Verordening Adviesorgaan sociaal domein gemeente Wijchen

De raad van de gemeente Wijchen;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2023;

 

Gelet op artikel 149 en artikel 150 lid 1 van de gemeentewet,

 

Artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3 lid 3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 2.10 van de Jeugdwet;

 

BESLUIT vast te stellen: de Verordening Adviesorgaan sociaal domein gemeente Wijchen.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Belanghebbenden: inwoners van de gemeente Wijchen die hun kennis, ervaring en ideeën willen inbrengen ten behoeve van vraagstukken in het sociaal domein.

    • b.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijchen;

    • c.

      Participatie: de wijze waarop het college inwoners en cliënten die bij het college kenbaar maken dat zij mee willen denken op basis van hun interesse, kennis en ervaring, betrekt bij beleidsvorming en –evaluatie op basis van de Participatiewet, IOAW, IOAZ, Wmo en de Jeugdwet en hiermee samenhangende vraagstukken in het sociaal domein;

    • d.

      Participatieagenda: jaarlijks op te stellen overzicht van de onderwerpen waarop in het betreffende jaar het formele adviesrecht van het Adviesorgaan betrekking heeft en dat dient als leidraad voor de vraagstukken waarop het Adviesorgaan in dat jaar uitvoering geeft aan haar opdracht;

    • e.

      Adviesorgaan/regiekamer: het door het college ingestelde orgaan dat het college gevraagd en ongevraagd inhoudelijk adviseert over ten minste de onderwerpen op de participatieagenda;

    • f.

      Flexibele schil/werkkamer: bestaande organisaties die maatschappelijk impact hebben dan wel een breed maatschappelijk netwerk hebben, alsmede individuen die aangemerkt kunnen worden als ‘sleutelfiguren c.q. andere methodieken (zoals een expertbijeenkomst of een digitaal burgerpanel);

    • g.

      Raad: de gemeenteraad van de gemeente Wijchen;

    • h.

      Sociaal domein: de domeinen waarop de Participatiewet, IOAW, IOAZ, de Wmo en de Jeugdwet betrekking hebben en alle hiermee samenhangende beleidsterreinen, zoals Wonen en Leefbaarheid, Zorg en Welzijn, schuldhulpverlening, Jeugd en Onderwijs en overige aanverwante beleidsterreinen (ad hoc).

  • 2.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Participatiewet, de Wmo en de Jeugdwet.

Artikel 2. Doel en invulling van participatie

  • 1.

    Het doel van participatie is verbetering van gemeentelijk beleid en dienstverlening door het stimuleren van brede en vroegtijdige betrokkenheid van de Wijchense samenleving, zowel inwoners als maatschappelijke organisaties, bij vraagstukken in het sociaal domein.

  • 2.

    Het college organiseert en faciliteert participatie dusdanig dat vroegtijdige en brede betrokkenheid mogelijk is op een bij het vraagstuk passende wijze en waarbij het perspectief van belanghebbenden zichtbaar wordt gemaakt in de besluitvorming van het college en de raad.

  • 3.

    Om invulling te geven aan participatie in het sociaal domein installeert het college een adviesorgaan.

Artikel 3. Taken en bevoegdheden Adviesorgaan

  • 1.

    Het Adviesorgaan heeft de volgende (kern)taken:

    • a.

      het gevraagd en ongevraagd integraal adviseren van de gemeente over tenminste de onderwerpen uit de opgestelde participatieagenda en andere zaken binnen het sociaal domein;

    • b.

      Ongevraagd initiatief te ontplooien om maatschappelijke vraagstukken onder de aandacht te brengen van het college.

  • 2.

    De ambtelijke organisatie stelt via de ambtelijk secretaris in afstemming met de regiekamer jaarlijks een participatieagenda op die dient als leidraad voor de vraagstukken waarop het Adviesorgaan uitvoering geeft aan haar opdracht en waarop het adviesrecht betrekking heeft.

  • 3.

    het Adviesorgaan is niet bevoegd te adviseren naar aanleiding van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die individuele inwoners betreffen. Evenmin kan worden geadviseerd op het gebied van de gemeentelijke bedrijfsvoering.

Artikel 4. Samenstelling van het Adviesorgaan

  • 1.

    De regiekamer bestaat minimaal 5 en maximaal 8 leden.

  • 2.

    De regiekamer heeft een onafhankelijke voorzitter die niet gebonden of betrokken is bij een belangenorganisatie of de gemeente en wordt benoemd door het college op voordracht van de leden van de regiekamer;

  • 3.

    De overige leden van de regiekamer hebben geen directe betrokkenheid of binding met het bestuur van de gemeente, waaronder ook begrepen leden van een commissie, leden van de gemeenteraad en worden benoemd door het college op basis van expertise en een aantoonbaar netwerk binnen het sociaal domein;

  • 4.

    De leden van het de regiekamer en de werkkamers zijn verplicht tot geheimhouding conform artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht.

  • 5.

    De regiekamer versterkt haar “werkkracht” door het organiseren van een ‘flexibele schil’ of werkkamers van (ervarings)deskundigen. Op de deelnemers in de flexibele schil of werkkamer is lid 3 niet van toepassing. De voorzitter van de werkkamer maakt ook deel uit van de regiekamer.

Artikel 5. Benoeming en ontslag leden van de regiekamer van het Adviesorgaan

  • 1.

    De regiekamer werft en selecteert nieuwe leden op basis van een in samenspraak met het college opgesteld profiel.

  • 2.

    Het college benoemt de leden van de regiekamer op voordracht van het adviesorgaan.

  • 3.

    Het college kan de voordracht gemotiveerd weigeren als er ernstige bezwaren bestaan tegen het voorgedragen lid of besluiten een lid van de regiekamer te ontslaan als tegen dat lid ernstige bezwaren opkomen.

  • 4.

    De leden van de regiekamer worden bij de start van het Adviesorgaan eenmalig door het college geworven en geselecteerd middels een selectiecommissie en benoemd op basis van het in lid 1 genoemde profiel.

  • 5.

    De leden worden benoemd voor een zittingsperiode van vier jaar. Herbenoeming voor een periode van maximaal vier jaar is mogelijk.

  • 6.

    Het lidmaatschap van de regiekamer eindigt bij:

    • a.

      het verstrijken van de maximale zittingsduur;

    • b.

      het vervallen van de hoedanigheid van vertegenwoordiger van een vrijwilligers- en/of belangenorganisatie;

    • c.

      aftreden op eigen verzoek;

    • d.

      opzeggen van vertrouwen door de meerderheid van de zitting hebbende leden;

    • e.

      overlijden.

  • 7.

    De regiekamer stelt een rooster van aftreden op.

Artikel 6. Werkwijze advisering

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat het Adviesorgaan wordt betrokken bij de voorbereiding-, ontwikkeling- en evaluatie van beleid en regelgeving op de in de participatieagenda benoemde onderwerpen door:

    • a.

      het Adviesorgaan de gelegenheid te bieden kennis en ervaring in te brengen tijdens het gehele proces van beleidsvoorbereiding, -ontwikkeling en -evaluatie;

    • b.

      conceptvoorstellen voor beleid en regelgeving waarover de gemeenteraad besluiten neemt met verzoek om advies voor te leggen aan het Adviesorgaan.

  • 2.

    Een advies zoals bedoeld in lid 1 sub b wordt op een zodanig tijdstip gevraagd en gegeven, dat het nog van invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 3.

    De vraag om advies wordt begeleid door de aan het voorgestelde besluit ten grondslag liggende stukken en andere relevante informatie inclusief de planning van het besluitvormingsproces.

  • 4.

    Het college zorgt ervoor dat het perspectief van belanghebbenden in de beleidsontwikkeling zichtbaar wordt gemaakt en betrekt het advies van het Adviesorgaan zichtbaar bij de besluitvorming. Indien het college afwijkt van het advies van het Adviesorgaan, dan wordt dit bij het voorstel vermeld en beargumenteerd. Het advies van het Adviesorgaan en de reactie hierop van het college worden bij het voorstel aan de raad gevoegd.

Artikel 7. Ondersteuning en vergoedingen

  • 1.

    Het college stelt middelen ter ondersteuning van het Adviesorgaan beschikbaar. Hiertoe:

    • a.

      stelt het college vergaderruimte beschikbaar in het gemeentehuis voor het Adviesorgaan;

    • b.

      zorgt het college voor een ambtelijk secretaris en notulist voor de regiekamer;

    • c.

      stelt het college een ondersteuningsbudget beschikbaar voor het Adviesorgaan voor kosten in het kader van deskundigheidsbevordering, bijwonen studiedagen of symposia voorlichting en een algemene vergoeding voor deelname aan vergaderingen van de regiekamer.

  • 2.

    Jaarlijks voor 1 april van een kalenderjaar, brengt het Adviesorgaan aan het college verslag uit van haar activiteiten en bevindingen in het voorgaande jaar. Daarbij wordt tevens verantwoording afgelegd over de besteding van het beschikbaar gestelde ondersteuningsbudget. Budget dat niet in het betreffende jaar is besteed vloeit terug naar de algemene middelen van de gemeente in zoverre dit het door het Adviesorgaan opgebouwde spaarsaldo de 75% van zijn jaarlijkse subsidie laat overschrijden.

Artikel 8. Evaluatie

Het college evalueert jaarlijks of de werkwijze voldoet met het oog op de in artikel 2 genoemde doelstellingen en de in artikel 3 lid 1 genoemde (kern)taken.

Artikel 9. Bestuurlijk overleg

Er vindt tenminste éénmaal per jaar een overleg plaats tussen de verantwoordelijke portefeuillehouder(s) en het Adviesorgaan. Agendapunten voor dit overleg kunnen door zowel het Adviesorgaan als de gemeente worden aangeleverd.

Artikel 10. Onvoorziene gevallen

  • 1.

    In gevallen die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college, na het Adviesorgaan te hebben gehoord.

  • 2.

    Het college is bevoegd nadere regels te stellen over de uitvoering van deze verordening na overleg met het Adviesorgaan.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Wijchen, zoals vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 september 2017.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling kan aangehaald worden als de “Verordening Adviesorgaan sociaal domein gemeente Wijchen”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2023 te Wijchen

de raadsgriffier,

drs. A.B. Berendsen

de voorzitter,

R.D. Helmer-Englebert

Toelichting

Gemeenten zijn wettelijk verplicht om gebruikers van voorzieningen op het gebied van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), de Jeugdwet, de Participatiewet en de IOAW/Z in de gelegenheid te stellen om hun kennis en ervaring in te brengen op het gebied van ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van beleid. Geen van de wetten verplicht tot het instellen van een standaard overlegorgaan. De manier waarop gemeenten dit organiseren staat vrij, mits bij verordening geregeld is hoe de doelgroep daartoe in staat wordt gesteld. Wij gaan uit van een brede definitie van het sociaal domein. Naast de wettelijke verplichtingen kiest de gemeente Wijchen bewust voor participatie op het brede sociale domein. Het Adviesorgaan is dus actief op alle beleidsvelden zoals genoemd in artikel 1 lid 1 onder i. De werkwijze in Wijchen voldoet aan meer dan de wettelijke verplichting, doordat beoogd wordt om meer inwoners over meer sociale domeinen zo vroeg mogelijk te betrekken. We zien alle inwoners en belangenorganisaties als adviseurs.

De gemeente Wijchen wil steeds meer inzetten op interactie met de omgeving en luisteren naar ideeën van inwoners over een concreet onderwerp. Hiervoor bestaat geen vaste formule. De bedoeling is om afhankelijk van het onderwerp, de meest passende vorm van participatie te organiseren. Het Adviesorgaan zal de gemeente hierbij ondersteunen en hierin samen optrekken.

Naar boven