Besluit cameratoezicht Eindhoven Centrum en Woensel 2024 – 2028

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat de burgemeester van de gemeente Eindhoven op 27 februari 2024 op grond van artikel 151c van de Gemeentewet juncto artikel 2:77 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven heeft besloten vanaf 10 maart 2024 drie reeds aangewezen cameratoezichtsgebieden te verlengen voor een periode van 4 jaar.

 

Dit leidt tot aanwijzing van de volgende gebieden waar tot en met 9 maart 2028 cameratoezicht plaatsvindt:

 

  • -

    het gebied Eindhoven Centrum- Baekelandplein;

  • -

    het gebied Kruisstraat-Woenselse Markt;

  • -

    het gebied Keizersgracht;

alle gearceerd op bijgevoegde kaarten.

 

De burgemeester

 

Overwegende dat:

 

  • -

    in het aangewezen gebied sprake is van structurele verstoringen van de openbare orde en dat dit leidt tot geweldsincidenten, ernstige geluidsoverlast en agressief en onveilig verkeersgedrag;

  • -

    de gemeente – in samenwerking met de politie en het Openbaar Ministerie – stevig inzet op handhaving van de openbare orde en daarbij kiest voor een integrale gebiedsgerichte aanpak met een intensieve samenwerking tussen veiligheid en de ruimtelijke en sociale domeinen;

  • -

    fysiek toezicht niet continu aanwezig kan zijn door de beperkte beschikbaarheid van politie en handhavers;

  • -

    de evaluatie van het gemeentelijke cameratoezicht in 2023 heeft laten zien:

    • dat de kwaliteit van het live cameratoezicht in Eindhoven hoog is en de samenwerking tussen de cameraobservanten en politie, handhavers en horecastewards goed en effectief is waardoor veel incidenten in de kiem worden gesmoord;

    • dat camerabeelden helpen bij het optimaal aansturen van de fysiek toezicht tijdens incidenten;

    • dat er veel draagvlak is onder inwoners en bezoekers van de stad voor het cameratoezicht;

  • -

    dit aanwijzingsbesluit een combinatie en stroomlijning is van drie aanwijzingsbesluiten die op 10 maart 2024 aflopen;

  • -

    er in het aangewezen gebied al jarenlang cameratoezicht wordt gehouden en dat het telkens noodzakelijk bleek de aanwijzingsbesluiten te verlengen;

  • -

    de overlast in het gebied waar de camera’s staan is afgenomen en dat de leefbaarheid en veiligheid zijn verbeterd, maar dat er nog regelmatig incidenten plaatsvinden waarbij door cameratoezicht sneller en effectiever kan worden ingegrepen;

  • -

    burgemeester, politie en het Openbaar Ministerie van mening zijn dat de problemen in deze gebieden structureel van aard zijn zodat na verwijdering van de camera’s het aantal verstoringen van de openbare orde weer toe zou nemen;

  • -

    de aard en omvang van de problematiek in dit gebied zo ernstig zijn dat de inzet van een relatief zwaar middel als cameratoezicht proportioneel is;

  • -

    alle reeds getroffen extra maatregelen, waaronder fysiek toezicht door de politie en handhavers, maar ook alle andere preventieve en repressieve, strafrechtelijke en bestuursrechtelijke maatregelen in het brede pakket onvoldoende resultaat opleveren, waardoor de inzet van cameratoezicht subsidiair is;

  • -

    bij de totstandkoming van dit besluit een belangenafweging plaats heeft gevonden waarbij nadrukkelijk aandacht is geweest voor de privacy van burgers. Uit deze belangenafweging is gebleken dat het algemene belang bij een effectieve handhaving van de openbare orde door middel van cameratoezicht in dit specifieke geval zwaarder weegt dan het belang bij privacy van degenen die in beeld kunnen komen van de camera’s. Tevens wordt door een zo beperkt mogelijk gebied aan te wijzen de inbreuk op de privacy ethisch, juridisch en technisch geborgd en daarmee tot een minimum beperkt;

  • -

    de aanwezigheid van de camera’s op duidelijke wijze kenbaar wordt gemaakt voor een ieder die het gebied betreedt;

  • -

    de inzet van cameratoezicht alles afwegende een noodzakelijke aanvulling is op het brede pakket aan interventies in het gebied;

  • -

    de burgemeester van de gemeenteraad de bevoegdheid heeft gekregen camera’s te plaatsen als dat noodzakelijk is voor handhaving van de openbare orde;

  • -

    in het gemeentelijke Camerabeleid – dat na overleg met de gemeenteraad is vastgesteld – is besloten de aanwijzingsperiode voor langdurig cameratoezicht te verlengen van twee naar vier jaar;

  • -

    de burgemeester het voornemen om dit aanwijzingsbesluit te nemen heeft overlegd met de officier van justitie in de Gezagsdriehoek;

  • -

    voor het aflopen van de aanwijzingstermijn een evaluatie zal worden uitgevoerd om te bepalen of de camera’s nog noodzakelijk zijn;

Besluit

1.

Ingevolge artikel 2.77 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven het gebied zoals gearceerd op bijgevoegde plattegrond, aan te wijzen als cameragebied waar van 10 maart 2024 tot en met 9 maart 2028 vast cameratoezicht zal plaatsvinden op basis van artikel 151c van de Gemeentewet.

 

2.

Dit besluit wordt aangehaald als ‘Besluit cameratoezicht Eindhoven Centrum en Woensel 2024 – 2028’.

 

3.

Dit besluit treedt in werking op 10 maart 2024 en vervalt op 10 maart 2028.

Eindhoven, 27 februari 2024

burgemeester

Bijlage:

 

Kaart Centrum / Oud-Woensel (Woensel Zuid)

 

Kaart Baekelandplein (Woensel Zuid)

 

 

Naar boven