Gemeenteblad van Ommen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ommen | Gemeenteblad 2024, 547231 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ommen | Gemeenteblad 2024, 547231 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Financiële Verordening gemeente Ommen 2024
HOOFDSTUK 1: Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Clusters: iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen verantwoordelijkheid, toegekend door het college van burgemeester en wethouders (hierna het College van B&W) op grond van artikel 160 lid 1c van de Gemeentewet.
Administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Ommen en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
BBV: het Besluit begroting verantwoording voor provincies en gemeenten.
Doelmatigheid: de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.
Doeltreffendheid: de mate waarin met de geleverde prestaties de gestelde doelen of beoogde maatschappelijke effecten worden bereikt.
Financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Ommen, teneinde te komen tot een goed inzicht in:
Programma: een samenhangend geheel van activiteiten om de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken. Programma’s worden vastgesteld door de raad.
Rechtmatigheidsverantwoording: de rapportage van het college van B&W waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheer handelingen en de vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving.
HOOFDSTUK 2: Begroting en verantwoording
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het investeringskrediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
Bij de begrotingsbehandeling kan de Raad aangeven van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Het college van B&W informeert de Raad als ze verwacht, dat de lasten van een Programma of een prioriteit de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden, de investeringsuitgaven van een investeringskrediet het geautoriseerde investeringskrediet dreigen te overschrijden, of de baten van een programma of een prioriteit de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden. De Raad geeft aan of hij een voorstel wil voor het wijzigen van de geautoriseerde lasten van het programma of de prioriteit, voor het wijzigen van het geautoriseerde investeringskrediet, of voor het bijstellen van het beleid.
Bij de behandeling van de tussenrapportages in de Raad bedoeld in artikel 6, lid 1, doet het college van B&W voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid. In geval van investeringen met een meerjarig karakter doet het college van B&W indien nodig ook bij iedere begroting op grond van geactualiseerde ramingen voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage
De rapportage gaat in op de budgettaire en beleidsmatige afwijkingen ten opzichte van de vastgestelde programmabegroting alsmede op eventuele nieuwe beleidsmatige ontwikkelingen en bevat tevens de realisatie ultimo rapportagedatum en een prognose van het jaarresultaat. Daarnaast wordt ingegaan op afwijkingen in tijd en geld ten aanzien van de investeringskredieten.
Artikel 8. Wensen en bedenkingen over grote onderwerpen
In het kader van de actieve informatieplicht beslist het college van B&W niet over:
het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen, dan nadat de Raad is geïnformeerd over het voornemen en hiertoe in gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college van B&W te brengen. Wanneer er niet voldaan is aan de informatieplicht zullen de uitgaven niet als onrechtmatig aangemerkt worden bij de jaarrekening.
Wanneer het rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van de gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college van B&W de Raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het College van B&W een aanpassing nodig acht, doet het College van B&W een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
HOOFDSTUK 3: Rechtmatigheidsverantwoording
Artikel 11. Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Het college van B&W biedt de raad jaarlijks ter vaststelling een normenkader rechtmatigheid aan. Dit kader bestaat uit alle relevante (interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien. Het College van B&W operationaliseert dit normenkader in een toetsingskader ten behoeve van de interne beheersing.
Artikel 12. Begrotingscriterium
Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;
Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd indien deze niet tijdig aan de raad zijn gemeld. Onder ‘tijdig melden’ wordt verstaan bij de najaarsrapportage of andere tussentijdse rapportages of bij de jaarstukken. Lasten- en kredietoverschrijdingen zijn altijd onrechtmatig.
HOOFDSTUK 4: Financieel beleid
Artikel 16. Kostprijsberekening (art. 212 lid 2b Gemeentewet)
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
Voor de toerekening van de overheadkosten worden de overheadkosten die kunnen worden toegerekend aan activiteiten welke geheel of deels worden bekostigd met een specifieke uitkering of subsidie, binnen het taakveld overhead apart geadministreerd en in de desbetreffende verantwoordingen over de besteding toegerekend aan die activiteiten.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het derde en vierde lid betreffen, wordt uitgegaan van een aandeel in de totale overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel die worden besteed aan de desbetreffende goederen, werken, diensten en heffingen, gedeeld door de totale geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel.
In afwijking van artikel 16 eerste lid wordt bij een verstrekte lening voor de bepaling van de rentekosten van de inzet van vreemd vermogen in de kostprijs uitgegaan van de rente van de lening die voor de financiering van de verstrekte lening is aangetrokken. Deze rente wordt verhoogd met een opslag voor het debiteurenrisico.
Artikel 19. Financieringsfunctie (treasury)
De gemeente verstrekt geen garanties tenzij:
Een maatschappelijke organisatie met rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht (stichting of vereniging) aan kan tonen dat de middels gemeentegarantie te financieren zaken nodig zijn in het kader van een door de raad aangewezen “publieke taak” in de gemeente Ommen. De Raad bepaalt met de vaststelling van de (programma) begroting welke de publieke taken van de gemeente zijn en binnen welk budgettair kader deze worden uitgevoerd (past binnen en bijdragen aan het gemeentelijk beleid en het openbaar belang). Tevens moet er met de financiering een voor de gemeente relevant maatschappelijk doel worden gediend;
de te financieren zaken zonder gemeentegarantie niet zijn te realiseren. De aanvrager dient aan te tonen zonder garantie van de gemeente niet in staat te zijn de noodzakelijke geldlening te verwerven. Een garantie wordt niet verleend indien de aanvrager zonder onoverkomelijke bezwaren zonder gemeentegarantie een geldlening kan verkrijgen bij een financiële instelling. Een rentevoordeel ten opzichte van een lening bij een financiële instelling zonder gemeentegarantie is op zichzelf onvoldoende reden om een garantie te verlenen;
De gemeente verstrekt alleen een garantie aan een stichting of vereniging, na vooraf ingewonnen advies over de financiële positie en kredietwaardigheid. Jaarlijks vindt toetsing plaats van de financiële situatie van de stichting of vereniging aan de hand van de door de stichting of vereniging verplicht te overleggen jaarstukken.
De door de gemeente betaalde bedragen uit hoofde van de garantiestelling blijven als een direct opeisbare schuld op de instelling rusten. Over deze vorderingen wordt door de gemeente rente in rekening gebracht volgens een door het college van B&W bij het aangaan van de garantie te bepalen percentage.
De bevoegdheid tot het nemen van besluiten als bedoeld in dit artikel ligt bij het College van Burgemeester en Wethouders. Het College neemt het besluit niet dan nadat het College de Raad, een ontwerpbesluit toezond en de Raad in de gelegenheid stelde zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het College te brengen.
Het college van B&W neemt in de paragraaf lokale heffingen bij de begroting en de jaarstukken naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 10 van het BBV in ieder geval op:
Artikel 21. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
In dit artikel wordt verstaan onder:
netto schuld per inwoner: bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen gedeeld door het aantal inwoners op 31 december van het begrotingsjaar. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteuren, vorderingen en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen wordt verstaan: het totaal van leningen aan deelnemingen, leningen aan overige verbonden partijen, leningen aan derden, langlopende uitzettingen, kortlopende uitzettingen, debiteurenvorderingen, liquide middelen en overlopende activa;
onbenutte belastingcapaciteit onroerendezaakbelasting: positieve uitkomst van het verschil tussen de opbrengst onroerendezaakbelasting bij de tarieven die minimaal nodig zijn voor toegang tot de procedure van artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet en de (geraamde) opbrengst onroerendezaakbelasting.
Artikel 22. Onderhoud kapitaalgoederen
Het college van B&W biedt de raad ten minste eens in de 4 jaar een onderhoudsplan openbare ruimte aan. Het onderhoudsplan openbare ruimte geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor het openbaar groen, water, wegen, kunstwerken en straatmeubilair. De raad stelt het onderhoudsplan openbare ruimte vast.
Het college van B&W biedt de raad ten minste eens in de 4 jaar een rioleringsplan aan. Het rioleringsplan geeft het kader weer voor het beheer van het watersysteem, waaronder het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud. De raad stelt het rioleringsplan vast.
Het college van B&W neemt in de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
HOOFDSTUK 6: Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Artikel 26. Financiële organisatie
Het college van B&W draagt in ieder geval zorg voor:
Het college van B&W draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen rapporteert het college van B&W daarover in de rechtmatigheidsverantwoording, zoals beschreven in artikel 12. Daarnaast informeert het college van B&W de raad over genomen maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.
Het college van B&W zorgt voor de systematische controle van de administratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de 4 jaar. Bij afwijkingen in de administratie nemen college van B&W maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 19 december 2024.
De griffier,
S.G.M. Dijk-Horenberg
De voorzitter,
mr. drs. J.M. Vroomen
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-547231.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.