Wijzigingen Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Weert

De raad van de gemeente Weert,

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2024.

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

besluit:

Artikel I  

 

Vast te stellen de navolgende aanpassingen aan de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Weert:

 

A. In artikel 1:1 wordt ‘- gebouw’ en de bijbehorende definitie vervangen door:

 

  • -

    gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

B. Artikel 2:10 komt te luiden:

 

Artikel 2:10 Voorwerpen op of aan een openbare plaats

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare plaats anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie ervan.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor voorwerpen als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      het voorwerp is minimaal twee weken van tevoren gemeld aan het college door middel van het daarvoor bestemde formulier;

    • b.

      het voorwerp komt te staan in een 30 km/u zone;

    • c.

      het voorwerp komt te staan op een plaats direct voor of naast het eigen perceel van de melder;

    • d.

      het voorwerp komt niet te staan op of binnen de singels in de binnenstad van Weert, op de Stationsstraat, de Maaspoort, de Driesveldlaan of de Stadhuispassage;

    • e.

      het voorwerp komt niet te staan op een plaats waar betaald parkeren of vergunningparkeren geldt;

    • f.

      het voorwerp neemt geen grotere oppervlakte in beslag dan 16 m2.

    • g.

      bij het plaatsen van het voorwerp wordt een vrije doorgang van minimaal 3.5 meter breed ten behoeve van hulpdiensten (politie, brandweer en ambulance) en een vrije doorgang van 1,5 meter breed voor voetgangers of gebruikers van gehandicaptenvoertuigen gewaarborgd en;

    • h.

      het voorwerp is niet langer dan 14 dagen aanwezig.

  • 3.

    Het college kan het gebruik als bedoeld in het tweede lid verbieden in het belang van de gronden als genoemd in het vierde lid.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning als bedoeld in artikel 2:10 worden geweigerd als het beoogde gebruik:

    • a.

      schade toebrengt aan de openbare plaats;

    • b.

      gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan;

    • c.

      een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats;

    • d.

      de verkeersveiligheid in gevaar brengt of;

    • e.

      het voeren van handelsreclame betreft.

  • 5.

    Op de aanvraag om een vergunning, is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

C. In artikel 2:10b, eerste lid, onderdeel e, wordt ‘voorwerp’ vervangen door ‘voorwerpen’.

 

D. Artikel 2:66 komt te luiden:

 

Artikel 2:26 Ordeverstoringen

  • 1.

    Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

  • 2.

    Het is verboden enig gereedschap, voorwerp of middel te vervoeren of bij zich te hebben met de kennelijke bedoeling daarmee bij een evenement de orde te verstoren.

 

E. Artikel 5:17, derde lid, vervalt.

 

F. Artikel 5:18a (Standplaatsvergunning voor consumptie-ijs en oliebollen en bijzondere weigeringsgronden) vervalt.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2024.

Naar boven