gelet op artikel 18 van de Wegenverkeerswet waarbij de bevoegdheid tot het nemen van verkeersmaatregelen aan het college van burgemeester en wethouders is toebedeeld;
artikel 149 lid 1 sub d van de Wegenverkeerswet is het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 een bevoegdheid van Burgemeester en wethouders;
de overige bepalingen van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW);
de bepalingen van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990);
de bepalingen van het Besluit Administratieve Bepalingen voor het Wegverkeer (BABW), inclusief de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens;
de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Overwegende:
dat Oosterhof in wijk Oost gelegen is;
dat het parkeerterrein winkelcentrum Oosterhof heringericht is;
dat blijkt dat op vrijdag en zaterdag de bezettingsgraad hoog is;
dat het instellen van een parkeerschijfzone wenselijk is om de balans tussen langparkeerders en kortparkeerders in het gebied op de vrijdag en zaterdag in evenwicht te brengen.
dat door het aanwijzen van circa 11 parkeerplaatsen voor kortparkeerders (maximaal 2 uur) aan de noordzijde van het winkelcentrum Oosterhof en 20 parkeerplaatsen voor kortparkeerders aan de zuidzijde, kan de beschikbare parkeercapaciteit efficiënter worden gebruikt;
dat een parkeerschijfzone waarborgt dat voor kortparkeerders voldoende parkeergelegenheid beschikbaar is tijdens de drukke winkelopeningstijden op vrijdag en zaterdag;
dat het uit oogpunt van verkeersveiligheid en leefbaarheid gewenst is dat bezoekers van een supermarkt met een winkelkar op korte afstand van de winkel hun boodschappen in de auto inladen;
dat er voldoende parkeergelegenheid voor bewoners aanwezig is op het parkeerterrein binnen acceptabele loopafstanden;
dat op verzoek van ondernemers deze verkeersmaatregel wordt ingesteld;
• artikel 24 van het BABW is overleg gepleegd met de politie inzake de handhaafbaarheid.