Mandaat-, volmachts- en machtigingsbesluit Protocol Regionale tekorten Social Return On Investment Midden-Limburg Nederweert

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Nederweert, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft:

Gelet op:

• Gemeentewet, artikel 160, lid 1, onder e, ‘Aangaan privaatrechtelijke rechtshandeling van de gemeente’;

• Gemeentewet, artikel 171, lid 1 en 2, ‘Vertegenwoordiging van de gemeente’;

• Algemene wet bestuursrecht, Afdeling 10.1.1 ‘Mandaat’;

• Burgerlijk wetboek, artikel 3:60 ‘Volmacht’ (zie bijlage 1 wettelijke bepalingen) en· gemeentelijke bevoegdheidsregeling voor mandaat en volmacht;

besluit:

• 1. de portefeuillehouder participatie mandaat, volmacht en machtiging te verlenen voor het, in gezamenlijkheid met de portefeuillehouders van de andere gemeenten in Midden-Limburg, nemen van besluiten in het kader van het Protocol Regionale tekorten Social Return On Investment Midden-Limburg (bijlage 1), alsmede het aangaan en ondertekenen van addenda terzake;

• 2. dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie en kan worden aangehaald als: ‘Mandaat, volmachts- en machtigingsbesluit Protocol Regionale tekorten Social Return On Investment Midden-Limburg Nederweert’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 20-02-2024,

Burgemeester en wethouders van de gemeente Nederweert,

De secretaris,

Drs. J.C.T. (Johan) Bakens

De burgemeester,

B.M.T.J. (Birgit) Op de Laak

Bijlage 1 PROTOCOL REGIONALE TEKORTEN SOCIAL RETURN ON INVESTMENT MIDDEN-LIMBURG 2023 ev

1. Inleiding

Social Return On Investment (SROI) is het stellen van sociale voorwaarden bij aanbestedingen met als doel werkgelegenheid te bevorderen en/of doelgroepen met afstand tot de arbeidsmarkt¹ aan een werkplek te helpen. SROI is hiermee één van de arbeidsmarktinstrumenten met als doel het begeleiden naar werk van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en is voortgekomen uit de (lokaal uitgevoerde) Participatiewet. De gemeenten Roermond, Weert, Nederweert, Roerdalen, Echt- Susteren, Maasgouw en Leudal geven gezamenlijk uitvoering aan deze taak. De regionale kaders voor het toepassen en uitvoeren van SROI liggen vast in de uitvoeringsnotitie social return 2016 e.v. en worden namens de gemeenten ten uitvoer gebracht door de regionaal coördinator SROI.

Opdrachtnemers zijn verplicht om een deel van de opdrachtwaarde in te zetten om mensen naar werk te begeleiden. Op hoofdlijnen zijn er vier soorten SROI-invulmogelijkheden waarmee een opdrachtnemer kan voldoen aan de SROI-clausule in zijn contract:

• 1. een baan bieden;

• 2. een leerbaan, stage of werkervaringsplek bieden;

• 3. inkopen van diensten of producten van een SW-bedrijf of sociale onderneming;

• 4. alternatieve/innovatieve activiteiten die bijdragen aan een maatschappelijke doelstelling van de gemeente.

Een opdrachtnemer kan één of meer soorten invulmogelijkheden kiezen om te voldoen aan zijn Social Return eis. Voor elke SROI-invulling wordt in euro’s een waarde bepaald. De waarde van de Social Return invulling is regionaal vastgesteld.

Het komt voor dat een opdrachtnemer niet/niet geheel aan de SROI-verplichting kan voldoen. De procedure van dit ‘Protocol regionale tekorten SROI ML’ start pas wanneer er afwijkingen worden geconstateerd van de SROI-verplichting, waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze binnen de resterende contractperiode ingelopen kunnen worden én waarbij sprake is van een mate van verwijtbaarheid jegens de opdrachtnemer. Dat is het moment waarop het reguliere SROI-traject² overgaat in een handhavingsprocedure tot naleving van de verplichting.

2. Protocol bij tekorten op de social return-verplichting

Dit Protocol is ontwikkeld voor de lokale contracten Wet maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp, die voor de gemeenten Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Roerdalen, Roermond en Weert (sub) regionaal zijn ingekocht. In alle contracten is dezelfde SROI-verplichting opgenomen. Daarbij is de SROI-verplichting regionaal opgelegd aan de opdrachtnemers. Dit wil zeggen dat de verplichting niet per gemeente, maar in de regio als geheel kan worden voldaan. De (sub)regionale contractmanagers en inkopers zijn door de 7 gemeenten gemandateerd om besluiten te nemen met betrekking tot de door colleges vastgestelde inkoop- en contractmanagementprocessen. Besluitvorming rondom afwijkingen op de contractueel overeengekomen SROI-verplichting behoren niet tot hun bevoegdheid. Middels dit protocol wordt besluitvorming omtrent afwijkingen en het vastleggen van de afspraken in addenda op bestaande overeenkomsten geregeld.

Het Protocol heeft ten doel de complexe verstrengeling van lokale en regionale elementen in de praktijk te stroomlijnen en tot een gedegen basis te komen voor eventuele (juridische) vervolgtrajecten. Het proces wordt geborgd in de bestaande bestuurlijke overlegstructuur van de Arbeidsmarktregio Midden-Limburg, zoals vastgelegd in de Samenwerkingsovereenkomst Arbeidsmarktregio Midden-Limburg.

Het Protocol is specifiek bedoeld voor contractsituaties waarbij de SROI-verplichting regionaal³ aan de opdrachtnemer is opgelegd.

Alvorens bij SROI-tekorten direct over te gaan tot een juridische rechtsgang, wordt eerst ingezet op een onderhandelings- en escalatietraject volgens dit Protocol. Dit kan ertoe leiden dat de partijen tot een wederzijdse schikking komen. Deze aanpak sluit optimaal aan bij het doel van SROI, namelijk: binnen de relatie gemeenten-contractant zoveel mogelijk kansen creëren voor de SROI-doelgroep in Midden-Limburg.

3. Onderhandelings- en escalatietraject bij regionaal opgelegde SROI-verplichting

Het onderhandelings- en escalatietraject ziet er als volgt uit:

• 1. De SROI-coördinator bepaalt samen met de account-/contractmanager, of een handhavingsprocedure tot naleving van de verplichting aan de orde is. De procedure van dit ‘Protocol regionale tekorten SROI ML’ start pas wanneer er afwijkingen worden geconstateerd van de SROI-verplichting, waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze binnen de resterende contractperiode ingelopen kunnen worden én waarbij sprake is van een mate van verwijtbaarheid jegens de opdrachtnemer. Er wordt gestart met het aanleggen van een dossier met daarin de relevante informatie en de onderbouwing hiertoe.

• 2. De opdrachtnemer wordt van de ingezette fase op de hoogte gesteld en wordt gevraagd om een (financieel) voorstel te doen, dat in lijn is met de geschetste situatie en verplichting.

• 3. Het (financieel) voorstel wordt door het SROI-team (SROI-coördinator, contractmanagers, programmamanager Arbeidsmarktregio Midden-Limburg (AMR ML)⁴, in samenhang gewogen op de volgende factoren⁵:

  • a. De hoogte van de SROI achterstanden over de totale contractperiode

  • b. Globale analyse van de oorzaken (en ontstaansgeschiedenis) van het tekort en de ondernomen acties om het tekort in te lopen.

  • c. Mate van verwijtbaarheid

  • d. Bijzondere omstandigheden

  • e. Financiële draagkracht zorgaanbieders

  • f. Risico’s

• 4. Waar nodig worden door het SROI-team extra (onderhandelings)gesprekken met de opdrachtnemer gevoerd om binnen de gegeven omstandigheden tot een zo acceptabel mogelijk eindvoorstel te komen. Dit is maatwerk.

• 5. De rapportage van het onderhandelingstraject wordt (voorzien van een ambtelijke conclusie/advies van de werkgroep) voor voorgelegd aan de hiertoe gemandateerde portefeuillehouders SROI, die zitting hebben in de regionale stuurgroep Arbeidsmarktregio Midden Limburg (AMR ML).

• 6. De gemandateerde portefeuillehouders in de stuurgroep AMR ML besluiten over het voorstel en het vervolgtraject. Dat kan bestaan uit oa:

  • a. Akkoord met voorstel en uitvoering van het voorstel.

  • b. Aanpassing van het voorstel, opdracht voor uitvoering en/of uitwerking aanpassing

  • c. Bestuurlijk opschalen

  • d. Niet akkoord met voorstel, voorbereiden verdere (gerechtelijke) stappen.

• 7. De besluitvorming over het voorstel en het vervolgtraject vindt plaats zoals genoemd in artikel 5, lid 3 en 6 de Samenwerkingsovereenkomst Arbeidsmarktregio Midden-Limburg, zoals in januari 2022 door de colleges in gezamenlijkheid vastgesteld; te weten ‘gericht op overeenstemming en gelijkluidende besluiten van Partijen, maar indien nodig op basis van meerderheid van stemmen door de aanwezige leden⁶.

• 8. De gemandateerde portefeuillehouders in de stuurgroep AMR ML besluiten (per schikkingsvoorstel) over de lokale of regionale aanwending van de te ontvangen middelen. Voor regionale aanwending van de middelen is, anders dan bij punt 7 en 13, een unaniem besluit van de gemandateerde portefeuillehouders nodig. De gezamenlijke middelen worden geoormerkt bij de centrumgemeente van de Arbeidsmarktregio ML.

• 9. Bij geen unaniem besluit worden de middelen door de opdrachtnemer lokaal uitgekeerd, op basis van de volgende genoemde verdeelsleutel:

• ⁷ Te ontvangen bedrag gemeente A = inkoopwaarde gemeente A x 100% x totale financiële vergoeding SROI totale inkoopwaarde alle gemeenten

• 10. De verdeelsleutel onder punt 9. is van toepassing op alle ontvangsten SROI uit contracten met een bovenlokaal/(sub)regionaal karakter:

  • naar aanleiding van de onderhandelings- en escalatieprocedure uit het Protocol

  • ontvangsten van opdrachtnemers die volledig aan hun SROI-verplichting voldoen door over een specifiek jaar het bedrag van de SROI verplichting te investeren in projecten met een maatschappelijke meerwaarde (bouwblok D van het regionale bouwblokkenmodel Social Return Midden-Limburg).

• 11. De lokale en regionale middelen zijn bestemd voor reïntegratie-doeleinden voor de SROI- doelgroep, bij voorkeur ten behoeve van de sector (cq het sociaal domein) waaruit de schikking afkomstig is.

• 12. De afspraken rondom de schikking worden vastgelegd in een addendum op het betreffende contract. Hiertoe zijn de portefeuillehouders in de stuurgroep bevoegd.

• 13. De SROI-gemeenten doen samen met de SROI-coördinator via de Beleidsgroep AMR voorstellen voor besteding van de gezamenlijke regionale middelen. De voorstellen worden ter besluitvorming voorgelegd aan de Stuurgroep ML.