Gemeenteblad van Wijk bij Duurstede
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Wijk bij Duurstede | Gemeenteblad 2024, 65974 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Wijk bij Duurstede | Gemeenteblad 2024, 65974 | beleidsregel |
Beleidsregels laadpalen voor elektrische voertuigen op openbaar terrein 2024
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede;
het bepaalde in artikel 160 van de Gemeentewet, het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, het bepaalde in artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Wijk bij Duurstede en het bepaalde in art. 15 van de Wegenverkeerswet 1994;
Beleidsregels laadpalen voor elektrische voertuigen op openbaar terrein 2024
Aansluiting: de verbinding tussen het elektriciteitsnet en de overige laadinfrastructuur;
Aanvraag: verzoek aan het college tot het beschikbaar stellen van een parkeerplaats op grond die in eigendom is van de gemeente ten bate van een laadpaal;
Elektrisch voertuig: een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Wegenverkeerwet 1994 dat bij de RDW staat geregistreerd als auto en geheel of gedeeltelijk door een elektromotor wordt aangedreven waarvoor de elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan de batterij (mede) kan worden opgeladen door middel van een oplaadpunt;
Exploitant: de aanbieder van laadinfrastructuur;
Gebruiker: een eigenaar en/of bezitter van een elektrisch voertuig en woonachtig en/of werkzaam is in de gemeente Wijk bij Duurstede;
Interoperabiliteit: de mogelijkheid om met een laadpas van verschillende Service Providers gebruik te maken van een laadpaal van verschillende aanvragers;
Laadpas: een pas, benodigd voor het gebruik van de laadpaal, gebaseerd op de landelijke afspraken op het gebied van interoperabiliteit;
Laadinfrastructuur: het geheel van laadpalen, aansluitingen en andere voorzieningen in de openbare ruimte voor het laden van elektrische voertuigen;
Laadpaal: openbare voorziening, waar een elektrisch voertuig kan worden opgeladen met één of meer oplaadpunten;
Oplaadpunt: een voorziening waarmee de gebruiker zijn voertuig van elektriciteit kan voorzien;
Privaat oplaadpunt: een oplaadpunt dat is aangesloten op een private meterkast en is geplaatst op het eigen terrein.
Service Provider: aanbieder van laaddiensten aan Gebruiker(s), zoals de uitgifte van laadpassen en bijbehorende laadabonnementen;
Verlengd privaat oplaadpunt: een oplaadpunt dat is aangesloten op een private meterkast en is geplaatst op openbaar terrein.
Artikel 2 Aanvraag locatie laadpaal/-infrastructuur
Een aanvraag voor het beschikbaar stellen van een locatie voor laadinfrastructuur op of aan de openbare weg en het verzoek tot het nemen van een verkeersbesluit waarbij twee of meerdere parkeerplaatsen worden aangewezen voor het laden van elektrische voertuigen kan alleen worden ingediend door een Exploitant op basis van een of meerdere behoeftemeldingen die zijn ingediend bij het meldpunt van de Exploitant;
Een aanvrager mag enkel laadinfrastructuur realiseren nadat een samenwerkingsovereenkomst is gesloten tussen de gemeente en de betreffende partij, waarin afspraken zijn vastgelegd over onder andere aansprakelijkheid, aansluit capaciteit, looptijd van de exploitatie en verantwoordelijkheden van beide partijen;
Artikel 3 Behoeftebepaling laadpaal/-infrastructuur
Het college verleent geen medewerking aan het realiseren van de gevraagde laadinfrastructuur, wanneer gebruikers mogelijkheden hebben om hun elektrische voertuigen op eigen terrein te parkeren en op te laden. Hieronder valt ook:
Artikel 4 Locatie laadinfrastructuur
Het college bepaalt na overleg met de exploitant die een aanvraag heeft ingediend de locatie van de laadinfrastructuur en de aan te wijzen parkeerplaatsen. Het college toetst hierbij aan de volgende criteria:
Voor de overige criteria wordt verwezen naar de plaatsingsleidraad van de laadvisie;
Artikel 5 Capaciteit van de aansluiting
De capaciteit van de laadpaal is afhankelijk van de omgeving waarin deze geplaatst wordt. De exploitant dient de aansluitcapaciteit af te stemmen op de te verwachten toekomstige laadbehoefte. Richtlijn voor gebieden met enkel de functie wonen is een minimale aansluitwaarde van 3 maal 35A. Richtlijn voor gebieden met gecombineerde functies (wonen, werken, winkelen) is een minimale aansluitwaarde van 3 maal 63A.
Artikel 6 Plaatsing en beheer laadpaal/-infrastructuur
De Exploitant draagt voor eigen rekening en risico zorg voor:
het voldoen van de laadinfrastructuur aan de nationale en internationale afspraken op het gebied van Interoperabiliteit. Deze regels betreffen - onder andere - de uitwisselbaarheid van laadpassen, het gebruik van de standaardstekker en de onderlinge kostenverrekening van geleverde diensten tussen Service Providers en aanvragers;
Het college spant zich in om binnen zijn competentie zorg te dragen voor het parkeerbeheer en toezicht op de oplaadlocaties conform de standaard gemeentelijke werkwijze, bestaande uit onder meer handhavend optreden in het geval een niet elektrisch dan wel een niet aangesloten elektrisch voertuig zich bevindt op een voor elektrisch laden gereserveerde parkeerplaats.
Artikel 10 Intrekken / wijzigen van toestemming en verkeersbesluit
Het college kan de toestemming intrekken indien:
Het college kan in dat geval ook het verkeersbesluit, waarbij de parkeerplaatsen voor het laden van elektrische voertuigen zijn aangewezen, intrekken. Kosten voor het verwijderen van de laadinfrastructuur en het beëindigen van het recht van opstal kunnen aan aanvrager worden doorberekend.
Indien er een wegreconstructie plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen parkeerplaatsen zullen verdwijnen zal het college samen met de aanvrager bezien of er een alternatieve locatie voor de laadinfrastructuur met bijbehorende parkeerplaats(en) in de directe nabijheid mogelijk is. Kosten hiervoor alsmede de reeds gemaakte kosten door de aanvrager in verband met de realisatie ervan zijn voor maximaal 50% rekening van de gemeente, wanneer de wegreconstructie plaatsvindt binnen 5 jaar na de realisatie van de laadinfrastructuur. De Exploitant is gerechtigd om de werkelijke kosten voor het verwijderen of verplaatsen van een door de Exploitant aangelegde laadinfrastructuur tot een maximum van € 3.000,00 per te verwijderen, respectievelijk € 2.000,00 per te verplaatsen laadinfrastructuur bij de gemeente in rekening te brengen. Indien de werkelijke kosten meer dan 10% hoger zijn dan de bovengenoemde vergoedingen per laadinfrastructuur voor de verplaatsing of verwijdering, dan treden aanvrager en gemeente met elkaar in overleg over de in redelijkheid te vergoeden meerkosten. Kosten zijn voor rekening van de aanvrager wanneer de wegreconstructie later dan 5 jaar na de realisatie van de laadinfrastructuur plaatsvindt.
Artikel 11 Bijzondere omstandigheden
Het college beseft dat de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden en laadinfrastructuur nieuw en nog volop in ontwikkeling zijn. Met deze beleidsregels wil het college duidelijkheid verschaffen over de voorwaarden, criteria en condities die van toepassing zijn op het realiseren van laadpalen en/of andere laadinfrastructuur in de gemeente.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-65974.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.