Besluit van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Rechtspositieregeling Gezamenlijke Ombudsman Metropool Amsterdam 2022 in verband met toevoeging van de rechtspositie van de plaatsvervangend ombudsman

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van het presidium van 4 december 2023,

gelet op de artikelen 81q, tweede lid en 81v van de Gemeentewet en de artikelen 19 jo. 18 van de Gemeenschappelijke regeling ombudsman metropool Amsterdam,

 

besluit:

Artikel I

De Rechtspositieregeling Gezamenlijke Ombudsman Metropool Amsterdam 2022 wordt als volgt gewijzigd:

 

Na artikel 20 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 21a Plaatsvervangend ombudsman

Deze regeling is van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangend ombudsman, met dien verstande dat:

  • a.

    de hoogte van de bezoldiging van de plaatsvervangend ombudsman in afwijking van artikel 3, derde lid, van deze regeling is vastgesteld op basis van salarisschaal 16, als genoemd in Bijlage salaristabellen als bedoeld in artikel 3.3, derde lid, van de PGA, op basis van een 36-urige werkweek;

  • b.

    declaraties in afwijking van artikel 8, vierde lid, van deze regeling worden gecontroleerd door de Ombudsman.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad en werkt terug tot en met 1 oktober 2023.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 24 januari 2024.

De voorzitter

Femke Halsema

De plaatsvervangend raadsgriffier

George Dikhout

Toelichting

In de rechtspositieregeling wordt aangepast zodat deze ook van (overeenkomstige) toepassing is op de plaatsvervangend ombudsman. Er gelden enkele afwijkingen voor de plaatsvervangend ombudsman, namelijk ten aanzien van de hoogte van de vergoeding en de controle van declaraties.

Naar boven