Gemeenteblad van Heerenveen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Heerenveen | Gemeenteblad 2025, 113861 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Heerenveen | Gemeenteblad 2025, 113861 | beleidsregel |
Beleidsregels over het nakomen van de regels van de Participatiewet 2025 gemeente Heerenveen
Burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen
dat er beleidsregels nodig zijn waarin wordt verduidelijkt hoe in de uitvoering van de Pw, de IOAW en de IOAZ en de Verordening Handhaving Participatiewet Heerenveen in Balans 2025 met de verschillende bevoegdheden wordt omgegaan en bepaalde begrippen worden uitgelegd
vast te stellen de volgende: beleidsregels over het nakomen van de regels van de Participatiewet 2025 gemeente Heerenveen
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Bereik van deze beleidsregels
Deze beleidsregels gaan over het nakomen van de regels van de Pw, de IOAW en de IOAZ. De belangrijkste regels zijn:
inlichtingenplicht: belanghebbende moet uit zichzelf en als wij daar om vragen alle informatie doorgeven die van invloed kan zijn op het recht op of de hoogte van de uitkering. Dit is in ieder geval binnen tien dagen nadat er iets is veranderd in de situatie van belanghebbende. Het gaat om alle informatie die wij nodig hebben om de rechtmatigheid van de uitkering te kunnen controleren.
Artikel 2 Uitgangspunten van deze beleidsregels
We werken vanuit de bedoeling: in deze beleidsregels is de bedoeling van de verschillende regels uitgeschreven. Daardoor is die bedoeling voor belanghebbenden en medewerkers duidelijk. Bij de uitvoering van deze beleidsregels zoeken we de balans tussen wat moet en wat kan. We houden daarbij rekening met de bedoeling van de regel en de situatie van de belanghebbende. Hiervoor hebben we regelmatig contact met belanghebbenden.
We houden rekening met het doenvermogen1 : hoe mensen in staat zijn om een doel te stellen, een plan te maken, in actie te komen, vol te houden en om te gaan met verleidingen en tegenslag. Om rekening te houden met het doenvermogen bekijken we wat we realistisch gezien van de belanghebbende kunnen verwachten.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Inlichtingenbureau: een landelijke instelling die ervoor zorgt dat informatie over belanghebbende uitgewisseld kan worden tussen gemeenten en andere instanties die een rol hebben bij de uitvoering van de Participatiewet. Zoals bijvoorbeeld de BRP, het UWV, de RDW, het Kadaster, de Kamer van Koophandel, banken of pensioenfondsen
toelichtingsgesprek: is een gesprek dat wordt gevoerd als vaststaat dat de regels niet zijn nagekomen. Het is een gesprek waarbij we aan de ene kant in gesprek gaan over de verplichtingen en hoe die nagekomen moeten worden. Aan de andere kant kan de belanghebbende uitleg geven over wat er gebeurd is, waarom en onder welke omstandigheden. Het toelichtingsgesprek vormt daarmee de verbinding tussen preventie en handhaving. Het toelichtingsgesprek kan telefonisch, digitaal of in persoon plaatsvinden.
Artikel 4 Wat is de bedoeling van preventie
De bedoeling van preventief werken is om proberen te voorkomen dat belanghebbenden de regels die horen bij een uitkering overtreden. We houden daarbij zoveel mogelijk rekening met het doenvermogen van de belanghebbende zodat de informatie zinvol en begrijpelijk is voor belanghebbende.
Om te voorkomen dat belanghebbenden de regels (nog een keer) overtreden, informeren we belanghebbenden zo goed mogelijk. Dit doen we door:
De bedoeling van een themacontrole is om te voorkomen of zo snel mogelijk vast te stellen dat een belanghebbende zich (nog langer) niet aan de regels houdt. De daadwerkelijke themacontrole kan daarom pas beginnen, nadat de belanghebbende eerst zelf de kans heeft gekregen om de regels (alsnog) na te komen.
Artikel 7 Wat is de bedoeling van onderzoeken
Dit hoofdstuk gaat over het onderzoek naar het nakomen van de regels. Tijdens een onderzoek wordt gecontroleerd of de belanghebbende (nog steeds) recht heeft op een (volledige) uitkering. Er wordt gekeken hoe de rechten en de plichten die horen bij de uitkering worden nagekomen. En of alle gegevens die gebruikt zijn voor het vaststellen van het recht op de uitkering (nog steeds) kloppen.
Als blijkt dat er meer teams betrokken zijn en/of belanghebbende op meerdere leefgebieden ondersteuning nodig heeft, wordt er eerst een overleg gepland met de betrokken collega’s. Tijdens dit overleg wordt een gezamenlijke afweging gemaakt van de mogelijke gevolgen van een onderzoek voor belanghebbende. Hieruit kan blijken dat er (eerst) geen verder onderzoek plaatsvindt.
Artikel 11 Hoe gaan we onderzoeken
Bij het bepalen van welke bronnen of manieren van onderzoek we gaan gebruiken, kiezen we altijd voor de minst ingrijpende optie. Dat betekent bijvoorbeeld dat we eerst de belanghebbende zelf vragen voor informatie en bewijsstukken. Als dit niet lukt, vragen we de informatie en bewijsstukken zo mogelijk bij iemand anders op. Als ook dat niet lukt, gaan we uit van de informatiebronnen van lid 1. We houden daarbij rekening met de gevolgen van de keuze voor de belanghebbende en het doel van het onderzoek.
Artikel 13 Blokkeren van de uitkering
Als tijdens het onderzoek duidelijk wordt dat er geen of minder recht op een uitkering is, kan de uitkering alvast geblokkeerd worden. Dit betekent dat de uitkering niet wordt uitbetaald in afwachting van het onderzoek. Dit om te voorkomen dat belanghebbende te veel uitkering krijgt en die later moet terugbetalen.
Artikel 14 Opschorten van de uitkering
De bedoeling van het opschorten van de uitkering is om ervoor te zorgen dat de belanghebbende de gevraagde informatie of bewijsstukken alsnog inlevert of alsnog meewerkt aan het onderzoek. Dit zodat het recht op en de hoogte van de uitkering kan worden vastgesteld. Dit betekent dat de uitkering niet wordt uitbetaald in afwachting van het onderzoek.
Paragraaf 4.1 Herstel van de uitkering
Artikel 15 Wat is de bedoeling van het herstellen van de uitkering
Bijstand is alleen bedoeld voor mensen die het echt nodig hebben en daar recht op hebben. De gemeente ontvangt van het Rijk een deel van het gemeenschapsgeld voor de kosten van bijstand. Dit budget kan maar één keer worden uitgeven en er moet daarom zorgvuldig om worden gegaan met de besteding van dat budget. Alleen op die manier kan de gemeente zorgen voor een goede besteding van het gemeenschapsgeld.
We zorgen er daarom voor dat de situatie (alsnog) wordt zoals die volgens de regels zou moeten zijn. Als uit het onderzoek blijkt dat de regels niet (helemaal) zijn nagekomen en/of de hoogte van de uitkering niet goed is berekend, herstellen we het recht op uitkering. Dit betekent dat het recht op en de hoogte van de uitkering alsnog op de juiste manier berekend wordt.
Voordat een besluit tot terugvordering wordt genomen, is er een gesprek met de belanghebbende over de oorzaken en gevolgen van de terugvordering.
Als uit dit gesprek blijkt dat de gevolgen van de terugvordering niet (helemaal) in verhouding staan tot de situatie, dan beoordeel je met artikel 19 of er (dringende) redenen zijn om de terugvordering aan te passen. Dit kan ook betekenen dat de uitkering niet (helemaal) wordt teruggevorderd.
Als de belanghebbende inkomsten naast de uitkering ontvangt, kunnen deze worden verrekend met de uitkering over een periode van maximaal zes maanden. Voor de IOAW en de IOAZ is dit drie maanden. Voordat de gemeente overgaat tot verrekening, wordt er contact gezocht met de belanghebbende om de hoogte van het bedrag en de periode waarover de inkomsten worden verrekend te bespreken. Als het niet tot een akkoord kan komen, neemt de gemeente een besluit waarbij rekening wordt gehouden met de omstandigheden van de belanghebbende.
Als de te veel betaalde uitkering wordt terugbetaald in het dan lopende kalenderjaar, kan de gemeente de betaalde belasting en premies nog verrekenen met de Belastingdienst en uitvoeringsinstellingen. De te veel betaalde bijstand wordt dan netto teruggevorderd.
Als de te veel betaalde bijstand na afloop van dat kalenderjaar wordt terugbetaald, kunnen die betaalde belasting en premies niet meer worden verrekend. Daarom moet de belanghebbende deze kosten dan ook aan de gemeente terugbetalen. De terugvordering wordt dan gebruteerd. Alleen als de terugvordering buiten de schuld van belanghebbende om is ontstaan, bruteren we de terugvordering niet.
Artikel 19 Aanpassen van terugvordering
De uitkomst van deze beoordeling wordt afgewogen tegen het algemene belang van de gemeente bij een goede besteding van gemeenschapsgeld door een juiste vaststelling van het recht op een uitkering en terugbetaling van te veel ontvangen uitkering. Het resultaat van de afweging kan zijn dat de uitkering niet (helemaal) wordt teruggevorderd.
Paragraaf 4.2 Herstellen van gedrag
Artikel 20 Wat is de bedoeling van een maatregel
Als uit het (participatie)onderzoek is gebleken dat de belanghebbende zich niet (helemaal) heeft gehouden aan de regels van hoofdstuk 3 van de Verordening, moet de belanghebbende dat herstellen. Er kan dan een maatregel worden opgelegd om ervoor te zorgen dat de belanghebbende de regels alsnog nakomt, of niet nog een keer overtreedt. De bedoeling van een maatregel is dat de belanghebbende zijn gedrag verandert en de gemaakte fout herstelt.
Artikel 21 Het opleggen van een maatregel
Voordat er een maatregel wordt opgelegd, is er een gesprek met de belanghebbende. Als uit dit gesprek blijkt dat de gevolgen van de maatregel niet (helemaal) in verhouding staan tot de situatie, dan beoordeel je met artikel 22 of er (dringende) redenen zijn om de maatregel aan te passen. Dit kan ook betekenen dat er geen maatregel wordt opgelegd.
Artikel 22 Aanpassen van een maatregel
Artikel 23 Wat is de bedoeling van sanctioneren
Als uit het onderzoek is gebleken dat een belanghebbende zich niet aan de inlichtingenplicht heeft gehouden, kan er een sanctie worden opgelegd. De bedoeling van sanctioneren is een belanghebbende te straffen omdat de regels zijn overtreden. Het is dus een financiële prikkel om overtredingen te voorkomen.
Artikel 24 Welke soorten sancties zijn er
Een voorwaardelijke boete hoeft eerst niet betaald te worden onder de voorwaarde dat de belanghebbende tijdens een proeftijd de inlichtingenplicht niet nog een keer overtreedt. Die proeftijd is maximaal twee jaar. Bij het opleggen kunnen er extra voorwaarden gesteld worden die tijdens de periode van die voorwaardelijke boete nagekomen moeten worden.
Artikel 25 Hoe gaan we passend sanctioneren
Er wordt gekozen voor het afzien van een boete of het geven van een waarschuwing als er sprake is van geen of verminderde verwijtbaarheid, of als de beoordeling van lid 4 op een andere manier vraagt om een lichter soort sanctie. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als een belanghebbende voor de eerste keer de inlichtingenplicht niet na is gekomen.
Artikel 28 Wat is de bedoeling van terugbetalen
Als er een besluit is genomen waardoor een belanghebbende uitkering, lening of boete moet (terug)betalen, zorgt de gemeente ervoor dat deze vorderingen terugbetaald worden. Op die manier kan de gemeente zorgen voor een goede besteding van het gemeenschapsgeld. Daarbij houden we zoveel mogelijk rekening met de omstandigheden van de belanghebbende om de financiële situatie niet onnodig moeilijk(er) te maken.
Artikel 29 Op welke manier kan er worden terugbetaald
Het verrekenen met de lopende uitkering is voor zowel de gemeente als voor de belanghebbende de gemakkelijkste manier om op een vordering af te lossen. Dit gebeurt namelijk volledig automatisch. Dit betekent dat verrekening het uitgangspunt is. Voor de verplichte terugvordering en boetes is verrekenen verplicht. Voordat de gemeente overgaat tot verrekening, wordt er contact gezocht met de belanghebbende om dit te bespreken.
Op verzoek van belanghebbende kan in afwijking van lid 3 een betalingsregeling worden getroffen als er sprake is van een niet-verplichte terugvordering of als verrekenen niet (meer) mogelijk is.
Bij het treffen van een betalingsregeling wordt elk redelijk aanbod van belanghebbende geaccepteerd. Als de volledige vordering binnen 60 maanden wordt terugbetaald, is het aanbod in elk geval redelijk. Als het voorstel verder gaat dan de beslagvrije voet, wordt dat voorstel niet geaccepteerd.
Als de gemeente een proceskostenvergoeding moet betalen aan belanghebbende, kan die vergoeding worden verrekend met de vordering. Ook hierbij geldt dat verrekening het uitgangspunt is. Voordat de gemeente overgaat tot verrekening, wordt er contact gezocht met de belanghebbende om dit te bespreken. Als de belanghebbende hier niet mee akkoord is, wordt de evenredigheidstoets gedaan.
Artikel 31 Afzien van (verder) terugbetalen
Artikel 32 Wat is de bedoeling van verhaal
Als een belanghebbende een uitkering nodig heeft omdat een wettelijke onderhoudsplicht niet (voldoende) wordt nagekomen, kan de gemeente de kosten van die uitkering verhalen op degene die onderhoudsplichtig is. Voor een goede besteding van gemeenschapsgeld maakt de gemeente daarom zoveel mogelijk gebruik van deze mogelijkheid.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-113861.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.