Wijzigingsverordening individuele inkomenstoeslag Haarlem

De raad van de gemeente Haarlem;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 december 2024;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid sub b, van de Participatiewet;

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de Wijzigingsverordening individuele inkomenstoeslag Haarlem

Artikel I  

De Verordening individuele Inkomenstoeslag gemeente Haarlem wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Artikel 3 komt te luiden als volgt:

    Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet als gedurende de voorliggende referteperiode van 36 maanden het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm. Hierbij wordt aangesloten bij de grens zoals is vastgesteld in artikel 6 van de beleidsregels HaarlemPas 2019. Voor het vaststellen van de bijstandsnorm wordt gebruik gemaakt van een normentabel, hierbij wordt aangesloten bij artikel 4 van de Participatiewet.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

Artikel III  

Dit besluit wordt aangehaald als: Wijzigingsverordening individuele inkomenstoeslag.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 27 februari 2025,

De griffier,

Marnix Philips

De voorzitter,

drs. J. Wienen

TOELICHTING wijzigingsbesluit wijzigingsverordening individuele inkomenstoeslag  

Artikel 3. Langdurig laag inkomen

Van belang bij het bepalen wat een langdurig laag inkomen is, is wat onder ‘langdurig’ en onder ‘laag’ wordt verstaan.

 

Langdurig

De door de gemeenteraad vastgestelde langdurige periode voorafgaand aan de peildatum, wordt aangeduid als referteperiode. De referteperiode is vastgesteld in artikel 1 van deze verordening.

 

Laag inkomen

Een inkomen is laag als het niet hoger is dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm. In de normentabel wordt aangesloten op de volledige norm voor gezinnen, alleenstaande ouders en alleenstaanden. Dit maakt de inkomensgrenzen veel overzichtelijker voor de inwoner en eenvoudiger uit te voeren voor de gemeente. Hierbij wordt aangesloten bij de inkomensgrens zoals sinds 1 januari 2015 is opgenomen in artikel 6 van de beleidsregels HaarlemPas 2019.

 

De vraag of het inkomen van een persoon gedurende de referteperiode niet hoger is dan het langdurig lage inkomen van 130% van de toepasselijke bijstandsnorm, zal niet al te rigide mogen worden beoordeeld. Een marginale overschrijding moet worden genegeerd. Gaat het inkomen van een persoon gedurende (een deel van) de referteperiode de toepasselijke bijstandsnorm maandelijks met tussen € 10 en € 20 meer te boven, dan is geen sprake meer van een marginale overschrijding van de bijstandsnorm die niet aan toekenning van een individuele inkomenstoeslag in de weg staat.

Naar boven