Gemeenteblad van Hengelo
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Hengelo | Gemeenteblad 2024, 548012 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Hengelo | Gemeenteblad 2024, 548012 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hengelo 2025
De raad van de gemeente Hengelo;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2024; gelet op:
de artikelen 2.1.3, 2.1.4, 2.1.4a, 2.1.5, 2.1.6, 2.3.6, 2.6.6, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 149 gemeentewet;
het Transformatieplan Sociaal Domein Hengelo; Overwegende dat burgers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven; dat van burgers verwacht mag worden dat zij elkaar daarin naar vermogen bijstaan; dat burgers die zelf, dan wel samen met personen in hun omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep moeten kunnen doen op ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen; dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelf- redzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd wonen en maatschappelijke- en vrouwenopvang, en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving;
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hengelo 2025
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1. Begripsbepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Algemeen gebruikelijke voorziening: voorziening die niet speciaal is bedoeld voor mensen met een beperking en die algemeen verkrijgbaar en daadwerkelijk beschikbaar is, een passende bijdrage levert aan het realiseren van een situatie waarin de inwoner tot zelfredzaamheid of participatie in staat is en deze financieel gedragen kan worden door mensen met een inkomen op minimumniveau.
Hoofdstuk 2 Procedurele bepalingen
Het college kan cliënt alsmede zijn gemachtigde of vertegenwoordiger verplichten zich te legitimeren door middel van een identiteitsbewijs als bedoeld in de Wet op de identificatieplicht.
Voor zover noodzakelijk onderzoekt het college zo spoedig mogelijk in een gesprek, bedoeld in artikel 2.4. eerste lid, met de cliënt, zijn vertegenwoordiger en waar mogelijk de mantelzorger(s), deskundigen en desgewenst sociaal netwerk:
de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid, zijn participatie of de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;
Artikel 2.6. Eigen kracht en sociaal netwerk
Het college onderzoekt welke hulp naar aard en omvang nodig is en/of die hulpverleend kan worden middels eigen kracht, het sociaal netwerk, een algemene voorziening, als bedoeld in artikel 3.1., of een andere voorziening, als bedoeld in artikel 1.1. lid c.
Onder het sociale netwerk wordt verstaan deze personen met wie cliënt regelmatig contacten onderhoudt, zoals bijvoorbeeld familieleden, huidgenoten, mantelzorgers, buren en medeleden van een vereniging. Als personen uit het sociaal netwerk van de cliënt kunnen bijdragen aan het verminderen of oplossen van de problematiek, wordt dit ook gezien als het aanspreken van eigen kracht.
Het college onderzoekt of er bij de eigen kracht sprake is van gebruikelijke hulp door huisgenoten, zoals bedoeld in artikel 1.1. lid m. Wanneer de hulp die wordt geboden substantieel intensiever is dan gemiddeld gebruikelijk is bij gezonde cliënten van dezelfde leeftijd, is er sprake van bovengebruikelijke hulp.
Hoofdstuk 3 Algemene voorzieningen
Artikel 3.1. Voorliggend op maatwerkvoorziening
De basisondersteuning is een algemene voorziening voor inwoners die niet (volledig) op eigen kracht kunnen meedoen aan de maatschappij én er geen of een beperkt netwerk is om te helpen. De basisondersteuning is daarmee voorliggend op individuele- of maatwerkvoorzieningen vanuit de Wmo. Basisondersteuning is groepsgewijs waar het kan en individueel waar nodig (of in combinatie). Ook de basisondersteuning is toegankelijk zonder of op basis van een beperkte toegangsbeoordeling. De volgende diensten vallen in ieder geval onder de basisondersteuning:
Hoofdstuk 4 Maatwerkvoorzieningen
Paragraaf 4.1. Voorwaarden maatwerkvoorzieningen
Artikel 4.1.1. Voorwaarden maatwerkvoorzieningen beperking zelfredzaamheid of participatie
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het onderzoek, als bedoeld in artikel 2.4, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Als het college van oordeel is dat een cliënt zijn hulpvraag redelijkerwijs van tevoren had kunnen voorzien en met zijn beslissing had kunnen voorkomen, kan het college besluiten dat de cliënt niet in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening met betrekking tot de zelfredzaamheid of participatie.
Artikel 4.1.2. Voorwaarden maatwerkvoorzieningen Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang
Een cliënt met psychische of psychosociale problemen, een lichtverstandelijke beperking en een cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, komt voor een maatwerkvoorziening in aanmerking ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving, voor zover de cliënt deze problemen - naar het oordeel van het college - niet kan wegnemen of verminderen:
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het door het CIMOT uitgevoerde onderzoek, gebaseerd op de bepalingen van de Verordening van de centrumgemeente Enschede, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Paragraaf 4.2. Persoonsgebonden budget (pgb)
Artikel 4.2.1. Voorwaarden voor een pgb
Als een cliënt in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening, maar de ondersteuning zelf wenst in te kopen door middel van een door het college te verstrekken pgb, dient de cliënt daartoe volgens een door het college ter beschikking gesteld format een gemotiveerde aanvraag in, samen met een ondersteuning- en budgetplan, waarbij de cliënt aangeeft:
Onverminderd artikel 2.3.6, tweede en vijfde lid, van de wet,, verstrekt het college geen pgb voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan de indiening van de aanvraag heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of de ingekochte voorziening of dienst noodzakelijk was.
Een pgb kan niet worden verstrekt:
indien er twijfels zijn over de integriteit van de zorgverlener en/of pgb-aanbieder, wat zich in ieder geval voordoet indien de zorgverlener en/of pgb-aanbieder:
er sprake is van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat de pgb-aanbieder en/of zijn directie en/of de aan hen gelieerde vennootschappen een zakelijk samenwerkingsverband onderhouden met derden die in relatie staan tot strafbare feiten of daarvan verdacht worden;
Een pgb-beheerder wordt alleen geacht cliënt te kunnen helpen bij het beheer van het pgb, als:
hij/zij niet ook de uitvoerder is van de ondersteuning die met het pgb wordt ingekocht of geen (financiële) relatie heeft met de uitvoerder van de ondersteuning. Tenzij het college dit gezien de situatie van de cliënt, de aard van de ingekochte ondersteuning en de waarborgen waarmee een verantwoorde besteding en verantwoording van het pgb is omgeven, wel passend vindt;
Artikel 4.2.2. Professionele ondersteuning
Er is sprake van professionele ondersteuning als er sprake is van één van de in dit artikel genoemde situaties en de hulpverlener beschikt over een Verklaring omtrent gedrag (VOG) die na of kort voor indiensttreding bij zijn werkgever of de start van de ondersteuning is afgegeven, als bepaald in artikel 5.1.1. lid 2 sub d:
De organisatie die de ondersteuning levert voldoet aan alle volgende, cumulatieve, voorwaarden:
staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en waarvan de activiteiten blijkens deze inschrijving bestaan uit het verlenen van ondersteuning die past binnen de kaders van de resultaatgebieden ondersteuning bij het huishouden, ondersteuning bij algemeen dagelijkse handelingen en vaardigheden, ondersteuning wonen en ondersteuning gericht op woningaanpassingen, ondersteuning gericht op het zich verplaatsen binnen de leefomgeving, ondersteuning in de vorm van beschermd wonen en ondersteuning in de vorm van (maatschappelijke) opvang;
Een zelfstandig werkende hulpverlener voldoet aan alle volgende, cumulatieve voorwaarden:
staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en waarvan de activiteiten blijkens deze inschrijving bestaan uit het verlenen van ondersteuning die past binnen de kaders van de resultaatgebieden ondersteuning bij het huishouden, ondersteuning bij algemeen dagelijkse handelingen en vaardigheden, ondersteuning wonen en verblijf, ondersteuning gericht op woningaanpassing en ondersteuning gericht op het zich verplaatsen binnen de leefomgeving;
een hulpmiddel wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de zaak die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als het hulpmiddel in natura zou zijn verstrekt. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening zou betreffen, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening zou betreffen, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting;
professionele ondersteuning ten hoogste 80% voor een zzp’er en ten hoogste 100% voor een organisatie van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate te verstrekken voorziening in natura, of de goedkoopste adequate oplossing via de leverancier of de aanbieder waarmee de gemeente een contract heeft gesloten. Hiervoor wordt bij de geldende CAO aangesloten.
de maximale tegemoetkoming per kalendermaand voor een hulp uit het sociaal netwerk zoals opgenomen in artikel 2ab van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015, tenzij op basis van het budgetplan van de cliënt kan worden volstaan met een lagere tegemoetkoming. De tegemoetkoming wordt berekend aan de hand van het tarief zoals opgenomen in bijlage 1 onderdeel A van deze verordening.
ondersteuning door het sociale netwerk bij ondersteuning bij het huishouden ten hoogste 80% van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate te verstrekken voorziening in natura, of de goedkoopst adequate oplossing via de leverancier of de aanbieder waarmee de gemeente een contract heeft gesloten.
Paragraaf 4.4. Bijdrage voor gebruik maatwerkvoorzieningen
Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening in natura dan wel in de vorm van een pgb, zolang hij van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt. Het bedrag per maand is gelijk aan die genoemd in artikel 2.1.4a lid 4 van de wet, waarbij het de bedoeling is dat de maximale bijdrage wordt geheven die de wetgever beoogd heeft.
Als de bijdrage voor een maatwerkvoorziening ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd, is de bijdrage verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Binnen de basisondersteuning, als bedoeld in artikel 3.1. lid 3, wordt voor de diensten waarvoor anders naar de Wmo verwezen wordt een eigen bijdrage geheven wanneer er sprake is ven een duurzame ondersteuningsrelatie (mits er geen sprake is van een Wmo-indicatie waarvoor al een eigen bijdrage wordt geheven).
Bij een duurzame ondersteuningsrelatie heeft de cliënt in ieder geval een relatie met een (vaste) (zorg)medewerker voor een langere periode, waarbij het persoonlijke aspect een rol speelt. Er is dus geen sprake van een duurzame hulpverleningsrelatie wanneer u tijdelijk hulp krijgt na bijvoorbeeld een ziekenhuisopname.
Artikel 4.4.2. Eigen bijdrage maatwerkvoorzieningen Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang
Een cliënt is een eigen bijdrage verschuldigd in de kosten voor verblijf in een maatschappelijke- en vrouwenopvang of beschermd wonen. De bedragen per maand, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdrage zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.11 tot en met 3.20 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, waarbij het de bedoeling is dat de maximale bijdrage wordt geheven die de wetgever beoogd heeft.
Hoofdstuk 5. Kwaliteit, klachten en inspraak
Paragraaf 5.1. Kwaliteitseisen
Artikel 5.1.1. Kwaliteitseisen
Om na te gaan of de kwaliteit van de ondersteuning voldoende geborgd is, wordt onder meer gekeken naar de volgende punten:
Bij indiensttreding dient de professional die de ondersteuning levert en de bestuurder(s) van een zorgorganisatie te beschikken over een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) met screeningsprofiel 45 ‘gezondheidszorg en welzijn van mens en dier’. De VOG dient specifiek voor de betreffende functie die door de medewerker wordt uitgevoerd te zijn afgegeven. De VOG mag niet eerder zijn afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene bij de aanbieder in dienst is getreden en niet ouder te zijn dan drie jaar. Na indiensttreding zorgt de aanbieder ervoor dat er voor de medewerker per drie jaar een nieuwe VOG wordt aangevraagd en verkregen. Een VOG is niet nodig bij zorg door familie (eerste of tweedegraads) of partner.
De zorgaanbieder dient financieel gezond te zijn en er dient aan financiële verplichtingen voldaan te worden, zodat de continuïteit van de zorg voor de cliënt voldoende gewaarborgd is. De zorgaanbieder kan worden gevraagd de meest recente jaarrekening over te leggen. In het geval van een organisatie zonder rechtspersoonlijkheid kan om een balans en resultatenrekening gevraagd worden, waaruit in ieder geval de gerealiseerde omzet en kosten gesplitst naar personele kosten en materiële kosten is opgenomen.
Artikel 5.1.2. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
Paragraaf 5.2. Klachten, medezeggenschap en meldingen
Artikel 5.2.1. Klachtregeling en medezeggenschapsregeling
Het college behandelt klachten van cliënten - dan wel hun gemachtigden, vertegenwoordigers of mantelzorgers - die betrekking hebben op de wijze van afhandeling van hulpvragen en aanvragen als bedoeld in deze verordening, overeenkomstig de bepalingen van de Procedureregeling Klachtbehandeling gemeente Hengelo.
Paragraaf 5.3. Betrekken ingezetenen bij beleid
Artikel 5.3.1. Inspraak en medezeggenschap
Het college stelt ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Hoofdstuk 6 Bestrijding, misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet
Artikel 6.1. Nieuwe feiten en omstandigheden
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beslissing op grond van artikel 6.2., eerste lid 1, onder a, heeft ingetrokken dan wel herzien en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens opzettelijk door de cliënt heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Als het college heeft vastgesteld dat de zorg die de aanbieder levert niet voldoet aan de kwaliteits- eisen volgend uit de wet en/of de kwaliteitseisen die zijn opgenomen in de verordening en het college op basis daarvan een beslissing heeft ingetrokken dan wel herzien, kan het college van de cliënt en of de aanbieder, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.
I. Tegemoetkoming voor hulp uit het sociaal netwerk op grond van artikel 2ab van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015
I. Verhuis- en inrichtingskosten en primaat verhuizen
|
De hoogte van een vergoeding voor verhuis- en inrichtingskosten bedraagt maximaal |
|||
|
De hoogte van een vergoeding voor verhuiskosten voor het vrijmaken van een woning bedraagt maximaal |
II. Woningaanpassing in de vorm van uitbreiding
Wanneer de aanpassing van een woning bestaat uit het aanbouwen bij een bestaande woning of groter bouwen van een nieuwe woning dan wanneer er geen aanpassingen nodig zouden zijn geweest, is de vergoeding maximaal gelijk aan het bedrag voor het aantal meters zoals is aangegeven in de tabel onder 2.2 en een gedeelte van de buitenruimte bij een woning zoals vermeld onder 2.3.
Het aantal m² verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, dan wel tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort dat bij het nieuw aanleggen van paden, dan wel bij het aanpassen van bestaande paden ten hoogste voor een vergoeding in aanmerking komt bedraagt 20 m².
III. Aanpassingen woonwagens en woonschepen
De hoogte van een vergoeding voor een maatwerkvoorziening gericht op het verplaatsen in de leefomgeving bedraag ten hoogste per jaar voor:
Een uitzondering op 5.3 geldt voor autostoelen die overplaatsbaar zijn . De berekening van deze vergoeding wordt niet gebaseerd op de leeftijd van de auto. De aanpassing (autostoel en andere autoaanpassingen samen) wordt volledig vergoed tot een maximum van €4.000,-. De kosten van overplaatsing van de autostoel in een nieuwe auto zijn voor kosten van de cliënt.
De hoogte van een vergoeding voor vervoer van en naar de dagbesteing bedraag maximaal per kilometer: €0,19 per kilometer. De afstand van woning-dagbesteding wordt bepaald via de ANWB routeplanner volgens de kortste route met de auto. De afstand wordt berekend in kilometers afgerond op 1 cijfers achter de komma (100 meter).
VII. Bezoekbaar maken van een woning
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-548012.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.