Gemeenteblad van Tiel
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Tiel | Gemeenteblad 2024, 548657 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Tiel | Gemeenteblad 2024, 548657 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening jeugdhulp gemeente Tiel 2025
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2024;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid, van de Jeugdwet;
overwegende dat het voorts wenselijk is te bepalen onder welke voorwaarden degene aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort
besluit vast te stellen de Verordening jeugdhulp gemeente Tiel 2025.
Hoofdstuk 2. Algemene voorzieningen
Artikel 2.1 Toegang algemene voorzieningen
Een algemene voorziening is rechtstreeks toegankelijk zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften en persoonskenmerken van de jeugdige of zijn ouders.
Hoofdstuk 3. Individuele voorzieningen
Artikel 3.2 Voorwaarden individuele voorziening jeugdhulp
Om voor een individuele voorziening in aanmerking te komen moet in ieder geval aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
Als ouders een beroep kunnen doen op het sociale netwerk voor het bieden van ondersteuning bij de benodigde hulp aan de jeugdige wordt van hen verwacht dat ze hier gebruik van maken. De ondersteuning die het sociale netwerk biedt, valt onder de eigen kracht. Het college verstrekt hiervoor geen individuele voorziening tot jeugdhulp.
Als de jeugdige en/of de ouders een aanvullende zorgverzekering hebben die de benodigde hulp (deels) vergoedt, wordt van ouders verwacht dat zij deze aanspreken. Het college verstrekt dan geen individuele voorziening tot jeugdhulp of alleen een aanvullende voorziening voor het gedeelte dat niet wordt vergoed.
Artikel 3.5 Weigeringsgronden individuele voorziening
Het college kan een aanvraag individuele voorziening weigeren indien:
De jeugdige en/ of ouder(s) kunnen aanspraak maken op een voorliggende voorziening die voorziet in de ondersteuningsbehoefte, of de mogelijkheid bestaat dat zij aanspraak kunnen maken op een voorliggende voorziening die voorziet in de ondersteuningsbehoefte, maar zij hiervoor geen aanvraag wensen in te dienen. Voorziet de voorliggende voorziening gedeeltelijk in de ondersteuningsbehoefte dan kan aanvullend alsnog een individuele voorziening worden afgegeven.
Als de factoren, zoals opgenomen in het besluit in artikel 3.2, niet leiden tot problemen bij het kunnen verlenen van de hulp door de ouders/netwerk, bij de beschikbaarheid van de ouders/netwerk voor het verlenen van de hulp, bij de belasting van de ouders/netwerk en bij de financiële situatie van de ouders dan verstrekt het college geen individuele voorziening tot jeugdhulp.
Artikel 3.6 Periodiek onderzoek en heroverweging
Het college kan periodiek onderzoeken of er aanleiding is een besluit te heroverwegen en kan over die heroverweging nadere regels stellen.
Hoofdstuk 4. Toegang jeugdhulp
Artikel 4.1 Toegang jeugdhulp via de gemeente
In spoedeisende gevallen treft het college zo spoedig mogelijk een passende tijdelijke voorziening, of vraagt het college een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Jeugdwet. Het college legt de beslissing over de inzet van hulp in dat geval zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen vier weken na de start van de hulp, vast in een beschikking.
Artikel 4.2 Toegang jeugdhulp via huisarts, medisch specialist en jeugdarts
Ter waarborging van een deskundige toeleiding naar, advisering over, verwijzing van en het inzetten van de aangewezen voorziening door een jeugdhulpaanbieder, kan het college bij een aanvraag door een huisarts, medisch specialist en jeugdarts op basis van signalen of steekproefsgewijs een toets uitvoeren.
Artikel 4.3 Toegang jeugdhulp via rechter of gecertificeerde instelling
Het college zorgt voor de inzet van jeugdhulp die de rechter, het openbaar ministerie, de selectiefunctionaris, de inrichtingsarts of de directeur van de justitiële inrichting nodig achten bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing. Of die de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van de jeugdreclassering.
Hoofdstuk 5. Het persoonsgebonden budget (pgb)
Artikel 5.3 Onderscheid formele en informele hulp
Van formele hulp is sprake als de hulp verleend wordt door onderstaande personen, met uitzondering van personen uit het sociaal netwerk van de budgetbeheerder:
Personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007), en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
Personen die aangemerkt zijn als Zelfstandige zonder personeel. Daarnaast moeten ze ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
Artikel 5.4 Weigeringsgronden pgb
Het college kan een pgb geheel of gedeeltelijk weigeren als er overwegende bezwaren zijn. Daarvan is onder meer sprake in de navolgende gevallen:
De hoogte van het pgb voor formele hulp wordt bepaald aan de hand van de volgende uitgangspunten:
Als de dienstverlening wordt uitgevoerd door een persoon die werkzaam is bij een instelling betreft het tarief per uur, per dagdeel of per resultaat maximaal 100% van het laagste tarief per uur, per dagdeel of per resultaat van een door de gemeente gecontracteerde aanbieder die een vergelijkbare vorm van dienstverlening biedt.
Hoofdstuk 6. Herziening, intrekking, terugvordering en bestrijding misbruik
Artikel 6.1 Herziening, intrekking en terugvordering
Degene aan wie op grond van deze verordening een individuele voorziening is verstrekt, is verplicht op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden te doen, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.
Hoofdstuk 7. Afstemming met andere voorzieningen
Het college maakt afspraken met de zorgverzekeraars en het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) hoe de continuïteit van zorg te garanderen voor jeugdigen die jeugdhulp ontvangen en de leeftijd van 18 jaar bereiken en daarmee onder de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg komen te vallen, en hoe te voorkomen dat jeugdigen tussen wal en schip vallen wanneer er discussie is over het wettelijke kader.
Artikel 7.2 Zorgverzekeringswet
Er kan aanspraak gemaakt worden op een voorziening vanuit de Jeugdwet en/of op basis van de zorgverzekeringswet. De onderlinge afstemming is als volgt geregeld:
Als er meerdere oorzaken ten grondslag liggen aan de problematiek van de jeugdige en daardoor zowel een vorm van zorg, op grond van een zorgverzekering als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, als een soortgelijke voorziening op grond van de Jeugdwet kan worden verkregen, verleent het college een individuele voorziening.
Persoonlijke verzorging voor jeugdigen die nodig is in verband met een behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop valt niet onder de jeugdhulpplicht van de Jeugdwet. Persoonlijke verzorging die gericht is op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij algemene dagelijkse levensverrichtingen valt wel onder de jeugdhulpplicht van de Jeugdwet. Het college verleent alleen laatstgenoemde individuele voorziening, mits jeugdige daarvoor gezien zijn jeugdhulpvraag in aanmerking komt.
Jeugdhulp met verblijf valt niet onder de Jeugdwet als het een medisch noodzakelijk verblijf betreft vanwege geneeskundige zorg of als het gaat om tijdelijk, kortdurend geneeskundig verblijf buiten de thuissituatie. Jeugdhulp met verblijf valt wel onder de jeugdhulplicht van de Jeugdwet als het een verblijf van jeugdige buiten de thuissituatie betreft, niet zijnde een ziekenhuisverblijf. Het college verleent alleen laatstgenoemde individuele voorziening, mits jeugdige daarvoor gezien zijn jeugdhulpvraag in aanmerking komt.
Artikel 7.3 Wet Langdurige Zorg
Er kan aanspraak gemaakt worden op een voorziening vanuit de jeugdwet en/of op basis van de Wet langdurige zorg. De onderlinge afstemming is als volgt geregeld:
Ondersteuning valt niet onder de jeugdhulpplicht van de Jeugdwet als een jeugdige vanwege een somatische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuigelijke handicap een blijvende behoefte heeft aan zorg én als de jeugdige blijvend 24 uur per dag zorg in de nabijheid of permanent toezicht nodig heeft:
Als jeugdige of zijn ouder(s) weigeren mee te werken aan het verkrijgen van een besluit op basis van de Wet langdurige zorg terwijl er gegronde redenen zijn die aannemelijk maken dat de jeugdige recht heeft op een dergelijk besluit, bijvoorbeeld bij de noodzaak tot meer dan 4 dagdelen dagbesteding, dan weigert het college een individuele voorziening op grond van de Jeugdwet.
Als een jeugdige met een besluit op basis van de Wet langdurige zorg een aanvraag indient voor behandeling voor een psychische stoornis, verleent het college een individuele voorziening jeugdhulp, mits de behandeling integraal onderdeel uitmaakt van de geboden behandeling vanuit de Wet langdurige zorg.
Het college maakt afspraken met de gecertificeerde instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming en Justitiële Jeugdinrichtingen over het overleg over de inzet van jeugdhulp bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing en jeugdreclassering als bedoeld in artikel 2.4 lid 2 onderdeel b van de wet;
Artikel 7.6 Voorschoolse voorzieningen, onderwijs en leerplicht
Er kan aanspraak gemaakt worden op een voorziening vanuit de Jeugdwet en/of de Wet passend onderwijs. De onderlinge afstemming is als volgt geregeld:
Wanneer een jeugdige recht heeft op ondersteuning vanuit de Wet passend onderwijs is deze wet voorliggend op de Jeugdwet en hoeft het college geen voorziening te treffen op grond van de Jeugdwet. Voorbeelden van ondersteuning vanuit de Wet passend onderwijs zijn educatieve dagbesteding en onderwijszorgarrangementen.
Als op basis van wettelijke bepalingen onduidelijk is of de hulpvraag valt onder de Wet passend onderwijs of onder de Jeugdwet, dan rust op het college een inspanningsverplichting om te komen tot een goede afstemming van betrokken partijen. Afspraken over de afstemming van jeugdhulpvoorzieningen, onderwijszorg en leerplichtzaken worden vastgelegd in het gezinsplan van de jeugdige en/of zijn ouders.
Het college maakt afspraken met Veilig Thuis over de toegang naar algemene en individuele voorzieningen.
Artikel 7.9 Voorzieningen werk en inkomen
Het college draagt zorg dat het toegangsteam, jeugdhulpaanbieders en de gecertificeerde instellingen financiële belemmeringen voor het slagen van preventie en jeugdhulp vroegtijdig signaleren en waar nodig jeugdigen en hun ouders helpen de juiste ondersteuning vanuit de gemeentelijke voorzieningen – zoals schuldhulpverlening, inkomensvoorzieningen, re-integratievoorzieningen en armoedevoorzieningen - te krijgen om deze belemmeringen weg te nemen.
Hoofdstuk 8. Waarborgen verhouding prijs en kwaliteit
Artikel 8.1 Verhouding prijs en kwaliteit jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen
Het college houdt in het belang van een goede prijs-kwaliteitverhouding bij de vaststelling van de tarieven die het hanteert voor door derden te leveren jeugdhulp of uit te voeren kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering, rekening met:
Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden ziet het college toe op naleving van deze eisen door periodieke overleggen met de jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen en derden waar de jeugdige via een pgb individuele voorzieningen betrekken, een doorlopend clientervaringsonderzoek als bedoeld in artikel 3 de Wet en het zo nodig in overleg met de jeugdige of zijn ouders ter plaatse controleren van de geleverde individuele voorzieningen.
Hoofdstuk 9. Klachten en medezeggenschap
Het college en het wijkteam verwerken geen persoonsgegevens van een jeugdige of ouder, tenzij dit voor de uitvoering van de wet noodzakelijk is.
Het college behandelt klachten van de jeugdige of zijn ouders die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van aanvragen als bedoeld in deze verordening overeenkomstig de bepalingen van de Klachtenverordening van de gemeente Tiel
Artikel 9.3 Betrekken inwoners bij ontwikkelen beleid
Het college stelt inwoners, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per 2 jaar geëvalueerd. Het college rapporteert over de bevindingen aan de gemeenteraad.
Artikel 10.2 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen in het voordeel van de cliënt afwijken van de bepalingen van deze verordening als door toepassing ervan de cliënt duidelijk onrecht wordt gedaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-548657.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.