Gemeenteblad van Asten
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Asten | Gemeenteblad 2024, 88344 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Asten | Gemeenteblad 2024, 88344 | beleidsregel |
Asten is een groene gemeente in de Brabantse Peel met ruim 17.000 inwoners in de drie dorpskernen: Asten, Ommel en Heusden. Het is een aantrekkelijke gemeente om te wonen, werken en recreëren. Asten is bekend om haar natuurgebieden, waaronder het Nationaal Park de Groote Peel en het natuurgebied De Peelrand. Hier kunnen recreanten genieten van een wandeling, fietstocht of een andere activiteiten. Het buitengebied trekt dan ook veel bezoekers aan.
Het centrum van Asten heeft een ruim winkelaanbod met diverse horecagelegenheden. Daarnaast is het voorzieningenniveau hoog, zo zijn er in de gemeente Asten verschillende scholen en sportvoorzieningen, en een nieuw gemeenschapshuis.
Ook is er veel bedrijvigheid op meerdere industrieterreinen, recreatiegebieden en in het buitengebied, waar agrarische bedrijven zoals glastuinbouw, melkveebedrijven en intensieve veehouderijen gevestigd zijn. Daarnaast is de bereikbaarheid via de A67 gunstig.
In de Toekomstagenda 2030 heeft Asten haar visie voor de nabije toekomst weergegeven en een viertal doelstellingen geformuleerd.
Dit Uitvoeringsprogramma VTH draagt bij aan de realisatie van deze vier doelstellingen. De toekomstvisie vormt een belangrijk afwegingskader in het bepalen van de richting van onze uitvoeringstaken binnen het VTH-taakveld.
Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH)- van de gemeente Asten. Dit programma is gebaseerd op het eerder vastgestelde VTH-beleid.
Het Uitvoeringsprogramma VTH geeft inzicht in welke werkzaamheden wij beogen te verrichten, de personeelsformatie, de beschikbare financiële middelen en een uitwerking van de in het VTH-beleid 2024 opgenomen doelstellingen. Door het Uitvoeringsprogramma VTH vast te stellen voldoen wij aan de wettelijke verplichting te beschikken over een jaarlijks programma (artikel 13.8 Omgevingsbesluit).
1.1. Inhoud Uitvoeringsprogramma VTH
Bij het opstellen van dit Uitvoeringsprogramma VTH is er uitdrukkelijk gekeken naar de opgaven uit het Coalitieakkoord 2022-2026, de Toekomstagenda 2030 en de Begroting 2024.
De uitvoering van vergunningen, toezicht en handhaving is in de gemeente Asten verdeeld over meerdere teams. We hebben een team vergunningen, waarin de casemanagers vergunningen verantwoordelijk zijn voor het proces omtrent de omgevingsvergunningen die gaan over de fysieke leefomgeving. Hierbij wordt nauw samen gewerkt met de medewerkers van ruimtelijke ontwikkelingen die onderdeel uitmaken van het team Ruimte. Toezicht en handhaving is gelegen bij het team Leefbaarheid, Handhaving en Veiligheid. Hoewel de taken verdeeld zijn over drie teams, wordt gezamenlijk gewerkt aan de opgave van vergunningen, toezicht en handhaving. Daartoe vindt regelmatig afstemming plaats.
De basis voor de uitvoering van deze VTH-taken is vastgelegd in wet- en regelgeving, zoals:
1.2. Interne en externe samenwerking
Om onze wettelijke taken goed uit te kunnen voeren, is een goede samenwerking intern tussen de verschillende teams/afdelingen en met bepaalde externe partijen cruciaal. Binnen de gemeente Asten streven we ernaar om integraal te werken. Bij de uitvoering van bepaalde taken zijn immers verschillende belangen betrokken en deze kunnen dan op een integrale wijze bij elkaar betrokken worden. Daarnaast werken we ook veel samen met externe partijen, zoals de Omgevingsdienst Brabant-Zuidoost (hierna: ODZOB), de Veiligheidsregio Zuid-Oost-Brabant (hierna: VRBZO) en andere bevoegde gezagen zoals Politie, Samen Sterk in Brabant (SSiB), Peelland InterventieTeam (PIT) en het waterschap. Het is immers wettelijk geregeld dat bepaalde partners gemeenten ondersteunen in het leveren van een specifieke expertise. Voor het behalen van onze gezamenlijke doelen is het dus belangrijk dat we goede samenwerkingsafspraken maken en waar nodig integraal afstemmen. Het hoofddoel is om met een verbeterde integrale samenwerking (intern/extern) betere resultaten te behalen binnen het VTH-taakveld.
Meer informatie over de belangrijkste partners waar wij mee samen is opgenomen in bijlage 5 van het VTH-beleid 2024.
1.3. Evaluatie uitvoeringsprogramma 2023
Uit de voorlopige en definitieve beoordeling van het IBT omgevingsrecht zijn een aantal verbeterpunten naar voren gekomen welke zo goed als mogelijk verwerkt zijn in het nu voorliggende uitvoeringsprogramma:
In dit uitvoeringsprogramma wordt stilgestaan bij evaluatie- en verbeterpunten ten opzichte van het programma van 2023 (hoofdstuk 1.3). Het VTH beleid is in december 2023 beleidsneutraal vastgesteld met het voornemen om in 2024 het bestaande beleid te evalueren en voor een periode van 4 jaar opnieuw vast te stellen;
1.4. Uitvoerings- en handhavingsstrategie 2024
De wettelijke verplichting om een Uitvoerings- en handhavingsstrategie (U&HS) vast te stellen maakt onderscheid tussen basistaken en niet basistaken. Basistaken worden uitgevoerd door de ODZOB. Samen met de regio is hiervoor het Regionaal operationeel kader Vergunningverlening (Rok VV) en het Regionaal operationeel kader Toezicht en handhaving (Rok TH) vastgesteld. Het steven is om in 2024 regionaal een Regionaal Operationeel Kader Vergunningverlening, Milieutoezicht & Handhaving (ROK VTH) vast te stellen.
Voor de uitvoering van asbesttaken is een Regionaal uitvoeringsbeleid Asbest vastgesteld. Voor bodemtaken is een regionaal vastgesteld Beleid Uitvoering Bodemtaken onder de Omgevingswet.
Op 19 december 2023 is het VTH-beleid 2024 gemeente Asten vastgesteld. Het Uitvoeringsprogramma VTH ziet toe op de uitwerking van het VTH-beleid 2024: een programma met welke taken wij in welke omvang, met onze beschikbare middelen gaan inzetten om onze gestelde prioriteiten en doelen van 2024 te bereiken.
In het VTH-beleid 2024 hebben wij ons de doelen gesteld bij de uitvoering en handhaving in 2024. In hoofdstuk 4 en 5 is opgenomen welke concrete acties wij hiervoor dit jaar uitvoeren.
De prioriteiten worden bepaald aan de hand van een probleemanalyse. Onderdeel van deze analyse is een risicoanalyse, waarbij we de negatieve effecten en kans op overtreding van de regelgeving in beeld brengen. De inschatting van de risico’s voor de leefomgeving is richtinggevend voor de bestuurlijke prioriteiten die worden gesteld bij het stimuleren en/of afdwingen van naleefgedrag.
Jaarlijks wordt de prioritering door vertaald in het uitvoeringsprogramma waarna bepaald wordt hoe we de aanwezige capaciteit binnen de gemeente inzetten. Bij de evaluatie van het beleid en het uitvoeringsprogramma wordt gekeken of de prioritering bijgesteld moet worden.
Mogelijke factoren waardoor de prioritering bijgesteld dient te worden:
In paragraaf 3.2 van het VTH-beleid 2024 staat een overzicht van de in 2024 geldende prioritering.
Thema’s met de hoogste prioriteit pakken wij zo veel mogelijk met voorrang op. Lagere prioritering krijgen minder aandacht en worden in bepaalde gevallen later opgepakt.
1.6. Interne en externe afstemming Uitvoeringsprogramma
We hebben bij de interne en externe partners om input gevraagd, zowel voor de totstandkoming van de prioritering (het VTH beleid) als het uitvoeringsprogramma. Ook is het uitvoeringsprogramma in afstemming met het Veiligheidsbeleid. In het uitvoeringsprogramma worden alle gezamenlijke integrale acties/controles zoals het PIT etc. weergegeven.
Overal waar de boa bij betrokken is in het uitvoeringsprogramma, stemt de boa af met de politie wanneer dit noodzakelijk is. Ook vindt er samenwerking plaats bij evenementen. Daarnaast zijn milieuboa’s bij de ODZOB actief betrokken bij de strafrechtelijke opvolging.
Bovendien hebben we iedere week portefeuillehouder overleg met de burgemeester en zij neemt deel aan het politieoverleg en driehoeksoverleg.
Ook is het portefeuillehouder overleg integraal, in die zin dat onze collega’s van de ODZOB en de VRBZO ook (kunnen) aansluiten bij dit overleg om casuïstiek te bespreken etc.
Plus de capaciteit van de politie wordt regionaal bepaald, en daarmee doorwerkend de capaciteit van het OM. Bijvoorbeeld capaciteit voor het PIT.
Hieraan kan nog toegevoegd worden dat onze relatiemanager omgevingsdienst structureel overleg heeft met de accountmanager van de ODZOB en de relatiemanager aanhaakt bij zowel de portefeuillehoudersoverleggen voor vergunningverlening als toezicht en handhaving. Tot slot kan nog aangevuld worden dat vierwekelijks politieoverleg plaatsvind tussen de operationeel expert, burgemeester, teamleider LHV en de burgemeester en zeswekelijks vindt overleg plaats tussen te de burgemeester, teamchef(s) van Politie en teamleider LHV. Wanneer de situatie daarom vraagt wordt tussentijds op casusniveau overlegd met onze partners.
Wij hechten belang aan regelmatige afstemming gedurende de looptijd van het programma. In bijlage 5 van het VTH beleid wordt verder ingegaan op de samenwerking met partners.
Het uitvoeringsprogramma wordt bekend gemaakt aan de gemeenteraad.
Voor het uitvoeren van de strategieën en het bereiken van doelen, zijn personele capaciteit en financiële middelen nodig. De eisen hiervoor zijn opgenomen in artikel 13.10 van het Omgevingsbesluit. De capaciteit en middelen zijn geborgd in de begroting. In dit hoofdstuk wordt hierop ingegaan.
2.1. Beschikbare capaciteit en middelen
Vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn ondergebracht in de teams LHV, Vergunningen en Ruimte. Jaarlijks wordt een inschatting gemaakt van de benodigde personele capaciteit, die wordt vertaald in de begroting. Deels gaat dit om structurele (personele) middelen en deels op basis van incidentele middelen, bijvoorbeeld bij projecten of wanneer specifieke expertise binnen de organisatie niet aanwezig is. In onderstaande tabel zijn de begrootte bedragen voor de personele capaciteit voor 2023 opgenomen.
De gemeentelijke begroting biedt dekking voor de begrote formatie voor de uitvoering van dit programma (vooral loonkosten en organisatiekosten):
Naast personele middelen zijn ook middelen beschikbaar voor randvoorwaardelijke zaken. Denk aan aanschaf materialen, software, huren, etc. In onderstaande tabel zijn de hiervoor begrootte middelen opgenomen.
* Voor archeologie bestaat een post advies- en onderzoekskosten, hiervoor is geen afzonderlijk bedrag begroot. De advieskosten voor plannen van externen worden namelijk verhaald via de legeskosten dan wel de kosten die op worden gevoerd via anterieure overeenkomsten. Onderzoeks- en advieskosten gerelateerd aan gemeentelijke projecten worden via de desbetreffende projectbudgetten gefinancierd.
2.2. Uitvoeringsprogramma: Benodigd versus Beschikbaar 2024
In de hoofdstukken 4 en 5 is de benodigde capaciteit voor respectievelijk Vergunningen en Toezicht en Handhaving uitgewerkt.
Het uitvoeringsprogramma is haalbaar binnen de beschikbare capaciteit.
Door het in werking treden van de Omgevingswet is er voor het VTH-taakveld extra capaciteit beschikbaar om deze ingrijpende wetswijziging ‘eigen’ te maken.
Voor vergunningen Omgevingswet is extra capaciteit beschikbaar voor training en cursussen. Ook worden de (concept)aanvragen die eind 2023 ingediend zijn en de nog niet afgehandelde principeverzoeken in 2024 afgehandeld.
Daarnaast verwerkt de ‘ondersteuning casemanager’ ook de administratieve afhandeling van de zaken die de ODZOB in mandaat afhandelt.
Voor juridische handhaving zijn er nog lopende zaken van 2023 die in 2024 behandeld worden.
2.3. Uitbesteding aan samenwerkingspartners
Een groot deel van de voornoemde VTH-taken wordt door de afdelingen LHV en Vergunningen uitgevoerd. Specifieke uitvoeringstaken worden op basis van gemeenschappelijke regelingen door andere partners uitgevoerd en daarmee uitbesteed.
Dit gebeurt deels op basis van een wettelijke verplichting zoals bij de basistaken van de ODZOB. Maar dit kan ook een eigen keuze betreffen. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval bij de verzoektaken voor de ODZOB. De uitbesteding c.q. deelname aan gemeenschappelijke regelingen kosten geld. De hieraan verbonden uitgaven zijn opgenomen in de begroting. Hieronder beschrijven we aan welke partners taken zijn uitbesteed en hoeveel middelen we daarvoor in de begroting gereserveerd hebben.
Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant
De gemeentelijke taken op het gebied van milieu zijn uitbesteed aan de ODZOB.
Het gaat dan om advisering over en uitvoering van taken zoals vergunningverlening, toezicht en handhaving. De inzet van de ODZOB is geregeld in een Dienstverleningsovereenkomst en een werkprogramma. In de begroting 2024 is voor de werkzaamheden van de ODZOB binnen het werkprogramma een bedrag opgenomen van € 877.883,--. Het bedrag van € 15.583,-- komt ten lasten van het in de begroting opgenomen krediet van de Omgevingswet.
Het vastgestelde werkprogramma ODZOB 2024 is opgenomen in bijlage 1.
*1 Dit bedrag komt ten laste van het krediet van de Omgevingswet.
Ieder kwartaal ontvangen wij een detailoverzicht (financieel) van de ODZOB over de uitvoering van het werkprogramma en over de uitvoering van opdrachten buiten het werkprogramma. Jaarlijks ontvangen wij een jaarverslag waarin de uitgevoerde VTH-werkzaamheden zijn opgenomen.
Met de Veiligheidsregio Brabant Zuidoost (VRBZO) wordt samengewerkt binnen het domein brandveiligheid. De afdeling Naleving VRBZO controleert op het naleven van brandveiligheidseisen die worden opgelegd in vergunningen en om de handhaving op brandveiligheidseisen. Er wordt gecontroleerd op basis van wet- en regelgeving met daarbij de nadruk op een risicogerichte aanpak.
Alle risicopanden zijn samen met VRBZO in beeld gebracht en opgenomen in het Handhaving Uitvoeringsprogramma VRBZO (HUP VRBZO). Afhankelijk van de risico’s worden panden elk jaar of om de 2 à 3 jaar gecontroleerd. Jaarlijks wordt het HUP VRBZO geëvalueerd en als nodig aangepast.
De afdeling Objectadvisering en Omgevingsadvisering geven advies bij vergunningverlening en ruimtelijke plannen. Binnen de gemeente Asten is er voor gekozen om het deel van de advisering buiten het basistakenpakket ook uit te besteden aan de Veiligheidsregio.
In de begroting is de bijdrage aan VRBZO opgenomen (€ 1.045.414,--). Dit is een bedrag voor repressieve inzet, advisering en handhaving, Bevolkingszorg. Er is geen specificatie welke bijdrage er is voor advisering en nalevings/handhavingstaken.
3. Programma Vergunningen, Toezicht en Handhaving
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste activiteiten weergegeven waar wij in 2024 VTH-breed op inzetten.
De Omgevingswet is op 1 januari 2024 in werking getreden. Dit is een ingrijpende en complexe wetswijziging. In 2024 gaan wij ervaring op doen met de Omgevingswet en de daarin opgenomen nieuwe instrumenten ontdekken. Vanwege overgangsrecht lopen de werkzaamheden onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ook in 2024 door.
3.2. Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Per 1 januari 2024 is de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking getreden. De Wkb wordt gefaseerd ingevoerd en geldt op dit moment alleen voor nieuwbouw van eenvoudige bouwwerken (gevolgklasse 1).
Dit houdt in dat de taken op het gebied van vergunningverlening en toezicht en handhaving betreffende toetsing aan het Besluit bouwwerken leefomgeving deels verschuiven naar private partijen. De gemeente toetst of alle vereiste stukken zijn ingediend. Na de bouw moet de aanvrager een gereedmelding indienen met een verklaring van de kwaliteitsborger dat het bouwwerk voldoet aan het Besluit bouwwerken leefomgeving. Met de invoering van de Wkb vindt voor gevolgklasse 1 een taakverschuiving plaats, van toetsing aan de voorkant en tijdens de bouwfase, naar controle en eventueel handhaving na de feitelijke bouw.
3.3. Herzien uitvoerings- en handhavingsbeleid
Het VTH-beleid 2024, loopt eind 2024 af. In 2024 ontwikkelen wij een nieuw Uitvoerings- en handhavingsbeleid VTH voor meerdere jaren. Dit beleid wordt voor 31 december 2024 vastgesteld. In dit beleid worden de doelen voor de komende beleidsperiode, de (bestuurlijke) prioritering en de beoogde werkzaamheden opgenomen.
De Wet VTH (per 1 januari 2024 beleidsneutraal overgeheveld naar de Omgevingswet) borgt de kwaliteit van de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhavingstaken: de zogenaamde landelijk ‘kwaliteitscriteria’. Per deskundigheid gelden eisen op het gebied van minimale kennis, kunde en capaciteit.
Om de objectiviteit van de werkzaamheden te borgen, is er binnen de functies in het VTH-domein een scheiding aangebracht tussen vergunningverlening en toezicht & handhaving. De vergunningverleners zijn ondergebracht in het team Vergunningverlening, de toezichthouders/handhavers en BOA's zijn ondergebracht in het team Leefbaarheid, Handhaving en Veiligheid.
Wanneer er sprake is van het overgaan tot het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang, draagt de toezichthouder het dossier over aan de handhavingsjuristen. De toezichthouders en de vergunningverleners nemen vanaf dat moment de rol van adviseur in.
Bij het jaarverslag 2023 zal de evaluatie kwaliteitscriteria 2023 worden toegevoegd. De ODZOB heeft, op nadrukkelijke verzoek van ons, aangegeven in het eerste kwartaal van 2024 de kwaliteitscriteria te evalueren.
De gemeente kent 64 monumenten (gemeentelijke- of rijksmonumenten). Om ons erfgoed zo goed mogelijk te beschermen is op 13 maart 2018 de Erfgoedverordening 2018 gemeente Asten vastgesteld door de gemeenteraad. Vooralsnog is bij bescherming van erfgoed deze verordening het uitgangspunt, naast de regels binnen de bruidsschat (overgangsfase). Uiteindelijk zal het erfgoed wordt beschermd middels regels binnen het omgevingsplan. In de gemeente Asten gaan we per deelgebied en/of thema gericht bouwen aan het omgevingsplan. Indien dat aan de orde is wordt erfgoed hierin meegenomen. Een concrete planning is nog niet beschikbaar.
Bij vergunningverlening laat het college zich adviseren door de Adviescommissie omgevingskwaliteit gemeente Asten van de ODZOB en in voorkomende gevallen door het Monumentenhuis Brabant. Het archeologie beleid van de gemeente Asten is vertaald in de diverse bestemmingplannen (in middels opgegaan in het (tijdelijke) omgevingsplan). Op het gebied van archeologie laat de gemeente Asten zich adviseren door een onafhankelijke seniorarcheoloog- adviseur van Kragten (voorheen ArchAeO (Archeologisch Advisering en Ondersteuning)). Deze seniorarcheoloog houdt bovendien toezicht op de uitvoering van archeologisch veldonderzoek. Daar waar sprake is van overtredingen wordt handhavend opgetreden.
Het uitvoeringsprogramma 2024 bestaat uit een overzicht van de uitwerking van de doelstellingen en een overzicht van de geplande reguliere werkzaamheden voor dit jaar. In dit hoofdstuk worden de uitwerking, urenraming en verdeling van de verantwoordelijkheid van de doelstellingen voor vergunningen uitgewerkt.
4.1. Bereiken doelstellingen Vergunningen
In het VTH-beleid 2024 zijn de volgende doelstellingen voor de uitvoering van vergunningverlening opgenomen:
Vergunningverlening is geen doel op zich. Het doel van een kwalitatieve vergunningverlening is het binnen de wettelijke kaders waarborgen van een goede omgevingskwaliteit, waarbij veiligheid, gezondheid, leefomgeving en duurzaamheid voorop staan. Een goede vergunningverlening draagt bij aan een leefbare, veilige en duurzame gemeente, waar het prettig is om te wonen, te werken en te verblijven.
De volgende doelstellingen worden nagestreefd:
Om deze doelstellingen te bereiken ondernemen we de volgende acties:
Een minimum percentage gegronde bezwaar-/ beroepschriften op een vergunning
De afdeling vergunningen neemt bij een terugbelverzoek binnen 2 werkdagen contact op met betreffende klant.
Zoveel mogelijk vergunningen te verlenen binnen de wettelijke termijn
We maken inzichtelijk welke aanvragen we ontvangen
We bevorderen de dialoog tussen de aanvrager en zijn omgeving
4.2. Raming inzet Vergunningen 2024
De casemanagers/vergunningverleners, administratieve ondersteuners en medewerkers ruimtelijke ordening behandelen aanvragen, meldingen en informatieplichten en verzorgen informatieverstrekking en uitleg over geldende wet- en regelgeving.
De uitvoeringstaken zijn grotendeels afhankelijk van externe factoren, waardoor de werkvoorraad nauwelijks te sturen is. Zo is het aantal ontvangen aanvragen en meldingen vooral afhankelijk van initiatieven van burgers en bedrijven. Ook speelt de omvang, volledigheid en juistheid van aanvragen en/of meldingen een rol.
Daarnaast kunnen ontwikkelingen op lokaal, regionaal of landelijk niveau van invloed zijn. Denk hierbij aan het woningbouwprogramma, de landelijke stikstofdiscussie, maar ook het in werking treden van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.
De raming van de reactieve inzet bij vergunningverlening dit jaar (zie onderstaande figuur) is dan ook gebaseerd op de gegevens die gebruikt zijn bij de Legesverordening gemeente Asten 2024, de gemiddelde resultaten van voorgaande jaren en bijgesteld op basis van de te verwachte ontwikkelingen.
Vanwege het in werking treden van de Omgevingswet, de gefaseerde invoer van de Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) en de onduidelijkheid over de stikstofwetgeving, verwachten we in de eerste maanden van 2024 minder aanvragen en meldingen. De verwachting is dat dit in de loop van 2024 aan gaat trekken. Gezien het woningbouwprogramma worden wel meldingen in het kader van de Wkb verwacht.
Eind 2023 zagen wij een toename van aanvragen Omgevingsvergunning. De afhandeling van deze aanvragen vindt plaats in 2024.
5. Leefbaarheid, Handhaving en Veiligheid
5.1. Bereiken doelstellingen Toezicht en Handhaving
Toezicht en handhaving zijn geen doel op zich maar bieden de mogelijkheid om de kwaliteit van de leefomgeving in stand te houden en mogelijk zelfs te verbeteren. De verschillende strategieën uit het VTH-beleid 2024 worden daarbij toegepast.
Aan deze strategieën worden de volgende doelen gekoppeld:
Toezicht en handhaving wordt zoveel mogelijk risicogericht en informatie gestuurd uitgevoerd:
Handhavingsverzoeken worden binnen de termijn behandeld.
Handhavingsbeschikkingen blijven in stand na bezwaar en (hoger) beroep.
5.2. Raming inzet toezicht en handhaving
De medewerkers toezicht en handhaving dragen zorg voor het toezicht op verleende omgevingsvergunningen, behandelen onder andere handhavingsverzoeken, klachten en behandelen meldingen en signalen.
De inzet is afhankelijke van het aantal en de uitvoering van de verleende omgevingsvergunningen waarbij het naleefgedrag een belangrijke rol speelt. Daardoor is het aantal, de aard en omvang van toezichtacties, geconstateerde overtredingen en het aantal te behandelen klachten, meldingen en handhavingsverzoeken op voorhand moeilijk te plannen. Ook de complexiteit, de politieke context en de aangewende rechtsmiddelen spelen een rol in de onvoorspelbaarheid.
Hieruit kan geconcludeerd worden dat toezicht- en handhavingstaken voor een groot deel afhankelijk zijn van externe factoren waardoor de werkvoorraad lastig te sturen is. Om toch tot een inschatting te komen is er gekeken naar de gegevens van voorgaande jaren* in combinatie met de prioritering.
* in 2022 zijn we overgaan naar een nieuw zaaksysteem waardoor de registratie tijdens de implementatie niet optimaal is geweest. In 2024 gaan wij verder met het juist inrichten van het systeem waardoor de registratie geoptimaliseerd wordt.
6. Monitoring, rapportage en evaluatie
Minimaal jaarlijks monitoren we de uitvoering van dit programma en het beleidsplan waardoor we zicht houden op de gestelde doelen en prioriteiten. De monitoring en evaluatie wordt ieder jaar vastgelegd in het VTH-jaarverslag. Het VTH-jaarverslag wordt aan het college aangeboden en vastgesteld en ter kennisname aan de gemeenteraad voorgelegd. Daarnaast wordt het VTH-jaarverslag toegezonden aan de provincie Noord-Brabant vanwege hun rol als interbestuurlijk toezichthouder.
Op het moment dat uit de evaluatie blijkt, dat doelstellingen niet gehaald worden, worden er indien nodig verbeteringen voorgesteld waardoor de doelstellingen in het vervolg wel gehaald worden. Daarnaast worden eventuele signalen van tekortkomingen opgenomen in het jaarverslag van het desbetreffende jaar. Indien nodig wordt het VTH-beleid of uitvoeringsprogramma door middel van een wijziging tussentijds aangepast.
Via de applicatie PowerBrowser is het mogelijk om te monitoren. Door de komst van de Omgevingswet zijn wij in 2023 druk bezig geweest om de applicatie daarop in te richten en hebben wij minder ingezet op de inrichting van rapportages en monitoring. Voor 2024 staat op het programma om PowerBrowser verder in te richten en aan te passen aan de Omgevingswet. Hierbij is ook aandacht om de benodigde cijfers tijdig en uniform te genereren.
Op basis van monitoring van de financiële voortgang wordt inzicht verkregen in de realisatie. Gedurende het eerste kwartaal mag verwacht worden dat er steeds meer zicht komt op deze budgetten en eventuele benodigde aanpassingen van deze budgetten. Eventuele aanpassingen lopen mee in de financiële P&C-cyclus.
We zullen jaarlijks monitoren welke overtredingen wel geconstateerd zijn, maar waar we op basis van onze prioritering niet tegen opgetreden hebben. Hierin nemen we ook de uitgestelde handhavingsverzoeken mee. Jaarlijks bepalen we of er overtredingen zijn welke nu wel prioriteit gegeven moeten worden.
In 2023 heeft de juridische handhaving onder druk gestaan wegens langdurige ziekte en vacatures binnen het team. Dit is deels ondervangen door het inzetten van externe inhuur. Ook zijn in de prioritering keuzes gemaakt, zoals weergegeven in bovenstaande alinea. Dit heeft niet geleid tot uitgestelde verzoeken om handhaving. Ook voor 2024 is helaas nog steeds sprake van een vacature die nog niet ingevuld is vanwege een krappe arbeidsmarkt. De externe inhuur loopt hierom door in 2024.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-88344.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.