Gemeenteblad van Teylingen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Teylingen | Gemeenteblad 2024, 83759 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Teylingen | Gemeenteblad 2024, 83759 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke regeling Zonder Meer Maatschappelijke Zorg Duin- en Bollenstreek
De colleges van de gemeenten Hillegom, Lisse, Katwijk, Noordwijk en Teylingen, samen te noemen ‘deelnemende gemeenten’.
De deelnemende gemeenten de te ontvangen middelen op nemen in de programmabegroting 2023 en conform de beleidskaders en afspraken in zetten voor inwoners met een behoefte aan BW, MO, VZ en/of OGGZ en de daaropvolgende jaren de beschikbare middelen op nemen in de programmabegroting tot 2032, zoals besloten door de gemeenteraden in het najaar van 2021.
De deelnemende gemeenten werken aan de transformatie opgave zoals die is beschreven en vastgesteld in het Beleidskader Maatschappelijke zorg Holland Rijnland 2017 – 2025. Om de transformatie geleidelijk door te kunnen voeren werken we in Holland Rijnland verband volgens het principe van ‘open luiken’ en met inhoudelijke Fbeheersmaatregelen (elkaar vasthouden op beleidskeuze) vanuit het AEF-rapport ‘Meer comfort in de regionale afspraken’ van 1 juni 2022, zoals besloten in het portefeuillehouders overleg van 15 juni 2022.
De volgende gemeenschappelijke regeling vast te stellen:
"Gemeenschappelijke regeling Zonder Meer Maatschappelijke Zorg Duin- en Bollenstreek"
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Het uitvoeringsteam gemeente Katwijk en de ISD Bollenstreek: gevormd door medewerkers vanuit de deelnemende gemeenten (ISD en gemeente Katwijk) die onder meer verantwoordelijk zijn voor: onderzoek en toekennen van een voorziening, trajectregie, wachtlijstbeheer, contractmanagement, toezicht op kwaliteit, toezicht op rechtmatigheid, kwaliteitsborging, accountmanagement, casuïstiek, monitoring en facturering. De gemeenten Katwijk is verantwoordelijk voor de Katwijkse inwoners die zich bij de eigen lokale toegang melden. De ISD voor de inwoners uit Hillegom, Lisse, Noordwijk en Teylingen die zich daar melden.
Het beleidsteam: gevormd door beleidsmedewerkers vanuit de deelnemende gemeenten, de regisseur en in het jaar 2023 een transformatie manager, die verantwoordelijk zijn voor beleidsontwikkeling, preventie en samenwerking met en tussen de gecontracteerde partijen en het omliggende veld om de transformatie opgave te realiseren. Er is een nauwe samenwerking tussen de uitvoeringsteams en beleidsteam. Daarnaast participeren zij in de regio Holland Rijnland.
Regisseur (opvolger van huidige projectleider): deze persoon is de trekker van de samenwerking van de uitvoeringsteams, houdt zicht op sub regionale opdracht en de uitvoering daarvan, coördineert de evaluaties aan de bestuurders, is het eerste aanspreekpunt voor de ambtelijke opdrachtgevers en bestuurders, vertegenwoordigd de sub-regio in Holland Rijnland en draagt bij aan de specialistische regionale voorzieningen.
Financiële solidariteit: de door de deelnemende gemeenten ontvangen budgetten Maatschappelijke zorg worden bij elkaar gelegd. Aan het einde van het jaar worden alle gemaakte kosten en opbrengsten bij elkaar opgeteld (BW en MO zorgkosten, uitvoering, subsidies, lokale initiatieven, lokaal bestemde reserve en overige middelen investeringsfonds) en ten laste van dit collectieve budget gebracht. De resterende middelen worden naar rato van het verdeelmodel van AEF over de deelnemende gemeenten verdeeld. De deelnemende gemeenten voegen dit restant toe aan de bestemmingsreserve Maatschappelijke Zorg, die ingesteld is per gemeente.
Investeringsfonds: van eind 2018 tot 2023 had gemeente Leiden een investeringsfonds maatschappelijke zorg ingericht. Het overschot aan middelen aan BW vulden dit investeringsfonds. Ieder Holland Rijnland gemeente kon aanspraak doen op dit investeringsfonds om voorbereidingen te treffen voor de decentralisatie van de maatschappelijke zorg. De vijf Duin- en Bollengemeente hebben vijf keer middels een werkplan middelen aangevraagd. Deze middelen zijn niet allemaal uitgegeven.
Artikel 2 Reikwijdte/doelstelling samenwerking
Deze regeling heeft betrekking op de samenwerking van de deelnemende gemeenten om uitvoering te geven aan de gemeentelijke taken betreffende BW, MO, VZ en OGGZ en de daarbij behorende transformatie opgave. Het betreffen taken op het gebied van beleid, beheer en uitvoering.
Gezamenlijke uitvoering en afstemming om zo lokaal mogelijk een gelijke infrastructuur te realiseren van preventie, vroegsignalering en lokale toegang voor inwoners die vallen onder de doelgroep maatschappelijke zorg. Gezamenlijk realiseren van een aanbod van integrale ondersteuning en woonvormen dan wel voor opvang voor inwoners die behoren tot de doelgroep maatschappelijke zorg.
Beleidsmedewerkers van deelnemende gemeenten zijn gemandateerd, beschikken over volmacht of machtiging. Zij dragen daarbij zorg voor afstemming en overleg binnen de subregio, voor besluiten die financiële gevolgen of belangrijke inhoudelijke gevolgen hebben voor de gemeenten. Dit geldt eveneens voor een terugkoppeling naar aanleiding van genomen besluiten, gevoerde gesprekken of ontvangen rapportages.
Artikel 6 Gegevensuitwisseling en gegevensbewerking
Op de verwerking en uitwisseling van Persoonsgegevens door de deelnemende gemeenten (hieronder ook verstaande: door deze gemeenten aangewezen derden, waaronder de gemeentelijke toegang voor Wmo en Jeugd, waarmee verwerkersovereenkomsten zijn afgesloten), zijn de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Uitvoeringswet AVG (UAVG) van toepassing. Aanvragen en gegevensuitwisseling tussen de deelnemende gemeenten vinden plaats volgens de regels van de AVG en in principe digitaal.
In 2023 zal de gemeente Leiden conform het verdeelmodel, dat door adviesbureau Andersson Elffers Felix (AEF) in opdracht van de gemeenten in Holland Rijnland is gemaakt, de budgetten BW en MO, VZ en OGGZ maandelijks na aftrek van de regionale kosten voor specialistische zorg en de kosten van regionaal team overmaken naar de gemeenten in Holland Rijnland.
Vanaf (waarschijnlijk) 2025 wordt de maatschappelijke zorg landelijk gedecentraliseerd. Vanaf dat moment ontvangen de gemeenten in Holland Rijnland middelen vanuit het Rijk (toenemend objectief budget) en middelen via de gemeente Leiden (afnemend historische budget) conform het verdeelmodel van AEF de budgetten BW en MO, VZ en OGGZ. In 2032 ontvangen alle gemeenten hun volledige budget op basis van het objectieve verdeelmodel. Dit bedrag wordt direct door het rijk aan de gemeenten uitgekeerd.
Op enig moment tussen 2023 en 2032 is er een overgangsfase wat betreft de bijdrage aan de kosten voor de specialistische zorg en het regionaal team. Doordat het historisch budget afneemt wat gemeente Leiden ontvangt, zijn de middelen op enig moment ontoereikend om te voorzien in de kosten van de specialistische zorg en het regionaal team. De gemeenten van Holland Rijnland dragen bij aan de specialistische zorg vanuit het objectieve budget aan het regionale team, volgens het verdeelmodel van AEF.
Er wordt gewerkt met een financiële solidariteit die zo eenvoudig en eenduidig mogelijk is:
Iedere gemeente draagt bij naar rato van de inkomsten van het deel MO om de verslavings- zorg en preventie en bemoeizorg te bekostigen. Het gaat om zorg die door een aantal partijen in alle vijf de gemeenten wordt uitgevoerd. De ambtelijke en eventueel bestuurlijke gesprekken met de partijen worden gezamenlijke gevoerd.
Elk jaar is er een bedrag voor lokale initiatieven die bijdragen aan een goedlopende zorg en veiligheidsketen, gelijke preventie van dakloosheid, voorkomen van instroom in BW en MO en/ of bevorderen van uitstroom uit BW en MO. De lokale initiatieven kunnen bestaande en nieuwe initiatieven zijn. Om de lokale initiatieven te bekostigen wordt de eerste twee jaar een gedeelte van de resterende middelen van het investeringsfonds gebruikt. Gezien een aantal bestaande initiatieven komen we uit op een bedrag van €600.000 die verdeeld wordt volgens het AEF verdeelmodel over de deelnemende gemeenten.
Een eventueel overschot van de middelen, uiterlijk bij de jaarrekening, wordt toegevoegd aan de te vormen bestemde reserves Maatschappelijke zorg van iedere deelnemende gemeente.
De toerekening van de diverse saldi (betreffende de kosten van zorg, subsidies, uitvoeringsorganisatie en lokale initiatieven) wordt jaarlijks zodanig vormgegeven dat de verdeling van de totale subregionale reserve over de verschillende gemeenten aansluit bij het aandeel van de gemeenten in het totaal beschikbare budget.
Aan het eind van het jaar worden alle gemaakte kosten bij elkaar opgeteld (BW en MO zorgkosten, uitvoering, subsidies, kosten van lokale initiatieven) bij elkaar opgeteld. Tevens worden de totale opbrengsten (overdrachten uit Leiden, eigen rijksbijdragen van de deelnemende gemeenten, eigen bijdragen van cliënten) en eventuele onttrekkingen aan de reserves bij elkaar opgeteld. Op basis hiervan wordt het subregionale saldo bepaald. Op basis daarvan wordt bepaald wat de stand van de totale subregionale reserve is. Het aandeel van iedere gemeenten in de totale reserve wordt vervolgens bepaald op basis van het aandeel in de beschikbare middelen (overdracht uit Leiden, eigen rijksbijdrage en eigen bijdragen van cliënten) in het betreffende jaar. Door onderlinge verrekening van het budget wordt gerealiseerd dat iedere gemeente hun aandeel in de subregionale reserve beschikbaar heeft.
Artikel 11 Wijziging en uittreding
Een deelnemende gemeente die uit de regeling wenst te treden, maakt haar voornemen tot uittreding bekend bij de overige deelnemende gemeenten middels een aangetekend schrijven. De datum van uittreden is altijd 1 januari. Dit betekent dat er uiterlijk 15 maanden van tevoren de brief aangekomen moet zijn bij de deelnemende gemeenten.
Onverminderd het bepaalde in artikel 28 Wet gemeenschappelijke regelingen, verplichten de deelnemende gemeenten zich om in geval van geschillen over de inhoud en uitvoering van deze regeling met elkaar in overleg te treden, waarbij zal worden getracht dergelijke geschillen in der minne te beslechten.
Een geschil over deze overeenkomst wordt geacht aanwezig te zijn indien een van de deelnemende gemeente dit in een aangetekende brief aan een andere deelnemende gemeente kenbaar maakt. Alsdan verrichten de deelnemende gemeenten naar redelijkheid en billijkheid alle inspanning om het geschil minnelijk op te lossen.
Aldus vastgesteld door:
College van burgemeester en wethouders Hillegom
M. Witkamp
Secretaris
A. van Erk
Burgemeester van Hillegom
College van Burgemeester en wethouders Katwijk
R.T. Jie Sam Foek
Secretaris
C.L. Visser
Voorzitter
College van burgemeester en wethouders van Lisse
E. Prins
Secretaris
A.W.M. Spruit
Burgemeester
College van Burgemeester en wethouders Noordwijk
E.M. Overzier
gemeentesecretaris
W.J.A. Verkleij
burgemeester
College van burgemeester en wethouders Teylingen
J.F.A. Tomassen
gemeentesecretaris
C.G.J. Breuer
burgemeester
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-83759.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.