Wijziging Financiële verordening gemeente Delft

De raad van de gemeente Delft;

 

Gelezen het voorstel van het college van 28 november 2023,

 

Besluit:

I. de verordening ‘Financiële verordening gemeente Delft’ (5695217), als volgt te wijzigen:

 

  • A.

    De titel komt te luiden: Financiële verordening (Gemeentewet 212 en 213);

  • B.

    Toegevoegd wordt aan artikel 20:

    • lid 5. Rechtmatigheidsverantwoording – Voorwaardencriterium:

      • a.

        Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.

      • b.

        Burgemeester en wethouders bieden de raad jaarlijks uiterlijk op 29 november ter vaststelling een normenkader rechtmatigheid aan. Dit kader bestaat uit alle relevante (interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien. Burgemeester en wethouders operationaliseren dit normenkader in een toetsingskader ten behoeve van de interne beheersing.

    • lid 6. Rechtmatigheidsverantwoording – Begrotingscriterium:

      • a.

        Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;

      • b.

        De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door de raad is geautoriseerd, zoals is opgenomen in artikel 2, 6, 7.

      • c.

        Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal gevoteerde kredietbedrag. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaal bedrag van het krediet, wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.

      • d.

        Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd. Afwijkingen worden als acceptabel aangemerkt in de volgende situaties:

        • I.

          Er is sprake van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren.

        • II.

          Er is sprake van een overschrijding op een open-einde regeling.

        • III.

          De overschrijding is geautoriseerd door middel van de vaststelling van een tussentijdse rapportage.

      • e.

        Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van de raad, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordings-grens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.

    • Lid 7. Rechtmatigheidsverantwoording – Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium:

      • a.

        Het misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en gemeentelijke eigendommen bij financiële beheershandelingen.

      • b.

        Burgemeester en wethouders zorgen voor en leggen vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen;

  • C.

    Toegevoegd wordt aan de Toelichting: toelichting artikel 20, lid 5 Rechtmatigheidsverantwoording – Voorwaardencriterium. In het lid (a) wordt de definitie weergegeven van het voorwaardencriterium, het zogenaamde “normenkader”. Lid (b) geeft aan dat jaarlijks het normenkader ten aanzien van de rechtmatigheidsverantwoording door de gemeenteraad moet worden vastgesteld en voor een bepaalde datum aan de raad moet worden aangeboden.

     

  • toelichting artikel 20, Lid 6 – Begrotingscriterium Lid (a) gaat expliciet in op de begrotingsrechtmatigheid. In lid (a) wordt het begrip begrotingsrechtmatigheid gedefinieerd. Lid (b) De baten en lasten moeten zich bewegen binnen de door de raad goedgekeurde en vastgestelde budgetplafonds. Indien er een overschrijding plaatsvindt is er in principe sprake van een begrotingsonrechtmatigheid.

     

  • toelichting artikel 20, Lid 7 - Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium: Lid (a) Dit artikel voorziet in het zogenaamde “misbruik en oneigenlijk gebruik criterium”. In lid (a) wordt het criterium gedefinieerd. Van misbruik is sprake bij het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte overheidssubsidies of -uitkeringen te verkrijgen of niet dan wel een te laag bedrag aan heffingen aan de overheid te betalen. Van oneigenlijk gebruik is sprake indien bij het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, het verkrijgen van overheidsbijdragen of het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving is maar in strijd met het doel en de strekking daarvan is. Lid (b) Aan Burgemeester en wethouders wordt opgedragen om regels op stellen voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

II. bepaalt dat de bepalingen genoemd onder B werking treden op de dag na bekendmaking in het elektronische gemeenteblad.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2023.

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart ,voorzitter.

J. Mimpen ,griffier.

Naar boven