Beleidsregels stookverbod gemeente Zwolle 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwolle,

gelet op het bepaalde in artikel 5:34 van de Algemene plaatselijke verordening Zwolle en artikel 4:81 en hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de navolgende beleidsregel voor het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5.34 lid 3.

1. Inleiding

1.1. Algemeen

Deze beleidsregel geeft een uitwerking van de bevoegdheid van het college om een ontheffing te verlenen van het stookverbod. Hiermee wordt duidelijkheid geboden wanneer, aan wie en onder welke voorwaarden ontheffing verleend kan worden en wanneer een ontheffing geweigerd wordt.

1.2. Doelstellingen

Deze beleidsregel voor het verlenen van ontheffingen heeft de volgende doelstellingen:

• Het zorgen voor een eenduidig en transparant afwegingskader.

• Het zorgen dat bij verleende ontheffingen geen onveilige situaties ontstaan.

2. Juridisch kader

Op grond van artikel 5.34 lid 3 van de Algemene plaatselijke verordening Zwolle kan het college van burgemeester en wethouders een ontheffing verlenen van het stookverbod.

De Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb artikel 4:81) biedt het college de mogelijkheid om beleidsregels vast te stellen.

3. Uitgangspunten voor het verlenen van een ontheffing

Jaarlijks worden door verschillende soorten organisaties, personen of andere instellingen verzoeken om ontheffingen gedaan voor het houden van vreugdevuren of anderszins het verbranden van materialen. Teneinde de vuren beter te reguleren, kan een ontheffing van het stookverbod enkel worden verleend in de volgende gevallen.

3.1. (Vreugde)vuren

Bij een vreugdevuur gaat het om verbranding van materialen om iets te vieren in het kader van een bepaalde traditie. Indien het houden van een (vreugde)vuur past binnen de gebruiken van Zwolle, en voldaan wordt aan de overige voorwaarden van deze beleidsregel (zie onder), wordt hiervoor een ontheffing verleend. In geval van vreugdevuren wordt de ontheffing alleen verleend als de aanvraag wordt gedaan door een overkoepelende organiserende organisatie, namelijk:

• a. een wijk- en of buurtvereniging, afkomstig uit de wijk of buurt waar het vuur gehouden zal worden;

• b. een jeugd- of sportvereniging;

• c. dan wel een andere maatschappelijke organisatie, waarvan in het verleden is gebleken dat op correcte wijze van een eerdere ontheffing gebruik is gemaakt dan wel geen (andere) feiten bekend zijn die op misbruik zouden kunnen wijzen.

3.2. Verbranden van snoeiafval

Een ontheffing van het stookverbod voor snoeiafval wordt verleend, indien:

• a. het terrein niet toegankelijk is voor voertuigen en/of werktuigen waarmee het snoeiafval kan worden verwijderd en/of versnipperd, en;

• b. de afstand tot de weg meer dan 250 meter bedraagt.

4. Voorwaarden

Om voor een ontheffing in aanmerking te komen moet worden aangetoond dat wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

• 1. De verbranding moet worden aangelegd op een afstand van minimaal 30 meter van een gebouw, gerekend vanuit de dichtstbijzijnde buitenmuur van het gebouw.

• 2. Tijdens de verbranding mag uitsluitend onbehandeld en droog hout worden verbrand.

• 3. De maximaal te verbranden hoeveelheid hout mag niet groter zijn dan een stapel met een hoogte van 6 meter en een oppervlakte van 10 x 10 meter.

• 4. Er moet voortdurend toezicht zijn van een meerderjarig persoon.

• 5. Het te verbranden object moet zodanig zijn geplaatst dat geen gevaar ontstaat voor het verwonden van het aanwezige publiek en/of het bedienend personeel.

• 6. Het gebruik van de blusmiddelen moet worden afgestemd met de omgevingsdienst i.v.m. mogelijke milieuverontreiniging.

• 7. De aanvrager zorgt zelf voor toestemming van een eigenaar van de grond en vrijwaart de gemeente Zwolle voor alle afspraken van of moeilijkheden met derden, welke het gevolg zijn van het gebruik van deze ontheffing.

5. Voorschriften

Bij het verlenen van de ontheffing op grond van artikel 5.34. lid 3 Apv worden in ieder geval de volgende standaardvoorschriften opgenomen.

• 1. De verbranding mag alleen plaatsvinden bij een zodanige windrichting, dat geen overlast als gevolg van stank, rook en/of asresten ontstaat voor omwonenden.

• 2. De verbranding mag niet plaatsvinden wanneer fase 2 voor natuurbrand is afgegeven.

• 3. De verbranding mag alleen plaatsvinden bij een windkracht kleiner of gelijk aan 4 Beaufort (maximaal 7,9 m/s). De actuele waarnemingen in Zwolle van Meteo Consult worden als maatgevend beschouwd (www.weer.nl).

• 4. De activiteiten moeten worden stilgelegd, indien de hulpverlenende diensten dit noodzakelijk achten in verband met door hen te verrichten werkzaamheden.

• 5. De bevelen door of namens de commandant van de brandweer, gegeven in verband met de veiligheid, moeten onmiddellijk worden opgevolgd.

• 6. Toezichthouders moeten te allen tijde worden toegelaten.

• 7. De gemeente Zwolle kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die door derden wordt geleden als gevolgd van het gebruik van deze ontheffing.

6. Slotbepalingen

6.1. Hardheidsclausule

In uitzonderlijke gevallen kan het college – gemotiveerd – afwijken van de in deze beleidsregel vastgelegde criteria en voorwaarden.

6.2. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag volgend op die van de bekendmaking.

De ‘Beleidsregel stookverbod’ uit 2004 wordt ingetrokken.

6.3. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: ‘Beleidsregel stookverbod 2024’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 22 oktober 2024

P. Snijders, burgemeester

D. Emmer, secretaris