Gemeenteblad van De Ronde Venen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| De Ronde Venen | Gemeenteblad 2025, 102222 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| De Ronde Venen | Gemeenteblad 2025, 102222 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
1e Wijzigingsverordening Verordening Fysieke Leefomgeving De Ronde Venen
De raad van de gemeente De Ronde Venen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van De Ronde Venen;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
gelet op de inwerkingtreding van de Omgevingswet;
besluit de volgende verordening vast te stellen:
1e Wijzigingsverordening Verordening Fysieke Leefomgeving De Ronde Venen:
De Verordening Fysieke Leefomgeving De Ronde Venen wordt gewijzigd als volgt.
In deze verordening wordt verstaan onder:
cultureel erfgoed: wat daaronder wordt verstaan in de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet (monumenten, archeologische monumenten, stads- en dorpsgezichten, cultuurlandschappen en, voor zover dat voorwerp is of kan zijn van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties in het omgevingsplan, ander cultureel erfgoed als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet);
inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;
inzamelaar oud papier: In De Ronde Venen gevestigde scholen en verenigingen, kerkgenootschappen, instellingen en organisaties, die in het algemeen of plaatselijk belang werkzaam zijn, met een sociale of culturele doelstelling en zonder winstoogmerk en steunend op de inzet van vrijwilligers, of een daarmee door de gemeente gelijk te stellen organisatie, die oud papier inzamelt of wenst in te zamelen;
parkeren: wat daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen. Voor fietsen, bromfietsen en motoren geldt hier "onmiddellijk op- of afstappen");
Artikel 2.1 Verhouding tot de Omgevingswet
De artikelen 2.2 t/m 2.5 en artikel 2.8 zijn niet van toepassing voor zover in het onderwerp wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet. In het tijdelijke deel van het Omgevingsplan De Ronde Venen zijn (ook) aanvraagvereisten opgenomen.
Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op procedures van de Verordening Fysieke Leefomgeving De Ronde Venen, tenzij in het desbetreffende artikel dit wel is bepaald.
Artikel 3.1.1, vijfde lid, komt te luiden:
De ontheffing wordt verleend als een omgevingsvergunning door burgemeester en wethouders als het in het eerste lid bedoelde gebruik een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j of k, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals deze luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Artikel 3.1.1, zevende lid, komt te luiden:
Het verbod is ook niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 en de Omgevingsverordening provincie Utrecht.
Artikel 3.1.2, tweede lid, komt te luiden:
De vergunning wordt door burgemeester en wethouders verleend als omgevingsvergunning als de activiteiten zijn verboden bij regels in het tijdelijke deel van het omgevingsplan De Ronde Venen, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.
Artikel 3.1.2, vijfde lid, komt te luiden:
Het verbod is ook niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wegenwet, de Telecommunicatiewet, de Omgevingsverordening provincie Utrecht, de Waterschapsverordening Amstel, Gooi en Vecht, de Telecommunicatiewet en de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI) De Ronde Venen 2024.
Artikel 3.1.2, zesde lid komt te luiden:
Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing, tenzij er sprake is van een omgevingsvergunning zoals bedoeld in het tweede lid.
Artikel 3.1.3, vierde lid, komt te luiden:
Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingsverordening provincie Utrecht en de Waterschapsverordening Amstel, Gooi en Vecht.
De rechthebbende op herkauwende of eenhoevige dieren of varkens die zich bevinden in een weiland of op een terrein dat niet van de weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken.
Artikel 3.1.7 wordt toegevoegd:
Artikel 3.1.7 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren
Het is verboden op door burgemeester en wethouders ter voorkoming of beëindiging van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:
In artikel 4.1.1 vervallen het zesde en achtste lid en wordt lid 7 gesplitst in lid 6 en 7 en worden de leden 7 en 9 vernummerd tot 6, 7 en 8.
Artikel 4.1.1, eerste, tweede, zesde, zevende en achtste lid, komen te luiden:
De geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19 en 2.20 van het Activiteitenbesluit, zoals deze luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, en artikel 4.5 van deze verordening gelden niet voor door burgemeester en wethouders per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting te behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid van het Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals deze luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, gelden niet voor de door burgemeester en wethouders per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT veroorzaakt door de inrichting mag ten hoogste bedragen: 70 dB(A) in de dagperiode, 65 dB(A) in de avondperiode en 60 dB(A) in de nachtperiode ter plaatse van gevels van geluidsgevoelige gebouwen en op de grens van geluidsgevoelige terreinen. Het maximale geluidsniveau LAmax veroorzaakt door de inrichting mag ten hoogste bedragen: 90 dB(A) in de dagperiode, 85 dB(A) in de avondperiode en 80 dB(A) in de nachtperiode op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen en op de grens van geluidsgevoelige terreinen. De geluidsniveaus worden gemeten en beoordeeld conform de Omgevingsregeling.
Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT veroorzaakt door de inrichting mag ten hoogste bedragen: 55 dB(A) in de dagperiode, 50 dB(A) in de avondperiode en 45 dB(A) in de nachtperiode, binnen in gevoelige ruimten van aanpandige c.q. inpandige geluidgevoelige gebouwen. Het maximale geluidsniveau LAmax veroorzaakt door de inrichting mag ten hoogste bedragen: 75 dB(A) in de dagperiode, 70 dB(A) in de avondperiode en 65 dB(A) in de nachtperiode binnen in gevoelige ruimten van aanpandige c.q. inpandige geluidgevoelige gebouwen. De geluidsniveaus worden gemeten en beoordeeld conform de Omgevingsregeling.
Artikel 4.1.2 Melding incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19 en 2.20 van het Activiteitenbesluit, zoals deze luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, niet van toepassing is, op voorwaarde dat de houder van de inrichting ten minste twee weken voor het beginnen van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan burgemeester en wethouders
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid van het Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals deze luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, niet van toepassing is mits de houder van de inrichting ten minste 2 weken voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan burgemeester en wethouders.
Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT veroorzaakt door de inrichting mag ten hoogste bedragen: 70 dB(A) in de dagperiode, 65 dB(A) in de avondperiode en 60 dB(A) in de nachtperiode op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen en op de grens van geluidsgevoelige terreinen. Het maximale geluidsniveau LAmax veroorzaakt door de inrichting mag ten hoogste bedragen: 90 dB(A) in de dagperiode, 85 dB(A) in de avondperiode en 80 dB(A) in de nachtperiode op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen en op de grens van geluidsgevoelige terreinen. De geluidsniveaus worden gemeten en beoordeeld conform de Omgevingsregeling.
Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT veroorzaakt door de inrichting mag ten hoogste bedragen: 55 dB(A) in de dagperiode, 50 dB(A) in de avondperiode en 45 dB(A) in de nachtperiode, binnen in gevoelige ruimten van aanpandige c.q. inpandige geluidgevoelige gebouwen. Het maximale geluidsniveau LAmax veroorzaakt door de inrichting mag ten hoogste bedragen: 75 dB(A) in de dagperiode, 70 dB(A) in de avondperiode en 65 dB(A) in de nachtperiode binnen in gevoelige ruimten van aanpandige c.q. inpandige geluidgevoelige gebouwen. De geluidsniveaus worden gemeten en beoordeeld conform de Omgevingsregeling.
Op de dagen als bedoeld in het eerste lid of vijfde lid, dient het ten gehore brengen van de geluidsniveaus als aangegeven in het zevende en achtste lid, uiterlijk om 00.00 uur te worden beëindigd op zondag tot en met donderdag en uiterlijk om 01.00 uur te worden beëindigd in de nacht van vrijdag op zaterdag en in de nacht van zaterdag op zondag.
Artikel 4.1.4, artikel 4.1.6 en 4.2.1 vervallen.
In artikel 4.1.5 wordt ’buiten een milieu-inrichting' vervangen door 'hobbymatig’.
Artikel 4.3.2 eerste lid komt te luiden:
Onderdeel b van het tweede lid van artikel 4.3.2 vervalt.
Artikel 4.3.2, zesde lid vervalt.
Aan artikel 4.3.3, tweede lid wordt toegevoegd: behoudens door de gemeente als de boom gekapt gaat worden.
Artikel 4.4.1, vierde lid komt te luiden:
Na artikel 4.4.2 wordt toegevoegd:
Artikel 4.4.3 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen
Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het tijdelijke deel van het omgevingsplan De Ronde Venen, een beheersverordening, exploitatieplan of een voorbereidingsbesluit is bestemd of mede bestemd.
Artikel 4.4.4 Aanwijzing kampeerplaatsen
Artikel 5.1.3, tweede lid komt te luiden:
Artikel 5.1.3a wordt ingevoegd:
Artikel 5.1.3a Vaartuigwrakken
Artikel 5.1.4, derde lid komt te luiden:
Artikel 5.2.1, derde lid komt te luiden:
Het verbod is niet van toepassing op situaties die worden geregeld door beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de Omgevingsverordening provincie Utrecht of de Waterschapsverordening Amstel, Gooi en Vecht of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement, de Verordening Vinkeveense Plassen en het tijdelijke deel van het omgevingsplan De Ronde Venen.
Artikel 5.2.1a wordt ingevoegd:
Artikel 5.2.1a Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, als dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de Omgevingsverordening provincie Utrecht of de Waterschapsverordening Amstel, Gooi en Vecht of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet, de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI) De Ronde Venen 2024 en het tijdelijke deel van het omgevingsplan De Ronde Venen.
Artikel 5.2.1b wordt ingevoegd:
Artikel 5.2.1b Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.
Artikel 5.3.1, vierde lid komt te luiden:
Artikel 5.3.2, vierde lid, onder b komt te luiden:
Artikel 5.4.1, eerste lid komt te luiden:
Artikel 5.4.1, vijfde lid komt te luiden:
Artikel 6.1.1 Gemeentelijk erfgoedregister
Burgemeester en wethouders houden een door iedereen op de gemeentelijke website te raadplegen gemeentelijk register bij van krachtens deze verordening aangewezen cultureel erfgoed (gemeentelijk erfgoedregister) inclusief de locaties waaraan krachtens artikel 4.2, eerste lid, van de Omgevingswet in het omgevingsplan de functie cultureel erfgoed is toebedeeld.
Artikel 6.1.2 Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit De Ronde Venen
§ 6.2 Aanwijzing gemeentelijk monument
Artikel 6.2.1 Aanwijzing als gemeentelijk monument
Burgemeester en wethouders kunnen besluiten een monument of archeologisch monument dat van bijzonder belang is voor de gemeente aan te wijzen als gemeentelijk monument op basis van de 5 landelijke waarderingscriteria: cultuurhistorische, architectuur- en kunsthistorische, situationele en ensemble waarden, gaafheid en herkenbaarheid en zeldzaamheid.
Artikel 6.2.2 Advisering adviescommissie
Artikel 6.2.3 Voornemen tot aanwijzing
Op een aanvraag om aanwijzing moet worden besloten binnen 16 weken na ontvangst van de aanvraag.
Artikel 6.2.6 Aanwijzing als voorlopig gemeentelijk monument
In een spoedeisend geval kunnen burgemeester en wethouders een monument of archeologisch monument aanwijzen als voorlopig gemeentelijk monument. In afwijking van artikel 6.2.3 wordt in dat geval aan de adviescommissie advies gevraagd over de vastgestelde aanwijzing als voorlopig gemeentelijk monument.
Paragraaf 6.3 is van overeenkomstige toepassing vanaf het moment dat belanghebbenden schriftelijk in kennis worden gesteld van het besluit van burgemeester en wethouders tot aanwijzing van het monument of archeologisch monument als voorlopig gemeentelijk monument. Artikel 6.2.5 is van overeenkomstige toepassing op deze aanwijzing.
Artikel 6.2.7 Wijziging gemeentelijk erfgoedregister, vervallen aanwijzing monument
Een aanwijzing vervalt met ingang van de dag waarop het monument of het archeologisch monument waarop de aanwijzing betrekking heeft is ingeschreven in het rijksmonumentenregister of een provinciaal erfgoedregister als bedoeld in artikel 3.17, derde lid, van de Erfgoedwet of de Omgevingsverordening provincie Utrecht. Het vervallen van de aanwijzing wordt direct bijgehouden in het gemeentelijk erfgoedregister.
§ 6.3 Bescherming gemeentelijk monument
Artikel 6.3.1 Instandhoudingsplicht gemeentelijk monument
Het is verboden een gemeentelijk monument te beschadigen of te vernielen, of daaraan geen onderhoud te plegen dat voor de instandhouding daarvan noodzakelijk is.
Artikel 6.3.2 Omgevingsvergunning gemeentelijk monument
Artikel 6.3.3 Weigeringsgronden
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet.
Artikel 6.4.1 Advies omgevingsvergunning beeldbepalend pand
Burgemeester en wethouders zenden zo snel mogelijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om omgevingsvergunning voor het slopen of wijzigen van een beeldbepalend pand voor advies aan de adviescommissie, voordat zij beslissen op de aanvraag.
§ 6.5 Gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht
Artikel 6.5.1 Aanwijzing als gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht
Dit artikel is niet van toepassing op een beschermd stads- of dorpsgezicht dat via instructies de functie-aanduiding rijksbeschermd of provinciaal beschermd stads- of dorpsgezicht heeft, of dat is aangewezen op grond van artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 of een provinciale verordening als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Artikel 6.5.2 Wijziging, intrekking en vervallen van de aanwijzing als gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht
De gemeenteraad kan, op voorstel van burgemeester en wethouders, een besluit tot aanwijzing als bedoeld in artikel 6.5.1, eerste lid, wijzigen of intrekken. Artikel 6.5.1, tweede en derde lid, is hierop van overeenkomstige toepassing, tenzij het een aanpassing van ondergeschikte betekenis betreft of het stads- of dorpsgezicht waarop aanwijzing betrekking heeft als zodanig is tenietgegaan.
Artikel 6.5.3 Verbodsbepaling en aanvraag omgevingsvergunning
In artikel 7.1.5, tweede lid, en in artikel 7.3.1, tweede lid, onder b, wordt ‘groente-, fruit- en tuinafval’ vervangen door ‘groente-, fruit- en tuinafval en etensresten’.
Artikel 7.2.1 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzameldienst
Burgemeester en wethouders kunnen bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die worden ingezameld door de inzameldienst die is aangewezen krachtens artikel 7.1.1, in gevallen waarin de voor deze inzameling krachtens de Verordening afvalstoffenheffing is voldaan.
In artikel 7.2.3, tweede lid, wordt ‘het aanbieden of overdragen’ vervangen door ‘het aanbieden, overdragen of achterlaten'.
In artikel 7.3.1, eerste lid en in artikel 7.3.3 wordt 'milieu-inrichting' vervangen door ‘inrichting'.
In artikel 7.3.1, tweede lid, onder d, wordt ‘Waterwet’ vervangen door ‘Omgevingswet’.
In artikel 7.3.3 vervalt de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid, en vervallen het tweede en derde lid.
Artikel 7.3.5 Geen opslag van afval in de open lucht
Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht op te slaan of opgeslagen te hebben, anders dan door het in overeenstemming met paragraaf 7.1 van deze verordening aanbieden, achterlaten of overdragen van huishoudelijke afvalstoffen. Het verbod geldt niet als voor de opslag van afvalstoffen een omgevingsvergunning is afgegeven.
In artikel 7.3.6 wordt ‘anders dan door afgifte aan een milieu-inrichting als bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken’ vervangen door ‘anders dan door afgifte aan de houder van een omgevingsvergunning voor het demonteren van autowrakken of wrakken van tweewielige motorvoertuigen'.
Na artikel 7.3.6 wordt een artikel toegevoegd:
Artikel 7.3.7 Kadavers van gezelschapsdieren
Het vierde lis is niet van toepassing op het kadaver dat wordt begraven op een terrein dat ter beschikking staat van de houder van het kadaver of dat uiterlijk de eerste werkdagen na overlijden wordt afgegeven aan een ondernemen die is erkend op grond van artikelen 24, eerste lid, onder b, c of d, van de Verordening 1069/2009/EG.
In artikel 7.4.2, vierde lid, wordt ‘€ 50,-’ vervangen door ‘€ 80,-’.
Paragraaf 8.1 en paragraaf 8.3 komen te vervallen.
Paragraaf 8.2 Welstand komt te luiden:
Artikel 8.2.1 Advisering adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit De Ronde Venen
Artikel 8.2.2 Termijn van advisering
De adviescommissie brengt het advies uit binnen 2 weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht.
Artikel 9.1, eerste lid komt te luiden:
Artikel 9.1, derde en vierde lid vervallen.
In artikel 9.1, vijfde lid wordt artikel 7.3.6 vervangen door artikel 7.3.7.
In artikel 9.2, tweede lid, wordt na ‘Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’ ingevoegd ‘of artikel 18.6 van de Omgevingswet’.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-102222.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.