Gemeenteblad van Oirschot
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oirschot | Gemeenteblad 2024, 547447 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oirschot | Gemeenteblad 2024, 547447 | beleidsregel |
Beleidskader ‘(Pré-)mantelzorgwoningen en meergeneratiewoningen Oirschot 2025’
In bepaalde situaties kunnen mantelzorgwoningen vergunningsvrij worden gerealiseerd. Deze mantelzorgwoningen worden gezien als een bijbehorend bouwwerk bij een bestaande woning. Als er geen sprake meer is van mantelzorg, moet de mantelzorgwoning ongedaan gemaakt worden. In sommige situaties betekent dit afbraak van het bouwwerk. Dit is niet altijd gewenst.
De woningnood is ten tijde van het vaststellen van dit beleidskader hoog. De verwachting is ook dat deze hoog zal blijven. Jongeren kunnen lastig een woning vinden en van doorstroming is slechts in beperkte mate sprake. Als we kijken naar de toekomst, verwachten we verder dat zorgbehoevenden in grotere mate een beroep zullen doen op mantelzorgers. Met het mogelijk maken van pré-mantelzorgwoningen en meergeneratiewoningen, creëren we mogelijkheden om onder voorwaarden extra woonruimte te realiseren. Ook maken we het mogelijk dat inwoners zich voorbereiden op de toekomst. Maar wanneer is er sprake van een mantelzorgwoning, pré-mantelzorgwoning of een meergeneratiewoning?
Het realiseren van een mantelzorgwoning, pré-mantelzorgwoning of een meergeneratiewoning is in het kader van het omgevingsplan niet altijd toegestaan. Om gewenste verzoeken toch mogelijk te maken, biedt de Omgevingswet het college van burgemeester en wethouders een zelfstandige bevoegdheid voor het verlenen van een vergunning in afwijking van het omgevingsplan (op grond van artikel 5.18 lid 1 en artikel 5.21 lid 2 onder b uit de Omgevingswet, samen met artikel 8.0a lid 2 uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (afgekort: Bkl)). Dit wordt omschreven als een Buitenplanse OmgevingsPlanActiviteit (afgekort: BOPA). Een aanvraag voor een pré-mantelzorgwoning of een meergeneratiewoning in afwijking van het omgevingsplan wordt altijd beoordeeld aan de hand van dit beleidskader.
In dit beleidskader wordt verstaan onder:
Artikel 2 Doel en toepassingsbereik
Bijlage 1 betreft een stroomschema wat kan worden gehanteerd om vast te stellen welke situatie van toepassing is (mantelzorg en dus een mantelzorgwoning, pré-mantelzorg en dus een pré-mantelzorgwoning of meergeneratiewonen en dus een meergeneratiewoning). Aanvullend is in bijlage 2 een stroomschema specifiek voor mantelzorgwoningen, in bijlage 3 een stroomschema specifiek voor pré-mantelzorgwoningen en in bijlage 4 een stroomschema specifiek voor meergeneratiewoningen opgenomen.
Artikel 3 Gebruik van de mantelzorgwoning
Zodra de mantelzorgbehoefte niet meer bestaat of komt te vervallen, zijn de volgende opties mogelijk:
De mantelzorgwoning inzetten als pré-mantelzorgwoning.
In de situatie dat er geen sprake is van mantelzorg of meergeneratiewonen, kan er een omgevingsvergunning voor tijdelijk gebruik worden aangevraagd in het kader van pré-mantelzorg, mits aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 4 van dit beleidskader wordt voldaan.
De mantelzorgwoning inzetten als meergeneratiewoning.
In de situatie dat er geen sprake is van mantelzorg of pré-mantelzorg, kan er een omgevingsvergunning voor tijdelijk gebruik worden aangevraagd in het kader van meergeneratiewonen, mits aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 5 van dit beleidskader wordt voldaan.
Artikel 4 Gebruik van de pré-mantelzorgwoning
De geldigheid van de persoonsomgevingsvergunning voor tijdelijk gebruik als bedoeld in het eerste lid van dit artikel vervalt als de pré-mantelzorgbehoefte komt te vervallen als gevolg van bijvoorbeeld overlijden óf verhuizing van de persoon of personen als bedoeld in het derde lid van dit artikel onder a of c, die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.
Als een situatie als omschreven in het zevende lid van dit artikel zich voordoet, zijn de volgende opties mogelijk:
De pré-mantelzorgwoning inzetten als meergeneratiewoning.
In de situatie dat er geen sprake is van mantelzorg of pré-mantelzorg, kan er een omgevingsvergunning voor tijdelijk gebruik worden aangevraagd in het kader van meergeneratiewonen, mits aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 5 van dit beleidskader wordt voldaan.
Artikel 5 Gebruik van de meergeneratiewoning
De geldigheid van de persoonsgebonden omgevingsvergunning voor tijdelijk gebruik als bedoeld in het eerste lid van dit artikel vervalt als de persoon of personen ten behoeve waarvan de persoonsgebonden omgevingsvergunning voor meergeneratiewonen is verstrekt, om welke reden dan ook niet meer woonachtig is of zijn in de hoofdwoning of in de tijdelijke woonvoorziening.
Als een situatie als omschreven in het zesde lid van dit artikel zich voordoet, zijn de volgende opties mogelijk:
De meergeneratiewoning opnieuw inzetten als meergeneratiewoning.
In de situatie dat er geen sprake is van mantelzorg of pré-mantelzorg, kan er voor een ander familielid (of andere familieleden) een nieuwe persoonsgebonden omgevingsvergunning voor tijdelijk gebruik worden aangevraagd in het kader van meergeneratiewonen, mits aan de voorwaarden als bedoeld in dit artikel wordt voldaan.
Artikel 6 Voorwaarden bouwactiviteiten mantelzorgwoningen
In het geval de huisvesting wordt gerealiseerd in de bestaande hoofdwoning óf in een bestaande aanbouw, uitbouw of bijgebouw aan of bij de bestaande hoofdbewoning, zijn de eventueel benodigde bouwactiviteiten mogelijk vergunningsvrij:
De bouwactiviteiten zijn mogelijk niet vergunningsvrij in situaties waarbij de bouwkundige constructie of de gevelaanzichten wel worden aangepast. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het realiseren van een extra raam- of deuropening of het aanpassen van de hoofddraagconstructie. Raadpleeg in deze situaties altijd een deskundig adviseur of de gemeente voor aanvullende informatie.
In het geval de huisvesting wordt gerealiseerd in een nieuw te realiseren bouwwerk, is het mogelijk om dit in een tijdelijk of permanent bouwwerk te realiseren. De bouwactiviteiten kunnen, afhankelijk van de situatie, vergunningsvrij zijn. Hierbij geldt het volgende:
Voor het plaatsen van een tijdelijk bouwwerk (in zijn geheel of in delen verplaatsbaar) binnen de bebouwde kom is mogelijk een vergunning nodig. De eventuele vergunning vervalt op het moment dat het tijdelijk bouwwerk niet meer wordt ingezet ten behoeve van mantelzorg. De bouwactiviteiten moeten passen binnen de mogelijkheden van het geldende omgevingsplan ter plaatse en/of de beleidsregels ‘Kleine buitenplanse omgevingsplan activiteiten’.
Bij een permanent bouwwerk is er geen sprake van een maximale instandhoudingstermijn. Een omgevingsvergunning voor de bouwactiviteiten is mogelijk niet verplicht in de situatie dat de beoogde bouwactiviteiten passen binnen de mogelijkheden van het omgevingsplan en/of voldoen aan de regels voor vergunningsvrij bouwen. Als de beoogde bouwactiviteiten hier niet binnen passen, is een omgevingsvergunning altijd verplicht.
Neem in alle gevallen voor meer informatie per mail contact op met de gemeente via info@oirschot.nl.
Artikel 7 Voorwaarden bouwactiviteiten pré-mantelzorgwoningen en meergeneratiewoningen
In het geval de huisvesting wordt gerealiseerd in de bestaande hoofdwoning óf in een bestaande aanbouw, uitbouw of bijgebouw aan of bij de bestaande hoofdbewoning, zijn de eventueel benodigde bouwactiviteiten mogelijk vergunningsvrij:
De bouwactiviteiten zijn mogelijk niet vergunningsvrij in situaties waarbij de bouwkundige constructie of de gevelaanzichten wel worden aangepast. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het realiseren van een extra raam- of deuropening of aanpassen hoofddraagconstructie. Raadpleeg in deze situaties altijd een deskundig adviseur of de gemeente voor aanvullende informatie.
In het geval de huisvesting wordt gerealiseerd in een nieuw te realiseren bouwwerk, is het mogelijk om dit in een tijdelijk of permanent bouwwerk te realiseren. De bouwactiviteiten kunnen, afhankelijk van de situatie, vergunningsvrij zijn. Hierbij geldt het volgende:
Voor het plaatsen van een tijdelijk bouwwerk binnen de bebouwde kom is ten aller tijde een vergunning nodig. Als deze vergunning wordt toegekend, kent deze dezelfde instandhoudingstermijn als de persoonsgebonden omgevingsvergunning voor het gebruik van de pré-mantelzorgwoning of meergeneratiewoning. De bouwactiviteiten moeten passen binnen de mogelijkheden van het geldende omgevingsplan ter plaatse en/of de beleidsregels ‘Kleine buitenplanse omgevingsplan activiteiten’.
Bij een tijdelijk bouwwerk buiten de bebouwde kom is het ook mogelijk om een omgevingsvergunning te krijgen voor maximaal 100 m² bovenop de mogelijkheden uit het geldende omgevingsplan ter plaatse. Als deze vergunning wordt toegekend, kent deze dezelfde instandhoudingstermijn als de persoonsgebonden omgevingsvergunning voor het gebruik van de pré-mantelzorgwoning of meergeneratiewoning.
Bij een permanent bouwwerk is er geen sprake van een maximale instandhoudingstermijn. Een omgevingsvergunning voor de bouwactiviteiten is mogelijk niet verplicht in de situatie dat de beoogde bouwactiviteiten passen binnen de mogelijkheden van het omgevingsplan en/of voldoen aan de regels voor vergunningsvrij bouwen. Als de beoogde bouwactiviteiten hier niet binnen passen, is een omgevingsvergunning altijd verplicht.
Neem in alle gevallen voor meer informatie per mail contact op met de gemeente via info@oirschot.nl.
Artikel 8 Ongedaan maken van de tijdelijke woonvoorziening (verwijderen of onklaar maken)
Als de tijdelijke woonvoorziening niet meer wordt ingezet ten behoeve van mantelzorg, pré-mantelzorg of meergeneratiewonen, moet de tijdelijke woonvoorziening verwijderd of onklaar gemaakt worden. Afhankelijk van de situatie geldt het volgende:
Een tijdelijke woonvoorziening in een permanent bouwwerk, zoals omschreven in artikel 6 lid 2 onder c én artikel 7 lid 2 onder c, dient onklaar gemaakt te worden door het verwijderen van de keuken en losse inrichting (meubels). Het moet aannemelijk zijn dat de tijdelijke woonvoorziening niet meer wordt bewoond.
Artikel 10 Leges, anterieure overeenkomst en nadeelcompensatie
Aan het indienen van een aanvraag zijn leges verbonden. Deze leges zijn terug te vinden in de meest actuele verordening op de heffing en invordering van leges van de gemeente Oirschot. De leges kunnen bestaan uit de activiteit bouwen (omgevingsplan) én afwijken van regels uit het omgevingsplan (denk hierbij aan een kleine buitenplanse afwijking);
In de situatie dat de gemeente toestemming verleent om af te wijken van het geldende omgevingsplan of de geldende beheersverordening om een tijdelijke woonvoorziening mogelijk te maken, kan de gemeente specifieke afspraken maken en vastleggen in een anterieure overeenkomst. Deze afspraken kunnen gaan over financiële bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen. Denk hierbij aan (openbaar) groen, waterberging en infrastructuur, maar bijvoorbeeld ook aan plankosten en planschade. Indien de aanvrager een dergelijke anterieure overeenkomst weigert af te sluiten of niet tijdig afsluit, wordt geen medewerking verleend aan de afwijking en wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Indien van toepassing kunnen hier de volgende aanvullende kosten uit volgen:
Artikel 11 Onvoorziene omstandigheden/hardheidsclausule
Op basis van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht kan het college alleen afwijken van dit beleidskader, als het toepassen van dit beleidskader voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met dit beleidskader te dienen doelen. Het college heeft in deze de bevoegdheid om af te wijken van haar eigen beleidskader.
Afwijken van dit beleidskader kan in ruimere en in beperkende zin gedaan worden. Om gebruik te maken van deze clausule zal een goede motivering aangeleverd moeten worden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-547447.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.