Verordening van de raad van de gemeente Nissewaard tot zesde wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Nissewaard 2020

De raad der gemeente Nissewaard;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 januari 2024;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

gezien het advies van de commissie Bestuur van 16 januari 2024;

 

besluit de volgende verordening vast te stellen:

 

Verordening tot zesde wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Nissewaard 2020.

Artikel I  

De Algemene plaatselijke verordening Nissewaard 2020 wordt gewijzigd als volgt:

 

A.

Artikel 2:29 wordt vervangen door:

 

Artikel 2:29 Sluitingstijden

  • 1.

    Openbare inrichtingen zijn gesloten van maandag tot en met vrijdag tussen 01.00 uur en 06.00 uur, en op zaterdag en zondag tussen 05.30 uur en 07.00 uur.

  • 2.

    Terrassen zijn gesloten van maandag tot en met vrijdag tussen 01.00 uur en 06.00 uur, en op zaterdag en zondag tussen 02.00 uur en 07.00 uur.

  • 3.

    De burgemeester kan incidenteel ontheffing verlenen van de sluitingstijd.

  • 4.

    De burgemeester stelt beleidsregels vast over het gebruik van de in het derde lid genoemde bevoegdheid.

  • 5.

    Het is verboden een openbare inrichting voor bezoekers geopend te hebben of bezoekers in het horecabedrijf toe te laten of te laten verblijven

    • van maandag tot en met vrijdag tussen 01:00 en 06:00 uur;

    • van zaterdag tot en met zondag tussen 05.30 en 07.00 uur.

  • 6.

    Het is verboden een terras voor bezoekers geopend te hebben of daarop bezoekers toe te laten of te laten verblijven

    • van maandag tot en met vrijdag tussen 01:00 en 06:00 uur;

    • van zaterdag tot en met zondag tussen 02.00 uur en 07.00 uur.

  • 7.

    Voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28, vierde lid onder a, gelden dezelfde sluitingstijden als voor de winkel.

  • 8.

    Bij de overgang van zomer- naar wintertijd en van winter- naar zomertijd geldt de officiële tijd.

  • 9.

    Het eerste en zesde lid zijn niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Wet milieubeheer is voorzien.

  • 10.

    Op de aanvraag tot ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing..

B.

In de Toelichting wordt de tekst onder artikel 2:29 vervangen door:

 

Artikel 2:29 Sluitingstijden

Artikel 2:29 voorziet in een sluitingsregeling. Grondslag voor de in de APV opgenomen sluitingsbepalingen is artikel 149 Gemeentewet. De gemeenteraad kan verplichte sluitingstijden voor openbare inrichtingen vaststellen in het belang van de openbare orde. Deze bevoegdheid houdt ook in dat een afwijkende sluitingsplicht kan worden vastgesteld voor de zondag.

 

Volgens HR 22-07-1960, AB 1961, p. 15, belet dit artikel de raad niet om voor de zondag een afwijkende regeling te treffen voor de sluitingstijden van cafés e.d. mits de grond voor de afwijking van de voor de andere dagen geldende regeling niet gelegen is in het bijzondere karakter van de zondag. Volgens de Hoge Raad beoogt de Zondagswet naar haar strekking niet de gemeentelijke wetgever te beperken in zijn bevoegdheid om ter afwering van verstoring van de openbare orde voorzieningen te treffen.

De sluitingsbepalingen betreffen de gedeelten van de inrichting, waarin de eigenlijke horecawerkzaamheden worden uitgeoefend: een op het trottoir gesitueerd terras behoort wel tot de inrichting, de zich boven de inrichting bevindende woning van de exploitant niet. Ook sportkantines, sociëteiten, clublokalen, verenigingsgebouwen e.d. zijn als inrichting aan te merken. Het besloten karakter van een openbare inrichting kan de veronderstelling wekken dat de in de APV opgenomen sluitingstijden niet van toepassing zijn op dat bedrijf: immers, volgens de jurisprudentie kan een gemeentelijke verordening geen activiteiten betreffen die elk karakter van openbaarheid missen. Dit kan echter niet worden gezegd van activiteiten die een weerslag hebben op een openbaar belang, waarvan ook sprake is bij besloten horecabedrijven. De sluitingsuurbepaling ziet niet op activiteiten binnen het bedrijf, maar op de (nadelige) invloed die daarvan uitgaat op de omgeving: bijvoorbeeld in de vorm van overlast van komende en gaande bezoekers (het aan en afrijden van auto's, het slaan met portieren, claxonneren, menselijk stemgeluid e.d.).

 

Eerste lid

Er wordt onderscheid gemaakt tussen de sluitingstijden op werkdagen en de sluitingstijden gedurende het weekeinde. Het kader is ruim ingestoken, daarbij is aansluiting gezocht bij de sluitingstijden die in de praktijk worden gehanteerd. Bij beleidsregels wordt differentiatie aangebracht voor wat betreft het type inrichting, categorieën en gebieden binnen het horeca bestand. Na onderzoek en evaluatie blijkt de wens en ruimte er te zijn om het voormalige horecaconvenant Veilig Uitgaan grotendeels te verwerken in een herziene versie van het beleid.

 

Tweede lid

De sluitingstijden voor openbare inrichtingen zijn bepaald in het eerste lid van dit artikel. Dit betekent dat de sluitingstijden voor terrassen door de week gelijk zijn aan de sluitingstijden voor inrichtingen, namelijk één uur. In de nacht van vrijdag op zaterdag en van zaterdag op zondag mogen de terrassen een uur langer, tot twee uur, worden geëxploiteerd.

 

Achtste lid

In dit lid is opgenomen dat bij de overgang van de zomertijd naar de wintertijd en bij de overgang van wintertijd naar zomertijd de ‘nieuwe tijd’ wordt gehanteerd die op dat moment geldt. Dit is opgenomen om duidelijkheid te verschaffen richting de burgers, de ondernemers en de toezichthouders omtrent de sluitingstijd die op dat moment geldt.

 

Negende lid

Een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:27 kan vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) of onder de werking van het Activiteitenbesluit vallen. Aan een krachtens de wet te verlenen vergunning kunnen eveneens voorschriften worden verbonden dan wel nadere eisen worden gesteld ter voorkoming van de indirecte gevolgen van de openbare inrichting.

De sluitingsbepalingen van de APV gelden derhalve niet voor zover de op de Wm gebaseerde voorschriften van toepassing zijn. Wat betekent dit voor de reikwijdte van de APV bepalingen? De Wm beoogt een uitputtende regeling te geven ter voorkoming of beperking van alle nadelige gevolgen van het milieu door het in werking zijn van krachtens die wet aangewezen inrichtingen. De gemeenteraad is niet bevoegd die regeling bij verordening aan te vullen, indien daarmee wordt beoogd dezelfde belangen te beschermen.

De raad kan dus niet aanvullend via de APV gevaar, schade of hinder of andere belangen die onder het begrip "bescherming van het milieu" vallen, tegengaan die wordt veroorzaakt door een inrichting die vergunningplichtig is ingevolge de Wm.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

Aldus vastgesteld in de openbarevergadering van de gemeenteraad van Nissewaard d.d. 31 januari 2024.

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven