Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
- a.
aanvrager: de eigenaar-bewoner die een aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling heeft ingediend;
- b.
ASV: Algemene subsidieverordening Pekela 2012;
- c.
bespaarcoach: een expert van het Regionaal Woon en Leefbaarheidsplan die in opdracht van de gemeente Pekela inwoners helpt met het maken van een verduurzamingsplan van hun woning inclusief financiering;
- d.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pekela;
- e.
eigenaar-bewoner: natuurlijke persoon die eigenaar en bewoner is van een als woning gebruikte en geregistreerde onroerende zaak;
- f.
huishouden: de alleenstaande, alleenstaande ouder of het gezin, zoals bedoeld in artikel 4 van de Participatiewet;
- g.
minimumloon: het minimumloon als gedefinieerd in artikel 1, aanhef en onderdeel f van de Toeslagenwet;
- h.
Msnp: minnelijk traject waarbij de schuldhulpverlener een regeling treft met de schuldeisers;
- i.
woning: afzonderlijk gedeelte van een gebouw, welk gedeelte tot bewoning is bestemd, met het daarbij behorende deel van de grond;
- j.
WOZ-waarde: de waarde die een woning op grond van de Wet waardering onroerende zaken toegekend heeft gekregen;
- k.
Wsnp: wettelijk traject via de Wet schuldsanering natuurlijke personen.
Artikel 2 Toepassingsbereik
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde maatregelen.
Artikel 3 Criteria waar woningen aan moeten voldoen
- 1.
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor:
- a.
maatregelen voor energiebesparing of opwekking van duurzame energie als bedoeld in bijlage 1;
- b.
isolatiemaatregelen als bedoeld in bijlage 2.
- 2.
De maatregelen als bedoeld in het eerste lid kunnen enkel aangewend worden voor een woning in de gemeente Pekela die in het bezit is van de bewoner(s) van deze woning.
- 3.
De maatregelen als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel a kunnen enkel aangewend worden voor een woning die vóór 1994 is gebouwd.
- 4.
Aanvullend op het tweede lid wordt de subsidie als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel b uitsluitend verstrekt voor woningen die slecht geïsoleerd zijn. Hiervan is sprake als:
- a.
de woning een (voorlopig) energielabel D, E, F of G heeft, of:
- b.
de woning geen (voorlopig) energielabel heeft en minimaal 2 of meer bouwdelen als bedoeld in bijlage 3 niet of slecht zijn geïsoleerd.
Artikel 4 Doelgroep
- 1.
Voor de subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a komen uitsluitend natuurlijke personen die eigenaar en bewoner zijn van een als woning gebruikte en geregistreerde onroerende zaak in aanmerking, mits:
- a.
het huishouden van de eigenaar-bewoner gedurende het jaar voorafgaand aan het moment waarop de aanvraag is ingediend een gezamenlijk inkomen heeft dat niet hoger is dan 125% van het minimumloon; of
- b.
de eigenaar-bewoner waarvan het gezamenlijke inkomen van het huishouden boven de inkomensgrens als bedoeld in onderdeel a ligt, in een Wsnp- of Msnp-traject zit waarbij het besteedbaar inkomen na aflossing gelijk of lager is dan 125% van het minimumloon.
- 2.
Voor de subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel b komen uitsluitend natuurlijke personen die eigenaar en bewoner zijn van een als woning gebruikte en geregistreerde onroerende zaak in aanmerking, mits de woning van de aanvrager in het peiljaar 2023 een WOZ-waarde heeft van maximaal € 249.000.
Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen en betaling
- 1.
Uitsluitend kosten voor maatregelen energiebesparing, energie opwek of isolatie als bedoeld in bijlagen 1 of 2 bij deze nadere regels komen in aanmerking voor subsidiëring.
- 2.
Voor subsidie komen de in redelijkheid gemaakte kosten (inclusief btw) in aanmerking die direct verbonden zijn aan de uitvoering van de activiteiten. Dit zijn kosten voor het aanschaffen, installeren en in bedrijf stellen van de maatregelen energiebesparing of isolatie.
- 3.
De betaling van de subsidie gaat als volgt. De gemeente Oldambt kan de kosten voor maatregelen als bedoeld in artikel 3 betalen aan de eigenaar-bewoner als deze de kosten heeft gedragen. De eigenaar-bewoner overlegt betaalbewijzen van de kosten die hij heeft gemaakt.
- 4.
In afwijking van het derde lid kan de uitvoerder van de activiteiten als bedoeld in artikel 3 de kosten hiervoor in rekening bij de gemeente Oldambt, die door het college is gemandateerd om te beslissen op aanvragen op grond van deze nadere regels. De gemeente Oldambt betaalt die rekening en factureert vervolgens het vastgestelde subsidiebedrag aan het college.
Artikel 6 Hoogte van de subsidie
- 1.
De subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a bedraagt maximaal € 1.750 per woning.
- 2.
De subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel b bedraagt maximaal € 1.750 per woning.
- 3.
Een aanvrager die gebruik heeft gemaakt van de subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a of de subsidie als bedoeld in artikel 3 van de subsidieregeling energie besparende maatregelen woningen van eigenaar-bewoners gemeente Pekela 2023 kan eveneens gebruik maken van de subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel b.
Artikel 7 Wijze van verdeling
- 1.
Het budget voor de subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a bedraagt € 395.000,-voor de periode 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024.
- 2.
Het budget voor de subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel b bedraagt € 650.000 voor de periode 1 januari 2023 tot en met 31 december 2026.
- 3.
Als een aanvrager in aanmerking komt voor beide subsidies als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt een subsidie verstrekt op grond van artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a.
- 4.
Verlening van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen. Indien door volledige honorering van een aanvraag het subsidieplafond zou worden overschreden wordt die aanvraag gehonoreerd tot dat plafond wordt bereikt. Latere aanvragen worden geweigerd.
Artikel 8 Aanvraag
- 1.
Een aanvraag kan voorafgaand aan het aanschaffen, installeren en in bedrijf stellen van de maatregelen voor energie of isolatie worden ingediend:
- a.
via een bespaarcoach, of:
- b.
met een door het college vastgesteld aanvraagformulier
- 2.
Als de aanvrager de aanvraag via een bespaarcoach indient, bevat de aanvraag in afwijking van artikel 6, tweede lid van de ASV een door de bespaarcoach opgesteld verduurzamingsplan, bestaande uit een besparingsplan en financieel plan met het gevraagde subsidiebedrag. Naast het verduurzamingsplan bevat de aanvraag eveneens een offerte van de te treffen maatregelen.
Artikel 9 Aanvraagtermijn
- 1.
In afwijking van artikel 7, derde lid van de ASV wordt een aanvraag op grond van deze nadere regels ingediend uiterlijk 4 weken voor de start van de activiteit.
- 2.
Een aanvraag kan uiterlijk 31 december 2024 worden ingediend voor een subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a.
- 3.
Een aanvraag kan uiterlijk 30 juni 2026 worden ingediend voor een subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel b.
Artikel 10 Beslistermijn
- 1.
In afwijking van artikel 8, tweede lid van de ASV, beslist het college binnen 4 weken na ontvangst van een volledige aanvraag.
- 2.
Het college kan eenmalig besluiten tot verlenging van de termijn als bedoeld in het eerste lid met maximaal 4 weken.
Artikel 11 Aanvullende weigeringsgronden
Op basis van artikel 9, derde lid, aanhef en onderdeel f van de ASV kan subsidieverstrekking worden geweigerd als:
- a.
de aanvrager is begonnen met het aanschaffen, installeren en in bedrijf stellen van maatregelen voor energiebesparing of isolatie voordat hij een aanvraag voor subsidie heeft ingediend;
- b.
de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met het algemeen belang of belang van openbare orde, volksgezondheid, veiligheid en milieuhygiëne;
- c.
de kosten naar het oordeel van het college niet in verhouding staan met de activiteit.
Artikel 12 Verplichtingen
- 1.
De maatregelen energiebesparing, duurzame opwek of isolatie dienen binnen 1 jaar nadat de subsidie is ontvangen te zijn uitgevoerd of binnen die termijn dient schriftelijk hiertoe opdracht te zijn gegeven.
- 2.
In afwijking van het eerste lid dienen de maatregelen energiebesparing of isolatie uiterlijk 31 december 2026 te zijn uitgevoerd of dient binnen deze termijn schriftelijk hiertoe opdracht te zijn gegeven.
- 3.
Als niet aan de verplichting als bedoeld in het eerste lid is voldaan, kan de vaststelling worden ingetrokken en de subsidie worden teruggevorderd.
Artikel 13 Verantwoording
- 1.
In afwijking van artikel 10 van de ASV worden subsidies vrijgesteld van verantwoording.
- 2.
Een aanvrager toont, indien het college dit wenst, door middel van facturen aan welke kosten zijn gemaakt. Deze facturen moeten 5 jaar worden bewaard.
- 3.
Als de aanvrager middels facturen niet kan bewijzen welke kosten zijn gemaakt, kan de aanvrager middels foto’s van de maatregelen energiebesparing of isolatie bewijzen dat deze zijn uitgevoerd.
- 4.
Als het college niet middels foto’s kan vaststellen of de maatregelen energiebesparing of isolatie zijn uitgevoerd, kan het middels een huisbezoek vaststellen of deze maatregelen zijn uitgevoerd.
Artikel 14 Subsidievaststelling
- 1.
Op basis van artikel 13 van de ASV worden subsidies direct door het college verleend en vastgesteld.
- 2.
De subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel a wordt vastgesteld op een lager bedrag dan € 1.750 als dat aangevraagd wordt. Anders wordt het subsidiebedrag op € 1.750 vastgesteld.
- 3.
De subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, aanhef en onderdeel b wordt vastgesteld op een lager bedrag dan € 1.750 als dat aangevraagd wordt. Anders wordt het subsidiebedrag op € 1.750 vastgesteld.
Artikel 15 Hardheidsclausule
Het college kan, in bijzondere gevallen, een of meerdere artikelen van deze nadere regels buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Toepassingen van deze hardheidsclausule worden gemotiveerd in de besluiten.
Artikel 16 Slotbepalingen
- 1.
Deze nadere regels worden aangehaald als Subsidieregeling energiebesparing en isolatie woningen van eigenaar-bewoners gemeente Pekela 2023.
- 2.
Deze nadere regels treden in werking op de dag na bekendmaking en vervallen op 31 december 2026, met dien verstande dat ze van toepassing blijven op subsidies waarvoor op basis van deze nadere regels een subsidie is verstrekt.
- 3.
Op de dag na bekendmaking van deze subsidieregeling wordt de subsidieregeling 'Bestrijding energiearmoede gemeente Pekela' ingetrokken.
- 4.
Besluiten die op grond van de subsidieregeling 'Bestrijding energiearmoede gemeente Pekela' zijn genomen, worden geacht te zijn genomen op grond van deze nadere regels.
- 5.
Bijlagen 1, 2 en 3 bij deze subsidieregeling maken integraal onderdeel uit van deze subsidieregeling.
Bijlage 1 Lijst met energiebesparende maatregelen
- 1.
Dakisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)
- 2.
Zolder/vlieringisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)
- 3.
Vloerisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)
- 4.
Spouwmuurisolatie (Rc ≥ 1,1 m² K/W)
- 5.
Paneelisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)
- 6.
Isolatie massieve muur (Rc ≥ 3,5 m² K/W)
- 7.
Bodemisolatie (Rc ≥ 3.5 m² K/W)
- 8.
HR˖˖glas (Uglas ≤ 1,2W/ m² )
- 9.
HR+++glas (Uglas ≤ 0,7 W/ m²k+ vervaning kozijnen met uf waarde maximaal 1,5 w/m2k
- 10.
Raamkozijn en/of gevelbekleding bij het vervangen van glas
- 11.
- 12.
- 13.
- 14.
Warmteterugwinning douche
- 15.
Ventilatiesysteem met minimaal 90% warmteterugwinning
- 16.
Toelichting
Isolatiewaardes dak, vlier, spouw, paneel en bodem (punt 1, 2, 3, 4, 5, en 6): in de maatregelenlijst zijn voor isolatie minimale Rc-waarden vermeld. De Rc-waarde staat voor de warmteweerstand van het materiaal. Hoe hoger de Rc-waarde hoe beter de isolatie. De hier vereiste minimale waarden betreffen de isolatiewaarden van de toegepaste isolatiematerialen.
Bij punt 2, de zolder/vlieringisolatie geldt als aanvullende voorwaarde dat de zolder of vliering onverwarmd moet zijn om voor subsidie in aanmerking te komen. Er mogen geen voorzieningen aanwezig zijn waarmee deze ruimte verwarmt kan worden.
De U-waarde HR˖˖glas (punt 7) wordt onder andere bepaald door de dikte van de glaslagen, de dikte van de spouw tussen de glaslagen, het soort glas van de vulling en de al of niet aanwezige coating van het glas. Indien het voor de plaatsing van HR˖˖- of triple glas wenselijk is nieuwe ramen of kozijnen te plaatsen en/of gedeeltelijk aan te passen en/of aanpassing nodig is van reeds aanwezige gevelbekleding, dan vallen deze kosten ook onder de subsidieregeling.
Bijlage 2 Lijst met isolatiemaatregelen
- 1.
Dakisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)
- 2.
Vloerisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)
- 3.
Spouwmuurisolatie (Rc ≥ 1,1 m² K/W)
- 4.
Zolder/vlieringisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)
- 5.
Paneelisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)
- 6.
Isolatie massieve muur (Rc ≥ 3,5 m² K/W)
- 7.
Bodemisolatie (Rc ≥ 3,5 m² K/W)
- 8.
HR˖˖glas (Uglas ≤ 1,2W/ m² )
- 9.
HR˖˖˖glas (Uglas ≤ 0,7 W/ m² )
Toelichting
Isolatiewaardes dak, vloer, spouw, paneel en bodem (punt 1, 2, 3, 4, 5, en 6): in de maatregelenlijst zijn voor isolatie minimale Rc-waarden vermeld. De Rc-waarde staat voor de warmteweerstand van het materiaal. Hoe hoger de Rc-waarde hoe beter de isolatie. De hier vereiste minimale waarden betreffen de isolatiewaarden van de toegepaste isolatiematerialen.
Bij punt 2, de zolder/vlieringisolatie geldt als aanvullende voorwaarde dat de zolder of vliering onverwarmd moet zijn om voor subsidie in aanmerking te komen. Er mogen geen voorzieningen aanwezig zijn waarmee deze ruimte verwarmt kan worden.
De U-waarde HR˖˖glas (punt 7) wordt onder andere bepaald door de dikte van de glaslagen, de dikte van de spouw tussen de glaslagen, het soort glas van de vulling en de al of niet aanwezige coating van het glas. Indien het voor de plaatsing van HR˖˖ - of triple glas wenselijk is nieuwe ramen of kozijnen te plaatsen en/of gedeeltelijk aan te passen en/of aanpassing nodig is van reeds aanwezige gevelbekleding, dan vallen deze kosten ook onder de subsidieregeling.
Bijlage 3 Beoordeling slecht geïsoleerde woningen
Op basis van tabel 1 wordt beoordeeld of een bouwdeel slecht is geïsoleerd.
Tabel 1: beoordeling isolatie bouwdelen
Bouwdeel
|
Omschrijving wanneer aan te pakken
|
Indicatie dikte of Rc of U-waarde
|
Dak, hellend/plat
|
Geen, slechte of matige isolatie
|
Rc ≤ 2,5
|
Dak, zolder-/ vlieringisolatie
|
Geen zolder-/ vlieringisolatie aanwezig
|
Rc ≤ 2,5
|
Gevel
|
Geen spouwmuurisolatie, voorzetwand of buitengevelisolatie aanwezig
|
Spouw: Rc ≤ 1,3
Gevel: Rc ≤ 2,5
|
Vloer- /bodemisolatie
|
Geen of slechte vloer- en bodemisolatie aanwezig
|
Rc ≤ 1,3
|