Verordening rekenkamer gemeente Purmerend 2024

De raad van de gemeente Purmerend;

 

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 2 december 2024;

 

gelet op Hoofdstuk IVa, paragraaf 1 en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat:

  • -

    de Wet versterking decentrale rekenkamers op 1 januari 2023 in werking is getreden;

  • -

    hierdoor ook voor gemeenten die voor 1 januari 2023 al een onafhankelijke rekenkamer hadden (zoals Purmerend) een aantal zaken is veranderd;

  • -

    de modelverordening gemeentelijke rekenkamer van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers op het bovenstaande is aangepast;

  • -

    een actuele en juiste verordening op de rekenkamer de juiste kaders biedt voor het werk van de rekenkamer in de ondersteuning aan de gemeenteraad.

 

B E S L U I T :

 

 

vast te stellen de Verordening rekenkamer gemeente Purmerend 2024

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamer;

  • b)

    lid: lid van de rekenkamer, inclusief de voorzitter;

  • c)

    (gemeente)raad: de gemeenteraad van de gemeente Purmerend;

  • d)

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend;

  • e)

    rekenkamer: de rekenkamer van de gemeente Purmerend;

  • f)

    hij/hem: daar waar de aanduiding ‘hij’ of ‘hem’ staat, wordt ook ‘zij’ of ‘haar’ bedoeld of iedere andere persoonsaanduiding.

Artikel 2 Rekenkamer

  • 1.

    Er is een rekenkamer.

  • 2.

    De rekenkamer bestaat uit vijf leden, waaronder een voorzitter.

  • 3.

    De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde beleid.

Artikel 3 Benoeming voorzitter en leden

  • 1.

    De raad benoemt de voorzitter en de leden van de rekenkamer.

  • 2.

    De leden van de rekenkamer worden voor een periode van zes jaar aangewezen.

Artikel 4 Herbenoeming

De leden van de rekenkamer, waaronder de voorzitter, kunnen maximaal één keer voor een periode van zes jaar worden herbenoemd.

Artikel 5 Werkzaamheden voorzitter

  • 1.

    De voorzitter zorgt voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamer.

  • 2.

    De voorzitter zorgt voor het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming.

  • 3.

    De voorzitter is primair de woordvoerder van de rekenkamer.

Artikel 6 Gedragscode

Ten aanzien van de leden van de rekenkamer is een eigen gedragscode van toepassing.

Artikel 7 Vergoedingen

  • 1.

    De leden ontvangen voor hun reguliere werkzaamheden een vaste maandelijkse vergoeding.

  • 2.

    De vergoeding bedraagt voor de voorzitter € 595,- per maand (prijspeil 2024) en voor gewone leden € 417,- per maand (prijspeil 2024)

  • 3.

    Het tarief voor onderzoek dat geheel of gedeeltelijk door een lid van de rekenkamer wordt uitgevoerd is bepaald op € 63,15 per uur (prijspeil 2024) en wordt jaarlijks geïndexeerd conform de richtlijnen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De gewerkte uren moeten, volgend uit de vooraf begrote uren in de onderzoeksopzet, door tijdschrijven worden verantwoord bij de voorzitter, respectievelijk bij de rekenkamer (voor de voorzitter).

  • 4.

    De vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd met dezelfde indexering die geldt voor de vergoeding van raadsleden.

  • 5.

    De leden van de rekenkamer ontvangen daarnaast een vergoeding voor de reis- en verblijfskosten conform de vergoeding van raadsleden.

  • 6.

    De genoemde vergoedingen komen ten laste van het budget van de rekenkamer.

Artikel 8 Ambtelijke ondersteuning

  • 1.

    De rekenkamer heeft een ambtelijke secretaris/onderzoeker.

  • 2.

    De ambtelijk secretaris/onderzoeker wordt aangestuurd door de voorzitter van de rekenkamer, maar is rechtspositioneel ondergebracht bij de griffie.

Artikel 9 Reglement van orde en onderzoeksprotocol

De rekenkamer stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad. Daarnaast stelt de rekenkamer een onderzoeksprotocol op voor haar activiteiten op het gebied van onderzoek.

Artikel 10 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1.

    De rekenkamer bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamer ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3.

    De raad kan de rekenkamer een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamer niet aan het verzoek van de raad voldoet, voert zij daarvoor goede gronden aan.

Artikel 11 Werkwijze

  • 1.

    De rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De rekenkamer beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    De vergaderingen van de rekenkamer worden in beslotenheid gehouden tenzij de rekenkamer anders besluit.

  • 4.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamer, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

Artikel 12 Budget

  • 1.

    De rekenkamer is bevoegd binnen zijn budget uitgaven te doen voor de uitvoering van werkzaamheden voor de rekenkamer.

  • 2.

    Ten laste van dit budget worden de kosten gebracht van:

    • a)

      de vergoedingen aan de leden;

    • b)

      de kosten van de ambtelijke secretaris/onderzoeker;

    • c)

      externe deskundigen en bureaus die eventueel door de rekenkamer zijn ingeschakeld;

    • d)

      eventuele overige uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    De rekenkamer is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

  • 4.

    Het budgetbeheer is gelegen in handen van de griffier van Purmerend.

Artikel 13 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de raad, gehoord de rekenkamer.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025, onder gelijktijdige intrekking van de ‘Verordening rekenkamer Purmerend 2022’.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rekenkamer gemeente Purmerend 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 19 december 2024,

de griffier,

R.J.C. van der Laan

de voorzitter,

E. van Selm

Naar boven