Gemeenteblad van Rotterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2025, 114602 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rotterdam | Gemeenteblad 2025, 114602 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere regels AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2025
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van de concerndirecteur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 11 maart 2025, registratienummer M2502-1202;
gelet op artikel 3, tweede lid, van de Verordening AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2025;
overwegende, dat het college van burgemeester en wethouders uit het oogpunt van doelmatigheid en rechtszekerheid nadere regels voor het AOW- en Jeugdtegoed voor het jaar 2025 wenst vast te stellen;
Deze nadere regels hebben betrekking op de verstrekking van een tegoed voor de bevordering van noodzakelijke maatschappelijke participatie van de doelgroep.
Artikel 6 Beschikbaarstelling van het tegoed
Het tegoed wordt beschikbaar gesteld op de Rotterdampas van het kind, de jongere of de AOW-gerechtigde, bedoeld in artikel 5, tweede lid.
Het college kan artikel 3, eerste, derde en vierde lid, alsmede artikel 5, buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing, gelet op het belang van de bevordering van noodzakelijke maatschappelijke participatie van de doelgroep, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Aldus vastgesteld in de vergadering 11 maart 2025.
De secretaris,
G.J.D. Wigmans
De burgemeester,
C.J. Schouten
Toelichting op de Nadere regels AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2025
Ten behoeve van de uitvoering van het beleid ten aanzien van het AOW- en Jeugdtegoed in 2025 heeft de gemeenteraad van Rotterdam de Verordening AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2025 (hierna: de Verordening) vastgesteld op grond van artikel 149 van de Gemeentewet. In artikel 3 van deze Verordening is vermeld dat het college nadere regels kan vaststellen ten aanzien van de uitvoering van de Verordening. Deze nadere regels AOW- en Jeugdtegoed Rotterdam 2025 (hierna: nadere regels) geven uitvoering aan artikel 3 van de Verordening.
De regeling kent twee categorieën van personen aan wie een tegoed verstrekt kan worden: AOW-gerechtigden en jeugd van 4 tot en met 17 jaar, welke laatste groep is uitgesplitst in kinderen tot 12 jaar en jongeren tot en met 17 jaar. In dit artikel is nader bepaald aan welke voorwaarden deze personen moeten voldoen om daadwerkelijk in aanmerking te komen voor een tegoed. Voor zowel de AOW- als de Jeugddoelgroep geldt dat er sprake moet zijn van een gezinssituatie, waarin men rond moet komen van een laag inkomen. Het begrip ‘laag inkomen’ is gedefinieerd in artikel 1 van de Verordening. De personen uit de doelgroep moeten ten tijde van de aanvraag in Rotterdam in de Basisregistratie personen zijn ingeschreven met een woonadres.
Het recht op een AOW-tegoed wordt toegekend per huishouden. Dat betekent dat als er meerdere AOW-gerechtigden in een huishouden aanwezig zijn, het tegoed slechts eenmaal wordt toegekend.
Het jeugdtegoed wordt toegekend per kind c.q. per jongere. In artikel 6, tweede lid, van de Verordening is differentiatie aangebracht in het jeugdtegoed. Jongeren van 12 tot en met 17 jaar ontvangen een hoger tegoed (€ 850,-) dan kinderen van 4 tot en met 11 jaar (€ 275,-). De reden is dat ervan uit wordt gegaan dat jongeren van 12 tot en met 17 jaar in het algemeen gesproken meer financiële middelen nodig hebben voor de noodzakelijke participatie dan kinderen van 4 tot en met 11 jaar. Als er meerdere kinderen of jongeren in een huishouden aanwezig zijn die allen aan de criteria voldoen, dan kan voor elk van de betreffende kinderen of jongeren een tegoed worden aangevraagd. Ieder kind en iedere jongere krijgt het tegoed op zijn eigen Rotterdampas.
Om voor een AOW-tegoed in aanmerking te kunnen komen dient de aanvrager op 1 maart 2025 AOW-gerechtigd te zijn. Om voor een Jeugdtegoed van € 850,- in aanmerking te komen, dient de jongere op 1 maart 2025 12 jaar of ouder te zijn, maar niet ouder dan 18 jaar. Voor een tegoed van € 275,- komen kinderen in aanmerking die op 1 maart 2025 4 jaar of ouder zijn, maar niet ouder zijn dan 11 jaar.
Om te voorkomen dat geen aanvraag kan worden ingediend ten behoeve van een kind dat of jongere die niet bij ouders, verzorgers of pleegouders woont, maar in een instelling, is in dit artikel opgenomen dat bijvoorbeeld de directeur van een accommodatie als bedoeld in de Jeugdwet, een aanvraag voor een kind of jongere kan indienen. De tekeningsbevoegdheid moet wel uit de aanvraag blijken, bijvoorbeeld door het meesturen van een machtiging of volmacht. In het artikel is dan ook aangegeven dat in een dergelijk geval afgeweken mag worden van enkele criteria uit artikel 3: het aanvragerscriterium (ouders), het ontvangen van kinderbijslag of pleegoudervergoeding en het vereiste dat kind of jongere en ouder hetzelfde woonadres hebben in Rotterdam. Bij een dergelijke aanvraag wordt voorts de aanname gedaan dat deze kinderen of jongeren voor wie een aanvraag wordt gedaan, ouders hebben met een laag inkomen.
In het tweede lid sub b worden verschillende documenten benoemd die de aanvrager dient te overleggen bij een aanvraag. Bij minnelijk schuldsaneringstrajecten die via Geldplein (voorheen Kredietbank Rotterdam) zijn opgestart, wordt er mogelijk intern al beschikt over de gevraagde informatie, waardoor besloten kan worden de documenten niet op te vragen. Deze uitzondering geldt enkel voor minnelijke schuldsaneringstrajecten van Geldplein.
Huishoudens die het AOW- of Jeugdtegoed aanvragen op basis van toelating tot de wettelijke schuldsanering, dienen een kopie van de uitspraak van de rechtbank te overleggen. Daarnaast wordt in het centraal insolventieregister gecontroleerd of de aanvragen zich bevindt in een lopend wettelijk schuldsaneringstraject.
Artikel 5 Afhandelen aanvraag in geval van overlijden AOW- gerechtigde aanvrager
Dit artikel bepaalt of en op welke wijze een tegoed verstrekt wordt na overlijden van een AOW-gerechtigde aanvrager.
In geval van overlijden tussen aanvraag en verzending beschikking (eerste lid): in dat geval is het besluit nog niet bekend gemaakt en bestaat er nog geen aanspraak op een tegoed. Een besluit treedt immers pas in werking als het bekend is gemaakt. Omdat er nog geen aanspraak is gevestigd en geen aanspraak meer zal kunnen worden gevestigd, omdat de aanvrager is overleden, wordt geen tegoed verstrekt.
Het tweede lid gaat over de situatie dat al wel de beschikking is verzonden, maar de AOW-gerechtigde overlijdt voordat het tegoed op zijn pas is gezet. Als de overleden AOW-gerechtigde met een andere AOW-gerechtigde een huishouden voerde, dan wordt het tegoed op de pas gezet van deze AOW-gerechtigde persoon die deel uitmaakte van het huishouden. Als het ging om een eenpersoonshuishouden, dan wordt geen tegoed gestort (derde lid).
Artikel 6 Beschikbaarstelling tegoed
Het AOW-tegoed wordt gestort op de Rotterdampas van de AOW-gerechtigde. Als een situatie aan de orde is als bedoeld in artikel 6, tweede lid, dan krijgt de AOW-gerechtigde uit het betreffende huishouden van de overleden AOW-gerechtigde aanvrager, het tegoed op de eigen pas gestort.
Het Jeugdtegoed wordt automatisch gekoppeld aan de Rotterdampas van betreffend kind of jongere. Voor de ‘minima-doelgroep’ is de Rotterdampas verkrijgbaar voor € 5,-. Voor kinderen en jongeren die recht hebben op het Jeugdtegoed is de Rotterdampas gratis.
Artikel 7 Besteding AOW- en Jeugdtegoed
De bedoeling van het AOW- en Jeugdtegoed is dat met het tegoed producten worden gekocht die noodzakelijk zijn voor de doelgroepen om maatschappelijk te kunnen participeren. Het tegoed kan uitsluitend worden besteed bij: boek-, kantoorartikelen- en gemakswinkels, dierenwinkels en dierenartspraktijken, kleding- en schoenwinkels, fietswinkels, elektronicawinkels, warenhuizen, webshops, speelgoedwinkels, sportwinkels, stadswinkels, tassenwinkels, vervoersbedrijven en zorgwinkels.
De productgroepen zijn zodanig samengesteld, dat er voor de doelgroep, producten zijn opgenomen die noodzakelijk zijn om te kunnen participeren. Naast de aanschaf van een mobiele telefoon is voor de AOW-doelgroep de aanschaf van een huistelefoon opgenomen.
In het eerste lid worden de productgroepen benoemd. Onder de productgroep dierbenodigdheden wordt verstaan alle producten verkrijgbaar in een dierenwinkel met uitzondering van dieren, pakken diervoedsel en diersnacks. De productgroep hobbyartikelen omvat vooral een breed assortiment aan knutselmaterialen.
In het tweede lid worden een aantal producten nadrukkelijk uitgesloten van de besteding van het AOW- en Jeugdtegoed.
Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-114602.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.