Gemeenteblad van Berkelland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Berkelland | Gemeenteblad 2024, 67651 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Berkelland | Gemeenteblad 2024, 67651 | ander besluit van algemene strekking |
Sport- en Beweegvisie Berkelland 2033
De raad van de gemeente Berkelland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22-08-2023;
Het sport- en beweeglandschap in Berkelland is dynamisch en er speelt veel. Het gaat om vraagstukken waarvan de besluitvorming een grote maatschappelijke en financiële impact kent, variërend van de nieuwbouw van een sporthal, het in stand houden van een gymzaal of zwembad, tot aan de inzet van combinatiefunctionarissen en de subsidiëring aan sportclubs.
In de gemeenteraad is de wens uitgesproken om te komen tot een nieuwe (gemeentelijke) Sport- en Beweegvisie voor Berkelland. We zijn met een startnotitie, vastgesteld door de Raad, op pad gegaan met stakeholders. Met een visie en bijbehorende kaders ontwikkelen we voor de komende jaren een doelgerichte aanpak op de maatschappelijke opgaven die er liggen voor sport en bewegen, het bijbehorend vastgoed (accommodaties), mede in relatie tot het sociaal- en ruimtelijk domein.
EEN STIP OP DE HORIZON SAMEN MET MAATSCHAPPELIJKE PARTNERS
Het Beweeg- en Sportakkoord – ‘Heel Berkelland Beweegt’ waaraan de afgelopen jaren uitvoering is gegeven, vraagt om een antwoord van de gemeente. Dat geven we met de gemeentelijke ambities en doelstellingen die nu verwoord staan in de ‘Sport- en Beweegvisie Berkelland 2033’. We kiezen voor deze termijn omdat het de aanloop is voor keuzes die gemaakt worden. Met deze visie bepalen we de maatschappelijke positie van sport en bewegen en geven we richting en/of duidelijkheid aan/op sport gerelateerde vraagstukken, zowel in gemeentelijke besluitvorming als in het bieden van perspectief aan maat- schappelijke organisaties en inwoners. In algemene zin geeft de visie een realistisch beeld van waar we in de toekomst willen staan op het gebied van sport en bewegen, hoe we dit gaan bereiken en monitoren en hoe we de verantwoordelijkheden van alle betrokkenen daarbij zien. De visie biedt ook een nieuw richting gevend kader voor hoe de gemeente zich verhoudt tot maatschappelijke organisaties als sportclubs en exploitanten van zwembaden en sporthallen, maar ook de Sport Federatie Berkelland en Achterhoek in Beweging.
Omdat sport en bewegen raakt aan meerdere domeinen kijken we zo integraal mogelijk. Daarbij mag er sprake zijn van grote ambities op belangrijke thema’s. Tegelijkertijd is het van belang om realistisch en nuchter te zijn over de mogelijkheden en de termijn waarop zaken gerealiseerd kunnen worden. Niet alles kan gelijktijdig worden opgepakt, maar ook geldt dat sommige ontwikkelingen wat langer nodig hebben om goed te landen. We nemen voldoende ruimte om naar het toekomstbeeld toe te groeien in een periode tot 2033. Daarbij hoort een uitvoeringsagenda waarin we opschrijven hoe we aan de slag gaan en hoe het tijdspad eruit ziet. Voor het sportvastgoed, oftewel de zwembaden, sporthallen en gymzalen, kijken we ook voorbij het moment van 2033.
DE IMPACT VAN SPORT EN BEWEGEN
In Berkelland hebben we afgelopen jaren samen met de Sport Federatie Berkelland, de inzet van combinatiefunctionarissen en partners van ‘Heel Berkelland Beweegt’ geprobeerd het sport- landschap te versterken en zoveel mogelijk inwoners in beweging te krijgen. De gemeente Berkelland besteedt volgens het Kenniscentrum Sport & Bewegen ca. € 63,70 per inwoner aan sport. In Neder- land ligt dit gemiddelde op € 83,50. Zetten we dit af tegen vergelijkbare gemeenten, dan is deze besteding aan de lage kant. Dat wil niet zeggen dat er minder gebeurt ten opzichte van andere gemeenten. De cultuur in Berkelland is juist dat de samenleving veel zaken zelf regelt en dat willen we overeind houden.
Hoewel de sociaal-maatschappelijke waarde van sport meer bedraagt dan in euro’s is te vatten, wordt deze volgens de SROI-berekening (Social Return on Investment) economisch vertaald naar 3,02 maal de investering. Dit betekent dat we in Berkelland relatief veel maatschappelijk rendement halen uit onze investeringen. Binnen deze visie willen we de maatschappelijke impact van sport en bewegen beter duiden en bepalen we onze doelstellingen en maatschappelijke effecten die we hopen te bereiken.
EEN VISIE DIE PAST IN HET GROTERE GEHEEL
Met deze visie geven we richting aan de opgaven op het gebied van sport(accommodaties), bewegen en verenigingsleven. Deze opgaven raken dusdanig aan de bredere maatschappelijke opgaven op het gebied van publieke gezondheid, maatschappelijke participatie, leefbaarheid van kernen, maar ook verduurzaming van vastgoed, dat dit hiervan niet los gezien kan worden.
Op landelijk niveau zijn er met ingang van 2023 grote ontwikkelingen rondom de integrale aanpak van gezondheidsdoelstellingen. In het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) hebben het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), gemeenten en zorgverzekeraars afspraken gemaakt gericht op vertaling van landelijke doelen voor gezondheid en welbevinden naar regionale en lokale resultaten. Sport en bewegen levert een belangrijke bijdrage aan deze doelen en resultaten. De doelen sluiten aan bij de landelijke gezondheidsdoelen uit het Nationaal Preventieakkoord (NPA), de Landelijke Nota Gezondheidsbeleid, het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO), Wmo en Jeugdwet, Wet Publieke gezondheid.
Met het GALA bouwen we aan het fundament voor een gerichte lokale en regionale aanpak op het gebied van preventie, gezondheid en sociale basis. Gezondheid is breder dan de afwezigheid van ziekte en klachten. Mensen zijn namelijk niet hun aandoening. Een integrale benadering van preventie is nodig met aandacht voor de achterliggende factoren.
In september 2022 is het IZA gesloten – vooral gericht op de houdbaarheid van het zorgstelsel – met onder meer afspraken over breed investeren in gezondheid en preventie (inclusief sociale basis). Bij het GALA hoort ook een nieuw financieel arrangement voor gemeenten dat is vormgegeven in de nieuwe ‘Brede’ Specifieke Uitkering (SPUK) voor gemeenten. In de Brede SPUK zitten ook twee onderdelen die bijdragen aan de ambities van het Sportakkoord: het Uitvoeringsbudget Lokaal Sportakkoord en de Brede Regeling Combinatiefuncties (BRC). De onderwerpen uit de hiervoor genoemde akkoorden en beleidsdocumenten lopen integraal door alle onderdelen van de Sport- en Beweegvisie.
Deze Sport- en Beweegvisie, met een doorkijk naar 2033, wordt opgemaakt in tijd van grote uitdagingen voor wat betreft het financiële meerjarenperspectief van de gemeentelijke begroting. De financiële context biedt geen ruimte voor grote wensen in nieuw beleid en vraagt dus om realisme. Ondanks dit perspectief durven we gezien de integrale benadering van sport en bewegen in samenhang met de thema’s op het gebied van gezondheid, leefbaarheid en sociale basis toch ambitieus te zijn. Het GALA, IZA, de vernieuwing van het Nationaal Sportakkoord en de BRC-regeling en de Brede SPUK zijn hierin helpend. De investeringsopgave die er ligt voor het sportvastgoed in Berkelland gaan we op een zorgvuldige en realistische manier het hoofd bieden.
De sport- en beweegvisie start met een missie, die vervolgens wordt onderverdeeld en uitgewerkt 5
in vier ambities. Bij elke ambitie wordt met behulp van data (cijfers) een duiding gegeven van de actuele stand van zaken. Vervolgens worden er speerpunten benoemd bij elke ambitie. Bij elk speerpunt wordt beschreven welke maatschappelijke effecten we willen bereiken en hoe we dit gaan meten. Daarnaast benoemen we hoe we daarmee aan de slag gaan. De benoemde acties in de Sport- en Beweegvisie en de wijze waarop effecten worden gemonitord zijn opgenomen in de ‘Uitvoeringsagenda sport en bewegen 2023-2026’. Daarnaast ligt er een ‘Uitvoeringsagenda sportvastgoed 2023-2033’. Beide gelden als een apart document naast de visie.
SPORT EN BEWEEGVISIE & DE 4 AMBITIES VAN BERKELLAND
INWONERS VAN BERKELLAND ZIJN GEZOND 7
SPORT EN BEWEGEN VERSTERKEN DE SOCIALE BASIS 13
HET SPORT- EN BEWEEG- LANDSCHAP IS KLAAR VOOR DE TOEKOMST 19
DUURZAME EXPLOITATIES VAN MAATSCHAPPELIJK VASTGOED 26
Als er in de visie gesproken wordt over ‘we’, bedoelen we de gemeente. Het is immers een gemeen- telijke sport- en beweegvisie. In de paragrafen hiervoor wordt het Gezond en Actief Leven Akkoord afgekort als GALA. Deze afkorting wordt ook gebruikt in de rest van het document. Het Lokaal Beweeg- en Sportakkoord – ‘Heel Berkelland Beweegt’ wordt in het document aangeduid met de werktitel ‘Heel Berkelland Beweegt’.
In deze sport- en beweegvisie wordt daarnaast veel gesproken over de inzet van ‘combinatiefunctionarissen’. Deze inzet van combinatiefunctionarissen in Berkelland wordt gerealiseerd met behulp van de Brede Regeling Combinatiefunctionarissen vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De Brede Regeling Combinatiefuncties hanteert 6 profielen waarbinnen de inzet lokaal moet plaatsvinden:
In Berkelland worden alle bovengenoemde profielen uitgevoerd volgens de aanbesteding Inzet Brede Regeling Combinatiefuncties Berkelland 2022-2026. Ook in deze Sport- en Beweegvisie wordt dat op meerdere plekken aangeduid. In Berkelland hanteren we gemakshalve de uniforme werk- en functietitel ‘combinatiefunctionaris’.
De visie op sport en bewegen is uitgewerkt in vier ambities. Elke ambitie heeft vervolgens doelstellingen. We geven daarbij aan hoe we aan de slag willen. De uiteindelijke acties zijn opgenomen in de paragrafen over de uitvoeringsagenda.
Sport en bewegen zijn fundamenteel onderdeel van een sterke sociale basis in Berkelland en dragen daarmee bij aan de gezondheid van onze inwoners, leefbare kernen en een goede structuur aan maatschappelijke voorzieningen. Sport en bewegen zijn onderdeel van een breed maatschappelijk domein en komen integraal terug in gemeentelijk beleid en visie.
Als gemeente faciliteren we naar vermogen een toekomstbestendig en duurzaam sport- en beweeglandschap. We ondersteunen dat sport toegankelijk is voor iedereen, inwoners van Berkelland uitnodigt en inspireert om in beweging te komen. We kunnen niet alles doen, en dat betekent dat we goed onderbouwd en weloverwogen keuzes willen maken. We stimuleren samen met onze maatschappelijke partners, zowel vrijwilligers als professionals, een actieve en gezonde leefstijl van inwoners, vooral voor hen die daarin nu nog achterblijven.
We stellen de inwoner, als (individueel) sporter en/of vrijwilliger, sportclubs en maatschappelijke organisaties centraal.
‘Naoberschap’ is de basis voor deze gezamenlijke inzet om onze ambities te bereiken.
Deze missie wordt vertaald naar vier ambities voor maatschappelijke positie van sport en bewegen. We spreken van ambities omdat het daadwerkelijk bereiken van maatschappelijk resultaat niet volledig binnen de gemeentelijke invloedsfeer ligt.
AMBITIE 1 INWONERS VAN BERKELLAND ZIJN GEZOND
We streven naar een gezonde generatie in 2040. Met weerbare en gezonde inwoners. Gezondheid, preventie en 7 een gezonde leefstijl zijn leidend, niet ziekte en zorg. Sport en bewegen zijn onmisbaar in een gezonde leefstijl. Sportclubs vervullen hierin een belangrijke rol.
1.1 SPEERPUNT: EEN GEZONDE LEEFSTIJL IS DE NORM
Binnen het sociaal domein zetten we in op preventie. In dit speerpunt focussen we in deze visie op het feit dat sport en bewegen essentiële onderdelen zijn van een gezonde leefstijl, en daarmee bijdragen aan preventie. Sport- en beweegaanbod kan daarbij dienen als middel tot het bereiken van het gewenste effect. We vinden het daarom belangrijk dat de beweegdeelname in Berkelland hoog is. Bij een sportclub, in de sportschool of in ongeorganiseerd verband, dat bepaalt iedereen voor zichzelf.
GELIJKE KANSEN OP EEN GEZONDE LEEFSTIJL
Ook in Berkelland is er sprake van gezondheidsachterstanden en zoals duidelijk wordt in het GALA is dit een hardnekkig probleem. Dit is ook zichtbaar op het gebied van sport en bewegen en dat gaan we aanpakken. De samenhang tussen gezondheidsverschillen en de sociaaleconomische status en/ of -problemen enerzijds, maar ook zaken als opleidingsniveau van inwoners anderzijds, is nog altijd aanwezig. Voor sommige inwoners in kwetsbare posities is voldoende kunnen sporten en bewegen niet gemakkelijk. Deze inwoners verdienen onze blijvende aandacht. Daar waar financiën een probleem zijn, zullen we blijven werken aan ondersteuningsregelingen. Deze worden onder ambitie 2 verder beschreven.
In het sociaal domein gaan we uit van positieve gezondheid. In het gedachtegoed van positieve gezondheid (door Machteld Huber) staan onder andere veerkracht en eigen regie van inwoners centraal. Ook is er aandacht voor maatschappelijke participatie en de elementen die het leven betekenisvol maken. Sport en bewegen zijn verbindende factoren in de deelgebieden die horen bij een positieve gezondheid. Naast deze bredere kijk op gezondheid is Positieve Gezondheid ook een methodiek. Bij hulpvragen van inwoners wordt gekeken naar het bieden van ondersteuning met voorliggende voorzieningen die verlichting kunnen bieden. We verschuiven onze focus op die manier meer naar gezondheid en preventie en sluiten aan bij de transformatie binnen het sociaal domein. Binnen de Achterhoek werken we binnen de opgaven van GALA aan een regionale preventiestructuur. De inzet van sport en bewegen als middel heeft daarom ook binnen het GALA een belangrijke positie.
Een gezonde leefomgeving is een omgeving die bewoners als prettig ervaren, waar gezonde keuzes gemakkelijk en logisch zijn en waar negatieve invloeden op gezondheid zo klein mogelijk zijn. We streven naar een zo gezond mogelijke leefomgeving waar de drempel tot sport en bewegen laag is. Dit doen we door het belang van gezondheid en bewegen onderdeel te maken van afwegingen binnen het ruimtelijk beleid, samen met inwoners. Dit komt ook terug in de Omgevingsvisie.
Het gaat er in ieder geval om dat we voldoende ruimte creëren om te spelen, elkaar te kunnen ontmoeten en actief bezig te kunnen zijn. We zien daarbij een nadrukkelijk rol voor bestaande sportparken en -accommodaties om zich ook tot een meer openbare voorziening te ontwikkelen. Daarnaast hebben we ook aandacht voor de relatie tussen kernen en het buitengebied in Berkelland, bijvoorbeeld door te zorgen voor goede voet- en fietsverbindingen kunnen we op een positieve manier bijdragen aan een vitale en sportieve leefomgeving.
Ongeveer 24.000 Berkellanders zijn actief op de arbeidsmarkt. Fitte en gezonde medewerkers hebben meer werkplezier, zijn productiever én minder vaak ziek. Het belang van voldoende mensen die gezond en beschikbaar zijn om aan de arbeidsmarkt te blijven deelnemen is groot. Daarnaast geldt dat deze medewerkers ook van waarde zijn als mantelzorger of vrijwilliger bij een sportclub.
Als (samenwerkende) gemeente(n binnen de Achterhoek) willen we bedrijven stimuleren en uitnodigen tot het bevorderen van een gezonde leefstijl van werknemers. Het delen van kennis en expertise en het zoeken van verbinding met het sport- en beweegaanbod in Berkelland zijn daarin de belangrijkste elementen.
1.2 SPEERPUNT: VAN JONGS AF AAN: ‘VAARDIG IN BEWEGEN’
De basis voor een leven lang sporten, bewegen en gezond leven wordt gelegd bij de jeugd. We streven er naar dat kinderen en jongeren in Berkelland van kleins af aan vaardig worden in bewegen, binnen het aanbod dat bij hen past en onder de juiste begeleiding. Motorische vaardigheid is belangrijk, net als plezier en ontwikkeling. Het percentage kinderen in de leeftijd t/m 14 jaar dat lid is van een sportclub ligt hoog. Dat willen we minimaal zo houden. Om sportuitval in de leeftijdsgroep 14 t/m 18 jaar terug te dringen gaan we een grotere focus leggen op het op jonge leeftijd koppelen van kinderen aan het meest passende sport- en beweegaanbod. In algemene zin houdt deze doelgroep de focus van de inzet van combinatiefunctionarissen. Daarnaast ondersteunen we sportclubs en domeinen als kinderopvang, het onderwijs, maar ook zorgaanbieders die gericht zijn op jeugd, en de jongerenwerkers, in het zichtbaar en toegankelijk maken van sport en bewegen.
Ook het bewegingsonderwijs speelt een belangrijke rol. Als gemeente faciliteren we ruimte voor kwalitatief goed bewegingsonderwijs, door te zorgen voor voldoende capaciteit en toegankelijkheid van sportaccommodaties, als een wettelijk gemeentelijke taak. We dragen niet direct bij aan de inzet van vakleerkrachten, maar faciliteren een infrastructuur die het mogelijk maakt in onze wettelijke taak, het beschikbaar stellen van sportaccommodaties, te voorzien. Met de aanwezigheid van organisaties als de Sport Federatie Berkelland en Beweeg Wijs zorgen we voor deskundigheid waar scholen een beroep op kunnen doen.
Recent onderzoek door het Mulier Instituut (in 2020) heeft aangetoond dat de zwemvaardigheid onder kinderen in Nederland de laatste jaren is afgenomen. Zwembadexploitanten werken hard aan kwalitatief goede zwemlesprogramma’s en proberen dit zo toegankelijk mogelijk te houden. De gemeente en scholen zijn niet verantwoordelijk voor zwemles. Wel willen we dat alle Berkellandse kinderen de mogelijkheid hebben, en gestimuleerd worden om, zwemles te volgen en daarna de zwemvaardigheid op peil te houden. Het uitgangspunt is dat geen enkel kind de basisschool verlaat zonder zwemdiploma. Ook de kinderen in gezinnen voor wie zwemles, bijvoorbeeld vanwege kosten, niet vanzelfsprekend is. De inzet van schoolzwemmen als ‘natte gymles’ en ter aanvulling op het reguliere bewegingsonderwijs vinden we belangrijk.
10% meer meer kinderen/jeugd voldoetaan de criteria voor een gezonde leefstijl en zijn duurzaamin beweging gebracht in 2033. |
|
|
We houden het bewegingsonderwijs in zwembaden voor scholen toegankelijk via een regeling schoolzwemmen. De regeling wordt onderdeel van het bredere subsidiekader voor sport en bewegen. We gaan stoppen met het zogeheten ‘muntjessysteem’ dat geldt als individuele variant op het schoolzwemmen. We werken een subsidiesysteem uit dat beter aansluit op het gewenste effect.
1.3 SPEERPUNT: VITAAL OUDER WORDEN
Mensen worden gemiddeld gezien steeds ouder. In Berkelland is ruim 25% van de inwoners 65+. Deze vergrijzing zal de komende jaren verder toenemen, harder dan landelijk gemiddeld. De beweegparticipatie onder deze doelgroep ligt gemiddeld lager. Het percentage obesitas en overgewicht, maar ook in toenemende mate ondergewicht, scoort hoog in deze categorie.
Sociale problemen als eenzaamheid maar ook dementie komen steeds meer voor.
We willen dat inwoners van Berkelland zo vitaal mogelijk oud worden. Dit betekent dat onder deze leeftijdsgroepen een gezonde leefstijl ook de norm is en dat sport en bewegen zoveel mogelijk onderdeel uitmaakt van de daginvulling. Inwoners die gezond en vitaal oud worden zijn beter in staat zolang mogelijk zelfstandig te blijven wonen, met zo min mogelijk ondersteuning en zorg. Hierin zit een belangrijke koppeling met doelstellingen van de landelijke programma’s als Veerkracht, Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA).
10% meer ouderen voldoet aan de criteria voor een gezonde leefstijl en zijn duurzaam in beweging gebracht in 2030. |
|
Ouderen kunnen langer en veiliger zelfstandig thuis blijven wonen. |
|
AMBITIE 2 SPORT EN BEWEGEN VERSTERKEN DE SOCIALE BASIS
In Berkelland is het fijn wonen. Sportclubs en sport- en beweegvoorzieningen dragen bij aan de sociale kwaliteit die inwoners ervaren en zorgen ervoor dat iedereen naar vermogen mee kan doen, mensen elkaar kunnen ontmoeten en naar elkaar omkijken. Er is sprake van een sterke sociale basis met sport als een verbindende factor.
2.1 SPORT EN BEWEGEN DRAGEN BIJ AAN DE SPEERPUNT:SOCIALE KWALITEIT
Een sterke sociale basis (het gehele netwerk aan formele en informele instellingen en inwoners) draagt bij aan leefbaarheid en zorgt voor dynamiek in kernen. Sport en bewegen en de aanwezigheid van sportclubs zijn hier een essentieel onderdeel van. Een sterke sociale basis wordt gevormd door het samenspel van inwoners en professionals, vrijwilligers en mantelzorgers, maatschappelijke organisaties als sportclubs, (in)formele netwerken, (sport)activiteiten en -voorzieningen. De focus ligt daarmee op zowel het individu en de zelfredzaamheid, als op de ‘samenredzaamheid’ van inwoners. Door hier op in te zetten werken we preventief aan het bevorderen van het welzijn van onze inwoners. Problemen worden sneller en vroegtijdig gesignaleerd waarmee ook een poging wordt gedaan om zorg- en ondersteuningskosten omlaag te brengen. We willen dat onze inwoners de leefbaarheid waarderen met een 9!
MULTIFUNCTIONELE ONTMOETINGSPLEKKEN
Bij een sterke sociale basis en een leefbare samenleving hoort ook de aanwezigheid van plekken om samen te komen en activiteiten te kunnen organiseren. Idealiter zijn dit multifunctionele ontmoetingsplekken (MOP). Multifunctionele ontmoetingsplekken kunnen op sportaccommodaties of sportparken, maar ook in ander maatschappelijke accommodaties als dorpshuizen en/of wijkgebouwen zijn. De toegevoegde waarde is dat verschillende activiteiten, waaronder sport en bewegen, samenkomen. Voor sportclubs en bijbehorende accommodaties zien we kansen voor het vergroten van de maatschappelijke functie op dit gebied. In de meeste kleine kernen in Berkelland is er sprake van (te) veel maatschappelijke accommodaties waarvan de toekomstbestendigheid, veelal als gevolg van stijgende kosten en verminderd gebruik, onder druk staat. Kernen werken zoveel mogelijk richting een ‘één-dak-principe’ waarin sport, bewegen, cultuur, religie en andere vormen van samenkomst, één accommodatie delen. Efficiënter gebruik en meer duurzamere exploitaties zijn daarbij het doel. Als gemeente zijn we veelal faciliterend in deze processen, bijvoorbeeld binnen haalbaarheidsonderzoeken binnen de ‘dorpendeals’. Om dit goed te laten plaatsvinden is brede afstemming en samenwerking binnen kernen noodzakelijk. We zien sportparken en -accommodaties als goede opties om deze ontwikkeling te laten plaatsvinden. Dit past in de gedachte van ontwikkeling naar meer vitale sportparken en ‘open clubs’ (zie ook ambitie 3), maar moet wel in zorgvuldige afstemming en samenhang met andere maatschappelijke voorzieningen als dorpshuizen worden opgepakt.
2.2 SPEERPUNT: SPORT- EN BEWEEGAANBOD IS INCLUSIEF
Voor een sterke sociale basis is het belangrijk dat sport- en beweegaanbod toegankelijk is voor iedereen die dat wil. Dat betekent dat er sprake is van kansengelijkheid in en door sport- en beweegdeelname. We richten ons daarbij vooral op het wegnemen van financiële, sociale en praktische belemmeringen. In 2030 moet sport en bewegen toegankelijk zijn voor inwoners van Berkelland, ongehinderd door leeftijd, lichamelijke of geestelijke gezondheid, etnische achtergrond, seksuele geaardheid of sociale positie. Bij de aanpak van deze thema’s hebben we alle partners nodig binnen het sport- en beweeglandschap, van sportclubs tot commerciële sportaanbieders, ondersteunings- en samenwerkingsorganisaties als de Sport Federatie Berkelland en Achterhoek in Beweging en de samenwerking binnen ‘Heel Berkelland Beweegt’. Dat geldt ook voor partijen met een signaleringsfunctie op deze belemmeringen, zoals het onderwijs.
Met onze deelname aan het Jeugdfonds Sport & Cultuur krijgt een grote groep kinderen tot en met 18 jaar een kans op sport- en beweegdeelname. Zeker sinds de coronapandemie is het aantal aanvragen uit dit fonds bijna verdubbeld, hier moeten we alert op zijn en bijsturen waar nodig. Dit
moet tot uiting komen in de samenwerking met het Jeugdfonds Sport & Cultuur de komende jaren. Samen met partners willen we de zichtbaarheid en vindbaarheid van deze voorziening goed houden.
Voor volwassenen is er momenteel geen dergelijke voorziening in Berkelland. De ervaringen met de ‘Meedoen-regeling’ worden in 2023 tegen het licht gehouden binnen de brede evaluatie van het Minimabeleid. De behoefte aan een voorziening voor de volwassendoelgroep is aanwezig en moet worden ingevuld.
TOELEIDING NAAR PASSEND SPORT- EN BEWEEGAANBOD
Voor veel kwetsbare inwoners is de gang naar sport- en beweegaanbod en de sportclub niet vanzelfsprekend. Om kansengelijkheid te bevorderen, moet bij sportclubs en op de bestaande sportparken en -accommodaties gewerkt worden aan een goede begeleiding van deze inwoners- groepen naar passend aanbod. De combinatiefunctionarissen kunnen hierin, in de rol van beweeg- makelaar, clubkadercoach of sportparkmanager een belangrijke rol spelen.
Het zichtbaar en vindbaar maken van sport- en beweegaanbod pakken we samen met sportclubs en partners binnen ‘Heel Berkelland Beweegt’ aan. Hiermee werken we aan de toegankelijkheid van dit aanbod. Voor inwoners met een beperking zien we de aanwezige meerwaarde van regionale samenwerking binnen Achterhoek in Beweging op het thema ‘Uniek Sporten’. Het bundelen van krachten en een goede spreiding van dit vaak specifieke aanbod zorgt voor overzicht, het matchen van vraag en aanbod en het bevorderen van samenwerking tussen organisaties die betrokken zijn bij mensen met een beperking. Zorgaanbieders en het onderwijs zijn hierin belangrijke samen- werkingspartners én vindplaatsen.
TOEGANKELIJKHEID VAN SPORTVOORZIENINGEN
Accommodaties en voorzieningen moeten fysiek toegankelijk zijn voor iedereen. Dit geldt voor alle gemeentelijke sportaccommodaties, maar ook geprivatiseerde exploitaties van zwembaden en sporthallen moeten voldoen aan deze doelstelling. Richting sportclubs brengen wij dit op een
effectieve manier onder de aandacht, in samenhang met de Lokale Inclusie Agenda voor Berkelland en in samenwerking met partners binnen ‘Heel Berkelland Beweegt’.
2.3 SPEERPUNT: EEN VEILIGE SPORT- EN BEWEEGOMGEVING
Als onderdeel van een sterke sociale basis dient de context van sport en bewegen en het klimaat binnen sportclubs veilig te zijn en sportaanbod op een verantwoorde manier georganiseerd te worden. Dit kent vele aspecten maar hier bedoelen we de ‘sociale veiligheid’. Dit betekent dat er binnen de sport geen plaats is voor discriminatie en grensoverschrijdend gedrag.
EEN STEVIGE PEDAGOGISCHE BASIS
Een veilige sport- en beweegomgeving gaat ook over het zorgen voor een veilig pedagogisch klimaat voor jeugd. We spreken ook wel over een stevige pedagogische basis voor jeugd dat de ontwikkeling stimuleert. Dit draagt bij aan het gezond, veilig en kansrijk opgroeien en het omgaan met alledaagse thema’s en mogelijke problemen. Sport en bewegen en specifiek sportclubs maken onderdeel uit van de context waarin kinderen opgroeien. Er moet daarom aandacht zijn voor het pedagogisch klimaat bij sportclubs.
CRIMINELE INMENGING BINNEN AMATEURSPORT
Onderzoek wijst uit dat de sportsector, net als de gehele samenleving, vatbaar is voor georganiseerde criminaliteit. Volgens een nationaal onderzoek in 2020, blijkt dat één op de acht amateursportverenigingen in ons land de twee jaren daarvoor te maken heeft gehad met signalen die kunnen wijzen op criminele inmenging. Criminele inmenging maakt deel uit van een aantal (sociale) veiligheidsvraagstukken waar een sportvereniging mee te maken kan krijgen. Het Sportakkoord II noemt discriminatie, grensoverschrijdend gedrag, dopinggebruik, drank- en drugsgebruik en matchfixing. Een belangrijke conclusie uit landelijk onder- zoek is dat sportclubs ondersteuning nodig hebben voor het organiseren en borgen van een veilige sport- omgeving zonder criminele inmenging. We zien een meerwaarde om op regionale schaal, binnen Achter- hoek in Beweging, dit probleem beter in kaart te brengen en mogelijk te komen tot een gerichte aanpak.
AMBITIE 3 HET SPORT- EN BEWEEGLANDSCHAP IS KLAAR VOOR DE TOEKOMST
We streven naar een toekomstbestendig en gezond sportlandschap in Berkelland. Dit betekent dat sportclubs financieel en organisatorisch gezond zijn en dat het sport- en beweegaanbod én de fysieke leefomgeving voorziet in de behoefte van inwoners en bezoekers.
3.1 VITALE SPORTPARKEN EN TOEKOMSTSPEERPUNT:BESTENDIGE SPORTCLUBS
Het sportlandschap is de afgelopen jaren sterk veranderd, en blijft veranderen. Hoewel nog steeds veel kinderen de weg naar een sportclub weten te vinden, zien we dat het aantal leden bij sportclubs dalende is. Dit komt mede door demografische ontwikkelingen als ontgroening en vergrijzing. De manier van sporten verandert echter ook. Het percentage inwoners dat bij een commerciële sportaanbieder ofwel op een zelf-georganiseerde manier sport en beweegt, is zichtbaar toegenomen. Als we kijken naar de absolute aantallen dan zien we dat de beweegparticipatie afneemt en er tegelijkertijd meer inwoners zijn met overgewicht. Als gemeente willen we samen met het sportlandschap vooruit kijken en moeten we ons afvragen of we nog de juiste dingen doen.
DE BETAALBAARHEID EN ORGANISATIE VAN SPORTCLUBS STAAT ONDER DRUK
De afgelopen jaren hebben eerst de coronacrises en daarna de fors stijgende energieprijzen een grote impact gehad op de organisatie- en financiële kracht van sportclubs. In de cijfers uit de Achterhoekse Sportaanbieders monitor van 2022 zien we dat in Berkelland 75% van de sportclubs de aanwezigheid van voldoende vrijwilligers als het grootste knelpunt ervaart. De grootste zorg bestaat rondom de ervaren werkdruk als vrijwilliger en de invulling van bestuurlijke functies. In de energie- inventarisatie die is uitgevoerd door de Sport Federatie Berkelland eind 2022 blijkt dat de stijgende energiekosten ervoor zorgen dat 36% van de sportclubs ernstige zorgen heeft over het voortbestaan.
Onderzoek dat op landelijke schaal is uitgevoerd onder 1.200 verenigingsbestuurders bevestigt dit beeld. Dit betekent niet dat het sportlandschap in slechte staat verkeert, maar dat er terechte opgaven liggen die vragen om een doelgerichte aanpak.
VITALE SPORTPARKEN MET TOEKOMSTBESTENDIGE SPORTCLUBS
Hoewel sportclubs voor behoorlijke opgaven staan is de maatschappelijke relevantie de afgelopen jaren groter geworden. We verwachten van sportclubs een grotere bijdrage in doelstellingen op het gebied van (positieve) gezondheid en gezonde leefstijl van inwoners en het versterken van de sociale basis en leefbaarheid in kernen. Als gemeente zien we de meerwaarde van deze maatschappelijke positionering van sportparken en sportclubs en de ontwikkeling naar ‘vitale sportparken’. Een
vitaal sportpark kenmerkt zich door de brede samenwerking van sportclubs die er zijn gevestigd, een goede bezetting op de aanwezige accommodaties en veelal ook een maatschappelijke samen- werking met partners uit andere domeinen dan sport. Hier past de ‘open club’ gedachte bij, oftewel een sportclub die zich openstelt voor samenwerking en een brede groep inwoners, ook niet-leden, en streeft naar inclusie en het vraaggericht organiseren en vernieuwen van haar aanbod. Op veel plekken in Berkelland zijn er goede voorbeelden van initiatieven en ontwikkelingen in deze richting.
DE ROL VAN EEN LOKAAL SPORTPLATFORM
Het Nationaal Sportakkoord geeft aan lokale partijen de opdracht om het inrichten van lokaal sportplatform te onderzoeken. Zo’n sportplatform moet lokale sportaanbieders samenbrengen om samenwerking en kennisdelen te vergroten, en te organiseren dat er een aanspreekpunt aanwezig is voor gemeente waarmee tevens belangenbehartiging plaatsvindt. Met de aanwezigheid van ‘Heel Berkelland Beweegt’ en bijbehorende stuurgroep, én de Sport Federatie Berkelland, zijn al veel elementen goed belegd. Toch willen we onderzoeken welke ontwikkelingsmogelijkheden er zijn, hoe we zaken kunnen verbeteren en hoe daarin gebruik gemaakt kan worden van de aanwezige structuren. We hebben daarbij aandacht voor het bereiken van meer sportclubs, maar ook meer commerciële sportaanbieders en partijen uit andere domeinen als zorg, welzijn, onderwijs en bedrijfsleven. Ook het belang van de individuele sporter zien hierin graag vertegenwoordigd.
3.2 SPEERPUNT: DOELMATIGE ONDERSTEUNING AAN SPORTCLUBS
De ontwikkeling naar vitale sportparken en ‘open clubs’ moet verder worden opgepakt en dit zal niet gaan zonder ondersteunende activiteiten. We zien vooral de noodzaak tot samenwerking tussen enerzijds vrijwilligers van sportclubs en anderzijds professionals ter ondersteuning. Daarbij is er ook sprake van verschillende typen ondersteuningsvraagstukken.
We vinden het belangrijk om in alle kernen in Berkelland en, daar waar men daadwerkelijk op sportparkniveau wil samenwerken, nieuw aanbod te ontwikkelen en toe tewerken naar een bredere maatschappelijke rol, te zorgen voor ondersteuning en begeleiding. De ondersteuning aan sportparken en clubs mag plaatsvinden op het niveau van uitvoering van activiteiten, het verbinden van organisaties en de ontwikkeling van beleid. Vraagstukken verschillen per kern en er moet ruimte zijn voor behoefte en maatwerk. Vanuit sportclubs zien we een grotere vraag ontstaan naar praktische ondersteuning bij het organiseren van aanbod voor doelgroepen die gedurende de dag bewegen op de accommodaties op momenten dat vrijwilligers niet of minder beschikbaar zijn.
LASTENVERLICHTING EN VERDUURZAMING
We vinden het belangrijk om, daar waar we kunnen, te kijken hoe lastenverlichting voor sportclubs mogelijk gemaakt kan worden. We richten ons hierbij hoofdzakelijk op sportclubs met een eigen accommodatie. We willen sportclubs met een eigen accommodatie daarnaast ook stimuleren in de opgave tot verduurzamen. We zien de gemeentelijke rol vooral als facilitator van kennis en procesbegeleiding ten behoeve van het verkrijgen van inzicht in de verduurzamingsopgave, planvorming, vinden van financiering en monitoring.
EEN NIEUW SUBSIDIEKADER VOOR SPORT EN BEWEGEN
De bestaande subsidiesystematiek voor sport en bewegen is hoofdzakelijk gebaseerd op aantallen jeugdleden bij sportclubs. We zien dat deze systematiek al minder begint aan te sluiten op de praktische situatie van sportclubs. Daarbij zien we dat er geen sprake is van een doelmatige inzet van middelen. Volgend op deze Sport- en Beweegvisie houden we het huidige subsidiekader (en inhoudelijke regelingen) voor sport(clubs) tegen het licht.
We streven naar een goede aansluiting van het subsidiekader voor sport op de ambities en doelstellingen binnen de Sport- en Beweegvisie. Doelmatige inzet is het uitgangspunt en we willen dat maatschappelijk resultaat en impact meer naar voren wordt gebracht. We stappen af van de huidige systematiek die hoofdzakelijk gebaseerd is op jeugdledentallen. We brengen alle structurele vormen van subsidies met betrekking tot sport en bewegen in één subsidiekader onder. Dit geldt dus ook voor de lange termijn OZB-compensatie én een regeling als schoolzwemmen. We onderzoeken de koppeling met de domeinen cultuur en welzijn. Dat kan er toe leiden dat er qua aantallen minder sportclubs in aanmerking komen voor subsidie, maar dat er meer middelen verstrekt worden aan breder maatschappelijk georiënteerde clubs en/of accommodaties. Ook zal er een verschuiving plaatsvinden waarbij sportclubs minder structureel en meer incidenteel subsidiemiddelen gaan ontvangen. We willen subsidie koppelen aan maatschappelijke effecten en prestaties met behulp van objectieve criteria.
In de omgang met geprivatiseerde sportaccommodaties van sportclubs zien we als gemeente geen rol in het investeren of verdere ondersteuning in vervanging en renovatie van velden of clubgebouwen.
Vanuit de afspraken in het Nationaal Sportakkoord II werkt het NOC*NSF aan het inrichten van regionale coördinatiepunten voor clubondersteuning. Het doel is de clubondersteuning die al geboden wordt vanuit verschillende partijen (sportbonden, regionaal, lokaal) te versterken. Binnen de Achterhoekse samenwerking onderzoeken wij, samen met de Sport Federatie Berkelland, de kansen en mogelijkheden op dit vlak. We streven naar een win-win situatie waarbij Berkelland de meerwaarde ondervindt van regionaal samenwerken en lokaal uitvoeren, kennisdeling en een goede bediening van hulpvragen.
Zoveel mogelijk sportparken en sportclubs in Berkelland zijn vitaal en toekomstbestendig. |
|
Subsidiemiddelen worden doel- matiger en gericht op maatschappelijk effect ingezet. |
|
Binnen de inzet van combinatiefunctionarissen is conform aanbesteding voor de periode 2022-2026 3,2 fte vrijgemaakt voor de onderwerpen sportparkmanagement en -ontwikkeling en maatwerk clubondersteuning. We vullen dit gebiedsgericht in middels 3 fte bij de Sport Federatie Berkelland en 0,2 fte in opdracht van de samenwerkende partijen op sportpark De Wildbaan in Borculo.
3.3 SPEERPUNT: RUIMTE GEVEN AAN SPORT EN BEWEGEN
Door de veranderende manier waarop we sporten, stellen we andere eisen aan het sport- landschap. We geven hier letterlijk ruimte aan in onze openbare ruimte en denken mee met mogelijkheden voor innovaties op bestaande sportparken en -accommodaties. We brengen de nieuwe sportbehoefte in de openbare ruimte in beeld. Dit geldt ook voor bezoekers aan Berkelland, c.q. toeristen. Ons uitgangspunt is dat we zoveel als mogelijk initiatieven tot vernieuwing in sport willen koppelen aan bestaande sportparken en -accommodaties. Dit past in de gedachte van vitale sportparken, open clubs en de brede maatschappelijke verbinding met en van inwoners. Voorbeelden zijn faciliteiten op het gebied van survival sport, ‘urban sports’, beweeg- en hardlooproutes en MTB-routes. Concreet zijn zogeheten KWIEK-beweeg-routes een goed initiatief voor de invulling van sportieve buitenruimte in kernen. We zoeken hier ook nadrukkelijk de verbinding met het beleidsplan ‘Spelen en Bewegen in de openbare ruimte’.
Tot sportinnovaties behoort ook racketsport ‘padel’. In de omgang met vergunningsvraagstukken van tennisclubs die sportaccommodaties willen vernieuwen dan wel uitbreiden met padelbanen, gaan we uit van de richtlijnen die zijn opgesteld door Stichting Nederlandse Geluidshinder rondom geluidsnormeringen conform de ‘Handreiking Padel en Geluid’. In alle gevallen wordt er concreet advies opgevraagd bij de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) en is er aandacht voor maatwerk.
SPORTEVENEMENTEN IN BERKELLAND
In Berkelland kennen we een groot aantal, veelal kleinschalige evenementen, die maatschappelijk gezien op veel waardering kunnen rekenen. Als gemeente kennen we een stimuleringsregeling voor deze evenementen. De gemeente helpt organisaties met een evenementenmakelaar.
Berkelland heeft geen ambities om grote sportevenementen alleen te hosten of te organiseren. In samenwerking met de Achterhoekse gemeenten willen we dat wel. Achterhoek in Beweging oriënteert zich continu op mogelijkheden om evenementen met een landelijke, Europese of mondiale statuur naar de Achterhoek te halen. Besluitvorming hierover vindt plaats aan de hand
van een concreet handelingskader, waarbij zaken als (financiële) haalbaarheid en maatschappelijke impact in kaart worden gebracht. Wij maken hiervoor geen structureel budget vrij.
MAATSCHAPPELIJKE WAARDE VAN TOPSPORT
Eén van de thema’s van het ‘Regionaal Beweeg- en Sportakkoord – Achterhoek in Beweging’ is de samenwerking rondom talentontwikkeling en de ondersteuning richting ‘topsportclubs’. De Achterhoek heeft veel topsport- en breedtesporttalenten. Achterhoek in Beweging wil dat deze talenten zich binnen hun eigen sociale omgeving kunnen ontwikkelen. Om goed te kunnen presteren hebben talenten een ondersteunende omgeving nodig. Daarom werken idealiter alle partijen, die zich in de omgeving van het talent begeven, samen. Van gezin tot school en van club
tot sponsor. Achterhoek in Beweging beschikt over een breed netwerk aan samenwerkingspartners, waaronder Topsport Gelderland. Zij kunnen met elkaar afspraken maken over de ondersteuning van talenten.
Daarnaast wordt er gewerkt aan de ondersteuning van sportclubs in de regio die op hoog niveau acteren. Naast de directe ondersteuning aan deze clubs is het doel de maatschappelijke meerwaarde van deze ‘topsport’ richting andere sportclubs te vergroten. Als Berkelland wordt er geen aparte inzet gepleegd op het versterken of ondersteunen van topsport in de eigen gemeente.
Meer inwoners (en bezoekers) ervaren een goede kwaliteit van de sportieve leefomgeving |
|
Sportevenementen in Berkelland hebben een positief effect op de beweegdeelname en/of leefbaarheid. |
|
AMBITIE 4 DUURZAME EXPLOITATIES VAN MAATSCHAPPELIJK VASTGOED
We creëren een realistisch toekomstbeeld voor onze sporthallen, gymzalen en zwembaden waarin keuzes en prioriteiten worden gemaakt volgens een duidelijk richtinggevend handelingskader. Met een uitvoeringsplan willen we de grote (financiële) opgaven op het gebied van maatschappelijk sportvastgoed het hoofd bieden.
4.1 EFFICIËNT EN DOELMATIG EXPLOITEREN SPEERPUNT: VAN SPORTVASTGOED
Wekelijks zijn vele duizenden inwoners van Berkelland te vinden in de zwembaden en de binnensportaccommodaties die de gemeente rijk is. Als actief sporter, als toeschouwer of als vrijwilliger. In de voorgaande ambities is de maatschappelijke waarde van sport en bewegen beschreven. Voldoende, goed onderhouden en aantrekkelijk vormgegeven en ingerichte zwembaden en binnensportaccommodaties zijn noodzakelijke voorzieningen waarbinnen activiteiten plaatsvinden.
Onze inwoners kunnen gebruik maken van twee binnenzwembaden en drie buitenzwembaden. Met betrekking tot de binnensportaccommodaties beschikken de grotere kernen over sporthallen, terwijl de kleine kernen doorgaans voorzien zijn van gymzalen. Als gevolg van de gemeentelijke herindeling is het beheer en eigendom van ons sportvastgoed in elk van de vier oorspronkelijke gemeenten anders. Er zijn diverse exploitanten actief (zowel stichtingen als commercieel) waarmee de gemeente verschillende relaties onderhoudt en overeenkomsten mee heeft afgesloten. Het merendeel van de accommodaties hebben het einde van hun (economische) levensduur bereikt of hebben dit in zicht.
GELIJKE SPELREGELS VOOR EXPLOITANTEN
Berkelland is een fusiegemeente. Dit heeft geleid tot verschil in kwaliteit en ook in mate van ondersteuning door de gemeente. Bij een evenredige spreiding van kwalitatief sportvastgoed horen ook gelijke spelregels. We streven naar een situatie waarbij de omstandigheden, tarieven en exploitatieafspraken in vergelijkbare kernen van Berkelland hetzelfde zijn. We willen een uniforme relatie tussen gemeente en exploitaties van zwembaden en sportaccommodaties in heel Berkelland.
We willen onduidelijkheden over verantwoordelijkheden wegnemen. Ons uitgangspunt is dat wij geen incidentele uitgaven voor groot onderhoud willen doen voor sportvastgoed dat geen eigendom is van de gemeente. Eigenaren zijn zelf verantwoordelijk voor een duurzame exploitatie, inclusief onderhoud, en we vertalen dit naar de (financiële) meerjarige afspraken met exploitanten. Het realiseren van deze gelijkheid gaat tijd en afstemming vragen. In de nieuwe meerjarige afspraken met exploitanten maken we een start, het doel is dit gelijke speelveld in 2033 te hebben gerealiseerd. Tot die tijd accepteren we (kleine) verschillen.
In de huidige situatie zijn nog een groot aantal sportaccommodaties gemeentelijk eigendom. Dit biedt de gemeente veel sturingsmogelijkheden maar we zien ook dat de efficiëntie in exploiteren ontbreekt. In het landelijke speelveld is steeds meer een verschuiving zichtbaar naar andere vormen van exploitatie en beheer die niet meer bij de gemeente ligt. We zien de exploitatie en het beheer van zwembaden en sportaccommodaties niet langer als een gemeentelijke kerntaak. Vanuit het uitgangspunt dat spelregels gelijk moeten worden willen we toewerken naar een uniforme manier van exploiteren en willen we dat maatschappelijk ondernemerschap beter wordt benut. Dit kan in de vorm van (een) stichting(en), een gemeentelijk sport- c.q. vastgoedbedrijf of met een commerciële marktpartij. Aan alle varianten kleven voor- en nadelen die beter moeten worden uitgewerkt om tegen elkaar te kunnen afwegen. Dit willen we doen in de nadrukkelijke afstemming met de huidige exploitanten van zwembaden en sportaccommodaties. De participatie en medewerking van deze partijen is noodzakelijk om uiteindelijk tot uniformiteit te kunnen komen.
Hoewel nader onderzoek moet uitwijzen wat de beste exploitatie- en beheervorm van zwem- en sportaccommodaties voor Berkelland is, lijkt een sport- of vastgoedbedrijf een aantrekkelijk scenario.
Er is bij deze beheervorm sprake van een juridische en organisatorische scheiding binnen beleid en uitvoering, waarbij de gemeentelijke organisatie ontzorgd wordt met betrekking tot beheer, onderhoud en exploitatie van de accommodaties. Maar als aandeelhouder en contractpartij behoudt de gemeente de mogelijkheid van vooral bestuurlijke sturing.
Er liggen kansen om andere accommodaties, zoals culturele- of welzijnsaccommodaties, hier ook onderdeel van te kunnen laten uitmaken. Een sport- of vastgoedbedrijf kan daarmee ook een samenwerkingspartner of zelfs vangnet zijn voor maatschappelijk vastgoed, zodat we knelpunten op dat vlak kunnen oplossen. We onderzoeken de voor- en nadelen en bekijken meerdere opties zoals het wel en niet opnemen van ander vastgoed, multifunctionele ontmoetingsplekken in kleine kernen en zwembaden.
4.2 SPEERPUNT: DOELMATIG GEBRUIK VAN SPORTVASTGOED
Als gemeente zien we zwembaden en binnensportaccommodaties niet als doel op zich, maar als middel om maatschappelijke effecten te bereiken of wel te voorzien in behoefte van inwoners. Deze accommodaties zijn van groot belang voor sport en bewegen, inwoners die elkaar kunnen ontmoeten, het laten ontstaan van sociale verbanden, de bevordering van deelname aan de samenleving en uiteindelijk de leefbaarheid in de verschillende kernen.
Tegelijkertijd zien we dat het gebruik van nagenoeg alle sportaccommodaties terugloopt.
In de huidige situatie is er in heel Berkelland op kernniveau sprake van overcapaciteit aan zaaldelen. Ook zijn de meeste binnensportaccommodaties verouderd en moet er duidelijkheid komen voor wat betreft het toekomstperspectief. Zoals zichtbaar is in de gemeentelijke meer- jarenbegroting zijn de financiën groot knelpunt. Met de huidige gemeentelijke uitgaven op het gebied van sportvastgoed, kunnen we niet ons huidige accommodatiebestand op peil houden.
GELIJKE SPELREGELS VOOR EXPLOITANTEN
We streven naar een gevarieerd en kwalitatief toekomstbestendig aanbod van zwembaden en binnensportaccommodaties in Berkelland. Daar waar sprake is van substantiële en structurele overcapaciteit worden maatregelen genomen om het aanbod beter af te stemmen op de (ontwikkeling in de) vraag.
Over heel Berkelland geldt dat er in de huidige situatie 39 zaaldelen aanwezig zijn, terwijl de benodigde capaciteit volgens onderzoek wordt bepaald op 31 zaaldelen. Dit betekent dat er sprake is van een overcapaciteit van ruim 20%. Als uitgangspunt geldt dat nieuwe accommodaties moeten bijdragen aan een betere afstemming van capaciteitsbehoefte en we overcapaciteit willen beperken. Dit betekent dat nieuwbouw altijd gepaard zal gaan met de vervanging van bestaande accommodaties. In geval van een bezetting van binnensportaccommodaties van 40-65% moet onderzocht worden welke mogelijkheden er zijn om de bezettingsgraad op het niveau ‘goed’ te krijgen (meer dan 65%). Als structureel sprake is van een bezettingsgraad van minder dan 40% dan kan dit leiden tot de keuze om accommodaties te sluiten en gebruikers elders (al dan niet buiten het dorp) te huisvesten. Bij dergelijke keuzes zullen niet alleen financiële, maar ook maatschappelijke aspecten een rol moeten spelen. Ingrijpende keuzes maken we niet zomaar en moeten ook gepaard gaan met een positief toekomstperspectief.
Bijvoorbeeld door te kijken hoe in zo’n geval de kwaliteit van de sportieve leefomgeving verbeterd kan worden. De leefbaarheid in kernen is van groot belang en we houden oog voor het maatschappelijk rendement (zoet-zuur balans).
PRIORITERING IN GEBRUIKERS VAN ACCOMMODATIES
Als gemeente hebben we de wettelijke zorgplicht om te voorzien in kwalitatief toereikende sportaccommodaties voor het regulier en speciaal basis- en voortgezet onderwijs. Dit is ons uitgangspunt. In het bepalen van de capaciteitsbehoefte en het ter beschikking stellen van binnensportaccommodaties heeft onderwijs de prioriteit. Daaropvolgend prioriteren we ook het gebruik door sportclubs, hoewel daarvoor geen wettelijke zorgplicht bestaat. Overige gebruikers en/of partijen waarvoor geen wettelijk gemeentelijke zorgplicht geldt krijgen geen prioriteit in de capaciteitsbehoefte bepaling. Uiteraard stimuleren we wel dat de beschikbare overcapaciteit door deze partijen wordt ingevuld, zowel vanwege maatschappelijke doelstellingen als het verhogen van de bezettingsgraden en de positieve effecten op exploitaties. Aan exploitanten vragen we deze prioritering in acht te nemen, dit maken we onderdeel van de exploitatieafspraken.
Ten aanzien van het gebruik van sportaccommodaties doen we ook een beroep op het onderwijs om creatief te zijn en het ‘buiten gymmen’ meer de standaard te laten worden. Bij slecht weer bewegen de kinderen binnen. Dat kan in een gymzaal maar ook in een andere geschikte ruimte. Kwalitatief goede buitenvoorzieningen zijn op veel plekken voorhanden en er liggen kansen om bestaande sportparken en buitenaccommodaties beter geschikt te maken voor doelstellingen binnen het bewegingsonderwijs, ook als ze op iets meer afstand liggen (inter-dorp gedachte).
We streven naar een doelmatig gebruik van sportvoorzieningen en dat de beschikbare capaciteit passend moet zijn bij de behoefte vanuit bewegingsonderwijs, sportclubs en overige activiteiten. In de grotere kernen gaan we de zaalcapaciteit terugbrengen naar de werkelijke behoefte op het moment dat investeringen aan de orde zijn. De kernen zijn daarbij complementair aan elkaar. Dat
betekent dat niet elke sport perse in elke kern uitgeoefend moet kunnen worden en dat inwoners het soms buiten de kern moeten zoeken. Dit betekent dat niet voor elke sporthal of gymzaal hetzelfde ‘Programma van Eisen’ wordt gehanteerd maar wel moet voldoen aan de basisinventaris voor het bewegingsonderwijs. Sportaccommodaties vervullen in grote kernen een functie die vergelijkbaar is met ‘kulturhuzen’ en/of dorpshuizen van kleine kernen. Het heeft toegevoegde waarde dat meerdere functies samen komen, zoals sport en bewegen, cultuur en horeca, maar ook activiteit op het gebied van welzijn en ontmoeting.
In kleinere kernen is er vaak sprake van één sportvoorziening van een minimaal vereiste omvang. De sportaccommodaties in kleine kernen worden meestal voornamelijk gebruikt voor bewegingsonderwijs en daarnaast ook in geringe mate door sportclubs. Als onderwijs in een kern wegvalt, verdwijnt ook de gemeentelijke zorgplicht voor een gymzaal en is er niet genoeg legitimiteit om een voorziening in stand te houden.
In de kleinere kernen faciliteren we de door de kernen geleide beweging naar één multifunctionele ontmoetingsplek, inclusief beweegmogelijkheden (zie ook speerpunt 2.1). We investeren alleen nog in integrale plannen die gaan over multifunctioneel gebruik van accommodaties en waarbij sprake is van centraliseren en samenvoegen van meerdere maatschappelijke voorzieningen en functies onder één dak. In kernen als Rekken en Beltrum is deze beweging al op gang. De (financiële) haalbaarheid van exploiteren moet aantoonbaar in beeld zijn gebracht. We kijken in het licht van het herijken van sport- en cultuursubsidies naar of, en zo ja hoe, accommodaties in kleine kernen worden ondersteund. Er wordt daarbij geprioriteerd op de beschikbare financiële middelen. Een mogelijkheid is een gecentraliseerde vorm van beheer (zie speerpunt 4.1). Verzelfstandigd eigendom en exploitatie van multifunctionele ontmoetingsplekken worden aangemoedigd.
In 2023 is onderzoek gedaan naar de Berkellandse zwembaden. De conclusie is dat vergeleken met het Nederlands gemiddelde, Berkelland relatief veel zwemwater heeft. Met ons inwoneraantal wordt vanuit dit onderzoek geadviseerd uit te gaan van één binnenbadvoorziening, mogelijk in combinatie met een buitenbad om zo synergievoordelen te bereiken. Een deel van de zwembaden is verouderd en we moeten duidelijkheid geven en ons voorbereiden op de toekomst.
We gaan het zwemwater terugbrengen naar een capaciteit die meer in lijn ligt met de inwoners- en bezoekersaantallen. Toch zien we in de toekomst meer dan één zwembad voor ons in Berkelland. Buitenbaden zijn wat ons betreft onderdeel van ons culturele erfgoed in de Achterhoek en de rest van Oost-Nederland. Onze buitenbaden worden ook goed bezocht. In 2032 loopt het huidige contract met de eigenaar van de zwembaden in Neede en Eibergen af. We werken toe naar een situatie in 2032 waarin we in Berkelland nog één binnenzwembad hebben. Een specifiek haalbaar- heidsonderzoek moet in beeld brengen waar dit het beste gesitueerd kan worden, dit kan op één van de huidige locaties of een andere locatie voor Berkelland. Daarnaast onderzoeken we of een combinatie met een buitenbad een goede optie is. Aan de voorkant zien we deze combinatie niet als noodzakelijk. Ondanks synergievoordelen, hechten we ook aan spreiding over de gemeente. Daarbij geldt ook dat de huidige buitenbaden goed bezocht worden en een zeer hoge bezettingsgraad kennen. We kijken daarbij naar ontwikkelingen buiten onze gemeentegrens die van invloed kunnen zijn. We staan daarbij open voor afstemming c.q. samenwerking met buurgemeenten op het gebied van faciliteiten als zwemvoorzieningen.
We vinden het belangrijk dat een nieuw te realiseren binnenzwembad energieneutraal wordt en breed toegankelijk voor alle inwoners van Berkelland. Tot de realisatie van een dergelijke voorziening reserveren we financiële middelen voor een nieuw binnenzwembad. Tot die tijd investeren we niet meer dan nodig in de bestaande binnenbaden.
PRIORITERING EN FASERING VAN INVESTERINGEN
Op basis van de hiervoor genoemde uitgangspunten ontstaat er een investeringsopgave om vervanging en renovatie van zwembaden en sportaccommodaties te kunnen realiseren. We prioriteren hierbij op urgentie en duidelijkheid in toekomstperspectief. Omdat de financiële middelen beperkt zijn brengen we een fasering aan in deze opgave, daarmee hebben we onze concrete uitvoeringsagenda voor de komende jaren bepaald. Autonome ontwikkelingen die het urgentieniveau veranderen kunnen zorgen voor een wijziging in de planning. We houden deze planning jaarlijks tegen het licht.
DUURZAAMHEID BIJ VERVANGENDE NIEUWBOUW
Bij vervanging van zwembaden en binnensportaccommodaties is doelstelling dat deze voorzieningen energieneutraal worden. Daar waar er geen sprake is van nieuwbouw, maar bijvoorbeeld renovatie, wordt bepaald welk duurzaamheidsniveau haalbaar is. We streven in ieder geval naar bijna energieneutraliteit. Totdat deze investeringen aan de orde zijn doen we in het onderhoud wat noodzakelijk is. Daar waar vervanging van een accommodatie op de agenda staat wordt er niet geïnvesteerd in verduurzaming. Als groot onderhoud aan accommodaties noodzakelijk is om de veiligheid en vereiste kwaliteit van een voorziening te garanderen, dat moet dit ook plaatsvinden.
We laten ons hierin adviseren door specialisten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-67651.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.