Gemeenteblad van Maassluis
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Maassluis | Gemeenteblad 2024, 5956 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Maassluis | Gemeenteblad 2024, 5956 | overige overheidsinformatie |
Groenbeleids- en beheerplan 2024- 2030
Groen is van groot belang voor de mens en de omgeving. Het verbetert het milieu, versterkt biodiversiteit, vermindert luchtvervuiling en geluidshinder, verkoelt in warme periodes en draagt bovendien bij aan de gezondheid en sociale interacties van mensen. Een goede verzorging en juiste inrichting van het groen in gemeente Maassluis is dus van groot belang.
Om een goede verzorging en juiste inrichting te kunnen bewerkstelligen hebben we dit Groenbeleids- en beheerplan opgesteld. Het Groenbeleids- en beheerplan is een verdere uitwerking van de gestelde ambities rondom groen in de Visie Openbare Ruimte (VOR), welke in 2016 door de gemeenteraad is vast- gesteld. Deze ambities vormen het fundament voor
de visie en de vijf opgestelde hoofdprincipes voor het groen in Maassluis.
Wat betreft de visie voor groen geldt dat Maassluis over twintig jaar een gemeente wil zijn waar iedereen in de directe omgeving thuis of op het werk wordt omgeven door groen. Hiervoor wordt gewerkt vanuit
het principe ‘Groen, tenzij’ en de vijf hoofdprincipes.
Deze principes luiden als volgt:
Een kwart van al het Maassluisse groen is in privébezit (o.a. tuinen), kansen voor meer groen liggen ook op en rond gebouwen (bv. dak- en gevelgroen). Hoewel de gemeente Maassluis deze gebouwen en tuinen niet in eigendom heeft en niet beheert, bieden ze wel kansen om bij te dragen aan de vijf hoofdprincipes. Daarom hebben de groenprincipes en beleidsrichtlijnen in dit plan betrekking op ál het groen in de gemeente Maassluis en gaan dus ook over private terreinen en de bebouwing.
Voor elk van deze vijf principes hebben we een aantal concrete richtlijnen opgesteld. Tot slot hebben we verschillende strategieën geformuleerd voor onze taken rondom groen in de openbare ruimte en hoe we als organisatie moeten werken om de ambities uit dit Groenbeleids- en beheerplan te halen.
De behoefte neemt toe om (gemeente breed) te kunnen sturen op prestaties, risico’s en kosten voor de openbare ruimte. Voor het meten van de prestaties zijn prestatie indicatoren in ontwikkeling die onze impact op een toekomstbestendige openbare ruimte beter in beeld brengen. Vooralsnog kiezen we voor de volgende prestatie indicatoren die we willen opnemen in de programmabegroting 2024.
|
Percentage kroonvolume in de gemeente binnen de bebouw- de kom |
|||
|
Percentage van de grassenin het Robuust Lood dat ecolo- gisch wordt beheerd |
|||
Figuur 0.1 Prestatie indicatoren
Er zitten in de onderhouds- en vervangingsbudgetten geen geld voor extra groenambities zoals het vergroenen van wijken die nog niet toe zijn aan vervanging, het aanleggen van een netwerk aan groene routes of communicatie en voorlichting rond het vergroenen van eigen terrein. Een deel van deze ambities is wel opgenomen in het klimaatactieplan en duurzaamheidsplan. Het advies is om jaarlijks €260.000 te reserveren om deze ambities (los van beheer) uit te voeren.
In totaal beheert en onderhoudt de gemeente Maas- sluis 1.460.000 m2 aan groenareaal. Naar verwachting komt hier door uitbreidingen 191.000 m2 aan groenoppervlak bij. Om het groen op peil te houden en de vervangingsachterstand in te lopen is voldoende onderhouds- en vervangingsbudget essentieel. Wan- neer we al het groenareaal van gemeente Maassluis op de vastgestelde kwaliteitsniveaus doorrekenen, komen we met het huidige budget ca € 60.0000 tekort voor onderhoud.
Met name voor vervanging is er te weinig geld beschikbaar. Aan de hand van technische inspecties is gebleken welk groen er aan vervanging toe is en hoeveel vervangingsbudget er nodig is om dit areaal weer op orde te krijgen. Het benodigde vervangings- budget op basis van technische inspecties is voor de komende jaren €677.000, een deel hiervan kan worden geactiveerd. In figuur 2 is een overzicht van de geld- vraag te zien ten opzichte van de huidige begroting.
Figuur 0.2 Overzicht van de geldvraag ten opzichte van de huidige begroting
Groen is essentieel. Groen verbetert het milieu, zorgt voor een rijke biodiversiteit, vermindert luchtvervuiling, zorgt voor waterberging, dempt geluidshinder en verkoelt in warme periodes. Groen is essentieel voor een klimaatbestendige en duurzame omgeving. Daarnaast is er een aangetoond positief effect op de gezondheid en sociale interactie van mensen die in een groene omgeving wonen, werken en recreëren.
Goed ontworpen en beheerd groen voegt waarde toe voor de planeet, onze economie, en voor de fysieke bruikbaarheid en (sociale) beleving van de leefomgeving. Kortom, alle reden om goed te zorgen voor het groen in onze gemeente en te zorgen voor de juiste groene inrichting. Maar hoe doen we dat?
Figuur1.1 Kwaliteit Leefomgeving
Dit Groenbeleids- en beheerplan is een verdere uitwerking van de ambities die beschreven staan in de Visie Openbare Ruimte (VOR) die in 2016 is vast- gesteld door de gemeenteraad. De VOR beschrijft op hoofdlijnen ambities voor alle onderdelen van de openbare ruimte, waaronder groen. Er is in de VOR bijvoorbeeld al vastgelegd dat we het groen willen beschermen en uitbreiden. In dit beleidsplan werken we deze ambitie verder uit naar beleidskaders voor de inrichting en het onderhoud van het groen. Zo zorgen we voor groen dat past bij de functie, opga- ven en wensen van de plek waar het zich bevindt. We beschermen en breiden de natuurwaarde en ecologische waarde van het groen uit. Ook laten we het groen nog meer bijdragen aan de maatschappelijke doelstellingen van de gemeente.
Van beleidsrichtlijnen naar maatwerk
De uitvoering blijft altijd maatwerk. Daarvoor sluiten we aan bij ruimtelijke en sociale wijkaanpakken. Daarin werken we de beleidskaders buurt- of wijkspecifiek uit en koppelen zo de ruimtelijke opgaven rond bijvoorbeeld groen, riolering en klimaatadaptatie (Rainproof), wegen en verkeer aan de sociale opgaven.
Deze beleidskaders vormen het startpunt voor het gesprek met andere partijen zoals inwoners, ont- wikkelaars en ondernemers. Een kwart van al het Maassluisse groen is in privébezit (o.a. tuinen), en kansen voor meer groen liggen ook op en rond gebouwen (bv. dak- en gevelgroen). Hoewel de gemeente deze gebouwen en tuinen niet in eigendom heeft en niet beheert, bieden ze wel kansen om bij te dragen aan onze doelstellingen. Daarom hebben de beleids- kaders betrekking op ál het groen in de gemeente Maassluis en gaan dus ook over private terreinen en de bebouwing.
Het domein groen heeft raakvlakken met veel domeinen. De ambities en beleidsuitgangspunten zijn tot stand gekomen via een interactief proces met inwoners en medewerkers van de gemeente. Door vanuit verschillende beleidsdomeinen naar groen te kijken zien we beter de kansen om aan te sluiten op ontwikkelingen in andere domeinen, zoals de energietransitie of klimaatadaptatie.
Inwoners is gevraagd hun mening te geven en hun wensen voor het groen in Maassluis kenbaar te maken via de online enquête ‘Denk mee met groen’ via Citizenlab. Deze enquête is in oktober 2022 uitgevoerd en 809 inwoners hebben deelgenomen. Ook hebben 12 inwoners met de wethouders en medewerkers van de gemeente door het groen gewandeld. Hiermee hebben we een beeld van de mening en wensen van een deel van de inwoners van Maassluis.
Het groenbeleid staat niet op zichzelf. In diverse plannen van de gemeente Maassluis zijn al uitgangspunten vastgelegd. In de bijlage is per stuk een beknopte samenvatting te vinden met daarbij de belangrijkste uitgangspunten. In dit hoofdstuk gaan we in op de overkoepelende visie en welke ontwerp-, beheer-, proces- en inkooprichtlijnen er staan benoemd.
Dit plan sluit aan bij de ambities in de Visie Open- bare Ruimte (VOR). In de VOR hebben we vastgelegd dat we het groen willen beschermen en uitbreiden.
Samengevat is de opgave de openbare ruimte van Maassluis zodanig te ontwikkelen dat deze:
Deze ambities blijven gelden. Daarnaast is in het Coalitieakkoord (2022-2026) besloten dat Maassluis gaat investeren in meer en kwalitatiever groen en dat de buitenruimte op onderdelen een kwaliteitsimpuls krijgt.
2.2 Bestaande richtlijnen met raakvlak- ken met groen
Alle richtlijnen uit andere beleidsdocumenten die specifiek gericht zijn op groen zijn opgenomen of aanscherpt opgenomen in dit Groenbeleids- en beheerplan. In bijlage 9.1 is al het bestaande beleid met raakvlakken met groen samengevat. Naast dit lokale beleid heeft de landelijke overheid gesteld dat water en bodem sturend zijn in de ruimtelijke ordening. De Maatlat groene en klimaat adaptieve gebouwde omgeving is nu nog een handreiking maar wordt opgewerkt naar een sturend instrument.
Figuur 2.2 geeft een schematisch overzicht van de ver- schillende beheerstukken en de verhouding tot elkaar.
Wat is kenmerkend voor het groen in Maassluis, hoe- veel groen beheert de gemeente en wat is de kwaliteit daarvan? Daarnaast gaan we in op de mening van de inwoners ten aanzien van het groen en definiëren we functiegebieden en groenstructuren.
3.1 Hoofdindeling openbaar groen
De openbare ruimte in de gemeente Maassluis wordt in de VOR op hoofdlijnen ingedeeld in twee elementen: glas en lood. Het lood omvat 2 functiegebieden: het robuust en stedelijk lood.
Het robuuste lood bestaat uit de grotere groene openbare ruimte aan de randen van Maassluis. Het stedelijk lood zijn de kleinere doorgaande groen- en waterstructuren binnen het stedelijk gebied zelf, evenals de wijken die grenzen aan het robuuste lood en in sterke mate gekarakteriseerd worden door een groene parkachtige omgeving. Ook de grotere groen-
structuren langs de hoofdinfrastructuur en de grotere groenfuncties als parken, sportterreinen, begraaf- plaatsen, natuurspeeltuin en kinderboerderijen horen bij het stedelijk lood. Het lood is de collectieve drager van de groenblauwe kwaliteit van Maassluis. In de afwegingen prevaleert hier het collectieve belang. Het lood is dan ook het areaal waar de gemeente primair voor verantwoordelijk is, de kwaliteit van bewaakt en garandeert. Binnen het lood is volop ruimte voor grotere bomen.
Het ‘glas’ bestaat uit de verschillende wijken in de gemeente en is onderverdeeld in 3 functiegebieden: glas centrum, glas wonen en glas werken. Binnen het glas is meer ruimte voor flexibiliteit, voor aanpassingen aan de wensen van de tijd. Hier is ruimte voor bomen van de tweede of derde grootte, denk aan bloeiende bomen als meidoorn en Japanse sierkers, of kleine fruitbomen.
Figuur 3.1 Weergave en beschrijving geactua- liseerde indeling glas en lood
De gemeentelijke groenstructuur bestaat uit groenelementen uit het robuuste en stedelijk lood, en wijkgroen dat van betekenis is voor de gemeente Maassluis. Groen behoort tot de gemeentelijke groenstructuur als het in eigendom en beheer is van de gemeente Maassluis én een functie vervult in één of meer van de volgende situaties:
Figuur 3.2 Groenstructuurkaart
De groenstructuur is van belang voor de leefbaarheid Maassluis. De gemiddelde afstand tot openbaar groen is 300 meter en daarmee korter dan gemiddeld in de regio Rijnmond (400 meter). Maassluis heeft wel minder groen per inwoner (90m2) en minder groenoppervlak (32%) dan gemiddeld in de regio Rijnmond (268m2 en 42%)1. De oorzaak hiervoor is dat Maassluis grotendeels uit stedelijk gebied bestaand en weinig buitengebied. Wel sluit Maassluis aan op de gemeente Midden-Delfland dat als open gebied functioneert voor het omliggende stedelijk gebied. 10% van Maas- sluis is bedekt met boomkronen.
Het groenareaal in beheer van gemeente Maassluis bestaat uit groen, bomen, water, natuurlijke oevers en oeverbeschoeiing. Groene parkeerplaatsen worden niet meegerekend in het groenareaal. We onderhouden 1.460.000 m2 oppervlakte groen en water. Middels de wijkdeals onderhouden inwoners van Maassluis gedeeltes van het groen. De gemeentelijke sportaccommodaties, sport en speelondergronden behoren niet tot dit beheerplan. De beplanting en bomen rond de sportvelden en oevers zitten wel bij het groenbeheer van de gemeente (dit betreft voor ongeveer 99% bosplantsoen). Ook de begraafplaatsen zijn onderdeel van dit plan.
De opgave rond het bouwen van meer woningen zorgt ervoor dat binnen nu en vijf jaar Maassluis ook de openbare ruimte steeds verder groeit en daarmee ook het groenareaal in beheer van de gemeente. Dit is met uitzondering van de reconstructie van Sluispolder-West. Daar is het areaal groen juist afgenomen.
Door de uitbreiding van het Balkon, Wilgenrijk (o.a. Buitengoed) en de Kade komt er ongeveer 214.000 m2 (areaalgroei van 15%) bij de komende jaren. In totaal zal de gemeente 1.678.000 m2 groen en water beheren. Figuur3.3 geeft een overzicht van het areaal in beheer van gemeente Maassluis met daarbij alvast de uitbreidingen van de komende jaren.
Figuur 3.3 Groenareaal in beheer van de gemeente Maassluis, inclusief de reeds bekende arealen van de geplande uitbreiding van het Balkon, Wilgenrijk (o.a. Buitengoed), de Kade en Sluispolder-west. Peildatum januari 2022.
De standplaats van de bomen is in figuur 3.4 weer- gegeven. De meeste bomen zijn te vinden in de woongebieden, met daaropvolgend de hoofdwegen en de groengebieden/parken. De meerderheid van de bomen heeft in potentie een goede groeiplaats: 29% staat in gras, 27% in beplanting, en 18% in een bloemenweide. Een kleiner aandeel, 13% staat in ver- harding, 5% zijn knot- en leibomen en de rest is niet in kaart gebracht. Over het algemeen geldt dat bomen in verharding meer inzet nodig hebben om uit te groeien tot grote volwassen bomen. En wortelopdruk leidt vaak tot schade aan de omliggende verharding.
De kwaliteit van het areaal kan op verschillende manier worden gemonitord:
Beeldkwaliteit en technische kwaliteit (technische normen en/of ouderdom): de technische kwaliteit wordt gemeten via technische inspecties (o.a. boomveiligheidscontroles, NEN-inspecties) en gecombineerd met beeldkwaliteit (visuele inspecties bij plantvakken). Dit geeft een goed beeld van de kwaliteit van de openbare ruimte.
De gebieden die we op hoge A-kwaliteit onderhouden, liggen in het stedelijk lood, de centra en de algemene begraafplaats. Begraafplaats Hooge Zeedijk wordt ook onderhouden op A-kwaliteit, maar ligt in het robuuste lood.
De plantvakken in Maassluis zijn begin 2022 door middel van inspectierondes gecontroleerd. In de inspecties is gekeken welke plantvakken nog goed zijn, welke matig zijn en welke onvoldoende. Deze inventarisatie is gekwantificeerd, waarbij de plantvakken een score kregen van hoge (goed), middel (matig) of lage (slecht) kwaliteit.
De gewenste kwaliteit wordt niet overal gehaald. Uit de inventarisatie van de groenvakken blijkt dat 12% slecht scoort (zie figuur 3.5 en 3.7). Bij de heester- vakken blijkt dat maar liefst 1/3 van het areaal een lage kwaliteit heeft. De groeikracht is eruit en daarmee het volle groene beeld. De enige optie om de kwaliteit weer op het gewenste niveau te brengen is door het vervangen van heestervakken.
Figuur 3.5 Percentage lage kwaliteit t.o.v. totale areaal
Een groot deel van de bomen in Maassluis is 30 jaar of ouder. Gelet op de levenscyclus van deze bomen zal een groot aantal daarvan in de nabije toekomst vervangen moeten worden.
Figuur 3.6 Aanlegjaren van de bomen in Maassluis
Figuur 3.6 Overzicht van alle goede, matige en slechte groenvakken, peildatum februari 2022
3.4 Tevredenheid en wensen inwoners
Meldingen kunnen (onder andere) ingediend worden via de Fixi-app. In de eerste helft van 2022 zijn er 106 meldingen gemaakt die gerelateerd zijn aan het groen. Dit varieert van verzoeken van het beschermen van een meerkoetennest, tot meldingen van bandensporen, onkruid en te hoog gras. De meeste meldingen gaan over (ervaren) achterstallig onderhoud van bomen, plantsoenen en gazons. Inwoners vinden dat daarbij onveilige verkeerssituaties ontstaan door verminderd zicht, dat grasaren een gevaar vormen voor honden of dat het er niet verzorgd uitziet.
Tevredenheid, gebruik en wensen
In oktober 2022 hebben 809 van de 35.3012 inwoners deelgenomen aan de online enquête Denk mee met groen via Citizenlab. Hierin konden zij hun mening geven over het groen in Maassluis en hun wensen kenbaar maken. De Monitor Leefbaarheid, Veiligheid en Welzijn is een bevolkingsenquête waarin het oordeel van de Maassluizers over de thema’s leef- baarheid, veiligheid en welzijn in de stad worden onderzocht. De meest recente cijfers van de Monitor Leefbaarheid, Veiligheid en Welzijn zijn uit 2020.
In de enquête Denk mee met groen via Citizen Lab in oktober 2022 gaf 75% van de inwoners het groen in Maassluis een voldoende tot uitstekend.
Uit de enquête blijkt dat Maassluizers het belangrijk vinden dat er meer groen in Maassluis komt en dat als er groen moet wijken voor de aanleg van wegen of gebouwen, dit groen ergens anders in Maassluis terug moet komen (ruim 80% was het met deze stellingen eens).
In de monitor leefbaarheid, veiligheid en welzijn van 2020 gaf 62% van de deelnemers aan tevreden te zijn met de huidige hoeveelheid openbaar groen. De monitor gaf in 2016 en 2018 vergelijkbare resultaten.
Er zijn duidelijke verschillen per wijk: De hoeveelheid groen wordt voornamelijk goed gewaardeerd in de Burgemeesterswijk en Steendijkpolder (respectieve- lijk 72% en 73%). In de Taanschuurpolder wordt de hoeveelheid groen het minst gewaardeerd (39%). Dat is een dichtbebouwde wijk, er is weinig ruimte voor groen.
Uit de enquête blijkt dat inwoners de staat en kwaliteit van het groen erg belangrijk vinden. In een aanvul- lende open vraag naar de belangrijkste functie van groen werden opmerkingen met de inhoud: Dat het groen mooi oogt/ goed onderhouden is het vaakst genoemd
In de monitor leefbaarheid, veiligheid en welzijn van 2020 gaf 53% van de deelnemers aan tevreden te zijn met het onderhoud van openbaar groen. De monitor gaf in 2016 en 2018 vergelijkbare resultaten.
Ook hier zijn duidelijke verschillen per wijk: In de Burgemeesterswijk wordt het onderhoud van openbaar groen het meest gewaardeerd (62%), in de Taan- schuurpolder het minst (41%).
Het belang van inzetten van mensen met afstand tot arbeidsmarkt bij het groenonderhoud wordt door inwoners van Maassluis onderschreven: Twee derde van de deelnemers aan de enquête vindt dat belang- rijk.
In de online enquête in oktober 2022 gaf bijna 60% van de deelnemers aan regelmatig tot vaak gebruik te maken van het groen. 7% zegt het groen nooit te gebruiken. De rest gebruikt het af en toe. De meeste gebruikers gaan voor het ervaren van en genieten van de natuur (ruim 80%), spelen, sporten en bewegen staan op 2 (ruim 50%) gevolgd door het uitlaten van de hond en anderen ontmoeten (beide ruim 20%).
Inwoners van Maassluis zien als belangrijkste functie van groen vooral een bijdrage aan biodiversiteit en klimaat (wateropvang). Daarna volgen het aanzicht van Maassluis, verkoeling en gezondheid.
In de enquête is aan inwoners een aantal inrichtings- keuzes rondom groen voorgelegd. Daaruit blijkt op een aantal onderwerpen een duidelijke voorkeur: De meerderheid geeft de voorkeur aan een bloemenweide (73%) boven gemaaid gras, een vaste plantenborder (66%) boven heesters of rozen, een natuurspeelplek (71%) boven een speelplek met traditionele speeltoestellen, groene parkeerplaatsen (77%) boven bestrate parkeerplaatsen en verschillende typen bomen (86%) ten opzichte van dezelfde bomen. Dit geeft duidelijk richting aan de beleidskeuzes die Maassluis rondom het groen maakt.
Op een aantal onderwerpen bleek er een minder duidelijke voorkeur: 53% geeft de voorkeur aan grote bomen en 36% juist aan kleine bomen, en 44% ziet graag eetbare beplanting terwijl27% liever niet-eet- bare beplanting ziet. Inwoners zijn ook verdeeld over het opheffen van parkeerplaatsen in de eigen straat om plaats te maken voor groen: 40% wil dit niet en 35% juist wel. De overige deelnemers hebben geen uitgesproken voorkeur. Met deze gevarieerde voor- keuren gaan we in onze beleidskeuzes en uitvoering op twee manieren om, afhankelijk van het onderwerp:
Veel van de deelnemers aan de enquête (61%) willen graag meedoen aan het groenonderhoud, of doen dit al. Het opruimen van zwerfafval en het verzorgen van het groen wordt het vaakst genoemd. Een kleiner deel wil ook graag meedenken of meebeslissen. 189 inwoners hebben zich daartoe geregistreerd op denkmee.maassluis.nl en op dit platform zijn inmiddels 30 ideeën geplaatst. Iets meer dan de helft wil graag meedenken over welke bomen er in hun straat komen, nog eens een derde wil daar misschien over meedenken.
85% van de deelnemers vindt het nodig dat gemeente inwoners helpt bij het vergroenen. Daarbij wordt het vaakst genoemd dat de gemeente zelf groen aan- plant en dit onderhoudt. Verder heeft een deel van de inwoners behoefte aan samenwerking, informatie en advies; materialen en subsidie; en de organisatie van initiatieven. Inwoners zien in het participatieproces dus een belangrijke rol voor de gemeente weggelegd.
93% van de deelnemers aan de enquête wil graag dat de gemeente kinderen meer betrekt bij het groen in Maassluis. Het vaakst genoemd zijn daarbij les en voorlichting geven, al dan niet op school en speel- en leerervaringen opdoen in de natuur door spelen, tuinieren in schooltuintjes, of meehelpen aan het onderhoud van het groen in Maassluis.
Groen zorgt ervoor dat Maassluis een fijne plek blijft voor mensen en dieren. Dat komt vooral door het effect dat het groen heeft op:
Hoe draagt groen bij aan een aantrekkelijk Maassluis?
Toegankelijk, kwalitatief en gevarieerd groen voor iedereen versterkt het karakter van de stad.
Het groen in de wijken zijn plekken waar iedereen graag komt en gebruik van maakt. De meerderheid van de inwoners van Maassluis gebruikt het groen regelmatig en graag om van de natuur te genieten, te spelen, sporten en bewegen, te wandelen met of zonder hond, en om anderen te ontmoeten3. Het groen versterkt en accentueert ook de stedenbouwkundige structuur en is onderdeel van de stedenbouwkundige uitstraling. De toevoeging van groen versterkt historische structuren en biedt een gevarieerd beeld.
Niet alleen de openbare ruimte draagt bij aan een aantrekkelijk en leefbaar Maassluis. Een kwart4 van al het groen in Maassluis bestaat uit particulier groen: voor- en achtertuinen, groene daken, bedrijventerreinen etc. Ook die plekken kunnen we samen groener en prettiger maken, zodat wijzelf én de dieren daarvan kunnen genieten.
Welke uitdagingen zien we in Maassluis?
Hoe draagt groen bij aan een natuurlijk Maassluis?
Natuur en biodiversiteit vormen de basis van al het leven, dus ook het leven in de gemeente.
Een groene omgeving is niet alleen belangrijk voor de mens, maar ook voor de planten en dieren. Inwoners van Maassluis gaan graag het groen in om de natuur te ervaren5 en zien voor het groen ook een belangrijke functie in de bijdrage aan biodiversiteit en klimaatadaptatie6. Het groen in Maassluis is de woon- plaats van vele soorten. Variatie in groen zorgt voor (bio)diversiteit in beplanting en in diersoorten. Deze diversiteit zorgt er weer voor dat er minder plagen voorkomen, omdat de natuur zelf zorgt voor even- wicht tussen dieren en hun natuurlijke vijanden. Ook heeft diversiteit in beplanting een groter aanpassend vermogen; de ene soort helpt beter tegen hitte, de andere soort is beter in absorptie, en een derde soort kan bijvoorbeeld helpen bodemverontreiniging op te ruimen.
Hoe ouder onze bomen worden, hoe meer CO2 ze kunnen vastleggen. Ook de bodem kan een belang- rijke rol spelen in de opslag van CO2. Hoe gezonder de bodem, hoe meer CO2 er kan worden opgeslagen.
Een gezonde bodem heeft een rijk bodemleven en kan gemakkelijk water vasthouden. Oud plantmateriaal en oude bomen vormen voeding voor nieuw leven, waardoor groen hergebruikt kan worden in plaats van weggegooid.
Figuur 4.1 Diverse beplanting aantrekkelijk voor insecten
Welke uitdagingen zien we in Maassluis?
Hoe draagt groen bij aan een klimaatadaptief Maas- sluis?
Maassluis wil goed voorbereid zijn op het veranderende klimaat. Goed aangelegd en onderhouden groen in de gemeente draagt daaraan bij.
Het veranderende, warmere klimaat brengt andere ziekten, plagen en exoten met zich mee, zoals de Japanse Duizendknoop. Daarbij komen extremere weersituaties, zoals stormen en zwaardere regen- en hagelbuien, vaker voor. Dit zorgt ervoor dat we vaker stormschade hebben, zoals omgevallen bomen. Door de hevige regenbuien ontstaat er meer wateroverlast doordat het water niet weg kan door het asfalt of andere bestrating.
Groen speelt een belangrijke rol bij het opvangen van de gevolgen van klimaatverandering. Bomen zorgen voor verkoeling door verdamping en schaduw. Op dit moment is 10% van het oppervlak in Maassluis bedekt met boomkronen. Plantvakken met een goed doorlatende bodem vangen regenwater op en geven dit weer geleidelijk af aan de omgeving. Een voor- beeld hiervan is de wadi in figuur 4.2. Groen kan zelfs helpen klimaatverandering tegen te gaan: open groene ruimten en stadsparken slaan koolstof op in bodem en beplanting.
Welke uitdagingen zien we in Maassluis?
We ervaren overlast van diverse boomziekten en-plagen wat de kwaliteit van bomen sterk aantast. Zo is er de iepenziekte die onze iepen beschadigd en de Japanse Duizendknoop, die zeer lastig te bestrijden is. In de gemeente Maassluis staan veel bomen die vatbaar zijn voor deze en andere heersende aantastingen.
Hoe draagt groen bij aan een gezond Maassluis?
Een groene omgeving is essentieel voor de mentale en fysieke gezondheid en draagt bij aan een gezonde leefstijl.
Uitzicht op en de mogelijkheid tot activiteiten in het groen vergroten de mentale gezondheid via de natuurlijke aantrekkingskracht van groen en automatische psychologische processen rondom stress- en aandachtsherstel. Groen zorgt voor een gezondere leefomgeving door de luchtzuiverende werking van sommige beplanting en doordat bomen voor schaduw zorgen tijdens hete dagen. De meeste mensen vinden een groene omgeving tevens aantrekkelijker om in te wandelen, fietsen, sporten en spelen. Hiermee bevordert groen bewegen. De helft van de inwoners van Maassluis maakt al gebruik van het groen voor spelen, sporten en bewegen7.
In een (goed onderhouden) groene woonomgeving voelen mensen zich veiliger. Ook gaan mensen eerder naar buiten, waar zij elkaar tegenkomen. Samen met onbewuste psychologische processen, waardoor mensen zich in een groene omgeving over het alge- meen socialer gedragen en meer openstaan voor contact met anderen, bevordert groen in de woonomgeving sociale cohesie en betrokkenheid bij elkaar en bij de natuur. Een voorbeeld van een dergelijke groene speeltuin is natuurspeelplaats Avonturis (zie figuur 4.3).
Figuur 4.3 Natuurspeelplaats Avonturis in Maassluis (bron: Aardrijk, 2013)
Welke uitdagingen zien we in Maassluis?
4.5 De economische en sociale leef- baarheid Maassluis
Al deze voordelen zijn in zichzelf al bijzonder waardevol. Ze vertegenwoordigen echter ook een economische waarde: Een betere mentale en fysieke gezondheid door meer beweging, minder stress, en meer contacten verlagen de zorgkosten en uitkeringen. Een aantrekkelijkere omgeving verhoogt de onroerend goed waarde, maakt de stad aantrekkelijk als vestigingslocatie voor bewoners en ondernemers en stimuleert daarmee de lokale economie. Wanneer er minder plaagdieren zijn is ook minder bestrijding nodig. Vermindering van hitte zorgt voor energiebesparing op koeling en minder wateroverlast ontlast het riool, waardoor er minder geld nodig is voor het aanleggen/uitbreiden en onderhouden van het riool. Gezamenlijke projecten zoals een pluktuin of het gezamenlijke beheren van buurtgroen brengen mensen bij elkaar. Contact met en kennis over de natuur, zeker van jongs af aan, vergroten de affiniteit met natuur en de overtuiging om voor de natuur te willen zorgen.
Welke uitdagingen zien we in Maassluis?
Maassluis gaat de komende jaren extra investeren om deze basis weer op orde te krijgen. De gemeenteraad heeft 4 ton beschikbaar gesteld om het achterstallige onderhoud aan bomen en plantvakken aan te pakken. Zoals beschreven in hoofdstuk 3 zullen de plantvakken de komende 4 jaar worden aangepakt. De bomen worden uit- gespreid over de komende 25 jaar. Elk jaar zal een gedeelte van het groen en de bomen moeten worden vervangen om zo het areaal weer op peil te krijgen.
We zorgen samen voor het groen in Maassluis. We staan als gemeente open voor initiatieven vanuit de inwoners en helpen hen graag in het faciliteren hiervan. Er is plaats voor buurt- en wijkinitiatieven, bijv. de eetbare stad (urban farming). Dergelijke initiatieven gebeuren veelal via wijkdeals (zie kader).
In Maassluis is er ruimte voor initiatiefrijke inwoners om bij te dragen aan de vergroening van hun wijk, via de zogeheten wijk- deals. Hiermee kunnen de inwoners op laagdrempelige wijze een deal sluiten met de gemeente Maassluis om gezamenlijk hun woonomgeving te verbeteren of op te fleuren. Zo kunnen er plantenbakken worden geplaatst, moestuintjes worden aan- gelegd of groenvakken aantrekkelijker worden gemaakt. Het uitgangspunt bij de deals is dat de buurtbewoners het groen zelf onderhouden en zich aan de afspraken houden die zij met de gemeente hebben gemaakt. De gemeente ziet erop toe dat de afspraken worden nageleefd. De aanvrager van de deal kan bij de gemeente terecht voor een overleg of advies over het onderhoud. Wanneer de deal naar wens van de bewoners en gemeente is uitgevoerd, wordt op de locatie van de deal een wijkdeal-tegel geplaatst.
Een van de geslaagde wijkdeals is de plaatsing van een border in de Taanstraat, zoals te zien is in figuur 4.4.
Figuur 4.4 Wijkdeal: border in de Taanstraat in Maassluis (bron: SamenzijnwijMaassluis.nl)
5. Wat willen we en hoe gaan we dat bereiken?
In dit hoofdstuk leggen we vijf principes vast voor het groen in de gemeente Maassluis en verduidelijken dat met onderhouds- en inrichtingsrichtlijnen.
Over twintig jaar zijn we een gemeente waar iedereen in de directe omgeving thuis of op het werk wordt omgeven door groen. Dat begint bij groene gebouwen en loopt via groene straten naar parken met volop wandel- en fietsroutes richting andere gemeenten.
We gaan daarvoor werken vanuit het principe ‘Groen, tenzij’ gecombineerd met een vijftal groene principes. Dat helpt ons om de gemeente steeds groener te maken. Die principes hanteren we vanaf nu bij onze gemeentelijke taken, zoals het uitvoeren van projecten en het beheer en in de samenwerking met verschil- lende partijen.
De vijf leidende principes vloeien voort uit de ambities vanuit de VOR, zoals besproken in hoofdstuk 2. Figuur 5.1 geeft een schematische weergave van de verhoudingen hiertussen.
‘Groen, tenzij’ betekent dat de openbare ruimte in Maassluis in de basis groen is. ‘Groen, tenzij’ draait onze visie op de open- bare ruimte om. Straten en pleinen worden groen, behalve als andere functies dat onmogelijk maken. Functies als: voetgangers-ruimte, fietspaden, OV of ondergrondse infrastructuur. We passen verharding toe waar dat vanuit gebruik en/of beheer nodig en wenselijk is. Denk aan wegen, straten, fietspaden, stoepen, parkeerplekken en pleinen.
Er kan ook bewust gekozen worden voor (behoud) van verharding vanuit ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorisch oogpunt. Voor- beelden daarvan zijn de mooie pleinen en stegen in de centra of de kades langs het water. Op die manier maken we de gemeente stap voor stap gezonder, natuurvriendelijker en een prettigere plek om te leven.
We gebruiken ‘groen, tenzij’ ook andersom. In gebieden waar genoeg groen is, voegt meer groen niet vanzelfsprekend kwaliteit toe. Daar is het belangrijk om ons te richten op het verhogen van de natuurwaarde, de gebruiksmogelijkheden of de ruimtelijke kwaliteit. In zulke gebieden focust het beleid zich op het ver- hogen van de waarde van het bestaande groen en niet op het groener maken van de omgeving.
Figuur 5.1 Vertaling kernpunten VOR en 5 groenprincipes
Figuur 5.2 Voorbeeldsituatie huidige situatie, Maassluis
Figuur 5.3 Toepassing bereikbaar, herkenbaar en gevarieerd groen, Maassluis
We zorgen voor bereikbaar, herkenbaar en gevarieerd groen voor iedereen
Het groen in de stad is openbaar toegankelijk voor iedereen, met of zonder fysieke beperking. Daarbij telt ook het groen in de gebouwde omgeving (op en aan gebouwen). We versterken de groene structuur die de grotere groengebieden in en omliggend aan Maassluis verbindt. Het groen in Maassluis versterkt het karakter van een plek en maakt historische structuren (weer) zichtbaar.
We streven de landelijke groennorm 3-30-300 na. De norm is: zicht op 3 bomen vanuit je woning, 30% van het buurtoppervlak is bladerdek, binnen 300 meter vanaf je woning toegang tot een groene ruimte van tenminste 1 ha. Op basis van die norm gaan we aan de slag voor nieuw en/of beter groen in de bestaande bebouwing. Nieuwe buurten worden vanaf de aanleg ingericht op basis van de groennorm.
We combineren groen zoveel mogelijk met andere functies in dichtbebouwde gebieden. In 30 kilometerzones wordt groen ingezet als snelheidsremmende maatregel door middel van nog te bepalen inrichting van wegprofielen. In smalle straten is groen vaak lastig te combineren met de verkeers- en parkeerfunctie. Door in te zetten op multifunctioneel ruimtegebruik in de vorm van openbare daktuinen, groene parkeerplaatsen en het gebruik van verrijdbare bloembakken kunnen we ook daar vergroenen.
Figuur 5.4 Bevordering van de natuurwaarde van groen, Maassluis
We bevorderen de natuurwaarde van ons groen
Het groen in de gemeente is gevarieerd en draagt bij aan het behouden en stimuleren van verschillende soorten flora en fauna.
In de ecologische verbindingszones streven we bij nieuwe aanplant of het opnieuw inzaaien van de groengebieden naar minimaal 95% autochtone inheemse soorten. In de overige groengebieden worden ook in principe inheemse soorten gebruikt, maar wordt een afweging gemaakt op basis van locatie, functie en beheerbaarheid. Hiermee zorgen we ervoor dat de dieren daadwerkelijk profijt hebben van de bloemen en planten die we als gemeente zaaien.
We maken de groeiplaats boomrijp en optimaliseren de inrichting wanneer een boom wordt vervangen. We volgen hierbij de richtlijnen van het Handboek bomen. Hierbij ligt de voorkeur om bomen aan te planten in de open grond. Bij het planten van bomen in verharding zorgen we voor voldoende grote boomspiegels.
Gazons zonder recreatieve functie vormen we om naar bloemenweiden. Dit doen we via ecologisch maaibeheer. Hiermee zorgen we voor extra voeding en schuilplekken voor insecten en bijen en verbeteren we de biodiversiteit. Bovendien sluit dit aan bij de voorkeur van een groot deel van de inwoners van Maassluis8.
’77% van de respondenten ziet liever een bloemenweide dan strak gemaaid gras’
We werken via de vastgestelde ‘Gedragscode soortenbescherming gemeenten’ van koninklijke vereniging Stadswerk Nederland en het werkprotocol Wet natuurbescherming waarbij een ecoloog bij de eerste planvorming rondom de openbare ruimte aan tafel zit. We gaan zorgvuldig om met in het wild levende beschermde planten en dieren.
Figuur 5.5 Toepassing van groen ten behoeve van klimaatadaptatie, Maassluis
We dragen met ons groen bij aan klimaatadaptatie
Het groen in Maassluis draagt bij aan het beter omgaan met hogere buitentemperaturen, langdurige droogte en hevigere buien en wateroverlast. Bij de keuze voor beplanting wordt rekening gehouden met droogte en bodemkwaliteit. Daarnaast zorgen we voor een optimale sponswerking, waardoor regenwater kan infiltreren en het bodemleven kan floreren.
We planten alleen nog de juiste boom op de juiste plek. De juiste soort op de juiste plek zorgt ervoor dat we ecologisch, economisch en esthetisch de juiste keuze maken. We kiezen daarbij vaker voor bomen met een grote kroonomvang om te zorgen voor verkoeling door voldoende schaduw. We stappen hiermee af van het sturen op aan- tallen bomen en het principe ‘boom voor boom’ en zetten in plaats daarvan in op een maximaal kroonvolume.
We ontlasten het riool door vaker het water naar het groen te leiden en de bergingscapaciteit te vergroten. Denk daarbij aan wadi’s, afkoppelkansen via bermen, groene parkeerplaatsen en het stimuleren van groene daken. We sluiten daarbij aan bij de doelstelling uit het GRP waarbij Maas- sluis een regenbui van 60 mm kan verwerken zonder dat cruciale infrastructuur uitvalt.
’77% van de respondenten ziet liever een groene parkeerplek dan een verharde par- keerplek’
Figuur 5.6 Toepassing van groen ten behoeve van de fysieke en mentale gezondheid, Maassluis
We zorgen ervoor dat ons groen bijdraagt aan de fysieke en mentale gezondheid van iedereen
We zorgen dat ons groen bijdraagt aan de fysieke en mentale gezondheid van iedereen in Maassluis. Het gaat om de rol van groen in het bevorderen van gezond gedrag zoals bewegen, sporten en spelen, gelegenheid om elkaar te ontmoeten, en een gezond dieet; het beschermen tegen negatieve invloeden zoals hittestress en fijnstof en de directe positieve invloed op mentaal welbevinden. Met dit principe dragen we bij aan de ‘Uitvoeringsagenda Samen Gezond Maassluis’.
We planten bomen om schaduwrijke routes te creëren. We beginnen met routes tussen AAA (arts, apotheker en supermarkt (‘Albert Heijn’)) op locaties rond zorginstellingen en woningen voor ouderen. Op die routes streven we naar meer dan 40% kroonoppervlak. Op overige looproutes in Maassluis streven we naar minimaal 30% kroonoppervlak.
We verhogen de gebruikswaarde van kijkgroen waar het kan of waar het niet in conflict is met bijzondere natuurwaarde. We leggen een netwerk van groene routes aan en groene omgevingen waar gesport, groen gespeeld en bewogen kan worden. Denk daarbij aan een ommetje maken, groene speellinten, bootcamp in een park, spelen met modder en water.
We maken vaker gebruik van kleinschalige eetbare beplanting, fruit of notenbomen, moestuinen of voedselbossen waar bomen vrij kunnen staan en vruchten vrij kunnen vallen. Vruchtdragende plan- ten zijn goed voor de biodiversiteit en zorgen voor meer verbinding van de inwoners met het groen. We gaan daarvoor altijd in overleg met de buurt en straat.
Figuur 5.7 Participatie van inwoners met betrekking tot groen, Maassluis
We zorgen samen voor het groen in Maassluis
We zorgen samen met inwoners van jongs af aan voor een groen Maassluis op openbaar én privaat terrein.
We stimuleren bewoners om ook hun tuin en woning (dak en gevel) te vergroenen.
We blijven inzetten op bewonersparticipatie bij de groeninrichting. We laten inwoners meedenken en meepraten over waar het maaibeheer ecologischer kan, waar plek is voor bomen, waar struiklaag toegevoegd kan worden zonder dat het invloed heeft op de veiligheid, faunapassages. Hiermee maken we betere plannen en bieden we inwoners de ruimte om hun omgeving meer eigen te maken en zich trots te voelen op hun omgeving.
De gemeentelijke visie is dat al het groen binnen de gemeentelijke hoofdgroenstructuur behouden moet blijven. We zetten daarnaast in op een robuuste groenstructuur met onderlinge ecologische en scha- duwrijke verbindingen, uitbreiding van (kwalitatief) groen in de wijken en poorten naar de stad, en we beschermen ons historische groen. Waar bekend zijn deze ruimtelijke ambities als te ontwikkelen groen- structuur op de kaarten aangegeven.
De behoefte neemt toe om (gemeente breed) te kunnen sturen op prestaties, risico’s en kosten voor de openbare ruimte. Voor het meten van de prestaties zijn prestatie indicatoren in ontwikkeling die onze impact op een toekomstbestendige openbare ruimte beter in beeld brengen. Vooralsnog kiezen we voor de volgende prestatie indicatoren die we willen opnemen in de programmabegroting 2024.
Hoe realiseren we de ambities uit het vorige hoofd- stuk. In dit hoofdstuk beschrijven we onze strategie. We gaan in op zowel het bestaande groen als het toekomstige of her te ontwikkelen groen.
We beheren het bestaande groen en zorgen ervoor dat we voldoen aan de kwaliteitseisen. We sturen daarbij op een combinatie van beeldkwaliteit, technische kwaliteit en functionele kwaliteit en kijken niet naar leeftijden. Een heestervak dat theoretisch gezien ‘op leeftijd’ is (puur gekeken naar de leeftijd) maar nog in orde is, wordt (nog) niet vervangen.
Naast het sturen op kwaliteiten voeren we ook een aantal werkwijzen toe:
We gaan bewust om met het plannen van groen- vervangingen. Af en toe zullen we groen dat nog niet technisch of functioneel afwijkt toch al ver- vangen, omdat we voordelen zien in integraliteit. Een groenvak dat misschien nog een paar jaar op niveau kan worden gehouden, vervangen we bijvoorbeeld al wel als de riolering in een straat ook wordt vervangen. Versnellen noemen we dat. In een ander geval maken we de afweging om het vervangen van groenvak te vertragen om integraal te werken. Deze afweging is altijd maatwerk en wordt gemaakt met de expertise van de groenbeheerder.
We gaan door met integraal werken. Met integraal werken kijken we niet per beheerdiscipline of maatschappelijke opgave naar de openbare ruimte, maar vanuit meerdere invalshoeken tegelijk. Dat betekent dat we met elkaar samenwerken en processen, werkwijze en expertise inzetten om tot een gezamenlijk plan te komen. Budgetten worden hierbij ook op elkaar afgestemd, net als werkzaamheden in de openbare ruimte.
We onderscheiden drie rollen met strategieën om groene verbeteringen uit te voeren, de rol:
6.2 Strategie bij het bestaande groen in de bestaande stad
In de bestaande groene openbare ruimte is de gemeente de grootste aandeelhouder. We beheren het groen in de openbare ruimte en richten straten opnieuw in. In de bestaande stad maken we onder- scheid in drie typen beheer: dagelijks onderhoud, groot onderhoud en vervanging.
Het dagelijks onderhoud is gericht op het onderhouden van de openbare ruimte om de beoogde kwaliteit op alle onderdelen te garanderen. Dit houdt de open- bare ruimte veilig, functioneel en aantrekkelijk. Het dagelijks onderhoud houdt de openbare ruimte op het afgesproken kwaliteitsniveau volgens de kwaliteitsambities.
Groot onderhoud wordt ingepland op basis van technische inspecties. Groot onderhoud voorkomt dat er achterstanden ontstaan en de kwaliteit onder het gewenste niveau zakt. Er ligt nadruk op het heel en veilig houden van de openbare ruimte.
Er wordt altijd gekeken of groot onderhoud integraal kan worden opgepakt met andere beheerdisciplines. Dit gebeurt via een integrale kaart waarin onderhoud, werkzaamheden en alle lopende en toekomstige projecten staan weer- gegeven. Dit maakt het werk inzichtelijk en biedt mogelijkheden om integraliteit op te zoeken.
Een vervanging is ook een kans om de openbare ruimte te verbeteren.
Bij het groen kunnen ook inwoners een rol spelen middels participatie. Dit is mogelijk door het mede- of zelfbeheer van de openbare ruimte door inwoners, ondernemers en organisaties en bij projecten in de openbare ruimte.
6.3 Strategie bij herontwikkeling en uit- breiding van de stad
De gemeente moet bij uitbreidingen van de groene openbare ruimte vanaf het begin meesturen. De gemeente brengt kennis en ervaring in over de open- bare ruimte en er wordt gezorgd voor een set van eisen om de juiste inrichting, beheerbaarheid en de leefbaarheid te garanderen. Die kennis wordt ook ingezet om bepaalde functionaliteiten zoals het stimuleren van biodiversiteit toe te voegen.
Bij gebiedsontwikkeling worden zowel het vastgoed als de openbare ruimte opnieuw aangelegd. We hanteren hiervoor de volgende strategie:
Het is belangrijk dat het beheerbelang wordt meegenomen in het ontwerp van de gebiedsontwikkeling. Beheerders worden vanaf het begin betrokken en geven vroegtijdig in de contract- vorming, alle ontwerpfasen, de bestekfase en na oplevering goedkeuring over de inrichting en beheerbaarheid van een plan. We hanteren hier- voor de richtlijnen uit het Handboek Inrichting Openbare Ruimte. Een aannemer/ontwikkelaar is de eerste drie jaar verantwoordelijk voor het onderhoud van het openbaar groen.
6.4 Strategie bij losstaande ambities
Tot slot willen we ook werken aan groene ambities los van onderhoud en vervanging. Dit zijn verbeteringen die we, mits het budget beschikbaar is, uitvoeren. De losstaande ambities koppelen we aan een Uitvoerings- programma Groen. Een deel van de groene ambities sluiten aan bij
We willen € 300.000 van de jaarlijkse vervangingen activeren. Het gaat in dit geval om grootschalige vervangingen van plantvakken of bomenrijen langs wegen. De vervangingen (ook wel investeringen genoemd) worden geactiveerd en komen als kapitaallast op de exploitatiebegroting van de gemeente. Het activeren van € 300.000 staat gelijk aan € 18.000 kapitaallasten.
In dit plan staan de ambities voor het groen in de gemeente Maassluis. Het kost geld om:
Op basis van het groen in beheer van de gemeente is berekend wat er jaarlijks nodig is om het te onder- houden en te vervangen. Dit is vergeleken met de beschikbare budgetten, zie figuur 7.1.
Figuur 7.1 Beschikbare en benodigde budgetten 2017, 2022, 2023 en benodigd budget
Na 2017 is er bezuinigd en is het beschikbare budget afgenomen. In 2023 is er vooruitlopend op het Groen- beleidsplan en Groenbeheerplan al extra budget gevraagd (en deels) toegekend om het groen op de vastgestelde kwaliteitsniveaus te brengen. Er is destijds € 400.000 beschikbaar gesteld.
In dit Groenbeleidsplan en Groenbeheerplan is de behoefte nog beter in kaart gebracht en onderverdeeld in een onderhoudsbudget, vervangingsbudget en een ambitiebudget. In figuur 7.2 staat de budget- vraag vergeleken met de beschikbare budgetten in 2023. Op de volgende pagina’s worden de geldvragen nader toegelicht.
Er is nog € 60.000 extra onderhoudsbudget nodig. Dit heeft een aantal aanleidingen.
Er spelen diverse ontwikkelingen die de opgave van het groen complexer en duurder heeft gemaakt. Hier zijn de budgetten niet of slechts zeer beperkt op aangepast. De beheerder van nu ziet de openbare ruimte als middel om bij te dragen aan vele doelstellingen en ambities die we als gemeente hebben (vastgesteld in de VOR). Het bestaat naast het heel en veilig houden van de openbare ruimte ook uit het vormgeven en bijdragen aan opgaven. Er worden extra (klimaat) maatregelen genomen om water te bergen na hevige regenval, de bodem te verbeteren, bomen en beplanting extra water te geven tijdens droge periodes.
Er is jarenlang nauwelijks budget geweest voor het vervangen van groen. Vervangingen zijn uitgesteld en als ze wel werden gedaan, werden ze vaak gefinancierd vanuit andere begrotingsposten (bijvoorbeeld wegen en riolering). Deze financieringswijze is niet conform het BBV (Besluit, Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten). Via dit plan willen we een structureel budget voor het vervangen van groen. Uit de berekeningen komt dat er jaarlijks € 600.000 nodig is om het groen in de gemeente Maassluis te vervangen. Dit heeft een aantal aanleidingen en verklaringen.
Uit inspecties is gebleken dat een aanzienlijk deel van het groen vervangen moet worden. Het gaat om ruim 30% van de heesters en bijna 10% van de hagen in de gemeente. Daarnaast zien we ook dat veel bomen op leeftijd raken, de kwaliteit afneemt en daarmee de veiligheid in het geding komt. De kwaliteitsachterstanden in de groenvakken en bij de bomen tonen aan dat vervangingen te lang zijn uitgesteld.
Er zit in de onderhouds- en vervangingsbudgetten geen geld voor extra groenambities zoals:
In de berekeningen zijn alleen de toekomstige ontwikkelgebieden die uitgevoerd gaan worden, meegenomen. Voor projecten die nog in het visieontwikkelingsstadium zitten, is een zinvolle prognose niet mogelijk omdat hiervoor alleen schetsmatige plannen zijn waarvoor nog heel wat besluitvorming nodig is (bijv. Kapelpolder, Station-West, van Gelderenterrein). Jaarlijks moeten de budgetten worden doorgerekend en aangepast wanneer er nieuw areaal bijkomt om voldoende budget beschikbaar te hebben voor toekomstige ontwikkelingen.
Veranderingen in het te beheren areaal. Het groenareaal in beheer van de gemeente houden we bij in ons beheersysteem. Veranderingen worden doorgevoerd in het systeem zodat de begroting jaarlijks kan worden aangepast op de veranderende situatie. We hanteren hiervoor de kengetallen die zijn gehanteerd in dit beleidsplan en nemen hiervoor elk jaar een groenbeheer- paragraaf op in de Kadernota. De kengetallen indexeringen we jaarlijks.
8.1 We zorgen voor bereikbaar, herkenbaar en gevarieerd groen voor iedereen
8.2. We bevorderen de natuurwaarde van ons groen
8.3 We dragen met ons groen bij aan klimaatadaptatie
8.4 We zorgen ervoor dat ons groen bijdraagt aan de fysieke en mentale gezondheid van iedereen 8.5 We zorgen samen voor het groen in Maassluis
Artikel 8.5 We zorgen samen voor het groen in Maassluis
9.1 Samenvatting beleidstukken
Het groenbeleid staat niet op zichzelf. In diverse plannen van de gemeente Maassluis zijn al richtlijnen vastgelegd. Dit hoofdstuk is een beknopte samenvat- ting van al deze plannen met daarbij de belangrijkste uitgangspunten op een rijtje gezet.
Visie openbare ruimte Maassluis 2015-2030
In de VOR hebben we vastgelegd dat we het groen willen beschermen en uitbreiden. Samengevat is de opgave de openbare ruimte van Maassluis zodanig te ontwikkelen dat deze:
Maassluis gaat investeren in meer en kwalitatiever groen. Bij ruimtelijke ontwikkelingen wordt ingezet op een leefbare stad. Daardoor wordt wonen in balans gebracht met een groene en gezonde leefomgeving, die klimaatadaptief en toekomstbestendig is. Er wordt gestuurd op multifunctioneel ruimtegebruik. Sportief en recreatief gebruik van de buitenruimte wordt bevorderd, ook op het water. De buitenruimte krijgt op onderdelen een concrete kwaliteitsimpuls. Klimaat- adaptatie en biodiversiteit staan hoog op de agenda.
Hierbij is het Hoogheemraadschap van Delfland een belangrijke partner. We stimuleren inwoners de tuin klimaatadaptief in te richten en bevorderen biodiversiteit. De natuurwaarde van het Midden-Delflandgebied dient behouden en geborgd te worden.
Maassluis moet in het kader van Maassluis Rainproof een regenbui van 60 mm kunnen verwerken zonder dat cruciale infrastructuur uitvalt.
Ieder bemalingsgebied moet in 2050 daarnaast voor 50% zijn afgekoppeld.
Voor een klimaatrobuuste stad is de inzet van open- baar groen en de inrichting van de buitenruimte cruciaal. Er vindt daarom ook uitwisseling plaats tussen investeringen in groen, wegen en riolering. Riolen hebben een beperkte capaciteit, daarom zal afvoer van schoon hemelwater via het maaiveld (de straat, groenvakken parken en tuinen) steeds belang- rijker worden.
Er zal in wijken die kwetsbaar zijn voor wateroverlast geen openbaar groen uitgegeven worden aan particu- lieren, zonder dat dit gecompenseerd wordt.
Motie fleur- en kleurrijk (2019)
Er is een toenemende vraag naar meer variatie in het openbaar groen. Bijen- en vlinderpopulaties zijn belangrijk voor mens en natuur. Momenteel gaat het slecht met de populaties, onder meer door voedsel- gebrek. Het zaaien van speciaal voor bijen geschikt bloemenzaad in bermen en braakliggende gebieden en een aangepast maaibeleid (omtrent biodiversiteit) zal dit ten goede komen.
Handboek Bomen (Norminstituut Bomen)
In het Handboek Bomen worden procedures, normen en kwaliteitseisen gebundeld die betrekking hebben op werkzaamheden met en rond bomen. De gemeente Maassluis hanteert het Handboek Bomen als basis bij ontwerp, realisatie en beheer.
Bomen in de stad (raadsbesluit 23 september 2014) Bomen zijn belangrijk voor de stad. Ze leveren zuurstof, zijn beeldbepalend voor beleving van bewoners en vangen fijnstof en geluid af. Daarom wil de gemeente Maassluis zo veel mogelijk bomen behouden. Het besluit houdt in dat, wanneer bomen (moeten) worden gekapt, deze bomen worden gecompenseerd op dezelfde of een andere plek in de gemeente door daar nieuwe bomen aan te planten. Dit zijn kwalitatief hoogwaardige bomen en zo min mogelijk snelgroeiers. In de bomenbalans wordt de herplantplicht bijgehouden
Bomen in relatie tot zonnepanelen
De gemeente hanteert als beleidsuitgangspunt dat de aanwezigheid van zonnepanelen of de wens om tot plaatsing daarvan over te gaan, geen reden mag zijn voor de kap van vitale bomen. Verzoeken aan de gemeente om tot kap van bomen over te gaan, om reden dat de boom of bomen tot minder energieopbrengst van zonnepanelen leidt, worden in beginsel niet gehonoreerd.
De groene openbare ruimte wordt als belangrijke kwaliteit gezien van Maassluis. Daarom is er ook aan- dacht voor het versterken van groenstructuren (o.a. de centrale groenstructuur van Steendijkpolder naar Haven/Binnenstad). De bestaande groenstructuur in de bebouwde kom blijft behouden. Bij de planvorming van het centrumgebied dient rekening gehouden te worden met de doorgaande noord-zuidlopende groen- structuur en de waterbergingopgave. Een belangrijke opgave is het versterken van de verbindende structuren van de stad naar het omliggende buitengebied. De groenstructuur moet robuuster worden en zo gaan functioneren dat de stad als geheel er kwaliteit aan ontleent. Het Midden-Delflandgebied is belangrijk voor recreatie en als natuurgebied. Er wordt hierbij gestreefd naar (o.a.) versterking contrast landstad; versterking kwaliteit groene randen; benutting land als recreatief gebied; benutting recreatieve potenties van het water.
Door woningbouwopgave ontstaat aanvullende vraag naar leisurevoorzieningen; Er is aandacht voor bijzondere functies langs de Waterweg alsmede vaarroutes en wandel-, hardloop- en fietsroutes langs het water, in de stad en in groengebieden. Recreatieve activiteiten rondom de Boonerplas en de Aalkeetpolder worden versterkt. De Aalkeetpolder is een mogelijke locatie voor de realisatie van een natuurspeelplaats.
Maassluis zet in op duurzame ruimtelijke ontwikkeling,
o.a door creëren van schone bodem, lucht en water. Maassluis zet in op het versterken van de groen- en waterstructuur ter verbetering van de recreatie- mogelijkheden, ecologie en het kunnen opvangen van klimaatverandering door het integreren van de ecologische verbindingszone langs Boonervliet en natuurvriendelijke oever Westgaag en het integre- ren van groen-blauwe strook door het centrum van Maassluis. Er moet ruimte zijn voor de verbetering van de waterkwaliteit. Bij herontwikkelingen moet ruimte gereserveerd worden voor water (stappen: vasthou- den, bergen, afvoeren), controle middels watertoets. Bij ontwikkelingslocaties is aanvullend veldonderzoek nodig ter vaststelling beschermde diersoorten.
De Wet natuurbescherming beschermt Nederlandse natuurgebieden en planten- en diersoorten. De wet moet ervoor zorgen dat de verschillende planten- en diersoorten in de natuur blijven bestaan. Ook kwets- bare soorten mogen niet verdwijnen.
De Wet natuurbescherming schrijft voor dat ieder- een rekening moet houden met in het wild levende dieren en planten en hun leefomgeving. Bepaalde soorten zijn extra beschermd. Alle vogelsoorten zijn beschermd en broedende vogels mogen niet gestoord worden. Voor een aantal vogels (bijv. steenuil, kerkuil, roek, huismus en gierzwaluw) zijn hun nestlocaties het hele jaar door beschermd.
Er moet een ontheffing worden aangevraagd als het niet mogelijk is om geen negatieve invloed te hebben op de beschermde soorten door projecten en/of activiteiten. Er gelden dan bepaalde voorwaarden voor mitigerende en compenserende maatregelen.
De wet- en regelgeving voor natuur gaat op in de Omgevingswet zodra deze in werking treedt.
Gedragscode Flora- en faunawet bestendig beheer, onderhoud en gebruik en ruimtelijke ontwikkeling en inrichting
Per 1 januari 2017 is de Flora- en faunawet opgegaan in de Wet Natuurbescherming. De gedragscode betreft het onderdeel soortbescherming van de Wet Natuurbescherming. Sinds 17 december 2020 is er één sectorale gedragscode voor gemeenten. Dit is de gedragscode van de Koninklijke Vereniging Stads- werk9. In de gedragscode staat hoe er gewerkt moet worden om schade aan beschermde dieren en planten te voorkomen of te beperken en aan welke voorwaar- den moet worden voldaan.
De gemeente Maassluis werkt volgens de voorschriften van de gedragscode Flora- en faunawet bestendig beheer, onderhoud en gebruik en ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. De gedragscode is specifiek bedoeld voor het zorgvuldig handelen bij het voorbereiden en uitvoeren van werkzaamheden op plaatsen met beschermde soorten. De werkzaamheden dienen te vallen onder ruimtelijke ontwikkeling of inrichting (RO) of onder bestendig beheer of onderhoud (BB), zie artikel 3.31 lid 1 in de Wet natuurbescherming.
Door te handelen volgens deze gedragscode wordt de schade aan populaties van beschermde dieren en planten voorkomen of tot een minimum beperkt.
Er zijn twee honden losloopgebieden (in het robuuste lood) in het groen in Maassluis. In deze gebieden geldt een aangepast maairegime ten behoeve van het gebruik van de gebieden. Het gras mag langs de wan- delpaden in een losloopgebied niet te hoog zijn, zodat honden ook daadwerkelijk los kunnen lopen. Hier mag de hondenpoep blijven liggen.
Het doel is kinderen meer en langer buiten laten spelen en meer kansen voor kinderen met een beperking te creëren. Dit door gebruik te maken van natuur en toestellen die zintuigen prikkelen en ruimte voor vrij spel, sporten en ontmoeten op informele plekken, zoals stoepen, parken en rustige pleintjes. De kwaliteit van bestaande speelplekken wordt verhoogd middels groen en uitdagende toestellen. Plekken die weinig gebruikt worden, worden aangepast naar plekken zonder toestellen zodat daar het vrij spel in het groen de ruimte krijgt.
Uitvoeringsagenda Samen Gezond Maassluis
De beleidsterreinen gezondheid en sport worden betrokken bij het vormgeven van de 2021 Omgevings- visie. Een belangrijke actie in de Omgevingsvisie kan zijn dat de openbare ruimte beweegvriendelijk wordt ingericht met aantrekkelijke (groene) en veilige routes voor wandelaars en fietsers.
Buitensportboulevard Nieuwe Waterweg (18-45 jaar). Ontwikkel een sportboulevard langs de Nieuwe Waterweg. Dit moet een uitdagende locatie worden met hindernissen, free running obstakels en obstacle run. Plaats balken, legpress, biceps en triceps training mogelijk. Je kan zelf bewegen of onder professionele begeleiding. Ook is de boulevard lang genoeg voor looptraining en onderdeel van een fietsroute. De boulevard is perfect voor minder belastbare mensen.
Ontwikkel speeltuin tot beweegtuin (0-8 jaar). Ontwikkel een huidige speeltuin tot beweegtuin. Speeltuin Nijverheidstraat kan als voorbeeld genomen worden.
Kinderen tot 8 jaar kunnen dan naast spelen ook gericht bewegen aan basisvaardigheden zoals, klim- men, klauteren, hardlopen, springen en balanceren.
Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR) Voor de gehele openbare ruimte in Maassluis is in 2018 een nieuw handboek voor de inrichting van openbare ruimte opgesteld, beschikbaar via http://maassluis.hior.nl. Dit handboek is opgesteld op basis van de VOR en volgens het principe Beheerbewust Ontwerpen en Ontwerpbewust Beheren (BOOB), dit betekent dat richtlijnen in nauwe samenwerking tussen de ontwerp- en beheerafdeling zijn afgestemd. In dit handboek zijn richtlijnen voor het ontwerp en beheer vastgelegd, waaronder ook richtlijnen voor het groen en binnenwater.
De transformatie van gebieden naar energieland- schappen biedt ruimte en mogelijkheid om een recreatieve of natuurlijke functie toe te voegen, of bestaande recreatieve en natuurlijke waarden te versterken. Bijvoorbeeld door groen te combineren met zonnepanelen, of bosaanplant met windturbines. Het kan gaan om een uitbreiding van bestaande recreatieve landschappen of om het ontwikkelen van nieuwe locaties (kernpunt: gezonde stad).
In het kader van de herinrichting van straatX en straatY gaan we in totaal xxx groeiplaatsen verbeteren. (Uit gelabeld investeringsbudget Eur 300.000,- + bijdrage Impulsregeling
We werken met betrokken zorgprofessionals en ouderen twee schaduwrijke, koele wandelroutes uit en organiseren het benodigde realisatiebudget daarvoor. Een route die het winkelcentrum aan de Mesdag- laan, Oud Sluys, het Vondelpark en de Tweemaster verbindt. Een route die de Vloot verbindt met een ommetje oude Maasdijk en winkelcentrum Konings- hoek. Vanuit het klimaatactieplan is 120.000,- extra nodig.
We bieden een boom voor elke tuin. Elke koper van een nieuwbouwhuis krijgt een boom en iedere inwoner die 5 m2 tegels inlevert krijgt een boom. In het klimaatactieplan is 60.000,- per jaar nodig.
Duurzaamheid is een breed onderwerp met ver- schillende thema’s waarop in Deel 1 van het plan de doelstellingen zijn geformuleerd. Doelstellingen in relatie tot groen zijn:
In het Duurzaamheidsplan is gekozen om de strategieën tot 2030 niet op de duurzaamheidsthema’s te formuleren maar juist op de sectoren van de gemeente, en onderverdeeld in 2 ambitieniveaus.
Ambitieniveau 1: Acties die met een kleine uitbreiding van de capaciteit meteen uit te voeren zijn met deels een grotere en deels een kleinere inspanning. Het uit- voeren van alleen deze acties is niet voldoende voor het behalen van de doelstellingen.
Ambitieniveau 2: Beweegt mee met landelijk beleid en middelen. De acties zijn vaker met een grote inspanning verbonden en gericht op het behalen van de doelstellingen.
Strategieën in relatie tot groen zijn: Strategie 1: Groene tuinen (GT)
Deze strategie heeft als doel om de wijken in Maas- sluis groener te maken en meer waarde aan bomen en groen te geven. Ambitieniveau 1 werkt in de nieuw- bouw en renovaties met regels terwijl ambitieniveau 2 gericht is op bewustwording en samenwerking met de bewoners.
Indicatie financiële middelen:
Strategie 7: De groene route (DGR)
Deze strategie gaat over het uitbouwen van de bestaande groene route door de stad waarbij de bestaande natuur met elkaar verbonden wordt en daarmee een koele route door Maassluis wordt gecreeerd voor in hete periodes.
Bij ambitieniveau 1 wordt er bij nieuwbouw en renovaties voor meer ruimte voor groen gezorgd terwijl ambitieniveau 2 gericht is op het structureel vergroenen.
9.2 Investeringswaarde van het groen
Figuur 9.1 Investeringswaarde groen
9.3 Benodigde inzet buitendienst
De afgelopen jaren heeft het Stadsbedrijf het groen- onderhoud uitgevoerd in samenwerking met het bedrijf Wallaard. De overeenkomst met Wallaard is per 1 juli 2022 afgelopen. De werkzaamheden die vrijvallen worden tot het einde van 2023 gericht weggezet bij aannemers uit de regio. Voor 2024 moet het werk opnieuw in de markt worden gezet (al dan niet aangevuld met taken die nu bij het Stadsbedrijf liggen).
De opdracht is om het centrum en de begraafplaatsen op A niveau, en de wijken op B niveau te onderhouden. Die opdracht lukt ten dele. Dit komt doordat er voor langere tijd onvoldoende mensen zijn die al het werk op het gewenste niveau kunnen onderhouden.
De groen-werkzaamheden die door de gemeente zelf worden uitgevoerd, zijn benoemd als de “overige groentaken”. Hierin tellen we ook het gemeentelijke onderhoudsdeel sportterreinen (het groen eromheen) en begraafplaatsen mee. Om het vastgestelde kwaliteitsniveau te halen, is voor “overige groentaken” 24 fte benodigd. Dit aantal fte’s gaat uit van volwaardige vakkrachten en is berekend door zowel Wallaard als door Smit Groenadvies. Op dit moment is er ruimte voor 19 fte.
Naast deze 24 fte is er nog een aanvullende capaciteitsvraag:
Een deel van de medewerkers heeft een afstand tot de arbeidsmarkt en is dus niet vol fte productief (zoals uitgelegd bij punt 1). Hiermee wordt een belangrijk maatschappelijk doel gediend. Voor een volledige compensatie van het productieverlies is 2,6 fte extra formatie nodig, waarvan 1 fte voor begeleiding (zie tabel).
Waarom zijn er meer uren nodig?
Het onderhoud van kunst valt niet onder groen, maar bijv. bloemen planten rond gedenkmonumenten of bij volksfeesten wordt wel door de eigen uitvoering gedaan. Dit zorgt voor extra urenbesteding die niet geraamd zijn. Bij taakverschuivingen is het van belang dat er een compensatiebedrag beschikbaar is.
Daarnaast merken we dat de manier waarop wij het groenonderhoud uitvoeren, veel vraagt van onze werknemers bij Stadsbedrijf. De inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt heeft invloed op de productieve uren die besteed kunnen worden. De productiviteit van deze mensen is in het groenbeheer gemiddeld 60% (waardoor 40% dus niet aan de daadwerkelijke uitvoering besteed kan worden). Ook de productiviteit van de mensen die hen begeleiden is lager. Daarbij speelt ook dat de groenploeg regelmatig wordt gevraagd om ‘hand- en spandiensten’ bij diverse evenementen en acties. Dit alles heeft invloed op onze kostprijs voor beheer en onder- houd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-5956.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.