Overwegende:
dat de Nicolaas van der Laanstraat gelegen is binnen de bebouwde kom van Haarlem;
dat de Nicolaas van der Laanstraat in beheer is bij de gemeente Haarlem;
dat de Nicolaas van der Laanstraat een weg is als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;
dat gelet op bovengenoemd artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze wegen;
dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is gemandateerd aan het afdelingshoofd Beheer en Beleid Openbare Ruimte, waarbij ondermandaat is verleend aan de Teammanager beleid openbare ruimte;
dat de gemeentelijke wegencategorisering van Haarlem op 25 april 2024 door de gemeenteraad is vastgesteld in de Beleidsnotitie Afweging 30km/u;
dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijke beleid Duurzaam Veilig;
dat de Nicolaas van der Laanstraat gecategoriseerd is als erftoegangsweg binnen de bebouwde kom waarop een maximumsnelheid van 30 km/u geldt;
dat de verblijfsfunctie op een erftoegangsweg prevaleert boven de verkeersfunctie;
dat de Nicolaas van der Laanstraat, tussen de kruising met de Kinderhuissingel en het kruispunt met de Pijntorenstraat, een vrij smalle tweerichtingsstraat betreft waar aan beide zijden op de rijbaan voertuigen geparkeerd worden;
dat het toestaan van geparkeerde voertuigen aan beide zijden op de rijbaan hinder veroorzaakt voor het verkeer;
dat het toestaan van geparkeerde voertuigen aan beide zijden op de rijbaan de doorgang voor voertuigen, waaronder nood- en hulpdiensten, belemmert en de toegankelijkheid voor voetgangers, waaronder ook gehandicapten, op het trottoir verslechtert;
dat bovengenoemde situatie verbetert door een parkeerverbod in te stellen aan de zuidzijde van de rijbaan van de Nicolaas van der Laanstraat, vanaf het kruispunt met de Pijnboomstraat tot de kruising met de Kinderhuissingel;
dat het parkeerverbod wordt aangeduid met twee borden E1 van bijlage 1 van het RVV 1990;
dat met bovengenoemde verkeersmaatregel de doorgang voor nood- en hulpdiensten, de toegankelijkheid voor voetgangers en de doorstroming gewaarborgd blijft;
dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen van de borden E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 een verkeersbesluit is vereist;
dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen strekken tot het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;
dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt met uitvoeren van de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen;
dat gelet op alle voorgaande overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer ondergeschikt is aan het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;
dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;
dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregelen.