andere) “Schade voorkomen aan kabels”, (respectievelijk de publicaties 500), de meest recente Standaard RAW-bepalingen (voor grondwerken, groenvoorzieningen, sleuf- en sleufloze technieken en leiding- en kabelwerk) en de Verordening-, Handboek K&L- en WIBON-bepalingen, inclusief eventuele recente aanvullingen.
4.2 PROJECTOVERLEG BIJ COMPLEXE OF GROTERE WERKEN
Wanneer de gemeente het nodig acht vindt er voor aanvang en tijdens de uitvoering in een vooraf bepaalde frequentie projectoverleg plaats tussen de gemeente en de vergunninghouder. In het projectoverleg worden gegevens uitgewisseld over contactpersonen, afspraken gemaakt over opbrekingen, maatregelen ter bescherming van groenvoorzieningen, opleveringen, vergaderschema etc. De vergunninghouder zorgt voor verslaglegging en verspreiding daarvan.
Uitvoering van de werkzaamheden vindt plaats op reguliere werkdagen en wel van maandag tot en met vrijdag tussen 7.00 en 18.00 uur. Op zaterdag, zon- en feestdagen en in de nachtelijke uren zijn geen werkzaamheden toegestaan, tenzij de gemeente daarvoor toestemming heeft verleend in de vergunning dan wel er een ontheffing op grond van de APV (Algemene Plaatselijke Verordening) is verleend.
Het exacte tracé en de plaatsen van alle bijbehorende voorzieningen, worden in overleg met de gemeente bepaald nadat de uitvoerende partij de nodige proefsleuven gegraven heeft. Uitgangspunt hierbij is dat de nieuw aan te brengen kabels of leidingen direct naast, boven of onder de al aanwezige kabels en leidingen van de betreffende vergunninghouder aangelegd worden. Zie voor schematische weergave de als bijlage toegevoegde tabel: Dwarsprofiel Algemeen.
4.5 ELEMENTVERHARDINGEN OPBREKEN EN HERSTELLEN
Aanvullen en verdichten van de sleuf conform de gestelde voorschriften in paragraaf 4.7. Voor het hertegelen/ herstraten. De fundering dient zoveel mogelijk in de oude staat te worden hersteld, in het geval van een zandbed geldt dat een nieuw zandbed dient te worden aangebracht gelijk aan het bestaande zandbed.
Indien er gegraven wordt in openbare gronden waar, binnen een periode van vijf jaar daarvoor, werkzaamheden in de zin van groot onderhoud of herinrichting hebben plaatsgevonden, dan worden de kosten voor volledig herstel van de verharding naar oorspronkelijke staat doorberekend aan de vergunninghouder. Daarbij worden de werkelijke kosten berekend op basis van het vastgestelde tarief per eenheid maal het werkelijk herstelde oppervlak.
Als er naar aanleiding van de werkzaamheden schade ontstaat aan eigen kabels en leidingen of aan die van andere netbeheerder of particulier en hierdoor oponthoud ontstaat bij de herstelwerkzaamheden , dan wordt voor deze stagnatie uren een bedrag per koppel straatmakers doorberekend aan de vergunninghouder.
Bij paden van halfverharding (o.a. grind, kleischelpen, grauacke e.d.) de afdekmaterialen voor het graven van de kabelsleuf verwijderen en ter plaatse opslaan. De uit de sleuf komende gronden niet of zo minimaal als ter plaatse mogelijk is vermengen met het afdekmateriaal. Verdichten van de sleuf conform gestelde voorschriften in paragraaf 4.7. Bovenzijde sleuf aanvullen met 10 cm menggranulaat 0-31,5 mm. De sleuf afstrooien met de opgeslagen afdekmaterialen of een door de gemeenteopzichter goedgekeurde grindsoort of kleischelpen.
4.6 GESLOTEN VERHARDING OPBREKEN EN HERSTELLEN
Bij wegkruisingen onder gesloten verharding moet een mantelbuis worden aangebracht, zodanig dat bij aanbrengen en gebruiksperiode geen schade ontstaat of kan ontstaan (zetting, oppersing en dergelijke) aan het wegdek, de naast gelegen bermen, trottoirs of fietspaden, alsmede aan de overige ondergrondse infrastructuur. De mantelbuis moet een minimale dekking hebben van 0,60 meter, de buiseinden moeten als regel 0,50 meter buiten de kant van de verharding uitstekenmantelbuis moet voorzien zijn van een passende afdichting, trekkoord en uitgevoerd in de juiste kleurcode voor mantelbuizen.
Indien de asfaltverharding opgebroken mag worden dan moet de asfaltconstructie aan beide zijden van de sleuf of lasgat geheel doorgezaagd worden en het vrijkomende asfalt afgevoerd worden naar een erkende verwerker. Na aanbrengen van de kabels of leidingen de sleuf aanvullen en verdichten conform voorschriften in paragraaf 4.7 en de sleuf tijdelijk bestraten met betonklinkers door het nutsbedrijf. De tijdelijke bestrating dient bol of met overhoogte dichtgestraat te worden.
Indien kabels of leidingen lager komen te liggen dan de grondwaterstand ter plaatse, dan dient de grondwaterstand door middel van bronbemaling te worden verlaagd. Hiervoor kan een bemalingsplan en vergunning noodzakelijk zijn. De kosten voor opstellen bemalingsplan, aanvragen vergunning, alle uitvoeringskosten en risico’s komen voor rekening van de vergunninghouder. Vergunningen voor de onttrekking en lozing aanvragen via Omgevingsloket. Bemalingspompen moeten voldoen aan de geluidsnormen die voor de graaflocatie gelden.
De vergunninghouder wint vooraf tijdig bodeminformatie in bij de Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) omtrent mogelijke (gevallen van) bodemverontreiniging in het beoogde leidingtracé, en onderneemt zo nodig vervolgacties, zoals omschreven in de artikelen 1.6 en 1.7 van de Omgevingswet en/of de Arbo-wet. Indien dit tot vragen leidt kunnen deze gesteld worden aan de afdeling Vergunningen, Handhaving en Milieu van de gemeente.
Meerkosten van werkzaamheden die als gevolg van het VTA noodzakelijkerwijs moeten worden uitgevoerd in milieukundig verontreinigde grond komen in beginsel voor nadeelcompensatie in aanmerking. De noodzaak van bovengenoemde werkzaamheden dient echter door zowel het college als de vergunninghouder te zijn aangenomen.
Indien de milieukundige verontreiniging veroorzaakt wordt door de vergunninghouder dient er te worden nagegaan of er permeabele drinkwaterleidingen in het vervuilingsgebied aanwezig zijn. Als dat het geval is moet de vergunninghouder direct passende maatregelen te nemen en in ieder geval het drinkwaterbedrijf in kennis te stellen.
4.11 AFRONDING, OPLEVERING EN FACTURATIE
Direct na afronding van de werkzaamheden maakt de vergunninghouder of diens gemachtigde een afspraak met de gemeentelijk toezichthouder om de werkzaamheden op te leveren en over te dragen. Gelijktijdig of uiterlijk binnen 5 werkdagen na afronding van de werkzaamheden wordt de straatwerkbon door de vergunninghouder of diens aannemer ingeleverd bij de toezichthouder. Beide partijen zorgen voor afstemming van de hoeveelheden.
Wanneer de vergunninghouder of diens gemachtigde niet binnen 10 werkdagen na afronding van de werkzaamheden een straatwerkbon heeft ingediend behoudt de gemeente zich het recht voor om de straatwerkbon zelf aan te maken. De hoeveelheden worden dan door de gemeente vastgesteld en doorberekent. Voor het zelf opstellen van de straatwerkbon berekend de gemeente kosten conform de legesverordening.
4.12 TOEZICHT EN HERSTEL OPENBARE RUIMTE
De gemeente verzorgt de definitieve herbestrating en factureert de kosten aan de vergunninghouder of vergunninghouder. De vergunninghouder voert de kabel- en leidingwerkzaamheden zodanig uit dat de gemeente voldoende gelegenheid krijgt om de herstelwerkzaamheden binnen normale werktijden uit te voeren.
In de weekenden, op feestdagen, in winkelgebieden op koopavonden en op eventueel nader door de gemeente aan te geven tijdstippen moeten de sleuven in de verharding aangevuld en dichtgestraat zijn. Dit betekent dat de vergunninghouder de gemeente gelegenheid dient te geven om voor deze dagen de sleuf definitief te herstellen of zorgt zelf voor tijdelijk herstel.
Indien bovengenoemde stukken niet voorzien in passende tarieven dan worden de betreffende (meestal bijzondere) werkzaamheden verrekend volgens tarief dat geldt voor overige (niet -telecom) nutsbedrijven. De gemeente Veenendaal volgt inzake de indexering of andere wijzigingen van de vergoedingen de herstraattarieven van de VNG.
HOOFDSTUK 5. OMGAAN MET GROENVOORZIENINGEN
Voorafgaand aan de engineering dient door de grondroerder de digitale bomenkaart opgevraagd te worden. Indien zich in de directe nabijheid van het tracé (≤10 meter) bomen bevinden dienen die op de instemmings- of vergunningstekening weergegeven te worden. Voor nutstracés die in de afgelopen vijf jaar niet geroerd zijn, of voor plekken die niet zijn aangewezen als nutstracé geldt de verplichting om ook de boomkroon op de aanvraagtekening te zetten.
Bij werkzaamheden rondom bomen is de meest recente versie van Het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen van toepassing. De uitvoering van het werken rond bomen moet voldoen aan de in hoofdstuk 2 van dit handboek gestelde eisen. Voor zover niet specifiek anders is voorgeschreven, zijn tevens de aanvullende bepalingen van Het Handboek Bomen van toepassing.
HOOFDSTUK 7. VOOROVERLEG EN UITVOERING BIJ RECONSTRUCTIES EN/OF PROJECTEN
Bij voorgenomen werken in de Openbare Ruimte door gemeente of projectontwikkelaars worden Nutsbedrijven betrokken bij de uitwerking van de plannen. De projectleider van gemeente zorgt voor uitnodiging en verstrekking van gegevens. (meestal in VO fase)
Tijdens het vooroverleg wordt gekeken naar optimale ontwerpen en beheerbare kosten voor zowel gemeente, ontwikkelaars en vergunninghouders. Indien verleggingen of ruimen van kabels of leidingen noodzakelijk is dan worden de vergunninghouders hiertoe schriftelijk verzocht d.m.v. toezenden VTA (Verzoek tot Aanwijs, ook wel Verzoek tot Aanpassing genoemd). In het VTA staat omschreven welke kabels en leidingen het betreft, of het gaat om verleggen of ruimen en wordt aangegeven dat de vergunning voor de betreffende kabels en leidingen per bepaalde datum wordt ingetrokken.
Een eventuele nadeelcompensatie wordt bepaald op basis van de regelgeving in de Telecommunicatiewet artikel 5.8 voor telecommunicatienetwerken en voor de overige kabels en leidingen volgens de Verlegregeling en/of een Overeenkomst tussen Gemeente en Netbeheerder .
Voor de te verleggen of te ruimen kabels en leidingen wordt de vergunning ingetrokken en vermeld in het VTA zoals onder 7.2 beschreven.
Voor de nieuw aan te leggen kabels en/of leidingen moet vergunning aangevraagd worden conform de procedure zoals omschreven in Hoofdstuk 2 uit dit Handboek.
Voor de wijze van uitvoering en planning van de werkzaamheden worden projectafspraken gemaakt tussen gemeente en netbeheerder. De afspraken gelden voor de werkzaamheden binnen de projectgrenzen en worden schriftelijk vastgelegd. Werkzaamheden buiten de projectgrenzen vallen onder de normale procedure en staan vermeld in Hoofdstuk 3 en 4 uit dit Handboek.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-120304.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.