Gemeenteblad van Meierijstad
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Meierijstad | Gemeenteblad 2024, 547220 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Meierijstad | Gemeenteblad 2024, 547220 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening beheer en gebruik gemeentelijke begraafplaatsen Meierijstad 2025
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
particulier kindergraf: een graf waarvoor aan één natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het begraven en begraven houden van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar. En het bijzetten en bijgezet houden van één of meer asbussen met of zonder urn;
Hoofdstuk 2 Beheer, bestemming en registratie
Artikel 5. Register en plaats registratie
Het college houdt een register bij van de begraven overledenen en de bezorgde as. Het register bevat van alle graven de rechthebbenden en belanghebbenden met hun namen en adressen. In dit register worden tevens de naam, geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen van degene die is begraven of waarvan de as is bezorgd. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.
De rechthebbenden en belanghebbenden zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven. Indien aanschrijvingen en andere ingevolge deze verordening vereiste mededelingen verzonden zijn aan het door de rechthebbende of belanghebbende laatstelijk opgegeven adres, kan deze zich nimmer op het niet ontvangen daarvan beroepen.
Hoofdstuk 3 Openstelling, orde en rust op de begraafplaatsen
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen moeten uiterlijk zes werkdagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
Hoofdstuk 4 Indeling begraafplaats en uitgifte van graven
Het college stelt nadere regels in het uitvoeringsbesluit betreffende het aantal overledenen en asbussen, met of zonder urn, dat in particuliere graven kan worden begraven en bijgezet en het aantal overledenen dat in een algemeen graf kan worden begraven. Tevens bepaalt het college de afmetingen en uitgifteduur van de particuliere en algemene graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging.
Algemene graven worden ter beschikking gesteld voor een gebruikstermijn welke in het uitvoeringsbesluit is vastgesteld. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de gebruikstermijn, op schriftelijk verzoek en op kosten van de belanghebbende volgens de bepalingen van deze verordening in een particulier graf worden herbegraven of worden gecremeerd.
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met 5 of 10 jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende, of indien deze is overleden, door één van de in artikel 14, lid 1, bedoelde personen.
Artikel 14. Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een particulier graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met de stoffelijke resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Hoofdstuk 5 Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 15. Kennisgeving begraven en asbezorging
Degene die wil begraven, as wil bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk drie werkdagen voorafgaande de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.
Grafbeplanting die buiten het graf, zonder toestemming of anders dan aangewezen is aangebracht of onvoldoende wordt onderhouden kan op last van het college door de beheerder worden verwijderd. Dit vindt niet plaats dan nadat rechthebbende of belanghebbende behoorlijk per brief, via het mededelingenbord op de begraafplaats of via een aanwijzing bij het graf is opgeroepen en gelegenheid is geboden voor aanpassing. Bij verwijdering van de beplanting is geen recht op schadevergoeding.
Beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder voorafgaande kennisgeving en zonder dat aanspraak kan worden gedaan op een schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.
Artikel 19. Verwijdering grafbedekking
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking, voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang op het publicatiebord van de begraafplaats bekend.
Artikel 20. Onderhoud door de rechthebbende of de belanghebbende
Het college kan de rechthebbende of belanghebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de belanghebbende per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is. Bij het graf wordt een mededeling geplaatst.
Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de rechthebbende of belanghebbende het eigendom houden van het gedenkteken, de beplantingen en andere voorwerpen. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of de belanghebbende te zijn aangebracht.
Indien door een ondeugdelijk (geworden) constructie naar het oordeel van de beheerder een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van de grafbedekking kan de beheerder direct maatregelen treffen die het gevaar wegnemen. In dat geval is de gemeente niet gehouden tot enige (schade) vergoeding.
De gemeente is niet verantwoordelijk voor de voorwerpen, welke zich op of bij de graven bevinden. Evenmin kan zij aansprakelijk worden gesteld voor schade aan deze voorwerpen, diefstal of het zoekraken daarvan, tenzij aan de zijde van de gemeente opzet of grove schuld aanwezig is. De gemeente is tevens niet verantwoordelijk bij schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken.
Hoofdstuk 7 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 24. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt tenminste één jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf ten minste één jaar voorafgaande aan het tijdstip van de ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaatsen op het publicatiebord bekend.
De rechthebbende van een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de stoffelijke resten te verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus elders bij te zetten of om de as te verstrooien.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of herbegraving in een particulier graf op de begraafplaats of op een begraafplaats elders.
Hoofdstuk 9 Overige bepalingen
Artikel 27. Beslissingsbevoegdheid
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het college.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Meierijstad 2018’ is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, is de ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Meierijstad 2018’ van toepassing.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 12 december 2024
De raad voornoemd,
De griffier,
A.F.J. Franken MSc De voorzitter,
ir. C.H.C. van Rooij
Toelichting op de Beheersverordening begraafplaatsen / waar hebben de wijzigingen, ten opzichte van de beheersverordening gemeente Meierijstad 2018, globaal betrekking op;
Belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de periode voor 2024:
De verschillen zijn minimaal. Bij de verlengingen blijkt dat steeds meer mensen behoefte hebben om de grafrechten te verlengen met 5 jaar in plaats van 10 jaar. De eerste termijn van 20 jaar voor een particulier graf blijft gehandhaafd. In Erp is het als gevolg van de steeds vaker hogere grondwaterstanden, niet meer mogelijk een dubbeldiep graf te graven. Verder betreft het louter technische juridische wijzigingen.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
De omschrijvingen zijn opgenomen zodat voor een ieder duidelijk is wat en wie met de diverse begrippen bedoeld wordt. De begrippen gelden voor zowel de verordening als de nadere regels en komen dus in de nadere regels niet meer terug zoals voorheen. Gewijzigd is het begrip ‘eigen graf’ dat per 1 januari 2010 ‘particulier graf’ is geworden. Het onderscheid tussen een algemeen graf en een particulier graf is terug te voeren op artikel 23 Wet op de lijkbezorging.
Toegevoegd is het begrip ‘eigenaar’ dat van toepassing is op het eigendom van grafbedekkingen. Het natrekkingsrecht is niet van kracht gedurende de termijn dat een graf niet geruimd mag worden. Tot dat tijdstip houdt de eigenaar het eigendom. de andere begrippen spreken voor zich. Voor een particulier graf, in welke vorm dan ook, gelden vrijwel dezelfde rechten en plichten. De woorden ‘voor zover van belang’ zijn ingevoegd omdat de bepalingen betreffende het ruimen en het wegnemen van een asbus alleen werken bij een particulier graf, respectievelijk particuliere urnengraf.
Deze verordening hanteert een eigen begrip ‘belanghebbende’ waarvan de inhoud niet noodzakelijk overeenkomt met het algemene begrip van artikel 1:2 lid 1 Algemene wet bestuursrecht.
Dit artikel geeft aan dat er voorwaarden zijn verbonden aan te verlenen toestemmingen, vergunningen en ontheffingen.
Dit artikel geeft de verplichtingen weer van het college. De vier taken die vanwege het college uitgevoerd moeten worden staan beschreven.
Dit artikel spreekt voor zich. Het sluit alle andere bestemmingen uit.
Artikel 5. Register en plaats registratie
De wijze waarop de begraafplaatsadministratie wordt gevoerd is in dit artikel beschreven. Naast de gegevens die worden geadministreerd is ook de locatiebepaling met behulp van een genummerde plattegrond beschreven. Zowel rechthebbenden als gebruikers zijn verplicht adreswijzigingen door te geven bij de begraafplaatsadministratie. Dit heeft te maken met het feit dat de gemeente nu ook gebruikers van algemene graven dient aan te schrijven voor beëindiging van de grafrusttermijn.
Met lid 2 van het artikel wordt duidelijk gemaakt dat niet iemands algemene verhuisbericht aan de gemeente en adreswijziging in de gemeentelijke basisadministratie volstaan, maar dat een afzonderlijk verhuisbericht voor het begraafplaatsregister nodig is.
Lid 3 beperkt de toegang tot het register met inbegrip van namen en adressen van rechthebbenden en belanghebbenden. Artikel 27 lid 2 Wet op de lijkbezorging bepaalt evenwel dat het register voor wat betreft de begraven lijken en nauwkeurige aanduiding van de plaats waar zij begraven zijn, openbaar is.
Artikel 6. Openstelling begraafplaats
Dit artikel is geïntroduceerd met het oog op de strafbaarstelling van personen die zich op de begraafplaats bevinden buiten de uren van openstelling voor bezoekers.
Bezoekers en personen die werkzaamheden verrichten moeten zich er steeds van bewust zijn dat hun werkzaamheden storend kunnen zijn voor bezoekers en tijdens uitvaartplechtigheden. De toestemming om werkzaamheden op de begraafplaats te verrichten moet vlot worden gegeven. Daarom verdient het aanbeveling dat burgemeester en wethouders het verlenen van die toestemming onder behoud van hun verantwoordelijkheid op te dragen aan de beheerder (mandaat).
Bezoekers en personen die werkzaamheden verrichten moeten zich er steeds van bewust zijn dat hun werkzaamheden storend kunnen zijn voor bezoekers en tijdens uitvaartplechtigheden. De bevoegdheid van de beheerder om personen weg te sturen als zij zich niet aan zijn aanwijzingen houden en de verbodsbepalingen, bieden voldoende mogelijkheden om tegen ongewenste activiteiten op te kunnen treden. Aan een uitzondering op de regel als bedoeld in artikel 8, tweede lid, bestaat behoefte omdat men soms dichtbij het graf moet kunnen komen met een motorrijtuig. Deze situatie kan uiteraard verschillen per begraafplaats.
Met dit artikel wordt beoogd om plechtigheden ordelijk te laten verlopen. Door te eisen dat de mededeling vijf dagen vooraf moet plaatshebben, kan worden voorkomen dat de plechtigheid samenvalt met een begrafenis. Een begrafenis moet volgens de wet uiterlijk op de zesde werkdag na het overlijden geschieden.
Naast de particuliere graven noemt dit artikel de verschillende andere soorten van asbusvoorzieningen op de begraafplaats. Met deze voorzieningen wordt ook tegemoet gekomen aan de behoeften van de nabestaanden die de crematie op enige afstand van huis hebben doen plaatsvinden en graag een identificatiepunt in de omgeving hebben om de overledene dichtbij te kunnen gedenken. Er is duidelijk onderscheid gemaakt tussen graven met uitsluitend grafrecht (de particuliere graven) en de graven zonder grafrechten, de algemene graven.
Artikel 11. Volgorde van uitgifte
Graven worden uitgegeven op aanwijzing van de beheerder. Reserveren van een graf is mogelijk mits deze aansluit bij al bestaande graven. De eerste begraving op begraafplaats Zuidergaard zal verdiept plaatsvinden. Bij overlijden van bijvoorbeeld de partner zal diens bijzetting in hetzelfde graf plaats vinden. In Erp is het na vaststelling van de beheersverordening alleen nog mogelijk om enkeldiep begraven te worden. Een graf zal alleen buiten de volgorde van ligging worden toegewezen als hiervoor bijzondere omstandigheden gelden en dit niet bezwaarlijk is voor de situatie op of het beheer van de begraafplaats. Hierbij kan worden gedacht aan het aanzien van de begraafplaats en de gesteldheid van de bodem.
Dit artikel geeft aan dat er op de begraafplaats verschillende categorieën van graven zijn. Het college bepaalt de situering en het oppervlak.
Deze bepaling is opgenomen omdat sommige rechthebbenden in de veronderstelling verkeren dat de uitgiftetermijn pas begint te lopen op het moment van de eerste begraving of bijzetting. Dit geldt dus ook voor de graven die kunnen worden uitgegeven zonder dat daar direct een begraving in plaatsvindt.
De Wet op de lijkbezorging bepaalt dat vanaf twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn verlenging van de graftermijn kan worden aangevraagd. Binnen een jaar na het begin van deze periode moeten burgemeester en wethouders volgens het wetsvoorstel de rechthebbende op het graf mededelen dat de graftermijn gaat aflopen, hetzij per brief, hetzij door aanplakking op de begraafplaats tot aan het einde van de periode dat de rechthebbende om verlenging van de termijn van uitgifte kan vragen.
De bepaling in de verordening is hiermee in overeenstemming. Het is van belang de rechthebbenden mede te delen dat verlenging van de termijn tijdig moet worden aangevraagd.
Indien er ten tijde van de opheffing van de begraafplaats nog rechten op particuliere graven bestaan, zal in overleg met de rechthebbenden op die graven moeten worden bezien welke beslissingen er ten aanzien van die graven zullen worden genomen.
Artikel 14. Overschrijving van verleende rechten
Het is gewenst dat er na overlijden van een rechthebbende een nieuwe rechthebbende wordt aangewezen die de verantwoordelijkheid voor de grafruimte en de daaraan verbonden kosten op zich neemt. Tot aanwijzing van een nieuwe rechthebbende kunnen alleen de personen bevoegd worden geacht die belang hebben bij het graf, bedoeld in lid 3. Dit zijn in de eerste plaats de bloed- en aanverwanten.
Voor algemene graven geldt dat de wettelijke minimum grafrusttermijn. Dit is de termijn dat een lijk volgens de wet ten minste begraven moet blijven voordat het mag worden geruimd. Deze termijn bedraagt 10 jaar. Om steeds duidelijk te maken en overzichtelijk te houden of men een gebruik of een grafrecht heeft, wordt ook voor algemene graven een kennisgeving uitgegeven.
Artikel 15. Kennisgeving begraven en asbezorging
Een kennisgeving is nodig omdat duidelijk vast moet staan wat voor graf er wordt gevraagd. De twee werkdagen zijn noodzakelijk aangezien de beheerder zorg moet dragen voor het tijdig laten delven van het graf. De as kan volgens de wet worden bijgezet in of op een graf dan wel in een urnennis.
De kosten voor het tijdelijk verwijderen van een grafbedekking zijn voor kosten en risico van de rechthebbende, niet de gemeente als houder van de begraafplaats. Voorts geeft het de gemeente het recht om een op een graf aanwezige grafbedekking te verwijderen zodat tot bijzetting in een naburig graf kan worden overgegaan.
Indien de nabestaanden bepaalde werkzaamheden zelf willen verrichten, zijn de aanwijzingen en de hulp van het personeel van de begraafplaats nodig, ook om redenen van veiligheid. De werkzaamheden kunnen door de nabestaanden en het personeel van de begraafplaats samen worden verricht. De nabestaanden kunnen bijvoorbeeld een begin maken. Vervolgens kan het personeel de handelingen verrichten waar ervaring voor nodig is of die van de nabestaanden te zware lichamelijke inspanning vragen. Het aanbrengen van de grafbekisting ter stutting van de grond om het geopende graf en het verwijderen van die randen voor het sluiten van het graf zal door het personeel moeten geschieden.
Lijkhoezen moeten voldoen aan de normen van het Lijkomhulselbesluit. Het toepassen van verkeerde lijkhoezen of slecht doorlatende lijkomhulsels (kunststof kleding, lijkwaden) kan leiden tot het stopzetten van de lijkvertering waardoor vanuit milieuhygiënisch opzicht belastende situaties kunnen ontstaan en graven niet meer ter beschikking kunnen komen voor nieuwe, toekomstige begravingen.
Artikel 16. Te overleggen documenten
De wet eist dat er een verlof tot begraven aanwezig is, afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand. Hierbij aansluitend is het gewenst om de beheerder van de begraafplaatsen een eigen bevoegdheid te geven medewerking aan de lijkbezorging te weigeren, indien niet aan de wettelijke vereisten is voldaan.
De bezorging van as omvat zowel het bijzetten als de verstrooiing. Er mag van worden uitgegaan dat het stoffelijk overschot van de rechthebbende zelf, indien deze is overleden, in het particuliere graf mag worden bijgezet.
Artikel 17. Tijden van begraven en asbezorging
De wet verplicht tot de mogelijkheid van begraven op iedere dag gedurende een bij gemeentelijke verordening te bepalen tijd. In dit model is de mogelijkheid om op zon- en feestdagen te begraven en as te bezorgen niet geboden. Er zijn gevallen denkbaar waarin de nabestaanden er een belang bij hebben om op een zon- of feestdag een begrafenis of asbezorging te kunnen doen plaatshebben. In de praktijk is het mogelijk om de begraafplaats alleen in bijzondere gevallen hiervoor open te stellen. Een bijzonder geval kan zich voordoen als de burgemeester toestemming heeft gegeven om een lijk binnen 36 uur te begraven. Sommige nabestaanden vragen om deze toestemming om godsdienstige redenen. Daarnaast kan spoed geboden zijn in geval van lijkvinding.
Beschrijft de regels omtrent de grafbeplanting. Deze regels worden verder toegelicht in het uitvoeringsbesluit.
Artikel 19. Verwijdering grafbedekking
De mededeling dat burgemeester en wethouders voornemens zijn om de grafbedekking te verwijderen wordt ten minste een jaar van te voren gedaan, zowel aan de rechthebbende op een particulier graf als aan een gebruiker van een algemeen graf die een grafbedekking aanbracht. De mededeling aan de rechthebbende op een particulier graf dat de grafbedekking zal worden verwijderd, kan in veel gevallen gelijktijdig worden gedaan met de mededelingen dat de graftermijn verstrijkt en dat het graf zal worden geruimd.
De grafbedekking kan ook direct worden verwijderd nadat burgemeester en wethouders het grafrecht vervallen hebben verklaard omdat er na het overlijden van de rechthebbende niet tijdig een nieuwe rechthebbende is aangewezen. In dat geval geldt eveneens het vereiste van de voorafgaande mededeling per brief of door het plaatsen van een bordje bij het graf gedurende minstens een jaar. Op het moment dat het betreffende graf geruimd mag worden, wordt het natrekkingsrecht van kracht. Dit bepaalt dat de grafbedekking in eigendom komt van de houder van de begraafplaats (de gemeente Veghel). Om dit te voorkomen (met eigendom volgt ook aansprakelijkheid) zal de rechthebbenden de mogelijkheid worden geboden de grafbedekking vóór het verstrijken van de grafrechtperiode of de gebruikstermijn van het graf te halen, een en ander in overleg met de begraafplaatsbeheerder.
Artikel 20. Onderhoud door de rechthebbende of de belanghebbende
De aard en de afmetingen van de grafbedekkingen op particuliere graven en de termijn van uitgifte van deze graven met het recht om deze termijn telkenmale te verlengen maken dat bij deze grafbedekkingen niet kan worden volstaan met het minimum aan onderhoud door de gemeente. Daarom zijn de rechthebbenden op particuliere graven verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden en zo nodig te herstellen. In het geval van algemene graven is de gemeente meestal de belanghebbende. Het beheer van algemene graven is sober. In de dagelijkse praktijk rijzen er nog wel eens wat moeilijkheden over verwijderde bloemen en eenjarige planten zoals afrikanen en geraniums. Omdat de bloemen en planten economisch eigendom zijn van de rechthebbende of de belanghebbende op de graven is een waarschuwing vooraf op zijn plaats.
Het zou veel te omslachtig zijn de rechthebbenden of de belanghebbenden telkenmale per brief te waarschuwen dat de verwaarloosde planten of verwelkte bloemen zullen worden verwijderd. Het verdient aanbeveling om op het mededelingenbord op de begraafplaats doorlopend algemeen bekend te maken hoe daarmee wordt gehandeld. Het is gewenst om verwelkte bloemen niet te snel te verwijderen omdat gezegd mag worden dat zij passend zijn bij de sfeer van de begraafplaats.
Artikel 21. Onderhoud gemeente (begraafplaats, algemene- en oorlogsgraven)
Het onderhoud door de gemeente is een minimale zorg met de bedoeling dat de begraafplaats als geheel een verzorgd aanzien heeft. De rechthebbenden zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van het grafoppervlak en de daarop geplaatste grafbedekkingen. Alle andere oppervlakten worden van gemeentewege beheerd. Rechthebbenden zijn zelf verantwoordelijk voor het herstellen van verzakte gedenktekens en fundering voor gedenktekens welke na 6 juli 2011 zijn geplaatst. Het rechtzetten van gedenktekens welke zijn geplaatst voor 6 juli 2011 wordt door de gemeente uitgevoerd. . De rechthebbende zal zelf zorg moeten dragen voor het daartoe tijdelijk verwijderen van de grafbedekking.
Middels dit artikel wordt de aansprakelijkheid weerlegd naar de rechthebbenden en de gebruikers. De gemeente wordt de mogelijkheid geboden om in te grijpen om onveilige situaties te voorkomen of op te heffen. Dit artikel versterkt de positie van de gemeente als houder van de begraafplaatsen. Tegelijkertijd wordt uiteengezet dat het eigendom van de grafbedekking bij de eigenaar berust, dus dat daarmee het natrekkingsrecht niet meer van toepassing is tot het moment dat het graf geruimd mag worden conform de wetswijziging van 1 januari 2010.
Artikel 23. Vervallen grafrechten
Dit artikel beschrijft wanneer grafrechten vervallen zowel door nalatigheid van de rechthebbende of op aanvraag van de rechthebbende als door ingrijpen van het college van burgemeester en wethouders. Dit artikel geeft de gemeente meer bevoegdheden om op te treden tegen rechthebbenden en gebruikers die in verzuim blijven een op grond van deze verordening op hen rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelen. Het laten vervallen van grafrechten kan ook een tijdelijke, juridische stok achter de deur zijn bij geschillen. De positie van de gemeente als houder van de gemeentelijke begraafplaatsen is hiermee versterkt.
Artikel 24. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
De mededeling dat burgemeester en wethouders voornemens zijn om de graven te ruimen wordt gedaan zowel aan de rechthebbenden op particuliere graven als aan belanghebbenden die kozen voor een plaats in een algemeen graf. Aan de rechthebbende op het graf moet worden medegedeeld dat de termijn van het grafrecht verloopt en dat hij verlenging van de graftermijn kan vragen volgens artikel 28 van de wet.
Het vijfde lid opent de mogelijkheid ook bij ruiming van algemene graven de stoffelijke overblijfselen c.q. de as een andere bestemming te geven dan die welke genoemd is in het tweede lid. Dat wil zeggen dat de overblijfselen niet worden begraven in het verzamelgraf en dat de as niet op een algemeen terrein wordt verstrooid. Die andere bestemming zowel voor algemene als particuliere grafruimten is zo ruim mogelijk omschreven. Ook is het mogelijk om de overblijfselen opnieuw bij te zetten in een ander graf op dezelfde begraafplaats of deze over te brengen naar een andere begraafplaats. De beheerder draagt steeds zorg voor een respectvolle en piëteitsvolle ruiming van de graven. Hij, of de persoon die hem vervangt, ziet hierop toe tijdens de werkzaamheden.
De aard van de werkzaamheden bij het opgraven en ruimen van graven brengt met zich mee dat het bezwaarlijk is om toe te staan dat anderen hierbij aanwezig zijn. De praktijk heeft aangetoond dat er behoefte is aan een wettelijk voorschrift om de toegang hierbij van derden te weren.
Artikel 25. Lijst historische graven
Het is vaak voorgekomen dat graven die van bijzondere waarde zijn, door de werkers op de begraafplaats ondoordacht worden geruimd. De graven kunnen van betekenis zijn: Hetzij door de overledene die er begraven ligt dan wel alleen door het gedenkteken. De overledene kan voor de plaatselijke gemeenschap van betekenis zijn geweest zodat wellicht de naam nog bij de volgende generatie bekend is. Het gedenkteken kan opvallen door zijn vormgeving en door het materiaal. Er dient te worden gezorgd dat graven van bekende overledenen niet ondoordacht worden geruimd en dat soms vrij zeldzame voorwerpen op een terrein dat zozeer aan het verleden herinnert, behouden blijven.
Bij twijfel over de betekenis van het gedenkteken, is het gewenst om een deskundige te raadplegen. De lijst is een inventarisatie van gedenkwaardige graven. Daarnaast kan de inhoud van de lijst een hulpmiddel zijn voor het samenstellen van de monumentenlijst. Bij ruiming dient ten alle tijden contact te worden opgenomen met de plaatselijke heemkundekring.
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 27. Beslissingsbevoegdheid
Dit artikel spreekt voor zich.
Dit artikel spreekt voor zich.
Zonder dit artikel kan geen sanctionering van de in de verordening gestelde verboden plaatsvinden. De strafmaat is verhoogd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-547220.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.