Gemeenteblad van Coevorden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Coevorden | Gemeenteblad 2024, 547517 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Coevorden | Gemeenteblad 2024, 547517 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden 2025
De raad van de gemeente Coevorden,
de artikelen 2.1.3, artikel 2.1.4, eerste, tweede, derde, vierde en zesde lid, artikel 2.1.4a. eerste, tweede, derde, vijfde en zesde lid, artikel 2.1.4b tweede lid, artikel 2.1.5, eerste lid, artikel 2.1.6, artikel 2.1.7, artikel 2.3.6, vierde lid, en artikel 2.6.6, eerste lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
het noodzakelijk is om cliënten te ondersteunen als zij beperkingen ondervinden in hun maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid en zij niet in staat zijn om op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg, met hulp van het sociale netwerk of met gebruikmaking van algemene voorzieningen hiervoor een oplossing te vinden;
het noodzakelijk is om cliënten met psychische of psychosociale problemen en cliënten die vanwege huiselijk geweld of om andere redenen de thuissituatie hebben verlaten, te ondersteunen bij het zich handhaven in de samenleving als zij hier niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg, of met hulp van het sociale netwerk of met gebruikmaking van algemene voorzieningen toe in staat zijn;
‘’Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden 2025’’
Artikel 1.1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
gebruikelijke hulp: de normale, dagelijkse hulp die partners of ouders en inwonende kinderen (passend bij de leeftijd) geacht worden elkaar onderling te bieden omdat ze als leefeenheid gemeenschappelijk een woning bewonen en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van het huishouden.
Hoofdstuk 3: Aanvraag en beslissing maatwerkvoorziening
Artikel 3.2. Algemene criteria
Een cliënt met psychische of psychosociale problemen en een cliënt die vanwege huiselijk geweld of om een andere reden de thuissituatie heeft verlaten, komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving, als de cliënt de problemen niet kan verminderen of wegnemen door gebruik te maken van:
Artikel 3.4. Algemene weigeringsgronden
Geen maatwerkvoorziening wordt verstrekt:
als de gevraagde voorziening al eerder aan de cliënt is verstrekt op grond van enige wettelijke bepaling en de normale afschrijvingstermijn van die voorziening nog niet verstreken is. Tenzij de voorziening verloren is gegaan door omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen of de cliënt de restwaarde van de voorziening die verloren is gegaan geheel of gedeeltelijk vergoedt;
Artikel 3.5. Weigeringsgronden woonvoorziening
Geen woonvoorziening wordt verstrekt:
als het om voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten gaat, anders dan automatische deuropeners, hellingbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders of het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte;
Artikel 3.7. Inhoud beschikking
Hoofdstuk 4: Maatwerkvoorzieningen
Artikel 4.2. Begeleiding en dagbesteding
Groepsbegeleiding (Participatie) wordt meestal dagbesteding genoemd. Dagbesteding heeft tot doel te komen tot een herkenbare dag structuur en bezig te zijn met activiteiten die zinvol zijn. Doel is deelname aan de samenleving binnen de mogelijkheden van de inwoner en het ontwikkelen dan wel vasthouden van vaardigheden die bijdragen aan de zelfredzaamheid. Het kan ook bijdragen aan de vermindering van de belasting van de mantelzorgers.
Artikel 4.4. Verplaatsen in en om de woning
Verplaatsing in en om de woning betreft het zich verplaatsen met een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik.
De cliënt kan aanspraak maken op een woningaanpassing wanneer het vanwege een beperking niet mogelijk is om op een normale manier gebruik kunnen maken van de woning. Uitgangspunt is dat elke cliënt zelf verantwoordelijk is voor het wonen in een geschikte woning. Daarbij mag er van uit worden gegaan dat er rekening wordt gehouden met bekende beperkingen en de toekomstverwachting.
De cliënt die ondersteuning nodig heeft in de vorm van een maatwerkvoorziening beschermd wonen of maatschappelijke opvang, kan zich melden bij Stichting de Toegang in Emmen. Deze melding kan schriftelijk, mondeling, telefonisch of digitaal worden gedaan. Stichting de Toegang voert het onderzoek uit voor de gemeente Coevorden.
Indien de cliënt niet behoort tot de doelgroep die in aanmerking komt voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, wordt deze doorverwezen naar de gemeente Coevorden dan wel een andere voorliggende voorziening. Indien de cliënt daarmee instemt, draagt Stichting de Toegang de reeds bekende informatie over aan de gemeente Coevorden.
Artikel 4.9. Voorwaarden beschermd wonen
De cliënt die ondersteuning op maat in de vorm van beschermd wonen nodig heeft, komt hiervoor in aanmerking wanneer de cliënt:
Niet goed voor zichzelf kan zorgen door psychische beperkingen en hierdoor problemen heeft die variëren van problemen met financiën, dagbesteding, lichamelijke en geestelijke gezondheid, woonproblemen en relatieproblemen. Daarnaast kan er sprake zijn van problemen met justitie of verslaving. Ook kan er sprake zijn van beperkingen in het dagelijks leven als het gaat om maatschappelijke participatie en het sociaal netwerk;
Hoofdstuk 5 Persoonsgebonden budget (pgb)
Artikel 5.1. Regels voor een pgb
Als een cliënt in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening en de ondersteuning zelf wenst in te kopen door middel van een pgb, toetst het college of voldaan wordt aan de in artikel 2.3.6. tweede lid van de wet opgenomen voorwaarden. De cliënt dient daarvoor onder andere een budgetplan in. In het budgetplan is in elk geval opgenomen:
Artikel 5.2. Onderscheid formele en informele hulp
Van formele hulp is sprake als de hulp verleend wordt door onderstaande personen, met uitzondering van bloed- of aanverwanten in de 1e of 2e graad van de cliënt:
personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister zoals bedoeld in artikel 5 Handelsregisterwet 2007 en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
personen die aangemerkt zijn als Zelfstandige zonder personeel. Daarnaast moeten ze ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister zoals bedoeld in conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007 en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken.
Het pgb voor een sportvoorziening en de daarmee eventueel samenhangende kosten van onderhoud, verzekering, keuring en reparatie wordt bepaald aan de hand van door de cliënt opgevraagde vergelijkbare offertes, waarbij de prijs van de leverancier die de goedkoopst adequate voorziening kan leveren doorslaggevend is. De gemeente is gemachtigd om een tegenofferte op te vragen, waarbij de economisch meest voordelige uitgangspunt is voor verdere besluitvorming.
Hoofdstuk 6 Financiële tegemoetkoming
Artikel 6.3 Voorwaarden voor uitbetaling van de financiële tegemoetkoming
De tegemoetkoming kan voorafgaande aan de aanschaf, of na realisering van de voorziening worden verstrekt:
indien de tegemoetkoming voorafgaande aan de aanschaf van de voorziening wordt uitbetaald aan de cliënt, dient deze binnen drie maanden na verstrekking van de tegemoetkoming een bewijsstuk aan te leveren waaruit blijkt dat de financiële tegemoetkoming is aangewend voor de aanschaf van de voorziening;
Als na inspectie blijkt dat de voorziening niet voldoet aan het programma van eisen, kan de gemeente de beslissing tot toekenning van de financiële tegemoetkoming herzien dan wel intrekken. Indien het besluit tot intrekking de cliënt kan worden aangerekend, kan het college de tegemoetkoming terugvorderen op grond van artikel 2.4.1 lid 1 van de Wet.
Hoofdstuk 8: Bestrijding misbruik
Artikel 8.1. Bestrijding oneigenlijk gebruik, misbruik en niet-gebruik van maatwerkvoorzieningen en pgb’s
Het college treft maatregelen om het oneigenlijk gebruik van maatwerkvoorzieningen en pgb’s te voorkomen en fraude te bestrijden. Het gaat in ieder geval om de volgende maatregelen:
Het college maakt afspraken met aanbieders van voorzieningen over de facturatie, resultaatsturingen en accountantscontroles. Dit om ervoor te zorgen dat declaraties en uitbetalingen in overeenstemming zijn met de contractuele afspraken, de leveringsopdracht, de prestatieafspraken en de feitelijk geleverde prestaties.
Hoofdstuk 9: Kwaliteit en veiligheid
Artikel 9.2. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffend, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
Artikel 12.2. Hardheidsclausule
Het college kan op verzoek van de cliënt in bijzondere gevallen in het voordeel van de cliënt afwijken van de bepalingen in deze verordening als door toepassing ervan de cliënt duidelijk onrecht wordt aangedaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-547517.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.