Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2021

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Groningen 14 november 2023;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2021 (APVG 2021).

Artikel I Wijzigingen APVG 2021

 

Onderdeel A - Toevoegen nieuw artikel

Na artikel 2:1 wordt een nieuw artikel toegevoegd, dat komt te luiden:

Artikel 2:1a Vermommingen

Het is verboden zich vermomd, gemaskerd of op andere wijze onherkenbaar gemaakt op een openbare plaats te bevinden met het kennelijke doel de openbare orde te verstoren.

 

Onderdeel B - Wijziging artikel 2:20 Ordeverstoring

Artikel 2:20 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Oud

Nieuw

Artikel 2:20 Ordeverstoring

Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

Artikel 2:20 Ordeverstoring

Het is verboden bij een evenement of een wedstrijd betaald voetbal als bedoeld in artikel 2:21 de orde te verstoren.

 

Onderdeel C - Wijziging artikel 2:21 Wedstrijden betaald voetbal

Artikel 2:21 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Oud

Nieuw

Artikel 2:21 Wedstrijden betaald voetbal

1. De organisator van een voetbalwedstrijd in het kader van het betaald voetbal is verplicht tenminste vier weken voor de vastgestelde speeldag de burgemeester daarvan in kennis te stellen.

2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van de in het eerste lid bepaalde termijn.

3. De kennisgeving als bedoeld in het eerste lid vindt uitsluitend plaats door middel van door de burgemeester vastgestelde aanmeldingsformulieren en wordt geacht eerst dan te zijn gedaan, wanneer dit formulier volledig en naar waarheid is ingevuld en is ingeleverd op het op het formulier vermelde adres.

4. De kennisgeving kan meerdere wedstrijden betreffen; door of namens de burgemeester wordt de ontvangst van de kennisgeving bevestigd.

5. De burgemeester kan met betrekking tot een voetbalwedstrijd aan de organisator daarvan voorschriften opleggen in het belang van de openbare orde en veiligheid. Van de op te leggen voorschriften wordt de organisator tijdig in kennis gesteld.

6. De burgemeester kan het doen spelen van een voetbalwedstrijd verbieden:

a. uit vrees voor het ontstaan van ernstige verstoring van de openbare orde;

b. indien in strijd wordt gehandeld met de krachtens het vierde lid gegeven voorschriften;

c. indien geen of niet tijdig kennisgeving is gedaan, zoals bedoeld in het eerste lid.

7. Van het in het vorige lid bedoelde verbod wordt de organisator tijdig in kennis gesteld. Het is de organisator van een voetbalwedstrijd verboden deze te doen plaatsvinden nadat een dergelijk verbod is uitgevaardigd.

Artikel 2:21 Wedstrijden betaald voetbal

1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder organisator:

a. de betaald-voetbalorganisatie FC Groningen, indien het betreft een voetbalwedstrijd waarbij het eerste elftal van de betaald-voetbalorganisatie FC Groningen als thuisspelende ploeg betrokken is, uitgezonderd wedstrijden buiten enig competitieverband tegen een amateurvoetbalorganisatie;

b. de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond, indien het betreft een voetbalwedstrijd tussen voetbalorganisaties afkomstig buiten de gemeente Groningen, waarbij ten minste één betaald-voetbalorganisatie is betrokken en indien het betreft een interland;

c. degene die buiten de gevallen, genoemd onder a en b een voetbalwedstrijd organiseert, waarbij ten minste één betaald-voetbalorganisatie is betrokken.

2. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder voetbalwedstijd eveneens verstaan een fanplein bij het stadion voorafgaand en na afloop van de voetbalwedstrijd en die onderdeel is van de wedstrijdorganisatie.

3. Het is de organisator als bedoeld in het eerste lid verboden een voetbalwedstrijd te houden zonder vergunning van de burgemeester.

4. Een aanvraag om een vergunning moet worden ingediend uiterlijk acht weken voor de datum van de voetbalwedstrijd. De burgemeester kan van deze termijn afwijken en de uiterlijke datum van de aanvraag afzonderlijk bepalen.

5. De aanvraag dient vergezeld te gaan van een door de organisator op te stellen veiligheids- en verkeersplan waaruit blijkt dat aan de hand van het risicoprofiel van de wedstrijd(en) voldoende maatregelen zijn genomen voor een goed verloop van de voetbalwedstrijd.

6. De vergunning kan in het belang van de openbare orde en veiligheid worden geweigerd of worden ingetrokken indien:

a. de vrees bestaat voor het ontstaan van een ernstige verstoring van de openbare orde en veiligheid;

b. het aannemelijk is dat de aan de vergunning verbonden voorschriften niet zullen worden nageleefd;

c. de organisator onvoldoende waarborgen biedt voor een goed verloop van de voetbalwedstrijd;

d. de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen niet kan worden gewaarborgd;

e. de openbare gezondheid in het geding dreigt te komen.

7. Het is verboden een voetbalwedstrijd te doen spelen, wanneer een vergunning is geweigerd of ingetrokken.

8. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

 

Onderdeel D - Wijziging artikel 2:72 Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen

Artikel 2:72 wordt gewijzigd in artikel 2:64c en komt als volgt te luiden:

Oud

Nieuw

Artikel 2:72 Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen

 

1. De burgemeester kan een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf, of voor het publiek openstaande gebouwen en/of de daarbij behorende erven in bepaald gebied, in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid of als er naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden voor een bepaalde duur geheel of gedeeltelijk sluiten.

2. Onverminderd hetgeen in artikel 5:24 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald omtrent de bekendmaking, wordt het bevel tot sluiting tevens bekend gemaakt door een schrijven, waaruit van dat bevel tot sluiting blijkt, aan te brengen op of nabij de toegang(en) van het gebouw of het erf.

3. Een sluiting kan op aanvraag van belanghebbenden door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en er naar het oordeel van de burgemeester voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.

4. Het is de rechthebbende op het gebouw en/of het erf, verboden om, nadat het bevel tot sluiting bekend is gemaakt op de in het tweede lid aangegeven wijze, daarin te betreden of bezoekers toe te laten of te laten betreden.

5. Het is een ieder verboden om, nadat het bevel tot sluiting openbaar bekend gemaakt is op de in het tweede lid aangegeven wijze, in een bij dit bevel gesloten gebouw en/of erf te betreden.

Artikel 2:64c Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen

 

1. De burgemeester kan een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf, of voor het publiek openstaande gebouwen en/of de daarbij behorende erven, in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid of als er naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden voor een bepaalde duur geheel of gedeeltelijk sluiten.

2. Onverminderd hetgeen in artikel 5:24 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald omtrent de bekendmaking, wordt het bevel tot de sluiting als omschreven in het eerste lid tevens bekend gemaakt door het aanbrengen van een afschrift van dat bevel op of nabij de toegang van het voor het publiek openstaande gebouw of het bij dat gebouw behorende erf, het perceel of perceelsgedeelte.

3. Een sluiting kan op aanvraag van belanghebbenden door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar het oordeel van de burgemeester voldoende aannemelijk is, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden. De burgemeester kan zich ter beoordeling hiervan laten adviseren door de politie en/of een andere deskundig te achten instantie of persoon.

4. Het is een ieder verboden om, nadat de sluiting openbaar bekend gemaakt is op de in het tweede lid aangegeven wijze, een bij dit bevel gesloten gebouw en/of erf te betreden.

 

Artikel II Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2023.

voorzitter,

Koen Schuiling

griffier,

Josine Spier

Toelichting  

In de aanpak van ongeregeldheden rondom wedstrijden in het betaald voetbal, trekken KNVB, politie, OM, gemeenten en het ministerie van Justitie en Veiligheid gezamenlijk op. Een brede aanpak voor voetbal en veiligheid moet de toename van de ongeregeldheden bestrijden.

 

Een van de maatregelen in deze brede aanpak, is dat de wedstrijdvoorbereiding moet worden aangescherpt. De burgemeesters met een betaald voetbalorganisatie (BVO) in hun gemeente hebben in een gezamenlijk handelingskader uitgewerkt hoe zij zorgen voor een betere wedstrijdvoorbereiding. In het handelingskader is de invoering van een vergunningplicht voor betaald voetbalwedstrijden als maatregel aanbevolen.

 

Op dit moment kent de APVG in artikel 2:21 een kennisgevingsplicht voor betaald voetbalwedstrijden. Een vergunningplicht is een steviger instrument om vooraf duidelijke eisen te stellen, hierop controle te houden en op te kunnen treden tegen het niet naleven van de vergunningsvoorwaarden. Deze geeft aan de burgemeester handvatten om eisen te stellen aan de organisator ten aanzien van onder andere veiligheid, openbare orde en volksgezondheid. Vervolgens houdt de gemeente toezicht op naleving van de vergunningseisen. Het niet naleven ervan kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor toekomstige vergunningen en de eisen die daarin opgenomen worden. Ook kan bestuurlijk gehandhaafd worden bij overtredingen van de vereisten. In uiterste gevallen kan een vergunning ook geweigerd of ingetrokken worden. Dan kan de wedstrijd niet plaatsvinden. De manier waarop de vergunningplicht wordt ingericht en de eisen die worden gesteld aan de organisator, de BVO, zijn een lokale afweging.

 

In het rapport dat CrowdProfessionals heeft opgesteld naar aanleiding van de veiligheidssituatie rond de wedstrijden van FC Groningen in afgelopen seizoen, wordt eveneens geadviseerd om een vergunningplicht op te nemen voor de betaald voetbalwedstrijden van FC Groningen.

 

Daarnaast worden met deze wijzigingsverordening andere artikelen in de APVG aangescherpt om ongeregeldheden rond voetbalwedstrijden beter tegen te kunnen gaan.

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2:1a Vermommingen

Een nieuw artikel wordt voorgesteld waarbij het expliciet verboden wordt om door middel van vermommingen onherkenbaar deel te nemen aan verstoringen van de openbare orde of met het kennelijke doel die te verstoren. Bij ongeregeldheden wordt het optreden van de politie en het aanpakken van raddraaiers bemoeilijkt doordat personen die zich daaraan schuldig maken bewust onherkenbaar blijven zodat vervolging of bestuurlijk optreden wordt bemoeilijkt. Het verbod maakt het mogelijk om personen te identificeren en voor het doen van herkenningen.

 

Artikel 2:20 Ordeverstoring

Met de wijziging van dit artikel wordt expliciet gemaakt voor ook wedstrijden betaald voetbal dat het verboden is de openbare orde te verstoren.

 

Artikel 2:21 Wedstrijden betaald voetbal

Eerste en tweede lid

De begripsbepalingen zijn noodzakelijk omdat de vergunningplicht zich niet uitstrekt over alle voetbalwedstrijden, maar slechts tot wedstrijden waarbij minimaal één betaald voetbalorganisatie is betrokken. Openbare ordeproblemen doen zich in Groningen niet of nauwelijks voor bij amateurvoetbal. De fanpleinen betreffen de horeca- en merchandise activiteiten buiten het stadion, op de in de vergunning bepaalde locaties, waarbij rekening is gehouden met supportersstromen.

 

Derde lid

Het derde lid introduceert een vergunningplicht voor betaald voetbalwedstrijden. Een vergunning is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, waarmee de waarborgen zoals die zijn neergelegd in die wet van toepassing zijn op het besluitvormingsproces. Dit geldt evenwel niet voor de toepassing van de lex silencio, omdat het belang van de openbare orde zich hiertegen verzet.

 

Vierde lid

Op de aanvraag wordt in beginsel binnen acht weken beslist. Deze termijn geeft de politie de tijd om de planning van personele inzet rond te krijgen. De burgemeester kan van die termijn afwijken indien deze termijn niet mogelijk is, bijvoorbeeld doordat acht weken voorafgaand aan het seizoen het definitieve programma nog niet bekend is gemaakt.

 

Vijfde lid

Het zorgen voor een goede professionele wedstrijdorganisatie en het ordelijk verloop van de wedstrijd is primair de verantwoordelijkheid van de organisator. Vanuit die verantwoordelijkheid dient de organisator een veiligheids- en verkeersplan in te dienen waaruit blijkt dat gelet op de inschatte risico’s voldoende maatregelen zijn genomen.

Aan de vergunning kunnen ingevolge artikel 1:4 van de APVG voorschriften worden verbonden die strekken tot bescherming van de openbare orde en veiligheid. Bovendien is het ingevolge artikel 1:7 van de APVG mogelijk om de voorschriften van een verleende vergunning te wijzigen of aan te vullen. Dit maakt het mogelijk om te anticiperen op nieuwe informatie of gegevens. Denk hierbij bijvoorbeeld aan politie-informatie over onvoorzien supportersgedrag of het feit dat een voetbalwedstrijd een verhoogd risico met zich meebrengt in verband met de stand op een ranglijst.

 

Zesde lid

Een vergunning voor een betaald voetbalwedstrijd kan geweigerd worden op een van de gronden genoemd in het zesde lid. Hiermee is de mogelijkheid gecreëerd om een vergunning bijvoorbeeld te weigeren indien uit de aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens en bescheiden reeds blijkt dat een organisator onvoldoende waarborgen kan bieden voor een goed en ordentelijk verloop van de voetbalwedstrijd.

Naast het weigeren van een vergunning, volgt uit artikel 1:7 van de APVG dat een vergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd. Zo kan een vergunning worden ingetrokken of gewijzigd indien de organisator zich niet houdt aan de vergunningvoorschriften of kunnen gewijzigde omstandigheden hiervoor aanleiding zijn. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een aanvankelijk laag risico wedstrijd, waarvan uit latere informatie blijkt dat het risico vele malen groter is dan ten tijde van de vergunningverlening te voorzien was en dientengevolge een ander veiligheidsplan en/of andere voorschriften aan de vergunning hadden moeten worden verbonden. Er zal alleen worden overgegaan tot het weigeren of intrekken van een vergunning, indien een minder verstrekkende maatregel niet genomen kan worden.

 

Artikel 2:64c Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen

De bevoegdheid van de burgemeester op grond van deze bepaling maakt ingrijpen mogelijk bij ontoelaatbare situaties waarbij niet noodzakelijkerwijs sprake is van een acute en concrete dreiging. In geval van acute en concrete dreiging voor de openbare veiligheid en gezondheid waarbij onverwijld ingrijpen geboden is, kan de burgemeester gebruik maken van artikel 174, lid 2 Gemeentewet.

 

 

Naar boven