Beheersregeling bestuurscommissie Hannemahuis

 

Artikel 1 BESTUURSCOMMISSIE

Ter uitvoering van de in artikel 3 van deze regeling omschreven taak is er een commissie als bedoeld in artikel 83 van de gemeentewet, genaamd: “Bestuurscommissie Hannemahuis”.

Artikel 2 BEGRIPSBEPALINGEN

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    de commissie: de bestuurscommissie Hannemahuis;

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen;

  • c.

    het Hannemahuis: het centrum voor Harlinger cultuur en historie, bestaande uit gemeentemuseum het Hannemahuis en het statisch archief;

  • d.

    directeur: de door het college benoemde teamleider, die belast is met de leiding van het Hannemahuis.

Artikel 3 TAAK

  • 1.

    De commissie heeft tot taak het bevorderen van de kennis en inzicht in de cultuur en historie in het algemeen en die van de gemeente Harlingen en de directe omgeving in het bijzonder door:

    • a.

      Het beheren, in stand houden en exploiteren van het Hannemahuis.

    • b.

      Het organiseren van tentoonstellingen en andere evenementen;

    • c.

      Het beheren en zo mogelijk uitbreiden door aankoop en/of verwerving anderszins van een zo aantrekkelijk mogelijke collectie;

    • d.

      datgene te doen dat verder naar het oordeel van de commissie bijdraagt aan de kennisverspreiding van het cultureel- en historisch besef onder een breed publiek.

  • 2.

    De commissie belegt de uitvoering van haar taken in de praktijk bij de directeur.

Artikel 4 BEVOEGDHEDEN

  • 1.

    De commissie is beslissingsbevoegd tot:

    • a.

      de inrichting van het Hannemahuis;

    • b.

      de organisatie en inrichting van tentoonstellingen;

    • c.

      het verwerven, huren en lenen van kunstvoorwerpen;

    • d.

      de organisatie van activiteiten;

    • e.

      Het beschikken over financiële middelen voor zover deze in de begroting van de gemeente Harlingen voor het sub a. tot en met sub d. genoemde zijn geraamd.

  • 2.

    Voor zover de commissie niet beslissingsbevoegd is, dient ze het college omtrent het Hannemahuis gevraagd en ongevraagd van advies.

  • 3.

    Het college vraagt bij besluiten die direct betrekking hebben op het Hannemahuis vooraf advies aan de commissie. Het advies van de commissie wordt betrokken bij de besluitvorming. Indien de commissie niet binnen zes weken nadat dit schriftelijk aan haar is verzocht, schriftelijk advies heeft uitgebracht, kan het college zonder advies van de commissie een besluit nemen.

Artikel 5 DE COMMISSIE

  • 1.

    De commissie bestaat uit zeven leden, te weten:

    • a.

      de heer Sj. Hannema, geboren op 1 december 1956, thans wonende te Aerdenhout, aan wie het recht toekomt een opvolger voor te dragen, terwijl steeds een gelijk recht aan de opvolgers toekomt;

    • b.

      vier door de commissie voor te dragen personen, die wonen in de gemeente Harlingen en zijn geworven via een advertentie in de lokale media.

    • c.

      twee door de commissie voor te dragen personen, die op grond van hun specifieke deskundigheid zijn gevraagd.

  • 2.

    De leden van de commissie en de notulist ontvangen voor het bijwonen van een vergadering presentiegeld, waarvan de hoogte wordt vastgesteld door het college.

Artikel 6 BENOEMING EN ZITTINGSDUUR

  • 1.

    De leden van de commissie worden door het college benoemd voor een periode van maximaal vier jaar en zijn daar herbenoembaar met inachtneming van het bepaalde in lid 3.

  • 2.

    De zittingstermijnen worden bepaald aan de hand van een door de commissie op te stellen- en door het college vast te stellen rooster van aftreden.

  • 3.

    De totale aaneengesloten zittingsduur bedraagt niet meer dan twaalf jaar.

  • 4.

    Een lid kan tussentijds ontslag nemen. Het desbetreffende lid geeft hiervan schriftelijk kennis aan het college en aan de voorzitter van de commissie.

  • 5.

    In tussentijdse vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

Artikel 7 FUNCTIES

  • 1.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een secretaris. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen.

  • 2.

    De voorzitter wordt tijdens afwezigheid vervangen door een door de commissie uit haar midden aan te wijzen lid.

  • 3.

    Alle stukken uitgaande van de commissie worden door de voorzitter of de secretaris ondertekend.

  • 4.

    De commissie wordt in alles wat haar opgedragen taak betreft bijgestaan door de directeur/conservator.

  • 5.

    De commissie wordt tijdens vergaderingen bijgestaan door een door de commissie aan te wijzen notulist.

Artikel 8 VERGADERINGEN

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als vermeld op een jaarlijks door de commissie vast te stellen vergaderrooster, de voorzitter zulks daarnaast nodig acht of wanneer tenminste drie leden daartoe schriftelijk de wens te kennen geven.

  • 2.

    De directeur/conservator neemt aan de vergadering van de commissie deel en heeft daarin een adviserende stem.

  • 3.

    De voorzitter draagt er zorg voor dat de oproeping en de agenda, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tien dagen voor de dag van de vergadering aan de leden en de directeur/conservator worden toegezonden.

  • 4.

    Ieder lid van de commissie is bevoegd om ter vergadering voor te stellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen. De commissie beslist of, en zo ja in hoeverre, aan dit voorstel gevolg wordt gegeven.

  • 5.

    In afwijking van het bepaalde in lid 3 blijven stukken ten aanzien waarvan op grond van enig wettelijk voorschrift geheimhouding is opgelegd, onder berusting van de secretaris van de commissie, die de leden van de commissie inzage verleent.

Artikel 9 QUORUM

  • 1.

    Vergaderingen van de commissie vinden geen doorgang, indien minder dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2.

    Indien een vergadering krachtens het bepaalde in het vorige lid geen doorgang kan vinden, wordt een nieuwe vergadering belegd op de in artikel 8 voorgeschreven wijze, met dien verstande dat de oproeping ten minste zeven dagen voor de dag van de vergadering moet worden verzonden. In die vergadering zijn de leden, ongeacht het aantal leden dat is opgekomen, uitsluitend bevoegd een besluit te nemen over de onderwerpen die vermeld staan op de agenda van de eerste vergadering.

Artikel 10 OPENBAARHEID VAN VERGADERINGEN

De vergaderingen van de commissie zijn niet-openbaar.

Artikel 11 BESLUITVORMING

  • 1.

    Alle besluiten worden bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen genomen.

  • 2.

    Over personen wordt schriftelijk gestemd en over zaken wordt mondeling gestemd.

  • 3.

    Bij het staken van de stemmen, is het voorstel niet aangenomen.

Artikel 12 BELEIDSPLAN

Eens in de vier jaar biedt de commissie aan het college een beleidsplan aan. Dit bevat ook een programma van activiteiten. Het beleidsplan wordt ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad.

Artikel 13 PERSONEEL

Het college besluit niet tot benoeming, schorsing en ontslag van medewerkers van het Hannemahuis, dan nadat de voorzitter van de commissie hierover namens het college is gehoord.

Artikel 14 TOEZICHT EN VERANTWOORDING

  • 1.

    Het college is belast met het toezicht op de uitoefening van de bevoegdheden.

  • 2.

    De verslagen van de commissievergaderingen worden na vaststelling door de commissie zo spoedig mogelijk toegezonden aan het college.

  • 3.

    Het college kan een besluit van de commissie, dat naar zijn oordeel in strijd is met de bevoegdheden van de commissie dan wel met het belang van de gemeente, schorsen. Deze schorsing kan niet langer duren dan drie maanden.

  • 4.

    Het college neemt, gehoord de commissie, binnen de in het voorgaande lid genoemde termijn een met redenen omklede definitieve beslissing.

    Houdt die beslissing in dat het besluit door de commissie onbevoegd is genomen of in strijd is met het belang van de gemeente, dan meldt het college dit onverwijld aan de commissie, die alsdan binnen een maand een nieuw besluit neemt met inachtneming van de beslissing van het college.

    Houdt de definitieve beslissing van het college in, dat het besluit van de commissie niet onbevoegd is genomen en evenmin strijdig is met het belang van de gemeente, dan wordt daardoor de schorsing opgeheven, waarvan onverwijld mededeling wordt gedaan aan de commissie.

  • 5.

    De commissie is voor de uitoefening van haar taak verantwoording schuldig aan het college en geeft desgevraagd alle inlichtingen over haar werkzaamheden. Tussen het college en een vertegenwoordiging van de commissie vindt regelmatig overleg plaats.

  • 6.

    De verslagen van de commissie worden gearchiveerd in het gemeentearchief.

Artikel 15 SLOTBEPALINGEN

  • 1.

    Wijziging of intrekking van deze regeling vindt niet plaats dan nadat de commissie daarover is gehoord en nadat de stichting: “Stichting ten behoeve van Culturele en Maatschappelijke Beschikkingen”, statutair gevestigd te Amsterdam daaraan goedkeuring heeft verleend.

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Beheersregeling bestuurscommissie Hannemahuis”.

  • 3.

    De regeling treedt in werking met ingang van de dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

Naar boven