Wijziging Verordening Fysieke Leefomgeving Harderwijk – 2024-02 (Haven)

De raad van de gemeente Harderwijk;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 oktober 2024,

nummer02430000185120 / 02430000640439;

 

 

besluit:

 

  • 1.

    De wijziging van de Verordening fysieke leefomgeving Harderwijk, overeenkomstig de bij dit besluit behorende “Wijziging Verordening Fysieke Leefomgeving - 2024-02 (Haven)”, vast te stellen;

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Harderwijk in zijn openbare vergadering van 12 december 2024

de heer J. Joon

voorzitter

de heer H.R. Lanning

raadsgriffier

In de ‘nieuwe tekst’ zijn de nieuwe woorden en leestekens vet gedrukt.

 

HAVEN

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

HAVEN (HOOFDSTUK 13)

  • a.

    behoudsorganisatie: vereniging of stichting die het behoud van traditionele vaartuigen nastreeft;

  • b.

    FVEN (Federatie Varend Erfgoed Nederland): de FVEN is de overkoepelende organisatie van de behoudsorganisaties voor historische schepen. De FVEN behartigt de gemeenschappelijke belangen van de behoudsorganisaties, en coördineert en stimuleert activiteiten die van belang zijn voor het Varend Erfgoed. Daarnaast faciliteert de koepel de behoudsorganisaties, waaronder de registratie in het Register Varend Erfgoed Nederland (RVEN);

  • c.

    Historisch schip: een vaartuig dat bestemd is en gebruikt wordt om te varen en dat voldoet aan het in het Beleid historische schepen Harderwijk opgenomen toetsingskader;

  • d.

    Havenmeester: de door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen functionaris / ambtenaar, zijn plaatsvervanger, alsmede bij afwezigheid van hen de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, belast met het toezicht op het openbaar water;

  • e.

    Havens en wateren: alle havens voor de beroepsvaart en pleziervaart alsmede alle andere bevaarbare wateren binnen de grenzen van de gemeente Harderwijk;

  • f.

    Kade: een aan een haven grenzend gebied;

  • g.

    Openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn;

  • h.

    RVEN (Register Varend Erfgoed Nederland): de RVEN is een register waarin schepen zijn opgenomen die voldoen aan de criteria van de FVEN en de bij de FVEN aangesloten behoudsorganisaties voor het type schip;

  • i.

    Schip: elk vaartuig, hoe ook genaamd en van welke grootte, inhoud, toerusting of inrichting het ook zij, dat feitelijk wordt gebruikt of geschikt is om te worden gebruikt als middel tot verplaatsing te water;

  • j.

    Vaartuig: elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt, dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen/en drijvend lichaam voor vervoer of transport over wateroppervlakten;

  • k.

    Wonen: het wonen op een historisch schip, binnen de kaders die in het Beleid historische schepen Harderwijk zijn opgenomen..

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

HAVEN (HOOFDSTUK 13)

  • a.

    behoudsorganisatie: rechtspersoon die het behoud van varend erfgoed of traditionele vaartuigen nastreeft;

  • b.

    FVEN (Federatie Varend Erfgoed Nederland): de FVEN is de overkoepelende organisatie van de behoudsorganisaties voor historische schepen. De FVEN behartigt de gemeenschappelijke belangen van de behoudsorganisaties, en coördineert en stimuleert activiteiten die van belang zijn voor het Varend Erfgoed. Daarnaast faciliteert de koepel de behoudsorganisaties, waaronder de registratie in het Register Varend Erfgoed Nederland (RVEN);

  • c.

    Historisch schip: een vaartuig dat bestemd is en gebruikt wordt om te varen en dat dient te voldoen aan het toetsingskader zoals omschreven in artikel 13.1, lid 5 en de uitwerking ervan zoals vastgelegd in nadere regels;

  • d.

    Havenmeester: de door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen functionaris / ambtenaar, zijn plaatsvervanger, alsmede bij afwezigheid van hen de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, belast met het toezicht op het openbaar water;

  • e.

    Havens en wateren: alle havens voor de beroepsvaart en pleziervaart alsmede alle andere bevaarbare wateren binnen de grenzen van de gemeente Harderwijk;

  • f.

    Kade: een aan een haven grenzend gebied;

  • g.

    Ligplaatsenkaart: door burgemeester en wethouders vast te stellen kaart met daarop aangeduid ligplaatsen voor verschillende categorieën schepen en gedeelten van openbaar water waar het verboden is met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel beschikbaar te stellen;

  • h.

    Openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn;

  • i.

    RVEN (Register Varend Erfgoed Nederland): de RVEN is een register waarin schepen zijn opgenomen die voldoen aan de criteria van de FVEN en de bij de FVEN aangesloten behoudsorganisaties voor het type schip;

  • j.

    Schip: elk vaartuig, hoe ook genaamd en van welke grootte, inhoud, toerusting of inrichting het ook zij, dat feitelijk wordt gebruikt of geschikt is om te worden gebruikt als middel tot verplaatsing te water;

  • k.

    Vaartuig: elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt, dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen/en drijvend lichaam voor vervoer of transport over wateroppervlakten;

  • l.

    Vaste ligplaats: ligplaats bedoeld voor vaartuigen die ligplaats mogen innemen op grond van een vergunning;

  • m.

    Wonen: het wonen op een historisch schip voor zover dit past binnen de wettelijke kaders, waaronder het omgevingsplan en de ligplaatsenkaart;

  • n.

    Adviescommissie: Adviescommissie omgevingskwaliteit als bedoeld in de Verordening op de adviescommissie Omgevingskwaliteit;

HOOFDSTUK 13: HAVEN

HOOFDSTUK 13: HAVEN

Dit hoofdstuk is van toepassing op de vaarwegen, vaargeulen en havens in eigendom / dagelijks beheer bij de gemeente Harderwijk.

PARAGRAAF 1 HISTORISCHE SCHEPEN

 

Artikel 13.1 Ligplaatsvergunning historisch schip

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een vaste ligplaats in te nemen met een historisch schip.

  • 2.

    Een ligplaatsvergunning voor een historisch schip kan voor onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd worden verleend.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de verdeelprocedure, overgangsrecht, intrekking en wijziging van de ligplaatsvergunning voor historische schepen. Burgemeester en wethouders zullen deze nadere regels in ieder geval stellen op het moment dat er geen ligplaatsen meer beschikbaar zijn, zodra een ontvankelijke en volledige aanvraag om een nieuwe ligplaats wordt ontvangen, als bedoeld in artikel 13.5 lid 4 van deze verordening.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften verbinden aan de ligplaatsvergunning.

PARAGRAAF 1 HISTORISCHE SCHEPEN

 

Artikel 13.1 Ligplaatsvergunning historisch schip

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een vaste ligplaats in te nemen met een historisch schip.

  • 2.

    De op de ligplaatsenkaart voor historische schepen aangeduide ligplaatsen mogen alleen worden ingenomen door historische schepen waarvoor een ligplaatsvergunning is verleend. Een ligplaatsvergunning kan alleen worden verleend voor op de ligplaatsenkaart aangewezen ligplaatsen voor historische schepen.

  • 3.

    Een ligplaatsvergunning voor een historisch schip kan voor onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd worden verleend.

  • 4.

    Een eigenaar kan voor maximaal één historisch schip, met de mogelijkheid van maximaal één historische opduwer, een ligplaatsvergunning aanvragen. Deze beperking per eigenaar geldt niet voor een organisatie die zich voor 1 januari 2024 bij de Kamer van Koophandel heeft ingeschreven, die statutair en feitelijk gevestigd is in de gemeente Harderwijk, die zich aantoonbaar inzet voor het behoud van varend erfgoed en per 1 januari 2024 historische schepen in eigendom heeft en eigenaar is van het schip waarvoor de vergunning wordt aangevraagd.

  • 5.

    Een schip kan uitsluitend in aanmerking komen voor een vaste ligplaats voor een historisch schip als wordt voldaan aan het navolgende toetsingskader en de uitwerking ervan in nadere regels:

    • a.

      het schip is bestemd en wordt gebruikt om te varen;

    • b.

      het schip staat ingeschreven in het Register Varend Erfgoed Nederland (REVN) zoals genoemd in artikel 13.4;

    • c.

      het exterieur van het schip verkeert zichtbaar in goede en verzorgde staat van onderhoud; en

    • d.

      het schip heeft een toegevoegde waarde voor de ruimtelijke kwaliteit.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften verbinden aan de ligplaatsvergunning.

Artikel 13.1a Nadere regels

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen een ligplaatsenkaart vast met daarop aangeduid de ligplaatsen voor historische schepen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen nadere regels vast omtrent de uitwerking van het toetsingskader zoals omschreven in artikel 13.1, lid 5;

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de verdeelprocedure, voorrangsregels, duur, intrekking en wijziging van de ligplaatsvergunning voor historische schepen, evenals nadere regels omtrent het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid en milieuhygiëne. Burgemeester en wethouders zullen deze nadere regels in ieder geval stellen op het moment dat er geen ligplaatsen meer beschikbaar zijn, zodra een ontvankelijke en volledige aanvraag om een nieuwe ligplaats wordt ontvangen, als bedoeld in artikel 13.5 lid 4 van deze verordening.

Artikel 13.2 Specifieke gebruiksregels ligplaatsen historisch schip

  • 1.

    Onverminderd de voorschriften die verbonden kunnen zijn aan de ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 13.1 lid 4 van deze verordening, gelden voor ligplaatsen van historische schepen de volgende gebruiksregels:

    • a.

      de ligplaats en het historisch schip dat hiervan gebruik maakt worden goed onderhouden;

    • b.

      overlastgevende activiteiten, verbouwingen en restauraties van het historisch schip (met uitzondering van dagelijks klein onderhoud) zijn niet toegestaan.

Artikel 13.2 Specifieke gebruiksregels ligplaatsen historisch schip

  • 1.

    Onverminderd de voorschriften die verbonden kunnen zijn aan de ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 13.1 lid 6 van deze verordening, gelden voor ligplaatsen van historische schepen de volgende gebruiksregels:

    • c.

      de ligplaats en het historisch schip dat hiervan gebruik maakt worden goed onderhouden;

    • d.

      overlastgevende activiteiten, verbouwingen en restauraties van het historisch schip (met uitzondering van dagelijks klein onderhoud) zijn niet toegestaan

Artikel 13.3 Juridisch karakter ligplaatsvergunning

  • 1.

    Een ligplaatsvergunning voor een historisch schip is gebonden aan de ligplaats- en het historisch schip waarop deze betrekking heeft. De ligplaats is niet verbonden aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon, de eigenaar of gebruiker van het historisch schip.

Artikel 13.3 Juridisch karakter ligplaatsvergunning

Een ligplaatsvergunning voor een historisch schip is gebonden aan de ligplaats en het historisch schip en diens eigenaar waarop deze betrekking heeft.

Artikel 13.5 Beslistermijn

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag om een ligplaatsvergunning.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag om een ligplaatsvergunning de beslistermijn als bedoeld in lid 1 met ten hoogste 4 weken verlengen.

  • 3.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (vergunning van rechtswege) is niet van toepassing.

  • 4.

    De aanvraag zoals bedoeld in artikel 13.4 wordt aangehouden indien er geen ligplaatsen meer beschikbaar zijn ten tijde van de indiening van de aanvraag om een ligplaatsvergunning. De aanhouding duurt totdat burgemeester en wethouders op de aanvraag om een ligplaats kan worden beschikt overeenkomstig de nadere regels die burgemeester en wethouders op grond van artikel 13.1 lid 3 van deze verordening zullen vaststellen.

Artikel 13.5 Beslistermijn

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag om een ligplaatsvergunning.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag om een ligplaatsvergunning de beslistermijn als bedoeld in lid 1 met ten hoogste 4 weken verlengen.

  • 3.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (vergunning van rechtswege) is niet van toepassing.

  • 4.

    De aanvraag zoals bedoeld in artikel 13.4 wordt aangehouden indien er geen ligplaatsen meer beschikbaar zijn ten tijde van de indiening van de aanvraag om een ligplaatsvergunning. De aanhouding duurt totdat burgemeester en wethouders op de aanvraag om een ligplaats kan worden beschikt overeenkomstig de nadere regels die burgemeester en wethouders op grond van artikel 13.1a lid 3 van deze verordening zullen vaststellen.

Artikel 13.6 Toetsingscommissie en beheercommissie

  • 1.

    Er is een toetsingscommissie en een beheercommissie.

  • 2.

    De toetsingscommissie historische schepen adviseert burgemeester en wethouders over een ingediende aanvraag ligplaatsvergunning voor een historisch schip. De toetsingscommissie toetst daarbij aan de criteria zoals opgenomen in deze verordening en in het Beleid historische schepen Harderwijk zoals dat geldt ten tijde van de aanvraag.

  • 3.

    De beheercommissie historische schepen is belast met het periodiek toezicht op de historische schepen en ziet er op toe dat de schepen blijven voldoen aan de eisen van het Beleid historische schepen Harderwijk.

  • 4.

    De toetsingscommissie en beheercommissie bestaat elk uit drie leden die worden aangewezen en benoemd door burgemeester en wethouders.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de samenstelling, taken en verantwoordelijkheden en benoemingsprocedure van de toetsingscommissie en beheercommissie.

Artikel 13.6 Advisering aanvragen ligplaatsvergunning historische schepen

  • 1.

    De Adviescommissie adviseert burgemeester en wethouders over een ingediende aanvraag ligplaatsvergunning voor een historisch schip. De Adviescommissie toetst daarbij aan het toetsingskader zoals omschreven in artikel 13.1, lid 5 voor zover dit betrekking heeft op onderdeel d: het schip heeft een toegevoegde waarde voor de ruimtelijke kwaliteit. 

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zenden onverwijld een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om een ligplaatsvergunning als bedoeld in artikel 13.1, lid 1 voor advies aan de Adviescommissie.

Artikel 13.7 Weigeringsgronden ligplaatsvergunning historisch schip

  • 1.

    De ligplaatsvergunning voor een historisch schip wordt in ieder geval geweigerd als:

    • a.

      het historische schip niet is ingeschreven in het Register Varend Erfgoed Nederland van de FVEN en van de inschrijving geen schriftelijk bewijs is overlegd;

    • b.

      het historische schip geen toegevoegde waarde heeft voor de ruimtelijke kwaliteit van de havens van Harderwijk;

    • c.

      het exterieur van het historische schip zichtbaar niet verkeert in goede en verzorgde staat van onderhoud;

    • d.

      de toetsingscommissie historische schepen adviseert dat het historische schip niet voldoet aan het Beleid historische schepen Harderwijk;

    • e.

      als de aanvraag betrekking heeft op een ligplaats die volgens het op dat moment geldende Beleid historische schepen Harderwijk niet voor een historisch schip in aanmerking komt, tenzij afwijking van dit beleid gerechtvaardigd is vanwege bijzondere omstandigheden.

Artikel 13.7 Weigeringsgronden ligplaatsvergunning historisch schip

  • 1.

    De ligplaatsvergunning voor een historisch schip wordt in ieder geval geweigerd als:

    • a.

      het schip niet voldoet aan het in artikel 13.1 lid 5 omschreven toetsingskader en de uitwerking ervan zoals vastgelegd in nadere regels;

    • b.

      de aanvraag betrekking heeft op een ligplaats die op de ligplaatsenkaart en/of omgevingsplan niet is aangewezen voor een historisch schip, tenzij afwijking van de ligplaatsenkaart en/of omgevingsplan gerechtvaardigd is vanwege bijzondere omstandigheden.

    • c.

      de aanvrager al beschikt over een ligplaatsvergunning voor een historisch schip, tenzij sprake is van een organisatie als omschreven in artikel 13.1, lid 4 of sprake is van situatie als omschreven in artikel 13.11.c lid 2 onder c;

    • d.

      de aanvrager niet de eigenaar is van het schip;

    • e.

      nog niet op alle op grond van artikel 13.11a ingediende aanvragen is beschikt dan wel deze beschikkingen nog niet rechtens onaantastbaar zijn geworden.

Artikel 13.8 Woonvergunning bewoning historisch schip

  • 1.

    Het is niet toegestaan op een historisch schip, waarvoor een ligplaatsvergunning is verleend, te wonen zonder vergunning van burgemeester en wethouders (woonvergunning).

  • 2.

    De woonvergunning is gekoppeld aan een natuurlijk persoon die juridisch eigenaar is van het historisch schip en is niet overdraagbaar. In geval de in artikel 13.1 lid 3 beschreven situatie zich voordoet zal in het nader te nemen besluit worden voorzien in persoonsgebonden overgangsrecht voor de houders op dat moment van een woonvergunning. Het is niet toegestaan om het historisch woonschip te verhuren of anderszins aan een andere in gebruik geven.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de woonvergunning voorschriften verbinden, waaronder in ieder geval de volgende voorschriften:

    • a.

      het is niet toegestaan de woon- en leefsituatie, veiligheid, gezondheid en/of openbare orde op en in de omgeving van het historische schip op ontoelaatbare wijze nadelig te beïnvloeden;

    • b.

      het wonen mag niet het doelmatig gebruik van de ligplaats, omliggende ligplaatsen en de haven frustreren, zoals door de opslag van materialen op het historisch schip of op de kade of het lozen van afvalstoffen, dan wel door het anderszins veroorzaken van hinder in de zin van artikel 5:37 van het Burgerlijk Wetboek;

    • c.

      het wonen mag de veilige en vlotte doorvaart van passerende schepen in de haven niet hinderen, zoals door het veroorzaken van licht- of rookhinder.

Artikel 13.8 Woonvergunning bewoning historisch schip

  • 1.

    Het is niet toegestaan op een historisch schip, waarvoor een ligplaatsvergunning is verleend, te wonen zonder vergunning van burgemeester en wethouders (woonvergunning).

  • 2.

    De woonvergunning is gekoppeld aan een natuurlijk persoon die juridisch eigenaar is van het historisch schip en is niet overdraagbaar. In geval de in artikel 13.1a lid 3 beschreven situatie zich voordoet zal in het nader te nemen besluit worden voorzien in persoonsgebonden overgangsrecht voor de houders op dat moment van een woonvergunning. Het is niet toegestaan om het historisch woonschip te verhuren of anderszins aan een andere in gebruik geven.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de woonvergunning voorschriften verbinden, waaronder in ieder geval de volgende voorschriften:

    • a.

      het is niet toegestaan de woon- en leefsituatie, veiligheid, gezondheid en/of openbare orde op en in de omgeving van het historische schip op ontoelaatbare wijze nadelig te beïnvloeden;

    • b.

      het wonen mag niet het doelmatig gebruik van de ligplaats, omliggende ligplaatsen en de haven frustreren, zoals door de opslag van materialen op het historisch schip of op de kade of het lozen van afvalstoffen, dan wel door het anderszins veroorzaken van hinder in de zin van artikel 5:37 van het Burgerlijk Wetboek;

    • c.

      het wonen mag de veilige en vlotte doorvaart van passerende schepen in de haven niet hinderen, zoals door het veroorzaken van licht- of rookhinder.

Artikel 13.9 Weigeringsgronden woonvergunning

  • 1.

    Burgemeester en wethouders weigeren een aanvraag om woonvergunning als:

    • a.

      de aanvrager niet de juridische eigenaar is van het historisch schip;

    • b.

      voor het historisch schip geen ligplaatsvergunning is verleend zoals bedoeld in artikel 13.1 van deze verordening;

    • c.

      als de aanvraag betrekking heeft op een ligplaats die volgens het op dat moment geldende Beleid historische schepen Harderwijk niet voor een historisch schip in aanmerking komt, tenzij afwijking van dit beleid gerechtvaardigd is vanwege bijzondere omstandigheden.

Artikel 13.9 Weigeringsgronden woonvergunning

  • 1.

    Burgemeester en wethouders weigeren een aanvraag om woonvergunning als:

    • a.

      de aanvrager niet de juridische eigenaar is van het historisch schip;

    • b.

      voor het historisch schip geen ligplaatsvergunning is verleend zoals bedoeld in artikel 13.1 van deze verordening;

    • c.

      de aanvraag betrekking heeft op een ligplaats die volgens de op dat moment geldende ligplaatsenkaart en/of omgevingsplan niet voor een historisch schip in aanmerking komt, tenzij afwijking van de ligplaatsenkaart en/of omgevingsplan gerechtvaardigd is vanwege bijzondere omstandigheden;

    • d.

      wonen op grond van overige wettelijke kaders niet is toegestaan.

Artikel 13.10 Intrekking en wijziging ligplaatsvergunning en woonvergunning historisch schip

  • 1.

    De ligplaatsvergunning en/of woonvergunning voor een historisch schip kan worden gewijzigd of ingetrokken indien:

    • a.

      de vergunninghouder de ligplaatsvergunning en/of woonvergunning en/of de daaraan verbonden voorschriften niet naleeft;

    • b.

      de vergunninghouder het bepaalde in deze verordening en/of andere regelgeving die voor de havens van Harderwijk geldt niet naleeft;

    • c.

      de ligplaatsvergunning is verleend op grond van onjuiste of onvolledige gegevens van de kant van de aanvrager;

    • d.

      het historische schip door wijzigingen zoals verbouwen en aanpassingen niet meer voldoet aan de criteria van het Beleid historische schepen Harderwijk nadat de beheercommissie historische schepen hierover negatief heeft geadviseerd;

    • e.

      dit in het belang van de openbare orde, de veiligheid en het milieu in of in de omgeving van de haven, of de kwaliteit van de dienstverlening in de haven, noodzakelijk is;

    • f.

      ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • g.

      hiervan geen gebruik wordt gemaakt binnen één jaar na verlening van de vergunning;

    • h.

      indien redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag voor de vergunning vermelde, in overeenstemming is;

    • i.

      de houder dit verzoekt;

    • j.

      de houder binnen één maand na verlening van de woonvergunning zich niet inschrijft in de basisregistratie personen op het adres van het historisch schip waarop de vergunning betrekking heeft.

  • 2.

    De woonvergunning vervalt van rechtswege indien de ligplaatsvergunning voor het historische schip is vervallen, ingetrokken of de tijdsduur waarvoor deze is verleend is verstreken.

Artikel 13.10 Intrekking en wijziging ligplaatsvergunning en woonvergunning historisch schip

  • 1.

    De ligplaatsvergunning en/of woonvergunning voor een historisch schip kan worden gewijzigd of ingetrokken indien:

    • a.

      de vergunninghouder de ligplaatsvergunning en/of woonvergunning en/of de daaraan verbonden voorschriften niet naleeft;

    • b.

      de vergunninghouder het bepaalde in deze verordening, de hierop gebaseerde nadere regels en/of andere regelgeving die voor de havens van Harderwijk geldt niet naleeft;

    • c.

      de ligplaatsvergunning is verleend op grond van onjuiste of onvolledige gegevens van de kant van de aanvrager;

    • d.

      het historische schip door wijzigingen zoals verbouwen en aanpassingen niet meer voldoet aan het toetsingskader en de uitwerking ervan zoals opgenomen in nadere regels;

    • e.

      dit in het belang van de openbare orde, de veiligheid en het milieu in of in de omgeving van de haven, of de kwaliteit van de dienstverlening in de haven, noodzakelijk is;

    • f.

      ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • g.

      hiervan geen gebruik wordt gemaakt binnen één jaar na verlening van de vergunning;

    • h.

      indien redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag voor de vergunning vermelde, in overeenstemming is;

    • i.

      de houder dit verzoekt;

    • j.

      de houder binnen één maand na verlening van de woonvergunning zich niet inschrijft in de basisregistratie personen op het adres van het historisch schip waarop de vergunning betrekking heeft.

    • k.

      de houder het historisch schip verkoopt of overlijdt.

  • 2.

    De woonvergunning vervalt van rechtswege indien de ligplaatsvergunning voor het historische schip is vervallen, ingetrokken of de tijdsduur waarvoor deze is verleend is verstreken.

Nieuw artikel

Artikel 13.11.a Rangvolgorde

Voor het verdelen van ligplaatsvergunningen wordt de navolgende rangorde gehanteerd:

  • a.

    voorrang hebben eigenaren die op enig moment met hun historisch schip in kalenderjaar 2023 aantoonbaar een ligplaats hebben ingenomen in één van de gemeentelijke havens van Harderwijk en met hun historisch schip staan vermeld op een nog door burgemeester en wethouders vast te stellen lijst.

  • b.

    als na het doorlopen van de voorrangsregel als omschreven onder a. nog ligplaatsen beschikbaar zijn, komen overige eigenaren van historische schepen in aanmerking.

Nieuw artikel

Artikel 13.11.b Aanvraagperiode

  • 1.

    De in artikel 13.11.a onder a, bedoelde eigenaren kunnen een aanvraag met beroep op de in dat onderdeel omschreven voorrangsregel indienen gedurende een periode van twee jaar vanaf de inwerkingtreding van de nadere regels als bedoeld in artikel 13.1a, lid 2.

  • 2.

    Overige aanvragen, als bedoeld in artikel 13.11.a onder b. kunnen worden ingediend in een door burgemeester en wethouders te bepalen aanvraagperiode. Ingediende aanvragen buiten deze periode worden afgewezen.

Artikel 13.11.c Bijzondere bepalingen voorrangsregel

  • 1.

    Als uit de aanvraag met een beroep op de in artikel 13.11.a onder a omschreven voorrangsregel blijkt dat het schip niet aan het toetsingskader en de uitwerking ervan in nadere regels als omschreven in artikel 13.1a, lid 2 voldoet, wordt de eigenaar de gelegenheid geboden om hieraan alsnog te voldoen binnen de aanvraagperiode als genoemd in artikel 13.11.b lid 1. De aanvraag wordt in dat geval aangehouden tot:

    • a.

      het moment dat het schip voldoet aan het toetsingskader en de uitwerking ervan in nadere regels als omschreven in artikel 13.1a, lid 2 doch;

    • b.

      uiterlijk tot 2 jaar na inwerkingtreding van de nadere regels als bedoeld in artikel 13.1a lid 2.

  • 2.

    Voor de in artikel 13.11.a onder a, omschreven voorrangsregel geldt aanvullend dan wel afwijkend op overige voorwaarden en verplichtingen genoemd in dit hoofdstuk het volgende:

    • a.

      De voorrangsregel is persoonlijk en geldt uitsluitend voor de eigenaar vermeld op de lijst genoemd in artikel 13.11.a onder a en is niet overdraagbaar;

    • b.

      De voorrang vervalt na afloop van de in artikel 13.11.b lid 1 genoemde periode tevens indien tijdens deze periode:

      • de eigenaar overlijdt;

      • het schip wordt verkocht;

      • het schip tenietgaat.

    • c.

      De eerste volzin van artikel 13.1, lid 4 is niet van toepassing op de voorrangsregel: eigenaren die op enig moment in kalenderjaar 2023 met meer dan één historisch schip een ligplaats hebben ingenomen in één van de gemeentelijke havens van Harderwijk en met deze schepen staan vermeld op een nog door burgemeester en wethouders vast te stellen lijst, kunnen voor deze schepen in aanmerking komen voor een ligplaatsvergunning.

Nieuw artikel

Artikel 13.11.d Resterende ligplaatsen historische schepen Vaste ligplaatsen voor historische schepen die beschikbaar zijn na toepassing van de voorrangsregel als bedoeld in artikel 13.11.a, lid 1, onder a worden niet eerder vergund dan nadat op alle op grond van artikel 13.11a, lid 1 onder a ingediende aanvragen is beschikt en deze beschikkingen rechtens onaantastbaar zijn geworden.

hoofdstuk 13 paragraaf 2

Artikel 13.12. Toepassingsgebied

Dit hoofdstuk is van toepassing op de vaarwegen, vaargeulen en havens in eigendom / dagelijks beheer bij de gemeente Harderwijk.

Dit artikel is verplaatst naar (titel) Hoofdstuk 13: Haven.

Artikel 13.15 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen

  • 1.

    Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen op door het college aangewezen gedeelten van openbaar water.

  • 2.

    Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op niet krachtens het eerste lid aangewezen gedeelten van openbaar water:

    • a.

      nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het uiterlijk aanzien van de gemeente;

    • b.

      beperkingen stellen naar soort en aantal vaartuigen.

  • 3.

    Het college kan aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het uiterlijk aanzien van de gemeente.

  • 4.

    De rechthebbende op een vaartuig is verplicht alle door het college gegeven aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats op te volgen.

Artikel 13.15 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen

  • 1.

    Dit artikel is niet van toepassing op historische schepen. Daarvoor geldt het bepaalde in paragraaf 1 van hoofdstuk 13.

  • 2.

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een vaste ligplaats in te nemen met een schip in de havens en wateren van Harderwijk.

  • 3.

    Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen op door burgemeester en wethouders aangewezen gedeelten van openbaar water.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op niet krachtens het eerste lid aangewezen gedeelten van openbaar water:

    • a.

      nadere regels stellen omtrent de verdeelprocedure, (voorwaarden) vergunningverlening, -wijziging en -intrekking, ontheffing, aanwijzing ligplaatsen (op een ligplaatsenkaart), duur, voorrangsregels, aanvraagperiode, overgangsrecht en in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het uiterlijk aanzien van de gemeente;

    • b.

      beperkingen stellen naar soort en aantal vaartuigen.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het uiterlijk aanzien van de gemeente.

  • 6.

    De rechthebbende op een vaartuig is verplicht alle door burgemeester en wethouders gegeven aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats op te volgen.

 

vastgesteld door de raad van de gemeente Harderwijk in zijn openbare vergadering van 12 december 2024,

 

de heer J. Joon

voorzitter

 

de heer H.R. Lanning

raadsgriffier

 

Toelichting:

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen zijn uitgebreid met een aantal begrippen die eerder ontbraken. Door deze toevoeging ontstaat meer duidelijkheid over wat met de toegevoegde begrippen wordt bedoeld.

 

De inhoud van artikel 13.12 is verplaatst en is nu de eerste bepaling van hoofdstuk 13 geworden.

 

Artikel 13.1 Ligplaatsvergunning historisch schip

De ligplaatsen voor historische schepen zijn vastgelegd in het Beleid historische schepen Harderwijk. Deze ligplaatsen worden overgenomen op een nog door burgemeester en wethouders vast te stellen (integrale) ligplaatsenkaart waarop ook ligplaatsen voor andere categorieën schepen worden opgenomen. Aan artikel 13.1 is daarom een lid toegevoegd met een verwijzing naar deze ligplaatsenkaart.

 

Verder is verduidelijkt dat de ligplaatsen alleen bedoeld zijn als ligplaatsen voor historische schepen waarvoor een vergunning is verleend en dat een ligplaatsvergunning ook alleen geldt voor de aangewezen ligplaatsen voor historische schepen.

 

Het beschikbare aantal meters kade, en daarmee het aantal ligplaatsen, voor historische schepen is gelimiteerd. Om zoveel als mogelijk individuele eigenaren in aanmerking te laten komen voor een ligplaats voor een historisch schip, is een maximum van één ligplaats per eigenaar opgenomen. Voor historische schepen in eigendom van Harderwijkse organisaties die zich inzetten voor het behoud van varend erfgoed en per 1 januari 2024 historische schepen in eigendom hebben, is een uitzondering gemaakt zodat zij blijvend hun doelstelling waar kunnen maken. Ook is een uitzondering gemaakt voor eigenaren die met hun historische schepen onder de voorrangsregel vallen als bedoeld in artikel 13.11.a.

 

In lid vijf van dit artikel is het toetsingskader uit het Beleid historische schepen overgenomen. Inhoudelijk is het toetsingskader uit het beleid niet gewijzigd. Wel wordt dit kader nog nader uitgewerkt, omdat gebleken is dat objectieve criteria nodig zijn om te kunnen beoordelen of een schip toegevoegde waarde heeft voor de ruimtelijke kwaliteit.

 

Artikel 13.1a Nadere regels

Artikel 13.1a is toegevoegd om met nadere regels de bepalingen uit de verordening praktisch en efficiënt uit te kunnen voeren. De ligplaatsenkaart en de uitwerking van het uit het Beleid historische schepen overgenomen toetsingskader zijn concrete voorbeelden van de nadere regels.

Een specifieke nadere regel is de uitwerking van het toetsingskader zoals omschreven in artikel 13.1 lid 5. Onderdelen van het toetsingskader geven op zichzelf onvoldoende houvast voor een goede beoordeling voor bijvoorbeeld de Adviescommissie Omgevingskwaliteit. De in artikel 13.1a lid 2 opgenomen bevoegdheid voor burgemeester en wethouders is bedoeld om aan het toetsingskader duidelijk en objectief meer inhoud te geven.

 

Artikel 13.2 Specifieke gebruiksregels ligplaatsen historisch schip

In dit artikel is een verwijzing gecorrigeerd.

 

Artikel 13.3 Juridisch karakter ligplaatsvergunning

Het tweede deel van artikel 13.3 is verwijderd vanwege strijdigheid met artikel 13.1 lid 4 waarin is opgenomen dat een eigenaar voor maximaal één historisch schip een ligplaatsvergunning kan aanvragen.

 

Artikel 13.5 Beslistermijn

In dit artikel is een verwijzing gecorrigeerd.

 

Artikel 13.6 Toetsingscommissie en beheercommissie

Artikel 13.6 is vervangen door een nieuw artikel. De reden voor de wijziging is dat een bestuursorgaan zijn taak vervult zonder vooringenomenheid en er voor waakt dat persoonlijk belang de besluitvorming beïnvloedt. Ook voorkomen van de schijn van vooringenomenheid en persoonlijk belang valt hieronder. Dit is vastgelegd in artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit werkt door in de advisering over vergunningverlening door adviescommissie waarvan de leden een belang hebben.

 

De advisering over aanvragen voor ligplaatsvergunningen voor historische schepen zoals vastgelegd in artikel 13.6 in de Verordening fysieke leefomgeving Harderwijk 2024 voldoet niet aan het in artikel 2:4 van de Awb vastgelegde het principe. Met name het voorkomen van de schijn van vooringenomenheid en persoonlijk belang. De leden van de toetsingscommissie hebben een bepaald belang waardoor de schijn van vooringenomenheid niet kan worden voorkomen. De samenstelling van de toetsingscommissie is niet in overeenstemming met artikel 2:4 van de Awb. Ook voor de leden van de beheercommissie kan persoonlijk belang niet worden uitgesloten. Voor de beheercommissie geldt daarom dezelfde overweging.

 

De onafhankelijke Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, na 1 januari 2024 de Adviescommissie Omgevingskwaliteit, adviseert burgemeester en wethouders over diverse onderwerpen zoals het wettelijk verplichte advies over aanvragen omgevingsvergunningen voor het wijzigen van een rijksmonument. Maar de commissie adviseert ook over welstandsaspecten van bouwaanvragen, aanwijzen en wijzigen van gemeentelijke monumenten en ruimtelijke plannen, zoals stedenbouwkundige plannen. Door de kennis en expertise van de leden is de commissie in staat om objectief te adviseren.

 

Wij kunnen de Adviescommissie Omgevingskwaliteit meer adviestaken geven in het kader van welstandsbeleid, erfgoedbeleid en ander ruimtelijk beleid. Deze brede advisering is niet verplicht maar sluit wel goed aan bij de doelstellingen van de Omgevingswet.

 

Wij zien meerwaarde in de advisering over de aanvraag ligplaatsvergunning historisch schip door de Adviescommissie Omgevingskwaliteit. Een belangrijk criterium voor de aanvragen is de ruimtelijke kwaliteit van (de havens van) Harderwijk. In het eerste lid van artikel 13.6 is advisering over dit aspect door de Adviescommissie Omgevingskwaliteit concreet vastgelegd. Advisering over de ruimtelijke kwaliteit door de Adviescommissie Omgevingskwaliteit komt de onafhankelijke en objectieve advisering ten goede en voorkomt belangenverstrengeling als gevolg van de dagelijkse werkzaamheden van de individuele leden van de toetsings- en beheercommissie voor historische schepen.

 

De Adviescommissie Omgevingskwaliteit heeft geen specifieke kennis over schepen. Uitgangspunt is dat de aanvraag om een ligplaatsvergunning alle informatie bevat die nodig voor een advies. De toets op volledigheid van de aanvraag ligt bij het bevoegd gezag. Om te komen tot een juiste afweging ten behoeve van het advies over de vergunningaanvraag kan de adviescommissie Omgevingskwaliteit informatie inwinnen bij behoudsorganisaties of belangenverenigingen. De Adviescommissie Omgevingskwaliteit maakt onafhankelijk en zelfstandig de afweging over het inwinnen van informatie en bepaalt zelfstandig of en zo ja, welke behoudsorganisatie zij om informatie vraagt. Burgemeester en wethouders hebben daarin omwille van de onafhankelijke positie van de Adviescommissie Omgevingskwaliteit geen rol.

 

Artikel 13.7 Weigeringsgronden ligplaatsvergunning historisch schip,

De weigeringsgronden zijn aangepast aan de nieuwe bepalingen in de verordening zoals in deze toelichting beschreven.

 

Artikel 13.8 Woonvergunning bewoning historisch schip

In dit artikel is een verwijzing aangepast.

 

Artikel 13.9 Weigeringsgronden woonvergunning

Dit artikel is aangepast aan de nieuwe bepalingen in de verordening zoals in deze toelichting beschreven.

 

Artikel 13.10 Intrekking en wijziging ligplaatsvergunning en woonvergunning historisch schip

Dit artikel is aangepast aan de nieuwe bepalingen in de verordening zoals in deze toelichting beschreven

 

Artikel 13.11.a Rangvolgorde

Artikel 13.11.b Aanvraagperiode

Artikel 13.11.c Bijzondere bepalingen voorrangsregel

Artikel 13.11.d Resterende ligplaatsen historische schepen

Vertrekpunt voor de rangvolgorde is het in 2019 door de gemeenteraad vastgestelde Beleid historische schepen Harderwijk. In dit beleid is een voorrangspositie toegekend aan een aantal eigenaren van schepen met wie afspraken zijn gemaakt over het innemen van een ligplaats in de havens van Harderwijk. Er zijn ten aanzien van deze eigenaren toezeggingen gedaan, waardoor deze historische schepen een voorrangspositie kennen. Deze voorrangspositie is nu geborgd in de verordening.

 

Het standpunt en de overwegingen over het overgangsrecht

Gelet op ontwikkelingen nadien, waarbij er verwachtingen zijn gewekt over het gereed komen van de ligplaatsen in Waterfront, nieuwe historische schepen in de havens van Harderwijk zijn toegelaten (en andere geweerd) en omdat het wenselijk is om duidelijkheid te geven, is de keuze gemaakt om de voorrangspositie uit te breiden en te laten gelden voor alle eigenaren die op enig moment met hun historisch schip in kalenderjaar 2023 aantoonbaar een ligplaats hebben ingenomen in één van de gemeentelijke havens van Harderwijk en met hun historisch schip staan vermeld op een nog door burgemeester en wethouders vast te stellen lijst.

 

Om in aanmerking te komen voor de voorrangsregel geldt wel een aantal voorwaarden die ook zijn opgenomen in paragraaf 1 van hoofdstuk 13. In het Beleid historische schepen is een overgangstermijn opgenomen die eigenaren in staat stelt om een historisch schip dat niet aan de voorwaarden voldoet te restaureren en reconstrueren in overeenstemming met de voorwaarden. Ook deze termijn is ruimhartig uitgelegd en opgenomen in het eerste lid van artikel 13.11.b.

 

In artikel 13.11.c. is een aantal voorwaarden zoals genoemd in het Beleid historische schepen overgenomen. Het gaat om de voorwaarden uit het Beleid historische schepen dat de voorrangsregel persoonlijk en niet overdraagbaar is. Ook vervalt de voorrangsregel als de eigenaar overlijdt, het schip verkoopt of het schip tenietgaat. Wel geldt voor deze groep niet de beperking van maximaal één schip per eigenaar.

 

Tot slot is in artikel 13.11.d een bepaling opgenomen waarmee wordt beoogd dat resterende ligplaatsen niet eerder worden uitgegeven nadat de voorrangsregel is toegepast. Dit artikel is een waarborg voor het verlenen van ligplaatsvergunning voor historische schepen waarop de voorrangsregel van toepassing is. Ligplaatsvergunningen verlenen voor resterende historische schepen kan niet eerder dan nadat de voorrangsregel is toegepast.

 

De lijst met schepen waar de voorrangsregel op van toepassing is, is vanwege de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) een vertrouwelijke en niet openbare lijst.

 

Artikel 13.15 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen

Er zijn twee nieuwe leden opgenomen. Ten eerste dient te worden verduidelijkt dat dit het algemene hoofdstuk over ligplaatsen voor woonschepen en overige vaartuigen niet van toepassing is op de historische schepen waarvoor eigen regels gelden die in paragraaf 1 staan opgenomen. Daartoe is lid 1 opgenomen. In lid 2 is nu duidelijker aangegeven dat het niet is toegestaan om zonder vergunning van burgemeester en wethouders een vaste ligplaats in te nemen in de Harderwijkse wateren. Uiteraard voor zover burgemeester en wethouders bevoegd gezag zijn. Met deze toevoeging is het duidelijk dat de vergunningplicht voor alle schepen geldt en niet alleen voor historische schepen. Ook is opgenomen dat burgemeester en wethouders de bevoegdheid hebben om nadere regels te kunnen vaststellen over bijvoorbeeld de ligplaatsen(kaart) en ligplaatsvergunningen om de verordening praktisch en efficiënt uit te kunnen voeren.

 

De overige leden 1 tot en met 4 worden daarbij vernummerd naar 3 tot en met 6.

Naar boven