Wijzigingsbesluit Verordening Maatschappelijke Ondersteuning MVS 2021

De gemeenteraad van Vlaardingen,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2024;

 

gelet op de artikelen 2.1.3, eerste lid en tweede lid onder b, 2.1.4, eerste, tweede en zesde lid, 2.1.4a, eerste, tweede, vijfde en zesde lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.7 en 2.3.6, vierde lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

Besluit vast te stellen het Wijzigingsbesluit verordening Maatschappelijke Ondersteuning MVS 2021.

Artikel I  

Artikel 5 lid 3 tot en met 5 vervallen.

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

  • 3.

    De cliënt tekent de schriftelijke verslaglegging van het onderzoek voor gezien of akkoord en zorgt ervoor dat een getekend exemplaar, met indien van toepassing een ondersteuningsplan, binnen 3 weken wordt geretourneerd aan de contactpersoon waarmee hij het gesprek heeft gevoerd.

  • 4.

    Als de cliënt tekent voor gezien, kan hij daarbij tevens aangeven wat de reden is waarom hij niet akkoord is.

  • 5.

    Als de cliënt van mening is dat hij in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening, kan hij dit aangeven op de door hem ondertekende schriftelijke verslaglegging van het onderzoek.

Vervalt

Toelichting op de wijziging

Een aanvraag op grond van de Wmo 2015 kan niet eerder gedaan worden dan dat het onderzoek na de melding is uitgevoerd. Op basis van het onderzoeksverslag dat de cliënt na afronding van het onderzoek ontvangt, kan hij de afweging maken om al dan niet een maatwerkvoorziening aan te vragen. In artikel 6 is de aanvraagprocedure beschreven waardoor de leden 3 tot en met 5 van artikel 5 overbodig zijn. Rogplus ontwikkelt momenteel een ‘MijnRogplus’ omgeving waardoor het in de toekomst niet meer nodig is dat de cliënt het fysieke verslag ondertekent en op de post doet, de cliënt ondertekent het verslag dan met zijn DigiD.

Artikel II  

In artikel 7, lid 4 wordt de zinsnede ‘tenzij dit niet mogelijk is’ verwijderd.

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Een maatwerkvoorziening wordt uitsluitend ingezet voor ondersteuning in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag, tenzij dit niet mogelijk is.

Een maatwerkvoorziening wordt uitsluitend ingezet voor ondersteuning in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag.

Toelichting op de wijziging

Niet duidelijk is wat bedoeld wordt met ‘tenzij dit niet mogelijk is’. Om die reden wordt voorgesteld om deze zinsnede te verwijderen.

Artikel III  

Aan artikel 7, lid 5 aanhef en sub f wordt een zin toegevoegd.

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Een maatwerkvoorziening met betrekking tot zelfredzaamheid en participatie wordt geweigerd indien deze betrekking heeft op voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten anders dan automatische deuropeners, hellingbanen en extra trapleuningen.

Een maatwerkvoorziening met betrekking tot zelfredzaamheid en participatie wordt geweigerd indien deze betrekking heeft op voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten anders dan automatische deuropeners, hellingbanen, extra trapleuningen en trapliften. Een traplift in een gemeenschappelijke ruimte wordt enkel geplaatst als er wordt voldaan aan de brandveiligheidseisen zoals genoemd in het Bouwbesluit 2012.

Toelichting op de wijziging

Met de toegevoegde zin is duidelijk aan welke eisen een traplift moet voldoen. Dit sluit aan bij tekst van beleidsregel 2.6.9 (Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2024).

Artikel IV  

Artikel 8 wordt gewijzigd als volgt.

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Het college kan een door hem daartoe aangewezen onafhankelijke adviesinstantie om advies vragen als het dit van belang acht voor de beoordeling van de aanvraag voor een maatwerkvoorziening.

Het college kan een onafhankelijk advies vragen als het college dit van belang acht voor de beoordeling van de aanvraag voor een maatwerkvoorziening.

Toelichting op de wijziging

Rogplus maakt voor onafhankelijk advies gebruik van een ingehuurd bureau SAP. Dit is geen instantie. De aangepaste tekst sluit beter aan op de praktijk.

Artikel V  

Artikel 10 lid 2 wordt gewijzigd als volgt.

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Onverminderd artikel 2.3.6, tweede en vijfde lid, van de wet verstrekt het college geen pgb:

  • a.

    voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan de indiening van de aanvraag heeft gemaakt, tenzij daarvoor tevoren schriftelijk toestemming is verleend door het college en nog is na te gaan of de ingekochte voorziening noodzakelijk was en als goedkoopst adequate voorziening aan te merken valt;

  • b.

    indien uit het onderzoek duidelijk is geworden dat een zaak die zal worden ingekocht met het pgb niet langdurig adequaat is voor de cliënt;

  • c.

    voor de maatwerkvoorziening opvang en collectief vervoer.

Onverminderd artikel 2.3.6, tweede lid en vijfde lid, van de wet verstrekt het college geen pgb:

  • a.

    voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan de melding heeft gemaakt;

  • b.

    voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende tussen het moment van de melding en voorafgaand aan de indiening van de aanvraag heeft gemaakt, tenzij daarvoor van tevoren schriftelijk toestemming is verleend door het college of nog is na te gaan of de ingekochte voorziening noodzakelijk was op het moment van aanschaffen;

  • c.

    indien uit onderzoek duidelijk is geworden dat een zaak die zal worden ingekocht met het pgb niet langdurig adequaat is voor de cliënt;

  • d.

    voor de maatwerkvoorziening opvang en collectief vervoer.

Toelichting op de wijziging

De Wmo 2015 strekt er niet toe dat het college gehouden is om een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb te verstrekken als de (gevraagde) maatwerkvoorziening al vóór de melding of de aanvraag is aangeschaft. Het college kan de aanvraag alleen afwijzen als daar een bepaling voor is opgenomen in de verordening. Met de bepaling sub a wordt duidelijkheid verstrekt dat geen pgb wordt verstrekt als de voorziening is ingekocht voor de melding van de hulpvraag.

De mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een pgb met terugwerkende kracht na de melding maar voor de aanvraag is verruimd. Indien de kosten na de melding maar voor de aanvraag zijn gemaakt kan een pgb worden verstrekt op grond van de voorwaarden ‘indien daarvoor tevoren schriftelijk toestemming is verleend’ of ‘nog is na te gaan of de ingekochte voorziening noodzakelijk was op het moment van aanschaffen’.

 

De aangeschafte voorziening hoeft niet de goedkoopst adequate voorziening te zijn, deze zinsnede vervalt. Er wordt een pgb verstrekt tot het bedrag van het maximum van de goedkoopst adequate voorziening in natura, zoals is bepaald in artikel 10 lid 3, aanhef en onder c.

 

De voorgestelde aanpassingen sluiten beter aan bij de jurisprudentie over ‘terugwerkende kracht’.

Artikel VI  

Artikel 10 lid 4 wordt gewijzigd als volgt.

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

De hoogte van een pgb wordt vastgesteld voor:

  • a.

    maatwerkvoorziening schoon huis en maaltijd-/kindverzorging door een particuliere hulp (geen zzp-er) of een persoon die behoort tot het sociale netwerk: brutominimumloon, vermeerderd met 8% vakantiegeld en 25% sociale lasten (bijlage 1).

  • b.

    maatwerkvoorziening schoon huis en maaltijd-/kinderverzorging door een zzp-er: brutominimumloon, vermeerderd met 8% vakantiegeld en 60% sociale lasten (bijlage 1).

  • c.

    meedoen in de stad begeleiding basis en speciaal en persoonlijke verzorging door een niet daartoe opgeleid persoon of een persoon die behoort tot het sociale netwerk: brutoloon trede 1 functieschaal 40 GGZ, vermeerderd met 8% vakantiegeld en 25% sociale lasten (bijlage 1).

  • d.

    meedoen in de stad begeleiding basis en persoonlijke verzorging door een daartoe opgeleid persoon/zzp-er: brutoloon trede 10 functieschaal 40 GGZ, vermeerderd met 8% vakantiegeld en 60% sociale lasten (bijlage 1).

  • e.

    meedoen in de stad begeleiding speciaal door een daartoe opgeleid persoon/zzp-er: brutoloon trede 10 functieschaal 50 GGZ, vermeerderd met 8% vakantiegeld en 60% sociale lasten (bijlage 1).

  • f.

    maatwerkvoorziening schoon huis en maaltijd-/kinderverzorging, en meedoen in de stad begeleiding, persoonlijke verzorging, dagbesteding, (rolstoel)vervoer naar dagbesteding en logeren door een zorginstelling met AGB-code (geen zzp-er): he tarief dat hiervoor wordt gehanteerd door de door het college gecontracteerde aanbieders (bijlage 1).

  • g.

    beschermd wonen door een zorginstelling met AGBV-code: het tarief dat wordt gehanteerd door de door het college gecontracteerde aanbieders voor de voor de cliënt noodzakelijke bouwstenen van beschermd wonen (bijlage 1).

  • h.

    verhuishulp voor een cliënt die vanwege beperkingen wenst te verhuizen: de kostprijs van een verhuisvoucher voor een low budget verhuizing (bijlage 1).

  • i.

    verhuishulp voor een cliënt die vanwege beperkingen moet verhuizen, omdat een gewenste woonaanpassing niet mogelijk is of niet de goedkoopst adequate oplossing is (primaat verhuizen): de kostprijs van een verhuisvoucher voor een low budget verhuizing en een klusvoucher (bijlage 1)

  • j.

    een overige woonvoorziening / woningaanpassing: het bedrag van een door het college geaccepteerde offerte voor de goedkoopst adequate voorziening, inclusief een eventueel door het college te ontvangen korting en inclusief een bedrag voor instandhoudingskosten, indien van toepassing.

  • k.

    taxi/rolstoeltaxi: op basis van een (rolstoel)taxitarief die, rekening houdend met andere vervoersmogelijkheden en rolvoorzieningen, lokale maatschappelijke participatie mogelijk maakt tot maximaal 1500 km (bijlage 1).

  • l.

    een overige vervoersvoorziening / vervoersaanpassing: het bedrag van een door het college geaccepteerde offerte voor de goedkoopst adequate voorziening, inclusief een eventueel door het college te ontvangen korting en inclusief een bedrag voor instandhoudingskosten, indien van toepassing.

  • m.

    sportvoorziening: het bedrag van een door het college geaccepteerde offerte voor de goedkoopst adequate sport-/ vastframerolstoel, inclusief een eventueel door het college te ontvangen korting en inclusief een bedrag voor instandhoudingskosten (bijlage 1).

  • n.

    rolstoelvoorziening: het bedrag van een door het college geaccepteerde offerte voor de goedkoopst adequate voorziening, inclusief een eventueel door het college te ontvangen korting en inclusief een bedrag voor instandhoudingskosten.

De hoogte van een pgb wordt vastgesteld voor:

  • a.

    maatwerkvoorziening schoon huis en maaltijd-/kinderverzorging door een particuliere hulp (geen zzp-er) of een persoon die behoort tot het sociale netwerk: het uurloon van de hoogste periodiek behorende bij hulp bij het huishouden van de voor de betreffende periode geldende CAO VVT (Verpleeg- en verzorgingshuizen en Thuiszorg), te vermeerderen met 8% vakantiegeld en de tegenwaarde van de verlofuren.

  • b.

    Maatwerkvoorziening schoon huis en maaltijd- en kinderverzorging door een zzp-er: brutominimumloon, vermeerderd met 8% vakantiegeld en 60% sociale lasten (bijlage 1a).

  • c.

    meedoen in de stad begeleiding basis en speciaal en persoonlijke verzorging door een niet daartoe opgeleid persoon of een persoon die behoort tot het sociale netwerk: het uurloon van de hoogste periodiek behorende bij de Functie Waardering Gezondheidszorg (FWG 30) van de voor de betreffende periode geldende CAO VVT (Verpleeg- en verzorgingshuizen en Thuiszorg), te vermeerderen met 8% vakantiegeld en de tegenwaarde van de verlofuren. 

  • d.

    meedoen in de stad begeleiding basis en persoonlijke verzorging door een daartoe opgeleid persoon/zzp-er: brutoloon trede 10 functieschaal 40 GGZ, vermeerderd met 8% vakantiegeld en 60% sociale lasten (bijlage 1a).

  • e.

    meedoen in de stad begeleiding speciaal door een daartoe opgeleid persoon/zzp-er: brutoloon trede 10 functieschaal 50 GGZ, vermeerderd met 8% vakantiegeld en 60% sociale lasten (bijlage 1a).

  • f.

    maatwerkvoorziening schoon huis en maaltijd-/kinderverzorging, en meedoen in de stad begeleiding, persoonlijke verzorging, dagbesteding, (rolstoel)vervoer naar dagbesteding en logeren door een zorginstelling met AGB-code (geen zzp-er): het tarief dat hiervoor wordt gehanteerd door de door het college gecontracteerde aanbieders (bijlage 1a).

  • g.

    beschermd wonen door een zorginstelling met AGB-code: het tarief dat wordt gehanteerd door de door het college gecontracteerde aanbieders voor de voor cliënt noodzakelijke bouwstenen van beschermd wonen (bijlage 1a).

Verplaatst naar ingevoegd artikel 10a

 

Verplaatst naar ingevoegd artikel 10a

  • h.

    een overige woonvoorziening / woningaanpassing: het bedrag van een door het college geaccepteerde offerte voor de goedkoopst adequate voorziening, inclusief een eventueel door het college te ontvangen korting en inclusief een bedrag voor instandhoudingskosten, indien van toepassing.

Verplaatst naar ingevoegd artikel 10a

  • i.

    een overige vervoersvoorziening / vervoersaanpassing: het bedrag van een door het college geaccepteerde offerte voor de goedkoopst adequate voorziening, inclusief een eventueel door het college te ontvangen korting en inclusief een bedrag voor instandhoudingskosten, indien van toepassing.

Vervalt

  • j.

    rolstoelvoorziening: het bedrag van een door het college geaccepteerde offerte voor de goedkoopst adequate voorziening, inclusief een eventueel door het college te ontvangen korting en inclusief een bedrag voor instandhoudingskosten.

Toelichting op de wijziging

Artikel 10 lid 4 sub a en c zijn aangepast naar aanleiding van 2 uitspraken van de Centrale Raad van Beroep op 16 augustus 2023. In beide uitspraken heeft de Raad geoordeeld dat gemeenten voor een persoonsgebonden budget (pgb) voor het sociaal netwerk niet langer uit mogen gaan van het bruto minimumloon maar dat voor begeleiding en verzorging het pgb-uurtarief minimaal de hoogte moet hebben van het uurloon van de hoogste periodiek behorende bij de voor de betreffende periode geldende CAO VVT, te vermeerderen met vakantietoeslag en de tegenwaarde van de verlofuren (ECLI:NL:CRVB:1394 en ECLI:NL:CRVB:2023:1580).

Artikel 10 lid 4 sub h, i en k zijn verplaatst naar een nieuw ingevoegd artikel 10a omdat dit geen pgb is maar een financiële tegemoetkoming. Voor de duidelijkheid is daarvoor een nieuw artikel ingevoegd en is onderscheid gemaakt tussen bijlage 1a (pgb-bedragen) en bijlage 1b (bedragen financiële tegemoetkoming).

Artikel 10 lid 4 sub m vervalt. Op grond van deze bepaling wordt een maximumbedrag in bijlage 1 benoemd, dit is in strijd met de wet. Indien een inwoner een sportvoorziening nodig heeft om een aanvaardbaar niveau van participatie te bereiken dan mag daar geen maximum bedrag aan zijn verbonden.

Artikel VII  

Artikel 10a wordt ingevoegd.

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Geen artikel

Artikel 10a. Financiële tegemoetkoming

De hoogte van een financiële tegemoetkoming wordt vastgesteld voor:

  • a.

    verhuiskostentegemoetkoming voor een cliënt die vanwege beperkingen wenst te verhuizen: de kostprijs van een verhuisvoucher voor een low budget verhuizing (bijlage 1b).

  • b.

    verhuiskostentegemoetkoming voor een cliënt die vanwege beperkingen moet verhuizen, omdat een gewenste woningaanpassing niet mogelijk is of niet de goedkoopst adequate oplossing is (primaat verhuizen): de kostprijs van een verhuisvoucher voor een low budget verhuizing en een klusvoucher (bijlage 1b).

  • c.

    taxi/rolstoeltaxi: op basis van een (rolstoel)taxitarief die, rekening houdend met andere vervoersmogelijkheden en rolvoorzieningen, lokale maatschappelijke participatie mogelijk maakt tot maximaal 1.500 kilometer (bijlage 1b).

Toelichting op de wijziging

Artikel 10 lid 4 sub h, i en k zijn verplaatst naar een nieuw ingevoegd artikel 10a omdat dit geen pgb is maar een financiële tegemoetkoming. Voor de duidelijkheid is daarvoor een nieuw artikel ingevoegd en is onderscheid gemaakt tussen bijlage 1a (pgb-bedragen) en bijlage 1b (bedragen financiële tegemoetkoming).

Artikel VIII  

Artikel 11 lid 1 wordt gewijzigd als volgt.

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening, een pgb, een algemene voorziening en een bij verordening aangewezen algemene voorziening tot maximaal de kostprijs en zolang de cliënt van de voorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt.

Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening en een algemene voorziening tot maximaal de kostprijs en zolang de cliënt van de voorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt.

Toelichting op de wijziging

Betreft tekstuele wijziging. In de huidige tekst wordt ‘algemene voorziening’ dubbel genoemd. Een pgb is een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb en geen aparte voorziening.

 

Artikel IX  

Artikel 11 lid 2 sub a wordt gewijzigd als volgt.

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

De bij verordening aangewezen algemene voorziening is de algemene voorziening schoon huis voor maximaal 105 uur per kalenderjaar per huishouden voor de cliënt, en diens meerderjarige huisgenoten (gebruikelijke hulp), die ten gevolge van fysieke beperkingen niet in staat is/zijn tot het verrichten van alle zware huishoudelijke taken.

De bij verordening aangewezen algemene voorziening is de algemene voorziening schoon huis voor maximaal 108 uur per kalenderjaar per huishouden voor de cliënt, en diens meerderjarige huisgenoten (gebruikelijke hulp), die ten gevolge van fysieke beperkingen niet in staat is/zijn tot het verrichten van alle zware huishoudelijke taken.

Toelichting op de wijziging

Uit het Normenkader Huishoudelijke Ondersteuning volgt dat voor een schoon en leefbaar huis 108 uur noodzakelijk is.

Artikel X  

Artikel 11 lid 3, kolom ‘Voor inwoners van Maassluis’ wordt gewijzigd als volgt.

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Op de bijdrage, bedoeld in het tweede lid, onder c is een korting van toepassing (bijlage 2) voor maximaal 104 uur per kalenderjaar voor een persoon die geregistreerd staat als mantelzorger bij het Steunpunt Mantelzorg NWN of een persoon die minimaal 4 uur per week mantelzorg biedt, en die een inkomen heeft dat lager is dan 130% van de bijstandsnorm (bijlage 2).

Op de bijdrage, bedoeld in het tweede lid, onder c is een korting van toepassing (bijlage 2) voor maximaal 104 uur per kalenderjaar voor een persoon die geregistreerd staat als mantelzorger bij het Steunpunt Mantelzorg NWN of een persoon die minimaal 4 uur per week mantelzorg biedt, en die een inkomen heeft dat lager is dan 130% van het brutominimumloon (bijlage 2).

Toelichting op de wijziging

In de praktijk wordt gerekend met het bruto minimumloon, voorgesteld wordt de verordening daarop aan te passen.

Artikel XI  

Artikel 11 lid 4 wordt gewijzigd als volgt.

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Op de bijdrage, bedoeld in het tweede lid, onder d is een korting van toepassing, zodat de NIBUD-kostprijs voor het thuis wassen, drogen, strijken verschuldigd (bijlage 2) is, voor een cliënt, die toegang heeft tot de in het tweede lid, sub a, bij verordening aangewezen algemene voorziening schoon huis of voor een cliënt die een indicatie heeft voor de maatwerkvoorziening schoon huis, en die een inkomen heeft dat lager is dan 150% van de bijstandsnorm (bijlage 2).

Op de bijdrage, bedoeld in het tweede lid, onder d is een korting van toepassing, zodat de NIBUD-kostprijs voor het thuis wassen, drogen, strijken verschuldigd (bijlage 2) is, voor een cliënt, die toegang heeft tot de in het tweede lid, sub a, bij verordening aangewezen algemene voorziening schoon huis of voor een cliënt die een indicatie heeft voor de maatwerkvoorziening schoon huis, en die een inkomen heeft dat lager is dan 150% van het bruto minimumloon (bijlage 2).

Toelichting op de wijziging

In de praktijk wordt gerekend met het bruto minimumloon, voorgesteld wordt de verordening daarop aan te passen.

Artikel XII  

Artikel 14 lid 7 wordt gewijzigd als volgt.

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Het college onderzoekt periodiek, al dan niet steekproefsgewijs, het gebruik van maatwerkvoorzieningen en pgb’s met het oog op de beoordeling van de kwaliteit en recht- en doelmatigheid.

Het college onderzoekt periodiek, al dan niet steekproefsgewijs of signaalgericht, het gebruik van maatwerkvoorzieningen en pgb’s met het oog op de beoordeling van de kwaliteit en recht- en doelmatigheid.

Toelichting op de wijziging

Bij signaalgericht toezicht vindt het onderzoek naar de kwaliteit, rechtmatigheid en doelmatigheid plaats naar aanleiding van bijv. klachten of signalen. In een door het college vast te stellen toezicht- en handhavingskader kan dit nader uitgewerkt worden.

Artikel XIII  

Aan artikel 14 wordt een elfde lid toegevoegd dat luidt als volgt:

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Geen bepaling

  • 11.

    Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot het toezicht op de naleving van de wet en de handhaving daarvan.

Toelichting op de wijziging

De gemeente is verantwoordelijk voor de kwaliteit en de continuïteit van maatwerkvoorzieningen die aan de inwoners in het kader van de Wmo 2015 worden aangeboden. De gemeente is daarnaast verantwoordelijk voor het houden van toezicht op de naleving van de wet, zowel op het gebied van kwaliteit als rechtmatigheid en doelmatigheid. In artikel 6.1 lid 1 van de Wmo 2015 is de wettelijke grondslag opgenomen voor de aanwijzing toezichthouders die de kwaliteit, rechtmatigheid en doelmatigheid van de maatwerkvoorzieningen in de vorm van natura of pgb onderzoeken. Met het vaststellen van een toezicht- en handhavingskader in nadere regels krijgt het college betere mogelijkheden om toezicht te houden op de naleving van de wet en zo nodig handhavend op te treden.

Artikel XIV  

Artikel 11 lid 6 wordt gewijzigd als volgt.

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

In afwijking van het eerste lid is geen bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening dan wel een pgb voor:

  • -

    rolstoelen;

  • -

    collectief vervoer in aanvulling op de bijdrage in de ritkosten;

  • -

    toegankelijkheidsaanpassingen bij gemeenschappelijke deuren.

In afwijking van het eerste lid is geen bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening voor:

  • -

    minderjarigen;

  • -

    rolstoelen;

  • -

    collectief vervoer in aanvulling op de bijdrage in de ritkosten;

  • -

    toegankelijkheidsaanpassingen bij gemeenschappelijke deuren.

Toelichting op de wijziging

Op grond van artikel 2.1.4 en 2.1.4a van de wet is de gemeenteraad bevoegd om te bepalen dat de cliënt een bijdrage in de kosten verschuldigd is voor een maatwerkvoorziening (in de vorm van zorg in natura of pgb) en voor het gebruik van een algemene voorziening. Geen bijdrage in de kosten mag worden gevraagd voor het gebruik van een rolstoel en een maatwerkvoorziening voor een minderjarige. Wordt een woningaanpassing verstrekt voor een minderjarige, dan is daarvoor wel een bijdrage verschuldigd. Dit is opgenomen in artikel 11 lid 9.

Artikel XV  

Artikel 11 lid 9 wordt gewijzigd als volgt.

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over het kind.

De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is, in afwijking van het zesde lid, verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over het kind.

Toelichting op de wijziging

Tekstuele aanpassing vanwege de toevoeging ‘minderjarigen’ in artikel 11 lid 6.

Artikel XVI  

Artikel 16 lid 1 wordt gewijzigd als volgt.

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Het college kan in overeenstemming met het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, op aanvraag aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, en die een inkomen hebben lager dan 130% (inwoners van Maassluis) of 120% (inwoners van Vlaardingen en Schiedam) van de bijstandsnorm (bijlage 3), een tegemoetkoming verstrekken ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.

Het college kan in overeenstemming met het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, op aanvraag aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, en die een inkomen hebben lager dan 130% (inwoners van Maassluis) of 120% (inwoners van Vlaardingen en Schiedam) van het bruto minimumloon (bijlage 3), een tegemoetkoming verstrekken ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.

Toelichting op de wijziging

In de praktijk wordt gerekend met het bruto minimumloon, voorgesteld wordt de verordening daarop aan te passen.

Artikel XVII  

Bijlage 1 wordt gewijzigd in Bijlage 1a. De bijlage wordt gewijzigd als volgt.

 

Voorziening

Artikel

Tarief 2024; tarieven 2025 worden conform het bepaalde in de verordening geïndexeerd

schoon huis inclusief kind-/maaltijdverzorging (informeel/particulier)

10 lid 4 sub a

€ 19,23 per uur

schoon huis inclusief kind-/maaltijdverzorging (zzp-er)

10 lid 4 sub b

€ 19,43 per uur

begeleiding (basis en speciaal) en persoonlijke verzorging (informeel/ particulier niet opgeleid)

10 lid 4 sub c

Uurloon van hoogste periodiek FWG 30 van de betreffende periode geldende CAO VVT, vermeerderd met 8% vakantiegeld en tegenwaarde v

Begeleiding basis en persoonlijk verzorging

(particulier opgeleid/zzp-er)

10 lid 4 sub d

€ 45,81 per uur

Begeleiding speciaal

(particulier opgeleid/zzp-er)

10 lid 4 sub e

€ 49,73 per uur

schoon huis inclusief kind-/maaltijdverzorging (zorginstelling)

10 lid 4 sub f

€ 37,60 per uur

begeleiding en persoonlijke verzorging (zorginstelling)

€ 45,81 per uur (basis/PV)

€ 64,20 per uur (speciaal)

dagbesteding & vervoer

(zorginstelling)

categorie licht: € 45,11 per dagdeel

categorie midden: € 62,57 per dagdeel

categorie zwaar: € 64,89 per dagdeel

vervoer: € 12,54 per dag

rolstoelvervoer: € 20,98 per dag

logeren (zorginstelling)

€ 289,36 per etmaal

Beschermd wonen:

10 lid 4 sub g

 

 

 

 

 

 

 

  • -

    Huisvestingscomponent inclusief gemeenschappelijke ruimte(n)

€ 53,41 per etmaal

  • -

    Huisvestingscomponent alleen gemeenschappelijke ruimte (bij cliënt die zelf huur betaalt)

€ 13,35 per etmaal

  • -

    24-uurs permanent toezicht door zorginstelling

€ 367,45 per week

  • -

    24-uurs toezicht in nabijheid door zorginstelling

€ 351,44 per week

  • -

    Individuele begeleiding bij BW

€ 57,47 per uur

  • -

    Dagbesteding bij BW:

 

licht

€ 45,22 per dagdeel

midden

€ 58,32 per dagdeel

zwaar

€ 72,91 per dagdeel

  • -

    Vervoer DB bij BW niet- rolstoelgebonden

€ 8.63 per dag

  • -

    Vervoer DB bij BW rolstoelgebonden

€ 23,60 per dag

  • -

    Persoonlijke verzorging bij BW

€ 44,40 per uur

  • -

    Verpleging bij BW

€ 77,01 per uur

Artikel XVIII  

Bijlage 1b wordt ingevoegd.

 

Voorziening

Artikel

Tarief 2024; tarieven 2025 worden conform het bepaalde in de verordening geïndexeerd

Verhuiskostentegemoetkoming

10a sub a

€ 1.720

Verhuiskostentegemoetkoming (primaat verhuizen)

10a sub a

€ 3.439

Artikel XIX  

In de koptekst Bijlage 2 wordt ‘2024’ vervangen door ‘2025’.

Artikel XX  

Aan bijlage 2, eerste rij, kolom ‘Tarief’ wordt toegevoegd: 2024; tarieven 2025 worden conform het bepaalde in de verordening geïndexeerd

Artikel XXI  

In bijlage 3 wordt ‘bijstandsnorm’ gewijzigd in ‘bruto minimumloon.

Artikel XXII  

Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2025.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Vlaardingen, gehouden op 19 december 2024.

De griffier,

I.L.J.C. Konings LLM MA

De voorzitter,

drs. B. Wijbenga – van Nieuwenhuizen

Naar boven