Gemeenteblad van Middelburg
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Middelburg | Gemeenteblad 2024, 546513 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Middelburg | Gemeenteblad 2024, 546513 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN MIDDELBURG 2025
Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen en weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
b. houder: degene op wiens naam het motorvoertuig ten tijde van het parkeren in het kentekenregister, bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, was ingeschreven;
c. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters (centrale computer) en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;
d. vergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen;
e. sociaalbezoekvergunning: een parkeerrecht bestaande uit een digitale bezoekersvergunning verkregen via de “BezoekersApp”. Dit parkeerrecht is tegen betaling te verkrijgen via de website of aan de balie van het stadskantoor. Het gaat hier om eenheden die tegen een speciaal laag tarief verkrijgbaar worden gesteld ten behoeve van bezoekers van bewoners van panden in de binnenstad (zone I en II).
f. autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een commerciële aanbieder;
g. aanbieder: de rechtspersoon die motorvoertuigen voor autodate ter beschikking stelt;
h. deelnemer: een natuurlijke persoon die een overeenkomst heeft gesloten inzake autodate;
i. standplaats: de parkeerplaats waar een motorvoertuig bestemd voor autodate geparkeerd wordt;
j. houder gehandicaptenparkeerkaart: de natuurlijke persoon aan wie een Europese gehandicaptenparkeerkaart is verstrekt.
k. motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoelde in artikel 1 van het RVV 1990;
l. Centraal Register: het register van het Servicehuis Parkeer- en Verblijfsrechten (SHPV) voor de registratie van parkeerrechten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel;
m. dag: de periode van 0.00 uur tot en met 23.59 uur, waarbij een gedeelte van die periode als hele dag wordt aangemerkt;
n. week: een tijdvak van 7etmalen aanvangende maandag 0.00 uur.
o. vergunninghouder: een natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;
Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:
a. een belasting terzake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen, door burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;
b. een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.
1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.
2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;
b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:
1. als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;
2. als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig gebruik heeft gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.
2. Op plaatsen waar kentekenparkeren geldt moet bij de voldoening op aangifte het kenteken van het motorvoertuig waarmee wordt geparkeerd of waarvoor de vergunning geldt worden opgegeven.
3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven door voldoening op aangifte.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.
2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
Artikel 7 Termijnen van betaling
1. De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij aanvang van het parkeren.
2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, als bij aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.
3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 9 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling
1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het voertuig ook een wielklem worden aangebracht.
2. Het college wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.
3. Als na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 78,80 plus de voor betreffende parkeerplaats geldende kosten van de parkeerbelasting voor één uur.
1. De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, voor het parkeren van een voertuig
op een parkeerapparatuurplaats op het maaiveld, wordt niet geheven van een houder van een
geldige gehandicaptenparkeerkaart.
2. De vrijstelling is uitsluitend van toepassing indien de gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in
het eerste lid met de daartoe bestemde zijde op een van buitenaf duidelijk zichtbare en leesbare
plaats direct achter de voorruit van het voertuig is geplaatst of het voertuig is voorzien van een digitale parkeerkaart.
De "Verordening Parkeerbelastingen 2024" vastgesteld bij raadsbesluit van 14 december 2023 wordt tezamen met alle wijzigingsverordeningen die hierop van toepassing zijn, ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2025.
Parkeren bij parkeerapparatuur
Belanghebbendenparkeervergunning
|
Het tarief voor het parkeren met gebruik van de bezoekersapp bedraagt per 60 minuten |
|||
|
Het onder 4.1.1 genoemde tarief heeft een limiet van € 110,-- per jaar. |
Overbrengen en bewaren voertuig
BESLUIT VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT AANWIJZING VAN PLAATSEN EN WERKINGSDUUR BETAALD PARKEREN
Burgemeester en wethouders van Middelburg;
gelet op artikel 225, 234 en 235 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening van de gemeente Middelburg;
overwegende dat artikel 8 van de Verordening Parkeerbelastingen bepaalt dat zij bevoegd zijn nadere regels te stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de Parkeerbelastingen;
1. de plaatsen waar en waarop tegen betaling van de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Verordening Parkeerbelastingen 2025, mag worden geparkeerd, vast te stellen zoals op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte bijlage 1 met stratentabellen ‘Plaatsen en werkingsduur van betaald parkeren’;
2. de wijze waar en waarop tegen betaling van de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van Verordening Parkeerbelastingen 2025, mag worden geparkeerd, vast te stellen zoals op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte bijlage 2 ‘Maximumparkeerduur betaald parkeren’;
3. de tijdstippen waarop uitsluitend tegen betaling van belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de Verordening Parkeerbelastingen 2025 mag worden geparkeerd als volgt vast te stellen:
- maandag tot en met zaterdag van 08.00 uur tot 20.00 uur;
Van genoemde dagen zijn uitgezonderd de Algemeen erkende feestdagen, zijnde Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, eerste en tweede Paasdag, de Nationale Bevrijdingsdag, eerste en tweede Pinksterdag, de Hemelvaartsdag, beide Kerstdagen en de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd;
4. dat de voorgaande besluiten omtrent de plaatsen en de werkingsduur van de parkeermeters en – automaten vervallen, met dien verstande dat zij van toepassing blijven voor de tijdvakken waarvoor zij hebben gegolden;
5. Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
6. De datum van ingang is 1 januari 2025.
Burgemeester en wethouders van Middelburg,
de secretaris, de burgemeester,
Plaatsen en werkingsduur van betaald parkeren
Behoort bij besluit van Burgemeester en Wethouder van 12 November 2024
VOORSCHRIFT IN WERKING STELLEN VAN PARKEERAPPARATUUR
Burgemeester en wethouders van Middelburg;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en artikel 7 van de Verordening Parkeerbelastingen 2025;
1. vast te stellen het volgende voorschrift:
Voorschrift in werking stellen van parkeerapparatuur:
a. In werking stellen parkeerapparatuur op straat
Voor het betaald parkeren geschiedt het in werking stellen van de parkeerapparatuur op straat door het opgeven van het kenteken van het te parkeren motorvoertuig en betaling voor de gewenste parkeerduur op de wijze die op de parkeerapparatuur is vermeld of uit de parkeerapparatuur blijkt.
Betaling geschiedt uitsluitend langs elektronische weg door middel van een bankpas of creditcard met EMV-chip (PIN-pas) in eenheden van € 0,10.
b. In werking stellen parkeerapparatuur via telefoon of ander communicatiemiddel
In afwijking van het bepaalde in artikel 1, eerste lid, kan het in werking stellen van de parkeerapparatuur ook geschieden via de centrale computer bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel. Hiertoe dient de belastingplichtige geregistreerd te zijn bij een bedrijf wat diensten verleent op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel.
Bij aanvang van het parkeren meldt de belastingplichtige door het opgeven van het kenteken van het te parkeren motorvoertuig en de gebiedscode aan de centrale computer. Tevens neemt de belastingplichtige de overige voorwaarden in acht van het bedrijf waarbij belastingplichtige geregistreerd is.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-546513.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.