Gemeenteblad van Son en Breugel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Son en Breugel | Gemeenteblad 2024, 79517 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Son en Breugel | Gemeenteblad 2024, 79517 | beleidsregel |
Met dit uitvoeringsprogramma geven wij uitvoering aan de wettelijke verplichting1 om zowel voor vergunningverlening als het toezicht en handhaving hierop jaarlijks de Uitvoerings- en handhavingsstrategie 2023-20262 (U&H strategie) uit te werken. In dit uitvoeringsprogramma geven wij aan welke van de in de U&H strategie genoemde werkzaamheden wij dit jaar beogen te verrichten. Bij de invulling van het programma hebben wij rekening gehouden met de in de U&H strategie genoemde doelen en prioriteiten.
1.2 Uitvoerings- en handhavingsstrategie 2023-2026
De wettelijke verplichting om een U&H strategie vast te stellen maakt onderscheid tussen basistaken en niet-basistaken. Basistaken worden uitgevoerd door de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB). Hiervoor hebben we samen met de regio een uniforme regionale uitvoerings- en handhavingsstrategie (het ROK-VV en het ROK-TH) vastgesteld.
Voor alle andere taken die uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en zijn opvolger de Omgevingswet (Ow) voortvloeien, hebben wij lokaal beleid vastgesteld: de “Uitvoerings- en handhavingsstrategie 2023-2026”. Dit beleid beschrijft de keuzes die wij maken met betrekking tot de uitvoering van de vergunningverlening, toezicht en handhaving van de regels voor de fysieke (leef)omgeving in Son en Breugel.
Dit uitvoeringsprogramma bevat een uitwerking van de lokale uitvoerings- en handhavingsstrategie: een werkprogramma met welke taken wij in welke omvang het komende jaar uitvoeren.
In de U&H strategie zijn doelen gesteld voor de uitvoering en handhaving voor de periode 2023 – 2026. Deze doelen staan hieronder opgesomd. In hoofdstuk 3, 4 en 5 van dit uitvoeringsprogramma benoemen wij de concrete acties die wij dit jaar uitvoeren om deze doelen te verwezenlijken.
Bij iedere vernieuwing van het U&H beleidsdocument bepalen wij de prioriteiten aan de hand van een risicoanalyse. Met de risicoanalyse brengen we de negatieve effecten en de kans op overtreding van de regelgeving in beeld. De inschatting van de risico’s voor de leefomgeving is richtinggevend bij het stellen van prioriteiten bij het stimuleren en/of afdwingen van naleefgedrag.
De prioritering wordt vertaald in een uitvoeringsprogramma en bepaalt hoe wij de aanwezige capaciteit binnen de gemeente inzetten. Bij de jaarlijkse evaluatie van beleid en uitvoering(sprogramma) checken wij of de prioritering zo nodig bijgesteld moet worden. Bijvoorbeeld omdat overtredingen vaker voorkomen en/of een groter effect hebben dan verwacht. Uiteraard spelen ook politieke context en maatschappelijke ontwikkelingen hierbij een rol.
Figuur 1: prioritering uit U&H strategie
De activiteiten met prioriteit ‘Hoog’ pakken wij zoveel mogelijk met voorrang op. Deze prioritering betekent ook dat andere zaken minder aandacht krijgen of niet, dan wel niet direct, worden opgepakt.
Hoofdstuk 2 Beschikbare en benodigde middelen
In overeenstemming met de wettelijke regeling wordt ervoor gezorgd dat de benodigde en beschikbare financiële en personele middelen inzichtelijk worden gemaakt. Dit wordt gedaan in de begroting. Dit hoofdstuk gaat vooral in op de borging van de beschikbare middelen. Op de borging van de (daarmee overeenstemmende) benodigde middelen wordt ingegaan in paragraaf 2.4 en hoofdstukken 3, 4 en 5.
Wij zorgen er steeds voor dat voor de uitvoering van het uitvoeringsprogramma voldoende financiële en personele middelen beschikbaar zijn en dat deze middelen zo nodig worden aangevuld door extra geld vrij te maken. Als dit niet mogelijk is, wordt in overleg met de betrokken partij(en)/uitvoeringsinstanties het uitvoeringsprogramma zo nodig aangepast.
2.1 Beschikbare personele middelen
Bij de vergunningverlening, toezicht en handhaving is voornamelijk team Veilige Leefomgeving (VLO) betrokken. Daarnaast zijn ook enkele medewerkers betrokken van team Ruimte, Economie en Duurzaamheid (RED), team Service en Support en team Dienstverlening van de Dienst Dommelvallei. Om tijdens de uitvoering de objectiviteit van werkzaamheden te borgen en (schijn op) belangenverstrengeling te voorkomen, hanteren wij bij vergunningverlening, toezicht en handhaving een functiescheiding op persoons-, dossier- en objectniveau.
Voor de vergunningverlening geldt dat de administratief medewerker van team Veilige Leefomgeving een aanvraag of melding voor de inhoudelijke behandeling uitzet bij de betreffende vergunningverlener. Nadat de zaak inhoudelijk is afgehandeld, handelt de administratief medewerker de zaak administratief af. Uitzonderingen hierop zijn de behandeling van eenvoudige vragen, APV-vergunningen, de Alcoholvergunningen en kapvergunningen. Deze aanvragen worden zelfstandig afgehandeld door de medewerker van team Dienstverlening. In 2024 worden deze taken overgeheveld naar team Veilige Leefomgeving waardoor alle vergunningen en meldingen in een team zijn belegd.
Voor toezicht en handhaving geldt dat de medewerkers van de clusters Toezicht, Handhaving en Veiligheid het handhavingstraject initieel opzetten en uitvoeren. Of en in hoeverre er juridische inzet nodig is, laat zich op voorhand niet plannen. De toezichthouder checkt op vaste momenten in bouwprocessen, maar wordt ook ingeschakeld bij verzoeken om handhaving en meldingen. De toezichthouder kan ook ambtshalve casuïstiek aandragen bij handhaving. Het cluster handhaving pakt het (juridische) handhavingstraject op of neemt dit over van de toezichthouder.
Buitengewoon opsporingsambtenaren
Onze boa’s zijn opsporingsambtenaar, maar ook aangesteld als toezichthouder. Zij handhaven niet in de zin van de Gemeentewet, maar doen dit strafrechtelijk. De boa’s zijn de oren en ogen voor onze gemeente. Aangezien de boa’s belast zijn met toezicht en handhaving, worden hun werkzaamheden meegenomen in dit uitvoeringsprogramma.
Weergave van de begrote vaste formatie van 2024:
Werkbare uren3 |
||
Omgevingsloket en eerstelijnsvragen (vacature) (inclusief APV-vergunningen, kapvergunningen en meldingen) |
||
Figuur 2: Overzicht in 2024 begrote vaste fte VTH
Weergave van de begrote ingehuurde formatie 2024:
Figuur 3: Overzicht in 2024 begrote ingehuurde fte VTH
De bijdrage voor de begrote formatie ter uitvoering van dit programma (vooral loonkosten en personele- en organisatiekosten) is gedekt door het opnemen van een daarmee overeenstemmend bedrag in de gemeentelijke begroting:
Figuur 4: Overzicht begrote personele kosten
De bijdrage voor de begrote externe kosten ter uitvoering van het programma voor het Dommelstroom Interventie Team (bestaande uit een bijdrage loonkosten intergemeentelijk teamleider, kosten uitvoeringsorganisaties en handhavingskosten) is gedekt door het opnemen van een daarmee overeenstemmend bedrag in de gemeentelijke begroting:
2.2 Beschikbare financiële middelen: uitvoeringsorganisaties
Bij de realisatie van dit uitvoeringsprogramma maken wij gebruik van diverse uitvoeringsorganisaties. Hieronder worden de belangrijkste uitvoeringsorganisaties en werkzaamheden in het kader van dit uitvoeringsprogramma weergegeven. Daarbij is steeds het voor de betreffende uitvoeringsorganisatie in de begroting gereserveerde bedrag opgenomen. De kosten zijn volledig gedekt in de begroting. Onverwachte kosten worden bijgeraamd.
Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB)
De ODZOB voert taken uit voor de regio Zuidoost-Brabant op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Er is onderscheid tussen basistaken, verzoektaken en collectieve taken:
Collectieve taken zijn taken die op verzoek van (en in samenspraak met) de deelnemers voor het collectief worden uitgevoerd. Het zijn taken waarbij er voordeel ligt in of een noodzaak is voor een gezamenlijke aanpak. Dit kan zijn vanwege schaalvoordelen, gemeentegrens overschrijdende impact en/of bundeling van expertise. Het gaat hier onder andere om de regionale Milieu Klachten Centrale en ketenhandhaving zoals Samen Sterk in Brabant (SSIB) voor toezicht in het buitengebied.
De basis-, verzoek- en collectieve taken die wij conform het uniforme regionale uitvoerings- en handhavingsbeleid door de ODZOB laten uitvoeren, leggen wij jaarlijks vast in een werkprogramma, zie bijlage 1. Voor de uit te voeren taken inclusief de daarvoor berekende uren verwijzen wij naar het werkprogramma van de ODZOB.
Figuur 6: Begrote kosten werkprogramma ODZOB
Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO)
De VRBZO voert taken uit voor de regio Brabant-Zuidoost op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het gaat hier om wettelijk verplichte taken en gemeentelijke taken die collectief aan de VRBZO zijn opgedragen. Bij de collectieve taken gaat het om taken waarvan het voor de Veiligheidsregio efficiënter is om deze regionaal op te pakken in plaats van iedere gemeente afzonderlijk. In het kader van VTH zijn de taken van de VRBZO onder andere:
De toezichttaken die wij door de VRBZO laten uitvoeren leggen wij jaarlijks vast in een werkprogramma. De omvang van het werkprogramma en de daarvoor benodigde middelen worden in principe door de beschikbare Fte bij de VRBZO bepaald en is daardoor niet vrijelijk door de gemeente in te vullen. Voor het werkprogramma van de VRBZO verwijzen wij naar bijlage 2.
Voor de taken die wij door de VRBZO laten uitvoeren is een daarmee overeenstemmend bedrag in de gemeentelijke begroting opgenomen. Het gaat hier om een vaste bijdrage
Figuur 7: Begrote kosten werkprogramma VRBZO
Advies- en ingenieursbureau voor bouwconstructies
Voor advisering over deskundigheidsgebied 15 dat ziet op constructieve veiligheid, maken wij gebruik van de diensten van een advies- en ingenieursbureau voor bouwconstructies. Hiervoor is een kostenpost in de begroting gereserveerd. Zodra de Wkb verder wordt geïmplementeerd zal deze kostenpost verder dalen. De verwachting is dat de aanvragen die aan de constructeur worden voorgelegd al zullen afnemen door de inwerkingtreding van de Wkb voor gevolgklasse 1.
2.3 Overige beschikbare middelen
Naast de beschikbare ondersteunende technische, juridische en administratieve voorzieningen om een adequate en objectieve uitvoering mogelijk te maken, hebben wij de volgende financiële middelen beschikbaar en in de begroting geborgd:
2.4 Borging beschikbare en benodigde middelen
In hoofdstuk 3 (algemeen), 4 (Vergunningen) en 5 (Toezicht & Handhaving) zijn de programma’s verder uitgewerkt. Bij ieder programma is in de laatste paragraaf inzichtelijk gemaakt hoe de middelen geborgd zijn oftewel wat de benodigde uren voor de uitvoering van het programma zijn.
Uiteraard betreft dit een beredeneerde schatting. Per 1 januari 2024 zijn twee grote wetten in werking getreden waarvan de gevolgen voor VTH nog niet zo goed zijn in te schatten als andere jaren. De omvang van het programma en de beschikbare middelen zijn op elkaar afgestemd, waardoor het programma in beginsel uitvoerbaar is.
Hoofdstuk 3 Programma VTH breed: waar zetten we op in?
In deze paragraaf zetten wij de belangrijkste werkzaamheden uiteen die wij in 2024 gaan uitvoeren om de in het beleid genoemde doelen te realiseren. Voor het monitoren van het effect zijn, waar mogelijk, steeds de strategische doelen en indicatoren benoemd. De indicatoren sluiten aan bij de doelstelling en geven een beeld over in hoeverre doelstellingen behaald worden.
Een programmatische en cyclische benadering van uitvoering en handhaving levert op grond van wettelijke verplichtingen de volgende producten:
Aansluiten landelijke handhavingsstrategie Omgevingsrecht
Ons huidige beleid sluit aan bij de Landelijke Handhavingsstrategie (LHS) uit 2014. Per januari 2024 sluit de Gedeputeerde Staten aan bij de Landelijke handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO). De LHSO regelt dat alle handhavende instanties in Nederland de handhaving zo uniform mogelijk aanpakken. In de kern is deze strategie hetzelfde, maar deze strategie beschrijft en borgt de relatie tussen bestuursrecht en strafrecht nog beter dan zijn voorganger. Daarnaast is de strategie geschreven vanuit de terminologie die geldt onder de Omgevingswet. In 2024 zal ons beleid worden herzien zodat dit aansluit bij de LHSO.
Om te monitoren in hoeverre het uitvoeringsprogramma (en daarmee de beleidsmatige doelen) behaald worden, kunnen rapportages worden gegenereerd uit verschillende applicaties. Deze rapportages worden gebruikt als input bij het schrijven van het jaarverslag. Dit is ook conform de wettelijke verplichting. Vanwege de komst van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging moeten de applicaties PowerBrowser en TIM wellicht worden aangepast om juiste rapportages te kunnen genereren. Daarnaast tonen de rapportages op dit moment nog niet de gewenste resultaten wat betreft splitsing in verschillende type aanvragen. In 2024 zal worden bekeken hoe het rapporteren van de werkzaamheden zo goed mogelijk kan worden aangesloten op de wijze om verslag te kunnen leggen.
Voor de Boa’s nemen we vanaf januari 2024 een nieuwe module af in Sigmax4 waardoor waarnemingen eenvoudiger gerapporteerd kunnen worden. Dit kan na juiste implementatie meer inzicht bieden in de werkzaamheden van de boa’s.
Deze activiteit levert een bijdrage aan de beleidsdoelstelling Omgevingswet en Wkb-proof werken. De indicatoren betreffen het verwerken van de activiteiten voor vergunningverlening, toezicht en handhaving in PowerBrowser en TIM en het inrichten van Sigmax voor meer uitgebreide rapportages.
We proberen om zo efficiënt en effectief mogelijk met onze middelen om te gaan. De begroting dient dekkend te zijn voor onze inzet op risicobeheersing en beleidsdoelrealisatie. Wij inventariseren of de begroting voldoet aan deze beide elementen.
Voor deze inventarisatie maken we de kosten en financiële middelen voor uitvoering en handhaving inzichtelijk. Dit doen we voor het algemene personele stuk, maar ook specifiek voor de activiteiten die we dat jaar willen verrichten om de doelen in onze U&H strategie te behalen. Een uitvoeringsprogramma draagt hieraan bij. Ook een jaarlijkse evaluatie van het uitvoeringsprogramma en de beleidsdoelrealisatie kan hier input voor leveren. Waar nodig vragen wij budgetten aan of stellen we dat gedurende de begrotingscyclus bij. Wij begroten op basis van output.
Voor de kwaliteit van de uitvoering is de borging van een aantal zaken van belang:
Het vastleggen van onze werkprocessen is onder andere van belang voor de continuïteit van onze dienstverlening. Het ook daadwerkelijk werken volgens deze werkprocessen is van belang voor de uniformiteit van de uitvoering en handhaving, dus het op gelijke wijze handelen van de verschillende medewerkers. Beiden dragen bij aan het borgen van de kwaliteit van onze dienstverlening. Het opstellen en actueel houden van deze werkprocessen is, naast dat het een wettelijke verplichting is, ook van belang voor de bedrijfsvoering. Daarom gaan wij actief na waar werkprocessen en protocollen nog ontbreken dan wel geactualiseerd moeten worden. Waar nodig passen wij de werkprocessen, afspraken en dergelijke. In de specifieke programma’s gaan wij in op de processen die dit jaar (verder) opgesteld dan wel geactualiseerd worden (zie par. 4.3.2 en 5.3.2).
Het is belangrijk dat de kwaliteit van de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving goed is. Hiervoor zijn (landelijk) de zogenaamde “kwaliteitscriteria” in het leven geroepen, met daarin per deskundigheidsgebied minimale eisen aan o.a. opleiding(sniveau), werkervaring, tijdsbesteding en het aantal medewerkers. Het op orde hebben van de kwaliteitscriteria sluit aan bij onze vierde doelstelling: borgen kwaliteit van de organisatie en de medewerkers.
Wij zorgen dat we steeds een actueel overzicht hebben op de onderdelen waar we wel en niet voldoen aan de kwaliteitscriteria en nemen waar nodig actie om alsnog te kunnen voldoen. Indicator: in het jaarverslag zetten we de naleving van de kwaliteitscriteria uiteen, waarbij we aangeven waarom de kwaliteitscriteria al dan niet konden worden nageleefd en de te ondernemen acties om alsnog te voldoen. Hiermee geven we ook invulling aan de door de gemeenteraad vastgestelde verordening met betrekking tot de kwaliteitscriteria.
In de specifieke programma’s geven wij aan welke eventuele actie(s) wij dit jaar uitvoeren om aan de kwaliteitscriteria te voldoen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de doelstelling om te voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen voor de uitvoering van de U&H taken.
3.2.4 Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
De Omgevingswet (Ow) is per 1 januari 2024 in werking getreden. Met de Omgevingswet worden 26 wetten gebundeld in één overkoepelende wet voor de fysieke leefomgeving. Het doel is om de lokale overheid meer ruimte te geven en het voor initiatiefnemers eenvoudiger te maken om zaken te realiseren.
Gelijktijdig met de Omgevingswet is de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking getreden. De wet wordt gefaseerd ingevoerd waarbij de wet 1 januari in werking is getreden voor nieuwe bouwwerken in gevolgklasse 1. Andere gevolgklassen volgen later. Het doel van deze wet is om de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren door het inschakelen van private kwaliteitsborgers. Deze wet brengt net als de Omgevingswet een groot aantal wijzigingen aan in onder andere het vergunningenstelsel en het toezicht daarop.
De komst van deze twee wetten kent een lange voorbereidingstijd. Al vanaf 2017 lopen er voorbereidingen op de komst van de Omgevingswet. Deze twee wetten zullen van invloed zijn op de eerder aangehaalde punten: werkprocessen en kwaliteitscriteria.
In het kader van deze twee wetten worden de verschillende informatieproducten van de gemeente herschreven. Het voornaamste product is de website. Dit zal voor veel inwoners het startpunt vormen bij de zoektocht naar informatie. Het streven is om zo snel mogelijk een up-to-date website te hebben. In 2024 zal de website verder worden aangevuld en worden bekeken waar behoefte aan is vanuit inwoners. Dit sluit aan bij de doelstelling om actief en transparant te communiceren richting inwoners. Indicator: we gaan met steekproeven toetsen hoe duidelijk en klantvriendelijk onze website is. Verbeterpunten worden meegenomen.
Hoofdstuk 4 Programma vergunningen: waar zetten we op in?
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste activiteiten voor 2024 uiteengezet. Het programma is afgestemd op de begrote formatie en de afspraken met de uitvoeringsorganisaties. Een kanttekening hierbij is dat de inzet van medewerkers (en de werkvoorraad) voor een groot deel afhankelijk is van externe factoren.
In paragraaf 4.2 gaan we eerst in op de voor 2024 geraamde reactieve inzet, waarna we in paragraaf 4.3 ingaan op de activiteiten die wij in 2024 oppakken om de doelen in de U&H strategie te realiseren. In paragraaf 4.4 gaan we ten slotte in op de borging van de voor het programma benodigde middelen.
4.2 Raming reactieve inzet 2024
De vergunningverleners, administratieve en juridische ondersteuners behandelen vergunningen en meldingen en verzorgen informatieverstrekking en uitleg over geldende wet- en regelgeving. Samen met het adviseren over ruimtelijke regels beslaat dit het grootste gedeelte van het werk. De uitvoeringstaken zijn dan ook grotendeels afhankelijk van externe factoren. Het is bijna niet mogelijk om te sturen op de werkvoorraad. Het aantal ontvangen aanvragen en meldingen is vooral afhankelijk van initiatieven van burgers en bedrijven. Ook de omvang, volledigheid en juistheid van aanvragen of het aantal achteraf geconstateerde waarvoor wij alsnog een legaliserende omgevingsvergunning afgeven, kunnen een belangrijke rol spelen. Daarnaast zijn ontwikkelingen op lokaal, regionaal en landelijk niveau van invloed. De komst van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen zijn hier voorbeelden van. De raming van de reactieve inzet bij vergunningverlening dit jaar is gebaseerd op de gemiddelde resultaten van voorgaande jaren en bijgesteld op basis van de te verwachten ontwikkelingen.
Het uitvoeringsprogramma haakt in op het beleid door te omschrijving wat we dit jaar gaan doen om de in het beleid omschreven doelen te realiseren. Voor het monitoren van het effect zijn waar mogelijk steeds de strategische doelen en indicatoren benoemd. De indicatoren sluiten aan bij de doelstelling en geven een beeld over in hoeverre doelstellingen behaald worden.
In paragraaf 3.2.4 is al aangehaald dat diverse informatieproducten worden herschreven vanwege de komst van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Het cluster Vergunningverlening kan een bijdrage leveren in het actief en transparant communiceren richting inwoners en ondernemers. Overtredingen kunnen vaak voorkomen worden door aan de voorzijde actief te communiceren en voor te lichten. Ook verhoogt het de kans om een volledige aanvraag te ontvangen. Om dit te bereiken wordt ingezet op:
Concept verzoek: wij bieden potentiële aanvragers de mogelijkheid om een concreet plan als conceptaanvraag te laten toetsen aan het Omgevingsplan en/of welstandseisen (het voormalige schetsplan). Er zijn kosten verbonden aan deze toets, maar deze kosten worden afgetrokken van de leges bij een definitieve aanvraag;
De indicator van deze activiteit betreft het aantal vooroverleggen en informatieverzoeken.
De kerntaken die bij vergunningverlening binnen de overheid uitgevoerd moeten worden, zijn:
Sloopmeldingen, bodemtaken en aanvragen waarbij de onderdelen “milieu” en/of monumenten een deeltoestemming betreffen laten wij dit jaar geheel onder mandaat door de omgevingsdienst afhandelen.
Doelstelling is het borgen van kwaliteit en daardoor onveilige situaties voorkomen. Door ons vergunningverleningsproces op bovenstaande wijze in te steken, maken we gebruik van externe expertise op de vlakken waarop we deze intern niet kunnen leveren. De overgang naar de Omgevingswet vraagt extra inzet.
De indicator betreft het aantal (aangevraagde en verleende) omgevingsvergunningen.
Bij vergunningverlening is onze doelstelling een klantvriendelijke dienstverlening door duidelijk te zijn in wat er verwacht mag worden, een luisterend oor te bieden en snel te reageren. Dit doen we door:
De indicator hierbij betreft het aantal 1) tijdig en juist afgehandelde telefoonnotities, 2) aanvragen waarvan de beslistermijn is verlengd, 3) aanvragen van rechtswege. Deze activiteiten leveren niet direct een bijdrage aan de gestelde strategische doelen. Deze activiteiten sluiten wel aan bij het dienstverleningsconcept dat binnen onze organisatie is opgesteld.
De kosten voor de uitvoering van het in dit hoofdstuk weergegeven programma zijn in beginsel begroot binnen de in de begroting beschikbaar gestelde middelen zoals weergegeven in hoofdstuk 2 en de werkprogramma’s van de uitvoeringsorganisaties. De kosten die niet zijn weergegeven in hoofdstuk 2 zijn de volgende:
Om invulling te geven aan de kwaliteitscriteria wordt dit jaar, naast de in hoofdstuk 2 benoemde uitvoeringsorganisaties, gebruikgemaakt van de expertise van de Odzob op het gebied van bouwfysica. |
Deze kosten kunnen worden gedekt uit bestaand budget. Mochten de kosten onverhoopt hoger zijn dan verwacht dan moeten deze worden bijgeraamd.
Hoofdstuk 5 Programma Toezicht & Handhaving: waar zetten we op in?
In dit hoofdstuk geven wij de belangrijkste activiteiten waar we in 2024 op inzetten. In paragraaf 5.2 gaan wij eerst in op de voor 2024 geraamde reactieve inzet, waarna wij paragraaf 5.3 ingaan op de activiteiten die wij in 2024 oppakken om de doelen uit de U&H strategie te realiseren. In paragraaf 5.4 gaan we tenslotte in op de borging van de voor het programma benodigde middelen.
5.2 Raming reactieve inzet 2024
De medewerkers toezicht en handhaving houden toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving. Zij houden toezicht op verleende omgevingsvergunningen, behandelen verzoeken om handhaving en klachten en gaan (waar nodig) af op meldingen en signalen. Ook verzorgen zij o.a. informatieverstrekking en uitleg over geldende wet- en regelgeving. De inzet is vooral afhankelijk van enerzijds het aantal en de uitvoering van de verleende omgevingsvergunningen en anderzijds het algemene naleefgedrag van burgers, bedrijven en instanties. De werkzaamheden van toezicht en handhaving zijn op voorhand niet te plannen. Daarnaast speelt de complexiteit van het dossier, de politieke context en de aangewende rechtsmiddelen een grote rol bij de inzet.
Op basis van o.a. de prioritering en de gegevens van voorgaande jaren is daarom op hoofdlijnen een inschatting gemaakt van de te verwachten reactieve inzet in aantallen en/of uren. Kanttekening hierbij is dat de registratie de afgelopen jaren niet optimaal en volledig was, er knelpunten waren in de bezetting.
Figuur 11: Prognose toezicht- en handhavingszaken (excl. Boa’s)
Het uitvoeringsprogramma haakt in op het beleid door te omschrijving wat we dit jaar gaan doen om de in het beleid omschreven doelen te realiseren. Voor het monitoren van het effect zijn waar mogelijk steeds de strategische doelen en indicatoren benoemd. De indicatoren sluiten aan bij de doelstelling en geven een beeld over in hoeverre doelstellingen behaald worden.
Om de doelen in het beleid te realiseren zetten wij de preventiestrategie als volgt in:
Op dit moment werken de clusters vergunningverlening en toezicht in PowerBrowser terwijl handhaving werkt met Djuma. De zaken die in PowerBrowser worden geplaatst, zijn ook in Djuma te raadplegen. Het feit dat de drie clusters niet met dezelfde software werken, zou ervoor kunnen zorgen dat zaken over het hoofd worden gezien. Dit is niet wenselijk. In 2024 wordt onderzocht of het mogelijk is om ook handhaving over te hevelen naar PowerBrowser. De doelstelling die hier (in)direct bij gebaat is, is de doelstelling om kwaliteit van de organisatie en medewerkers te borgen. De indicator voor dit actiepunt vormt het inrichten van de handhavingsprocessen in het systeem PowerBrowser.
Overtredingen kunnen vaak voorkomen worden door aan de voorzijde actief te communiceren richting inwoners en door juiste voorlichting te geven. Het doel van deze activiteit is om in het voortraject zo veel mogelijk te doen om te voorkomen dat we achteraf (formeel) tot actie over moeten gaan. Hiertoe zetten we o.a. in op:
Toezichthouder: burgers en bedrijven worden ook geïnformeerd door onze toezichthouder, die buiten veelal het eerste aanspreekpunt is. Daar waar mogelijk hanteren wij een positieve benadering. Dat betekent dat de benadering zich richt op de voordelen van naleven, benadrukken van het nut van regels, sociale norm en het voorkomen of ongedaan maken van overtredingen.
De indicator van deze activiteit betreft het aantal principeverzoeken en informatieverzoeken. Deze activiteit levert een bijdrage aan het strategische doel “preventief handhaven”.
Wanneer wij het vermoeden hebben dat een handhavingsdossier voortkomt uit intermenselijke problemen, waarbij de onderlinge verhouding verstoord lijken en ruzies worden uitgevochten via wettelijke procedures, overwegen wij om het instrument “buurtbemiddeling” in te zetten. Doelstelling is om het conflict in een zo vroeg mogelijk stadium op te lossen en hiermee verdere escalatie te voorkomen.
De gemeente heeft buurtbemiddeling ingekocht. Inwoners kunnen zelf naar buurtbemiddeling toe stappen, maar kunnen zich ook melden bij gemeente en/of politie. De inzet van laagdrempelige buurtbemiddeling is maatwerk. Het slagen ervan is sterk afhankelijk van de omstandigheden van het geval.
De indicator van deze activiteit betreft het aantal bemiddelingen uitgevoerd door buurtbemiddeling. Deze activiteit draagt bij aan het strategische doel “preventief handhaven”.
Naleefgedrag van burgers en bedrijven wordt verhoogd als men regels begrijpt en het nut hiervan inziet. Het is taak voor ons als overheid om te beoordelen of regels uit een verordening of richtlijnen nog voldoen en nodig zijn. Signalen hiervan geven wij door aan de medewerker(s) die verantwoordelijk zijn voor het betreffende product.
5.3.2 Toezicht- en sanctiestrategie
In deze paragraaf wordt ingegaan op toezicht en handhaving. De kerntaken die bij deze clusters binnen de overheid uitgevoerd moeten worden, zijn:
Naast het toezicht op alle niet onder de basistaken vallende milieutaken (inclusief het aspect externe veiligheid en groene wetgeving) laten wij ook het toezicht op bodem en slopen van A tot Z onder mandaat door de omgevingsdienst afhandelen. De omgevingsdienst handelt deze taken af conform het Regionaal Uitvoeringskader Milieutoezicht (ROK-TH), Regionaal uitvoeringsbeleid Asbesttaken en regionaal uitvoeringsbeleid Besluit bodemkwaliteit.
Doelstelling van deze activiteiten is het voorkomen van: onveilige situaties, overtredingen en hinder/overlast. Hierbij speelt ook snelheid en tijdigheid van optreden een belangrijke rol. Het is daarom van belang om de bezetting op orde te hebben. Het is nog onduidelijk hoe de komst van de Omgevingswet en Wkb de werkvoorraad van toezicht en handhaving zal beïnvloeden. Het is belangrijk om dit goed te monitoren en op tijd maatregelen te treffen wanneer de werkvoorraad te hoog wordt.
De indicator hierbij betreft het aantal controles, waarschuwingen, voornemens tot een last, opgelegde lasten. Deze activiteiten leveren een bijdrage aan de strategische doelen Borgen kwaliteit van de organisatie en de medewerkers en Risico gestuurd werken.
Bij toezicht en handhaving is onze doelstelling een klantvriendelijke dienstverlening door duidelijk te zijn in wat er verwacht mag worden, een luisterend oor te bieden en snel te reageren. Dit doen we door:
De indicatoren hierbij betreffen het aantal 1) tijdig en juist afgehandelde telefoonnotities, 2) binnen de (gecommuniceerde) beslistermijn genomen besluiten op verzoeken om handhaving en 3) het aantal controlerapporten dat binnen de beoogde termijn wordt opgemaakt en gecommuniceerd. Deze activiteiten leveren niet direct een bijdrage aan de gestelde strategische doelen. Deze activiteiten sluiten wel aan bij het dienstverleningsconcept dat binnen onze organisatie is opgesteld.
In 2024 richten we de werkzaamheden van de boa’s meer projectmatig in. Het thema van de projecten bepalen we aan de hand van vragen en meldingen. Daarnaast herintroduceren we het boa-overleg. Tijdens dit overleg bespreken we lopende en afgeronde projecten en bepalen we komende projecten en inzet. De prioriteiten voor de boa’s zijn:
5.3.4 Dommelstroom Interventie Team (DIT)
Binnen de zes gemeenten van het basisteam Dommelstroom is het initiatief ingezet om te komen tot een doorontwikkeling en professionalisering van integrale handhaving in relatie tot de aanpak van ondermijning en (integrale) veiligheid. Medio 2020 is binnen het basisteam Dommelstroom een bestuurlijk interventieteam van start gegaan onder leiding van een intergemeentelijke teamleider. Het DIT heeft een duidelijke verbinding met de aanpak van ondermijning en is gericht op het integraal uitoefenen van toezicht en handhaving van wettelijke en lokale regelgeving ten behoeve van complexe casuïstiek, het voorkomen en signaleren van strafbare feiten en het handhaven van de openbare orde en veiligheid. Dit naar voorbeeld van het Peelland interventieteam.
Op basis van de in een convenant vastgelegde afspraken levert iedere partner een (vaste) deelnemer: een of meerdere vertegenwoordigers die deelnemen aan de structurele overleggen en interventies.
De vaste deelnemer van onze gemeente is afkomstig uit het cluster veiligheid. Daarnaast gaat de toezichthouder regelmatig mee met controles.
Voor de uitvoering van het programma Toezicht & Handhaving verwachten wij in totaal onderstaande middelen nodig te hebben.
Hoofdstuk 6 Methodiek evalueren en monitoren
Door monitoring van de resultaten en voortgang van de uitvoering van het beleid en uitvoeringsprogramma houden we zicht op de mate van doelrealisatie (effectiviteit). De monitoringsresultaten geven wij weer in het jaarverslag. Het jaarverslag wordt gebruikt voor het bijsturen van de operationele cyclus. Dit is van belang voor eventuele bijsturing en de verantwoording aan onze raad en burgers.
De wijze waarop wij monitoren leggen wij jaarlijks vast on het uitvoeringsprogramma via indicatoren. Wij registreren via de backoffice applicaties PowerBrowser, het zaaksysteem Djuma, Sigmax en het tijdschrijfsysteem TimEnterprise. Het gaat dan om de volgende gegevens:
In het uitvoeringsprogramma zijn taken opgenomen die door uitvoeringsorganisaties uitgevoerd worden. De uitvoeringsorganisaties registreren zelf hun gegevens en verstrekken deze periodiek aan ons. Zij dragen zelf zorg voor verslaglegging.
In tussentijdse overleggen met de uitvoeringsorganisaties wordt de voortgang van het werkprogramma, eventuele knelpunten, de samenwerking en dergelijke besproken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-79517.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.