Gemeenteblad van Hardenberg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hardenberg | Gemeenteblad 2024, 68353 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hardenberg | Gemeenteblad 2024, 68353 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
SUBSIDIEREGELING SOCIAAL CULTUREEL FONDS GEMEENTE HARDENBERG
Het college van de burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg;
gelet op de Algemene Subsidieverordening Hardenberg 2018;
Vast te stellen de “Subsidieregeling Sociaal Cultureel Fonds gemeente Hardenberg”:
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
het Sociaal Cultureel Fonds: het door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg ingestelde fonds, waaruit subsidies kunnen worden toegekend voor (actieve) deelname aan, dan wel het bezoeken van activiteiten als toeschouwer en voor het hebben van abonnementen op onder andere telefoon, televisie en internet;
De subsidie kan worden toegekend aan een belanghebbende die in een jaar actief deelneemt aan één of meerdere activiteiten, dan wel één of meerdere activiteiten bezoekt als toeschouwer, dan wel aan een belanghebbende, die in een jaar een abonnement heeft op onder andere telefoon, televisie en/of internet.
Artikel 6 Algemene uitgangspunten voor het verstrekken van subsidie
Indien belanghebbende ten tijde van de aanvraag in een minnelijke- of wettelijke schuldenregeling zit, kan het inkomen van belanghebbende gelijkgesteld worden aan de bijstandsnorm wanneer er binnen het schuldentraject geen mogelijkheid bestaat om te reserveren voor kosten voor activiteiten als bedoeld in artikel 1, punt b.
Het (gezins)vermogen mag niet hoger zijn dan de voor hem of haar geldende normen op grond van artikel 34, tweede en derde lid Participatiewet. Vermogen in de vorm van een woning wordt buiten beschouwing gelaten. Tevens wordt een apart product waar belanghebbende niet bij kan komen, bedoeld voor begrafeniskosten, buiten beschouwing gelaten.
Door middel van steekproeven wordt door het college gecontroleerd of de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. Nota’s, kwitanties en/of bonnen moeten door de belanghebbende gedurende een periode van 12 maanden nadat de kosten zijn gemaakt bewaard worden. Op verzoek van het college moeten deze overgelegd worden.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze subsidieregeling, indien toepassing van de subsidieregeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg d.d. 6 februari 2024
Secretaris, Burgemeester,
I.A.A. Oostmeijer-Oosting M.W. Offinga
In dit artikel zijn begripsomschrijvingen opgenomen. Tot uiting komt, dat het bij bijdrage uit het Sociaal Cultureel fonds gaat om subsidies als bedoeld in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht.
Voor het overige behoeft dit artikel geen toelichting.
Artikel 2 Sociaal Cultureel Fonds Hardenberg
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Lid 1: De aanvrager dient aan te geven voor welke activiteit(en) c.q. abonnement(en) een bijdrage uit het Sociaal Cultureel Fonds wordt gevraagd en wat de kosten hiervan zijn.
Lid 2: De hoogte van de bijdrage is gelijk aan de feitelijke kosten tot maximaal een bedrag zoals genoemd in artikel 6, lid 4.
Artikel 4 De aanvraag van een subsidie
Lid 1: De aanvraag kan plaatsvinden zowel voor- als nadat de kosten zijn gemaakt. Dit betekent dat een subsidie kan worden verstrekt aan de belanghebbende wanneer bekend is welke kosten zich voor gaan doen voor de voorgenomen activiteit(en).
Lid 2: De aanvraag over een jaar kan tot maximaal 31 januari van het volgende jaar worden ingediend.
Lid 3: Belanghebbende kan meerdere aanvragen doen indien deze in een kalenderjaar aan meerdere activiteiten deelneemt, danwel bezoekt als toeschouwer en/of abonnementen afsluit op onder andere telefoon, televisie en internet en de kosten hiervoor nog niet volledig bekend zijn bij de eerste aanvraag.
Lid 4: Behoeft geen toelichting.
Lid 5: Van uitkeringsgerechtigden en overige personen waarvan de gegevens van lid drie reeds bekend zijn, behoeven deze gegevens niet opnieuw te worden aangeleverd.
In een toekennende of afwijzende beschikking moet worden gewezen op de mogelijkheid om tegen het besluit bezwaar te maken (artikel 3, lid 45 van de Algemene Wet Bestuursrecht).
De hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene Wet Bestuursrecht (voor zover deze betrekking hebben op bezwaar) zijn van toepassing op besluiten op grond van deze subsidieregeling.
Tegen een beslissing op een aanvraag kan een bezwaarschrift worden ingediend bij het college.
Het bezwaarschrift moet ingediend worden binnen zes weken nadat de beslissing aan de aanvrager is bekend gemaakt (dus: na de datum van verzending van de beslissing).
Indien een beslissing langer uitblijft dan de termijn bedoeld in artikel 5 kan een aanvrager het college in gebreke stellen. Als het college dan niet alsnog binnen twee weken beslist, verbeurt het college een dwangsom per dag dat het in gebreke is. Verder kan een aanvrager dan rechtstreeks beroep indienen bij de rechtbank.
Het college laat zich ter zake adviseren door de onafhankelijke commissie beroep- en bezwaarschriften.
Artikel 6 Voorwaarden voor toekenning van een subsidie
Lid 1, 2 en 3: spreken voor zich.
Lid 4: In dit lid worden inkomensgrenzen aangegeven, waarbinnen een bijdrage uit het fonds kan worden verstrekt. Hierbij zijn de grenzen zo gekozen dat de regeling zich niet beperkt tot personen met een minimum-uitkering. Ook personen met een laag (arbeids-)inkomen behoren tot de doelgroep. Hierdoor treedt het fonds niet remmend op ten opzichte van arbeidsparticipatie. Tevens wordt de basis gelegd voor individuele toetsing en is er sprake van een staffeling.
Lid 5: Het kan voorkomen dat belanghebbende ten tijde van de aanvraag in de WSNP of MSNP zit. Om te bepalen of belanghebbende recht heeft op een bijdrage uit het Sociaal Cultureel Fonds, wordt gekeken of er binnen het bestaande schuldentraject gereserveerd kan worden voor kosten voor activiteiten waar het Sociaal Cultureel Fonds in voorziet. Indien men geen mogelijkheid heeft om hiervoor te reserveren, kan het inkomen van belanghebbende gelijkgesteld worden aan de bijstandsnorm.
Lid 6: In dit lid worden vermogensgrenzen aangegeven. De in de Participatiewet geldende maximale bedragen zijn onverminderd van toepassing op het Sociaal Cultureel Fonds.
Er zijn echter twee belangrijke uitzonderingen op deze regel. De eerste uitzondering is het vermogen in een eigen (door aanvrager bewoonde) woning. Deze wordt volledig buiten beschouwing gelaten. Deze uitzondering is gemaakt om het Sociaal Cultureel Fonds ook toegankelijk te maken voor mensen die een uitkering in het kader van de loaw en loaz ontvangen. Het is ook zeer wel mogelijk dat er sprake is van vermogen in een eigen woning, maar een zeer moeilijke inkomenspositie (komt vaak voor bij oudere WAO'ers). Deze groep kan door het buiten beschouwing laten van het vermogen in de woning ook een bijdrage ontvangen om een sociaal isolement te voorkomen of te doorbreken.
De tweede uitzondering is een product voor begrafeniskosten, dit kan bijvoorbeeld een spaarrekening of polis zijn. Deze wordt buiten beschouwing gelaten wanneer er sprake is van een apart product waar belanghebbende niet bij kan komen.
Lid 7: Dit artikel is bedoeld ter voorkoming van aanvragen van personen die door bijvoorbeeld seizoensarbeid gedurende een te verwachten korte periode een inkomen op het minimumniveau zullen ontvangen. Zoals duidelijk in het artikel is aangegeven is de beoordeling van deze gegevens overgelaten aan het college. Deze controle gebeurt wanneer er een sterk vermoeden is van oneigenlijk gebruik van het fonds.
Ook is dit artikel bedoeld om een beoordeling te kunnen doen van de aanvragen van personen met wisselende inkomsten. Gedurende drie maanden kan het gemiddelde van deze inkomsten worden berekend.
De regels aangaande de verwachting dat de inkomenspositie in de komende drie maanden niet aanmerkelijk mag verbeteren zijn ook slechts van toepassing op die personen waarvan op het moment van aanvraag duidelijk is dat zij op korte termijn een inkomen zullen ontvangen welke aanmerkelijk hoger is dan de gestelde inkomensgrenzen.
Lid 8: Dit lid is opgenomen zodat de belanghebbende bij de aanvraag al over het bedrag kan beschikken dat deze nodig heeft voor de voorgenomen activiteit. De verantwoordelijkheid over de besteding van dit bedrag leggen we bij de inwoner zelf neer. Naderhand zal middels steekproeven gecontroleerd worden of het uitbetaalde bedrag is betaald aan een activiteit waarvoor deze subsidieregeling is bedoeld.
Artikel 7 Intrekken en terugvorderen
In dit artikel worden de voorwaarden gesteld waaronder het college kan besluiten over te gaan tot intrekking en terugvordering van een verstrekte bijdrage.
Dit artikel bepaalt dat het college in bijzonder gevallen ten gunste van de aanvrager kan afwijken van de bepalingen van deze subsidieregeling. Met nadruk is gemeld: in bijzondere gevallen. Het gebruik maken van de hardheidsclausule moet beschouwd worden als een uitzondering en niet als een regel. Het college moet in verband met precedentwerking dan ook duidelijk aangeven waarom in een bepaalde situatie van de subsidieregeling wordt afgeweken.
In dit artikel wordt geregeld dat de nieuwe Subsidieregeling Sociaal Cultureel Fonds ingaande 1 januari 2020 in werking treedt en dat op die datum de Verordening Sociaal Cultureel Fonds gemeente Hardenberg wordt ingetrokken.
De gewijzigde regeling voor 2023 treedt inwerking per 1 januari 2023.
De verlengde gewijzigde regeling treedt inwerking per 1 januari 2024
De subsidieregeling zal bekend zijn onder de naam “Subsidieregeling Sociaal Cultureel Fonds gemeente Hardenberg".
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-68353.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.