Gemeenteblad van Land van Cuijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Land van Cuijk | Gemeenteblad 2024, 7529 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Land van Cuijk | Gemeenteblad 2024, 7529 | beleidsregel |
Reductieregeling Land van Cuijk 2024
Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Awb of de Gemeentewet niet afzonderlijk te definiëren in deze regeling. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten ook deze regeling moet worden gewijzigd.
Ten aanzien van het beleid met betrekking tot de voorzieningen voor maatschappelijke participatie geldt dat deze uitsluitend betrekking mogen hebben op sociaal-culturele, educatieve of sportieve activiteiten. In artikel 1 lid 2 onderdeel d van deze regeling is bepaald dat onder sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteit wordt verstaan: een maatschappelijke, educatieve, sportieve of culturele activiteit die beoogt een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken.
Er kan worden gedacht aan een lidmaatschap van een sportvereniging of toneelvereniging. Maar ook aan internet-, krant- of tijdschriftenabonnementen voor bijvoorbeeld senioren, waarmee deze op de hoogte blijven van de actualiteiten in- en om hen heen. Het college stelt een limitatieve lijst op met activiteiten waarvoor een tegemoetkoming gegeven kan worden. Zie hiervoor de toelichting bij artikel 5 van deze regeling
Artikel 1, lid 2 sub e van deze regeling ziet erop toe dat uitsluitend kosten in verband met maatschappelijke participatie in aanmerking komen voor een tegemoetkoming op grond van deze regeling. Het doel van maatschappelijke participatie is het tegengaan of voorkomen van een sociaal isolement.
In dit artikel is de kring van rechthebbenden beschreven. Voor bepaling van het recht op tegemoetkoming zijn de bepalingen uit de Wet werk en bijstand van overeenkomstige toepassing. De belangrijkste daarvan zijn de leefvorm, inkomen, vermogen en rechtmatig verblijf in Nederland. Studenten komen niet in aanmerking voor een tegemoetkoming, omdat ze door hun studie al voldoende meedoen aan de maatschappij.
Ten aanzien van het inkomen, geldt dat er een inkomensgrens is waarboven men van deelname aan de Reductieregeling uitgesloten is. Deze inkomensgrens is voor wat betreft artikel 2 lid 3 van deze regeling gemaximeerd op 120% van de geldende bijstandsnorm, hetzelfde percentage dat geldt voor nagenoeg alle andere vormen van individuele bijzondere bijstand.
Ten aanzien van vermogen, geldt er een vermogensgrens gelijk aan artikel 34 lid 2 Participatiewet. Mensen met een vermogen dat hoger ligt dan de toepasselijke vermogensgrens worden in principe uitgesloten van deelname aan de Reductieregeling.
In artikel 3 zijn de voorwaarden opgenomen om in aanmerking te komen voor de deelname aan de Reductieregeling. Hierbij wordt de doelgroep nader gespecificeerd en aan welke voorwaarden deze moet voldoen. In artikel 3 lid 2 van deze regeling is voorts bepaald dat uitsluitend kosten voor sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteiten in verband met ‘maatschappelijke participatie’ zoals bedoeld in artikel 1 in aanmerking komen voor tegemoetkoming op grond van deze regeling. Zie in dit verband ook de toelichting bij artikel 1 van deze regeling.
Artikel 4. Maximale tegemoetkoming
Om de kosten van de Reductieregeling enigszins te kunnen beheersen is in artikel 4 onder lid 1 van deze regeling de maximale tegemoetkoming per gezinslid van 18 jaar of ouder per kalenderjaar vastgelegd. In lid 2 is een indexeringsbepaling opgenomen.
Omdat de uitvoering van het verstrekken van een tegemoetkoming is opgedragen aan het college worden ten behoeve van de uitvoering nadere beleidsregels gesteld. Deze beleidsregels dienen als handvat voor de uitvoering.
In artikel 5 lid 2 van deze regeling is bepaald dat de beleidsregels in ieder geval bepalingen van de te verstrekken kosten bevatten. Hierbij kan worden gedacht aan de kosten van:
In artikel 5 lid 3 is beschreven dat controle op inzet van de tegemoetkoming bij steekproef plaatsvindt. Dit vereenvoudigt de uitvoering en maakt de regeling laagdrempelig toegankelijk. Een steekproef kan zowel willekeurig als bij vermoeden van fraude worden uitgevoerd.
Artikel 5 lid 4 betreft een hardheidsclausule, onder verwijzing naar artikel 16 Participatiewet, waarbij het college bevoegd blijft om, in afwijking van deze regeling, indien de situatie daartoe noodzaakt, alsnog een tegemoetkoming te verstrekken op grond van deze regeling. Hiermee wordt de mogelijkheid gecreëerd voor het college om maatwerk te leveren in situaties die als zeer schrijnende betiteld kunnen worden en er in beginsel eigenlijk geen recht is op een tegemoetkoming. Dit wordt altijd individueel beoordeeld aan de hand van de situatie
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-7529.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.