Aanwijzingsbesluit OC202503-OV004R/OV005R d.d. 18 maart 2025

Burgemeester en wethouders van de gemeente Alkmaar;

Overwegende dat:

op grond van artikel 8 van de Afvalstoffenverordening gemeente Alkmaar 2016 de inzameling bij of nabij elk perceel kan plaatsvinden;

burgemeester en wethouders op grond van artikel 11, eerste lid, van de Afvalstoffenverordening gemeente Alkmaar 2016, kunnen aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van bepaalde bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt;

ter uitvoering van het inzamelen van huishoudelijk afval middels ondergrondse containers, locaties voor de plaatsing van ondergrondse containers moeten worden aangewezen;

bij het bepalen van de locaties de volgende (beleids)criteria wordt getoetst: doelmatige inrichting van de openbare buitenruimte, beperking van overlast voor de omgeving, verkeersveiligheid, aanwezigheid van parkeerplaatsen, de arbeidsbelasting voor de inzamelaars, financiële en inzamel logistieke aspecten en de fysieke (on)mogelijkheid. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan kabels en leidingen in de ondergrond en de aanwezigheid van bomen. Voorts wordt een afstand tot 75 meter tussen perceel en aanbiedplaats van het huishoudelijk afval gezien als laagdrempelig. Bij loopafstanden groter dan 75 meter van het perceel tot de aanbiedplaats kan in ieder geval worden afgeweken indien: de toegankelijkheid van de straat voor het inzamelvoertuig een belemmering vormt, de verkeersveiligheid in het geding is, de aanwezigheid van kabels/leidingen en/of bomen een belemmering vormen, de doelmatige inrichting en/of gebruik van de buitenruimte een belemmering vormen waaronder de aanwezigheid van parkeerplaatsen, de kosten leiden tot een niet-doelmatige wijze van inzamelen, er sprake is van omgekeerd inzamelen. Indien de inzamellocatie verder dan 75 meter van de perceelgrens wordt aangewezen, dan zal de maximale afstand worden bepaald door de afweging van de hierboven genoemde aspecten en de belangen van de gebruikers van de locaties. Indien er sprake is van een loopafstand groter dan 125 meter vanaf een perceel dat slechts wordt bewoond door ouderen (boven de leeftijd van 75 jaar) en/of personen met een fysieke beperking (dat dient te worden aangetoond door een medische verklaring afgegeven door een onafhankelijk medisch deskundige) dan wordt voor dat perceel een alternatieve wijze voor het aanbieden van huishoudelijk restafval mogelijk gemaakt. Dit beleid is op 22 november 2016 door burgemeester en wethouders vastgesteld en op 30 november 2016 bekend gemaakt en op 1 december 2016 inwerking getreden.

dit aanwijzingsbesluit alleen betrekking heeft op de locatie voor de ondergrondse container of containers zoals aangeduid op de bij dit besluit behorende overzichtstekening;

in dit aanwijzingsbesluit is weergegeven welke percelen van welke locatie met ondergrondse container(s) gebruik dienen te maken;

belanghebbenden de gelegenheid hebben om tegen het ontwerp-aanwijzingsbesluit van de ondergrondse container, ingevolge afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, gedurende 6 weken hun zienswijzen in te dienen vanaf het moment van terinzagelegging van het ontwerp, 17 juli 2024;

ten aanzien van het ontwerp-aanwijzingsbesluit een zienswijze is ingebracht;

In de zienswijze met registratienummer Zienswijze-2024-003 geeft betrokkene aan dat de twee ondergrondse restafvalcontainers al zwaar belast zijn en de kans op bijplaatsing groot is. Betrokkene ervaart dat bewoners van kleine woningen vaak grofvuil naast de ondergrondse containers zetten. De ervaring van betrokkene is dat ontwikkelaars bij het ontwikkelen van een woningbouwplan zelf verantwoordelijk zijn voor een oplossing voor de huisvuilinzameling. Betrokkene vindt het te simpel om de verplichting van de ontwikkelaar bij de gemeente neer te leggen. Betrokkene verwacht dat de gemeente dit besluit in heroverweging neemt, omdat de leefbaarheid bij de verschillende fracties in de gemeenteraad een speerpunt is, maar dat niet uit dit besluit blijkt. In de zienswijze wordt een alternatieve locatie aangedragen, namelijk op de rand van het terrein van de 18 appartementen.

in het Verslag Zienswijzen met kenmerk ZWV-OC2024-03-091024 de reactie(s) van de gemeente op de zienswijze(n) zijn opgenomen;

er geen aanleiding is om het definitieve aanwijzingsbesluit te wijzigen ten opzichte van het ontwerp-aanwijzingsbesluit. Er is een totale afweging gemaakt op basis van de locatiecriteria, de aangedragen locatie voldoet niet beter dan de huidige vanwege het financiële- en inzamel logistieke aspect.

op 20 januari 2006 en 28 mei 2019 de locatie(s) OV004R en OV005R zijn aangewezen als ondergrondse inzamelvoorziening voor de inzameling van huishoudelijk restafval voor gebruikers van nabijgelegen percelen;

het gewenst is om deze locatie, thans aangeduid met locatiecode OV004R en OV005R, ook aan te wijzen als ondergrondse inzamelvoorziening voor de inzameling van huishoudelijk restafval door de gebruikers van de hieronder te noemen percelen;

gelet op artikel 11, eerste lid, van de Afvalstoffenverordening gemeente Alkmaar 2016.

b e s l u i t:

De locatie(s) aangeduid met de locatiecode OV004R en OV005R, zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende overzichtstekening aan te wijzen als ondergrondse inzamelvoorziening voor de inzameling van huishoudelijk restafval door de gebruikers van de percelen:

Arcadialaan 42A, 42B, 42C, 42D, 42E, 42F, 44A, 44B, 44C, 44D, 44E, 44F, 46A, 46B, 46C, 46D, 46E, 46F

b e p a a l t:

• Dat artikel 4, lid 14b, van het Uitvoeringsbesluit gewijzigd wordt met inachtneming van het bovenstaande;

• Dat het bovenstaande besluit wordt bekend gemaakt in het Gemeenteblad;

Alkmaar, d.d. 18 maart 2025,

Burgemeester en wethouders,

namens deze,

Sabrina Sperling

unitmanager ruimtelijke ontwikkeling, economie en duurzaamheid

Naar aanleiding van het bovenstaande aanwijzingsbesluit kan beroep worden ingesteld door belanghebbenden, die een zienswijze over het ontwerp-aanwijzingsbesluit naar voren hebben gebracht en belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijze over het ontwerp-aanwijzingsbesluit naar voren te hebben gebracht. Binnen 6 weken kan beroep worden ingesteld bij de Raad van State, Postbus 20019, 2500 AE Den Haag. De termijn van zes weken gaat de dag na de datum van terinzagelegging in. Voor het instellen van beroep is griffierecht verschuldigd.

Verslag behandeling zienswijzen

ZWV-OC2024-03-091024

Informatie

Onderliggend document betreft het verslag behandeling zienswijzen met betrekking tot het ontwerp-aanwijzingsbesluit voor de aansluiting van de nieuwe woningen aan de Arcadialaan op de bestaande ondergrondse restafvalcontainers OV004R en OV005R aan de Justus van Effenstraat. Dit verslag behandeling zienswijzen heeft als kenmerk ZWV-OC2024-03-091024.

In het zienswijzenverslag zijn de ontvangen zienswijzen behandeld. Het betreft het ontwerp-aanwijzingsbesluit met kenmerk OC202413-OV004R/OV005R.

Publicatiedatum ontwerp-aanwijzingsbesluit: dinsdag 16 juli 2024

Sluiting reactietermijn zienswijzen: woensdag 28 augustus 2024

Er is in totaal 1 zienswijze ontvangen, deze is genummerd Zienswijze-2024-003

Aanwijzingsbesluit: OC202413-OV004R/OV005R

Er is een zienswijze ontvangen op dit ontwerp-aanwijzingsbesluit, namelijk zienswijze-2024-003.

In de zienswijze met registratienummer zienswijze-2024-003 wordt aangegeven dat:

• betrokkene bezwaar heeft tegen het aansluiten van de 18 nieuwe appartementen aan de Jan Luikenstraat/ Arcadialaan op de bestaande ondergrondse restafvalcontainers OV004R en OV005R aan de Justus van Effenstraat. Volgens betrokkene zijn deze twee ondergrondse restafvalcontainers al zwaar belast en is de kans volgens betrokkene groot dat het huisvuil naast de ondergrondse restafvalcontainers gezet wordt;

• de ervaring van betrokkene is dat bewoners van kleine woningen vaak grof huisvuil naast de ondergrondse restafvalcontainers zetten. Dit bevordert de leefbaarheid in de straat niet volgens betrokkene. Hierbij geeft betrokkene de ondergrondse restafvalcontainer aan de Rhijnvis Feithlaan als voorbeeld. Volgens betrokkene gebeurt het daar herhaaldelijk dat er vuilniszakken en grof huisvuil naast de ondergrondse restafvalcontainer staan en deze door meeuwen worden opengescheurd. Het vuil zwerft volgens betrokkene dan door de hele straat;

• de ervaring van betrokkene is dat ontwikkelaars bij het ontwikkelen van een woningbouwplan zelf verantwoordelijk zijn voor een oplossing voor de huisvuilinzameling. Betrokkene vindt het te simpel om de verplichting van de ontwikkelaar bij de gemeente neer te leggen;

• Betrokkene verwacht dat de gemeente dit besluit in heroverweging neemt, omdat de leefbaarheid bij de verschillende fracties in de gemeenteraad een speerpunt is, maar dat niet uit dit besluit blijkt.

In de zienswijze wordt een alternatieve locatie aangedragen, namelijk op de rand van het terrein van de 18 appartementen. Hier is volgens betrokkene genoeg ruimte voor een ondergrondse restafvalcontainer.

Reactie gemeente Alkmaar:

Bij het bepalen van een aanbiedlocatie wordt aan de locatiecriteria (welke zijn opgenomen in het Beleid inzameling huishoudelijke afvalstoffen nabij elk perceel gemeente Alkmaar) getoetst zoals de bereikbaarheid voor het inzamelvoertuig, de verkeersveiligheid en financiële- en inzamel logistieke aspecten. Uitgaande van de locatiecriteria wordt er een totale afweging gemaakt.

Er heeft afstemming plaats gevonden met de ontwikkelaar, HVC en de gemeente over de afvalinzameling. De nieuwe appartementen worden toegevoegd aan de al bestaande containers, omdat er volgens de inzamelaar (HVC) nog ruimte is. Het plaatsen van een nieuwe ondergrondse container voor slechts 18 woonaansluitingen is namelijk vanwege financiële en inzamel logistieke aspecten niet wenselijk zoals vastgesteld in het Beleid inzameling huishoudelijke afvalstoffen nabij elk perceel gemeente Alkmaar.

De containers zijn voorzien van een vulgraadmeter, indien nodig kan de ledigingsfrequentie omhoog. Als de containers toch vol zijn, dan kunnen bewoners een melding doen bij HVC. Als de chauffeurs bij het legen van de ondergrondse containers constateren dat er vuil naast de containers ligt, dan wordt dit doorgegeven zodat dit zo snel mogelijk opgeruimd kan worden.

In de zienswijze is een alternatieve locatie aangedragen, namelijk op de rand van het terrein van de 18 nieuwe appartementen. Dit alternatief is getoetst aan de locatiecriteria, maar voldoet niet beter, omdat onder het trottoir diverse kabels en leidingen liggen, waaronder een waterleiding die een halve meter van de perceelsgrens ligt. Van deze leiding moet minimaal 1,5 meter afstand gehouden worden. Dan zou de ondergrondse restafvalcontainer of deels in de rijbaan geplaatst moeten worden, of deze komt dan op ruim 5 meter vanuit de rijbaan. 5 meter vanuit de rijbaan is te ver voor het inzamelvoertuig, waardoor de ondergrondse restafvalcontainer niet geleegd kan worden. Een ondergrondse restafvalcontainer deels in de rijbaan is ook niet wenselijk. Daarnaast is zoals hiervoor aangegeven het plaatsen van een nieuwe ondergrondse container voor slechts 18 woonaansluitingen vanwege financiële en inzamel logistieke aspecten inefficiënt.

Conclusie

Er is geen aanleiding voor een wijziging in het betreffende aanwijzingsbesluit. Het definitieve aanwijzingsbesluit is ongewijzigd ten opzichte van het ontwerp-aanwijzingsbesluit.