Gemeenteblad van Alkmaar
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2024, 77942 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Alkmaar | Gemeenteblad 2024, 77942 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening Parkeerbelasting 2024
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
uitbreidingskader: de begrenzing door de raad vastgelegd waarbinnen het college een experiment kan doen voor een tijdelijk ander parkeerregime. Dat gebied wordt begrensd door de rode gearceerde lijn met de benaming uitbreidingskader zoals aangegeven op de Kaart gebiedsindeling parkeertarieven op straat van Bijlage II van de vigerende Verordening Parkeerbelastingen;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel 2, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel (zie bijlage I).
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur c.q. het aanmelden van de parkeertransactie door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer, met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2 lid 1, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders, voor zover de betreffende locaties zijn gelegen binnen de grenzen zoals vastgesteld door de raad.
Artikel 9 Heffing naar tijdsgelang
Indien een vergunning als bedoeld in artikel 2 lid 2, welke geldig is tot het einde van het vergunningjaar in de loop van het vergunningjaar wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op restitutie voor het aantal resterende dagen van het vergunningjaar. Dit geldt voor de vergunning bewoners, vergunning bedrijven, en de hulpverleningsvergunning.
Artikel 11 Vrijstelling van het betalen van parkeerbelastingen
Het parkeren van de volgende gebruikers wordt niet gereguleerd en zijn derhalve vrijgesteld van het parkeren van parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 2 van deze verordening:
voertuigen die zijn voorzien van een geldige gehandicaptenparkeerkaart. Op een parkeerplaats die is aangeduid met bord conform model E6 uit bijlage 1 van het RVV 1990 moet de geldende gehandicaptenparkeerkaart worden gebruikt in combinatie met een parkeerschijf, zoals bedoeld in de ‘Regeling gehandicaptenparkeerkaart’.
Het college bepaalt dat houders van een gehandicaptenparkeerkaart, naast het digitale systeem waarbij er wordt aangemeld in het digitaal parkeerrecht GPK-systeem, zoals bedoeld in artikel 1 onder p, ook hun papieren gehandicaptenparkeerkaart kunnen gebruiken om in aanmerking te komen voor vrijstelling van het betalen van parkeerbelasting. Het gebruik van de papieren gehandicaptenparkeerkaart vindt plaats op de wijze zoals beschreven in lid 1 onder a.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
De Verordening parkeerbelastingen 2023, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;
De raad van Alkmaar, 18 december 2023
mw. drs. A.M.C.G. Schouten,
burgemeester
mw. mr. V.H. Hornstra,
griffier
BIJLAGE I: Tarieventabel, behorende bij artikel 3 lid 5 de Verordening parkeerbelastingen 2024
(1**) de maximale parkeertijd bedraagt 0,5 of 1 uur
|
||
Het tarief voor het parkeren met een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2 lid 2, bedraagt: |
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
||
|
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting als bedoeld in art. 2 lid 1 bedragen € 76,70
BIJLAGE II: Kaart gebiedsindeling parkeertarieven op straat
De verordening parkeerbelastingen is de grondslag waarop de gemeente betaald parkeren in de vorm van parkeerbelastingen kan toepassen. Zij vindt haar grondslag in artikel 225 van de gemeentewet. Hierin is aangegeven dat een gemeente in het kader van parkeerregulering parkeerbelastingen kan heffen. In beginsel kunnen parkeerbelastingen worden geheven op de binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden Dit betekent dat de gemeente niet alleen op haar eigen grondgebied, maar ook op andere plaatsen die voor het openbaar verkeer openstaan, parkeerbelastingen kan heffen.
Uitzondering hierop zijn de plaatsen achter een (virtuele) barrière liggen. Krachtens artikel 3 van dat besluit worden Publiekrechtelijke lichamen als ondernemer aangemerkt. Over de parkeerinkomsten uit die betreffende plaatsen dient BTW gerekend te worden. In dat geval is het heffen van parkeerbelastingen niet mogelijk. Het betreft hier niet alleen de parkeergelden in de parkeergarages, maar bijvoorbeeld ook eventuele parkeergelden die worden gevraagd om in de afgesloten binnenstad te parkeren.
Voorts zijn de volgende artikelen uit de Gemeentewet relevant voor het toepassen van parkeerbelastingen.
Ten slotte is er ook nog het besluit gemeentelijke parkeerbelastingen. Dit gaat voor een belangrijk deel over de wielklem en het wegslepen van voertuigen van wanbetalers. In dit besluit is echter ook het cashless betalen geregeld (artikel 1a). Dat de wetgever niet altijd actueel is blijkt wel uit het tweede lid van dit artikel daar staat het volgende te lezen. “In de situatie, bedoeld in het eerste lid, zal de belastingplichtige voor de voldoening op aangifte tenminste moeten kunnen kiezen tussen een rekening-gebonden chipkaart en een niet-rekening gebonden chipkaart met landelijke dekking. Voorts dienen in de lokale situatie voldoende oplaad- en verkooppunten beschikbaar te zijn.” Zoals u weet zijn prepaid chipbetalingen (i.c. de chipknip) sinds januari niet meer mogelijk.
De in dit artikel genoemde belastbare feiten zijn overgenomen uit artikel 225 van de gemeentewet.
Ook de tekst van dit artikel is overgenomen uit artikel 225 van de gemeentewet
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
Het staat de gemeente vrij om de maatstaf van heffing, het tarief en het tijdvak zelf te benoemen en vast te stellen. In tegenstelling tot de leges is zij volledig vrij in de tarieven die zij hanteert en de tijdvakken die daar bij hoort. Dit alles staat in de tabel. Dit heeft als voordeel dat deze verordening niet jaarlijks hoeft te worden vastgesteld. Het intrekken van de oude en het gelijktijdig vaststellen van de nieuwe tarieventabel door de Gemeenteraad volstaat.
Dit is de formele omschrijving dat de parkeerbelastingen op 2 manieren kan worden voldaan. Het betalen van de vergunning, of, voor de niet-vergunninghouders, het betalen ‘aan de meter’. Dit laatste is een ruim begrip. Hieronder wordt bijvoorbeeld ook verstaan het betalen met de mobile telefoon. Het is aan het college om de betaalwijzen vast te leggen.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
Dit artikel geeft aan vanaf wanneer er moet worden betaald.
Artikel 7 Wijze van heffing en termijnen van betaling
Dit artikel is eigenlijk een uitwerking van het vorige. Het geeft aan hoe de betaling daadwerkelijk moet worden uitgevoerd voor de verschillende producten (vergunning, aan de meter of de naheffingsaanslag).
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
In dit artikel is bepaald dat het aanwijzen waar betaald parkeren van toepassing is geschiedt door het college. De reden dat het college bevoegd is om deze plaatsen aan te wijzen, ligt in de snelheid van handelen. Zij kan op deze wijze parkeerproblemen snel aanpakken door het toevoegen (of verwijderen) van straten aan het fiscale gebied. De gemeenteraad heeft deze (fysieke) ruimte waar het college deze bevoegdheid kan uitoefenen, beperkt door het vaststellen van het ‘uitbreidingskader’.
Artikel 9 Heffing naar tijdsgelang
Met dit artikel is gereld dat een vergunninghouder alleen voor het aantal dagen betaalt dat hij de vergunning in bezit heeft. Het tarief wordt berekend vanaf de eerste dag van vergunninghouder zijn tot en met de laatste dag van vergunninghouder zijn. Omdat er vooruit voor de vergunning wordt betaald, krijgt men het ‘ongebruikte’ deel terug bij het inleveren van de vergunning. Uitzondering hierop zijn de in het laatste lid van het artikel genoemde situaties. In dat geval is intrekken een uitvloeisel van de vergunningsvoorwaarden.
Parkeerbelastingen zijn een algemene, zakelijke belasting. Het gelijkheidsbeginsel staat centraal, daarnaast is er ook nog artikel 219 van de gemeentewet die het aanpassingen van de belasting op basis van inkomsten et cetera verbiedt. Als men de verplichting is aangegaan om te betalen, dan blijft men die verplichting houden.
Artikel 11 Vrijstelling van het betalen van parkeerbelastingen
Parkeerbelastingen zijn bedoeld om het parkeren te reguleren. Van een aantal doelgroepen is het niet gewenst om het parkeren te reguleren. Deze zijn benoemd in dit artikel.
Artikel 12 Experimenteerartikel
De gemeenteraad heeft het een uitbreidingskader vastgesteld. Hierbinnen heeft het college de bevoegdheid om tijdelijk een ander parkeerregime in te stellen. Gedacht kan worden aan vergunninghoudersparkeren, kort parkeren etc
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Dit betreft praktische zaken, zoals de betalingsvoorwaarden of de wijze waarop parkeerapparatuur in werking moet worden gesteld.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-77942.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.