Gewijzigde verordening Adviescommissie Omgevingskwaliteit 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat de raad op d.d. 23 januari 2024 heeft vastgesteld

 

1e wijziging van de Verordening Adviescommissie Omgevingskwaliteit Eindhoven.

 

Verordening op de Adviescommissie Omgevingskwaliteit Eindhoven (1e wijziging 2024)

A. Artikel 2 komt als volgt te luiden:

Artikel 2 Taak en bevoegdheden:

  • 1.

    De commissie heeft als taak de raad en burgemeester en wethouders te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de wet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Daaronder wordt in ieder geval begrepen het geven van informatie over de werkzaamheden van de commissie

  • 2.

    Ter uitvoering van haar taak:

    • a.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over een aanvraag om of een ontwerpbesluit voor een omgevingsvergunning voor:

      • 1°.

        een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een monument;

      • 2°.

        een omgevingsplanactiviteit die betrekking heeft op een voorbeschermd gemeentelijk monument of een gemeentelijk monument;

      • 3°.

        een omgevingsplanactiviteit in geval de commissie in het omgevingsplan als adviseur is aangewezen;

      • 4°.

        een andere activiteit in geval burgemeester en wethouders een advies nodig achten met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit, hieronder valt in ieder geval een omgevingsplanactiviteit voor het bouwen of slopen van bouwwerken;

      • 5°.

        :een andere activiteit waarvoor in de Erfgoedverordening gemeente Eindhoven Burgemeester en Wethouders de commissie om advies vragen.

    • b.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aanwijzen van een onroerende zaak als rijksmonument ingevolge artikel 3.1, eerste lid, van de Erfgoedwet of over het aan een locatie geven van de functie-aanduiding gemeentelijk monument op grond van artikel 4.2, eerste lid, van de wet, dan wel over het aanwijzen van een onroerende zaak of terrein als monument, ingevolge artikel 3 en 6 van de Erfgoedverordening gemeente Eindhoven;

    • c.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het aanwijzen van een onroerende zaak als cultuurhistorisch waardevol object of historisch waardevol kunstwerk, ingevolge artikel 18 van de Erfgoedverordening gemeente Eindhoven;

    • d.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders of uit eigen beweging over het ontwikkelen van beleid inclusief de omgevingsvisie, het omgevingsplan, de maatwerkregels als bedoeld in artikel 4.6 van de wet en de Welstandsnota;

    • e.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders of uit eigen beweging over erfgoed, te weten:

      • 1°.

        bij elke omgevingsplanactiviteit waarbij cultuurhistorische waarden zijn betrokken die op de cultuurhistorische waardenkaart of het omgevingsplan zijn aangegeven;

      • 2°.

        voor vaststelling of wijziging van de cultuurhistorische waardenkaart, met uitzondering van de archeologische verwachtingsgebieden;

      • 3°.

        indien uit een rapport waarin de archeologische waarden van een terrein is vastgesteld, blijkt dat het een archeologisch monument betreft dat resten van een bouwwerk bevat. De commissie adviseert over de inpassing van een archeologisch monument. Tot archeologische monumenten behoren: kerken, kloosters, kastelen en hoeven;

    • f.

      adviseert de commissie over de uitvoering van het beleid inzake de openbare ruimte;

    • g.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders of uit eigen beweging over erfgoed, te weten:

      • 1°.

        bij elke omgevingsplanactiviteit waarbij cultuurhistorische waarden zijn betrokken die op de cultuurhistorische waardenkaart of het omgevingsplan zijn aangegeven;

      • 2°.

        voor vaststelling of wijziging van de cultuurhistorische waardenkaart, met uitzondering van de archeologische verwachtingsgebieden;

      • 3°.

        bij de beoordeling van een cultuurhistorisch, bouwhistorisch of tuinhistorisch onderzoek, ingevolge art. 15 van de Erfgoedverordening gemeente Eindhoven

      • 4°.

        indien uit een rapport waarin de archeologische waarden van een terrein is vastgesteld, blijkt dat het een archeologisch monument betreft dat resten van een bouwwerk bevat. De commissie adviseert over de inpassing van een archeologisch monument. Tot archeologische monumenten behoren: kerken, kloosters, kastelen en hoeven;

    • h.

      voert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders vooroverleg met planindieners over een in te dienen aanvraag om een omgevingsvergunning;

    • i.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over:

      • 1°.

        het stellen van maatwerkvoorschriften en beeldkwaliteitsplannen in verband met het uiterlijk van bouwwerken, de bescherming van cultureel erfgoed en andere zaken die de omgevingskwaliteit betreffen;

      • 2°.

        stedenbouwkundige plannen en visies voor de fysieke leefomgeving;

    • j.

      adviseert de commissie op verzoek van burgemeester en wethouders over het geven van beschikkingen op grond van regels in verordeningen op grond van artikel 149 van de Gemeentewet die een eis ten aanzien van de omgevingskwaliteit bevatten, te weten regels over reclame in de openbare ruimte;

    • k.

      De adviescommissie adviseert niet in het plangebied van de Brainport innovatie campus. Daar vindt op basis van een uitzondering zowel de advisering over ontwikkelingen als de afhandeling van bouwplannen volledig door de supervisor plaats.

B. Artikel 5, lid 4, komt als volgt te luiden:

Artikel 5 Benoeming

  • “4 De voorzitter, de leden en de plaatsvervangers worden in functie benoemd door het college van burgemeester en wethouders. “

C. Artikel 8, lid 2, komt als volgt te luiden:

Artikel 8 Beraadslagingen en standpuntbepaling

  • “2. Indien burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de aanvrager – een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 5.1. van de Wet open overheid ten grondslag te leggen.”

D. Artikel 10 komt als volgt te luiden:

Artikel 10 Adviseurs van de commissie

  • 1.

    De commissie kan zich voor het inwinnen van inlichtingen wenden tot daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren en benoemde supervisoren. De commissie kan zich voor het inwinnen van inlichtingen wenden tot daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

  • 2.

    De commissie kan zich doen bijstaan door andere personen, voor zover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

  • 3.

    De in het eerste en tweede lid bedoelde personen kunnen op uitnodiging van de commissie als adviseur deelnemen aan de beraadslagingen.

  • 4.

    Een supervisor of een andere adviseur op het gebied van de omgevingskwaliteit moeten aan dezelfde eisen voldoen als de leden van de commissie. Deze eisen zijn genoemd in artikel 4, lid 2 en 7. “

E. Artikel 13 komt als volgt te luiden :

Artikel 13. Relatie met de supervisor en andere adviseurs

  • 1.

    een supervisor wordt door burgemeester en wethouders benoemd voor een gebied of project. In het reglement van orde staat de procedure van werving hiervoor beschreven.

  • 2.

    De volgende werkafspraken over de afstemming tussen de commissie en supervisoren gelden:

    • a.

      Ontwikkelingen in een supervisiegebied worden eerst ter beoordeling voorgelegd aan de supervisor en daarna aan de commissie;

    • b.

      Supervisoren worden eens per kwartaal door de voorzitter van de commissie uitgenodigd om de bestaande en toekomstige ruimtelijke plannen in supervisiegebieden te bespreken met de commissie.

    • c.

      Een supervisor adviseert niet over erfgoedontwikkelingen, de advisering hierover vindt plaats door de erfgoedleden van de commissie

    • d.

      Een supervisor of een andere adviseur op het gebied van de omgevingskwaliteit moeten aan dezelfde eisen voldoen als de leden van de commissie. Deze eisen zijn genoemd in artikel 4 lid 2 en 6.

    • e.

      Voor het gebied Brainport innovatie Campus geldt een uitzondering, hier vindt zowel de advisering over ontwikkelingen als de afhandeling van bouwplannen volledig door de supervisor plaats.

F. Artikel 14 komt als volgt te luiden:

Artikel 14. Vergoeding

“De commissieleden en de supervisoren krijgen een vergoeding voor hun werkzaamheden. De hoogte van de vergoeding is opgenomen in het Reglement van orde onder artikel 6.”

 

Het besluit onder II treedt in werking een dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

Eindhoven, 24 januari 2024

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

,burgemeester

, secretaris

Mij bekend,

De gemeentesecretaris van Eindhoven

Naar boven