Gemeenteblad van Voorne aan Zee
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Voorne aan Zee | Gemeenteblad 2024, 546003 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Voorne aan Zee | Gemeenteblad 2024, 546003 | beleidsregel |
Beleidsregels Standplaatsen Voorne aan Zee 2025
De Beleidsregels standplaatsen Voorne aan Zee 2025 zijn nadere regels zoals bedoeld in het tweede lid van artikel 10.1 Verordening Fysieke Leefomgeving.
De fusie verplicht de gemeente Voorne aan Zee om binnen twee jaar de beleidsstukken en verordeningen te harmoniseren, omdat zij anders van rechtswege komen te vervallen.
De voormalige gemeenten Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne hadden alle drie hun eigen beleidsregels voor standplaatsen. Deze zijn nu samengevoegd in de Beleidsregels standplaatsen Voorne aan Zee 2025.
Deze beleidsregels richten zich op solitaire straathandel – het innemen van standplaatsen – de zogenaamde commerciële activiteiten van de ambulante ondernemer.
De begripsbepalingen verschillen op sommige onderdelen per voormalige gemeente en worden dan ook in de volgende hoofdstukken nader toegelicht en uitgewerkt.
1.3.2 Niet-commerciële standplaatsen
De niet-commerciële standplaatsen, bijvoorbeeld standplaatsen ingenomen door ideële instellingen of politieke partijen vallen onder artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), behalve voor het grondgebied in voormalig gemeente Westvoorne (Rockanje, Oostvoorne en Tinte). Daar worden deze standplaatsen “incidentele standplaatsen” genoemd en voor dit type standplaatsen is in die kernen een standplaatsvergunning benodigd.
1.3.3 Standplaatsen bij evenementen
Standplaatsen bij evenementen maken onderdeel uit van de evenementenvergunning.
1.3.5 Standplaatsen in de recreatiegebieden
Het beheer van de recreatiegebieden in de gemeente ligt bij het Recreatieschap Voorne-Putten, met uitzondering van het Badstrand in Rockanje. In deze gebieden worden standplaatsvergunningen verleend door de uitvoerder van het recreatieschap: Staatsbosbeheer.
Hoofdstuk 2. Beleidsregels Standplaatsen Brielle, Vierpolders en Zwartewaal
Onder het begrip standplaats wordt verstaan: een op of aan de openbare weg of openbaar water, direct voor het publiek toegankelijke in de open lucht gelegen plaats, waar goederen worden aangeboden, verkocht of verstrekt dan wel diensten worden aangeboden.
Brielle kent 3 soorten standplaatsen: de jaarstandplaats, de seizoenstandplaats en de tijdelijke standplaats.
Standplaatsen op de weekmarkt of tijdens een evenement blijven buiten het bereik van dit hoofdstuk. Ook het ‘venten’ ofwel de uitoefening van kleinhandel, waarbij de goederen aan willekeurige voorbijgangers worden aangeboden dan wel het huis aan huis aanbieden van goederen, valt niet onder dit standplaatsenbeleid. De beleidsregels in dit hoofdstuk zijn tot slot ook niet van toepassing op niet-commerciële standplaatsen, zoals standplaatsen ingenomen door ideële instellingen of politieke partijen.
2.3.1 Publiekrechtelijke en privaatrechtelijke regelingen
Op het innemen van standplaatsen zijn meer publiekrechtelijke en privaatrechtelijke regelingen van toepassing. Indien er bijvoorbeeld sprake is van gebruik van andermans eigendom, is toestemming van de eigenaar van de grond noodzakelijk.
De meest voorkomende regelingen die op standplaatsen van toepassing zijn, zijn:
Verordening Fysieke Leefomgeving (VFL)
Het innemen van een standplaats wordt geregeld via een bepaling in de VFL, waarin een verbod is opgenomen tot het aanbieden van goederen vanaf een vaste plaats in de openbare ruimte zonder vergunning van burgemeester en wethouders. De weigeringsgronden zijn eveneens opgenomen in de VFL.
Op het drijven van handel in waren zoals bedoeld in artikel 1 van de Warenwet (eetwaren, waaronder tevens worden begrepen kauwpreparaten, andere dan van tabak, en drinkwaren, evenals andere roerende zaken) zijn de bepalingen uit de warenwet van toepassing. De Warenwet stelt regels met betrekking tot de goede hoedanigheid en aanduiding van waren. Daarnaast stelt de Warenwet regels met betrekking tot de hygiëne en degelijkheid van producten. De voorschriften die uit de Warenwet voortvloeien gelden naast de voorschriften die door het college van burgemeester en wethouders gesteld kunnen worden op basis van een standplaatsvergunning.
In de Wet milieubeheer wordt een regeling getroffen ten aanzien van inrichtingen die hinder of overlast kunnen veroorzaken voor de omgeving. Deze bepalingen gelden ook voor een standplaatshouder, voor zover zijn verkoopplek als ‘inrichting’ kan worden aangemerkt. Van belang is dan de regelgeving die geldt voor friet- en viskramen, die voor wat betreft de inrichting aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen. De voorschriften die uit de Wet milieubeheer voortvloeien gelden naast de voorschriften die door het college van burgemeester en wethouders gesteld kunnen worden op basis van een standplaatsvergunning.
2.3.2 Weigeringsgronden Verordening Fysieke Leefomgeving
De standplaatsvergunning is geregeld in hoofdstuk 10 van de Verordening Fysieke Leefomgeving. In hoofdstuk 1 (Algemene Bepalingen), artikel 1.8 van de VFL staat dat een vergunning, dus ook de standplaatsvergunning, kan worden geweigerd in het belang van de volksgezondheid en de bescherming van het milieu.
Daarnaast gelden op grond van artikel 10.1 van de VFL voor een standplaatsvergunning nog de volgende specifieke weigeringsgronden:
De weigeringsgronden op basis van de VFL hebben geleid tot de volgende aanvullende criteria voor het bepalen van de locaties waarvoor een standplaatsvergunning wordt verleend. De criteria zijn:
Brandveiligheid: Kramen moeten op een afstand van minimaal 1 meter van puien en luifels van panden geplaatst worden. Voor bak- en braadkramen dient dit een afstand van 5 meter te zijn.
Sociale veiligheid: In het belang van de sociale veiligheid dient de openbare ruimte zoveel mogelijk open en controleerbaar zijn. Er zijn derhalve geen standplaatsen toegestaan op de aangewezen markt- of evenemententerreinen tijdens de weekmarkt of een evenement.
In het kader van de Wet milieubeheer mag in de directe nabijheid van woonbebouwing of andere zogenaamde gevoelige gebouwen, zoals een medisch centrum, niet gefrituurd, gebakken of gebraden worden. Verder moeten standplaatshouders zorgen voor afvoer van hun afval en wanneer van toepassing zorgen voor de vetafscheiding van het afvalwater.
De bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving
Deze weigeringsgrond wordt gehanteerd indien door een standplaats het straatbeeld en haar omgeving ernstig verstoord worden. De situering moet verder passen binnen het ruimtelijk stedenbouwkundig concept van de omgeving. Hier spelen bijvoorbeeld zichtlijnen en het openbare karakter van een plein een rol. Er mogen verder geen vlaggen, kabels, leidingen of reclameborden worden bevestigd aan bomen en struiken.
Verkeersvrijheid of- veiligheid
Standplaatsen mogen een vlotte voetgangersdoorstroom niet beletten. Een standplaats mag geen verkeer- of parkeerhinder tot gevolg hebben bijvoorbeeld wanneer zij het zicht op naderend verkeer ontnemen of op plaatsen met een hoge parkeerdruk. Er mag geen concentratie van standplaatsen plaatsvinden. Verder wordt bepaald dat het bij de standplaats niet mogelijk is om een terras te plaatsen. Wel is het toegestaan om als de standplaats in gebruik is maximaal 1 stoel bij te plaatsen. Bij de bepaling van de locaties is bovendien rekening gehouden met de toegankelijkheid voor hulpverleningsdiensten in geval van calamiteiten.
Een vergunning voor een jaarstandplaats geldt voor maximaal 3 dagen per week per ondernemer per locatie en heeft een maximale geldigheid van 1 jaar. Voor het innemen van een jaarstandplaats gelden vaste locaties. Deze zijn opgenomen in bijlage 1. De locaties voor een jaarstandplaats kunnen door verschillende vergunninghouders gedurende maximaal 3 dagen in de week bezet worden. Dit betekent bijvoorbeeld dat 1 locatie op maandag, dinsdag en woensdag kan worden ingenomen door een standplaatshouder met vis en op donderdag, vrijdag en zaterdag door een standplaatshouder met bloemen. De vergunning kan iedere dag van het jaar ingaan. De einddatum van de vergunning is altijd 31 december van het betreffende jaar.
Een vergunning voor een seizoenstandplaats geldt voor maximaal 7 dagen per week per ondernemer per locatie en heeft een maximale geldigheid van 3 maanden per jaar. Een vergunning voor een seizoenstandplaats geldt alleen voor producten die gebonden zijn aan een bepaalde periode, zoals de verkoop van ijs, haring, oliebollen of kerstbomen. Een vergunning voor een seizoenstandplaats ten behoeve van zomerse seizoensproducten kan jaarlijks eenmalig met dezelfde periode verlengd worden. De vergunning kan iedere dag van het jaar ingaan. Voor het innemen van een seizoenstandplaats gelden ook vaste locaties. Deze zijn in bijlage 1.a opgenomen. Voor de verkoop van kerstbomen zijn aparte locaties aangewezen. Deze worden in bijlage 1.b en de bijbehorende plattegronden aangegeven. Bloemen- en planthandelaren die het gehele jaar door een winkel of standplaats drijven kunnen jaarlijks een vergunning aanvragen voor extra uitstalruimte ten behoeve van kerstboomverkoop en vallen daarom niet onder het standplaatsenbeleid. Deze verkooppunten zijn wel opgenomen in bijlage 1.b.
Een tijdelijke standplaats is bedoeld voor één dag, maximaal 1 keer per 6 weken. Er wordt, binnen dit beleid, één specifieke locatie voor tijdelijke standplaatsen aangewezen.
Hiernaast kan, indien een standplaatslocatie voor een jaar of seizoen niet vergund is, deze ook door een tijdelijke standplaats worden ingenomen.
Voor alle standplaatsen geldt dat deze op tijdstippen mogen worden ingenomen conform de tijden van de Winkeltijdenwet. Deze tijden zijn tussen 6.00 uur ’s morgens en 22.00 uur ’s avonds en op koopzondagen tussen 12.00 en 17.00.
Het indienen van een standplaatsaanvraag kan digitaal via de gemeentelijke website Externe link: www.voorneaanzee.nl/standplaats-aanvragen met behulp van eHerkenning. Met het ingevulde aanvraagformulier moeten verder worden ingeleverd:
Bij het beoordelen van de aanvraag zal verder door de gemeente een check worden gemaakt op de inschrijving bij de Kamer van Koophandel.
De vergunning is persoonsgebonden en niet overdraagbaar om handel in vergunningen te voorkomen. Overschrijven van een vergunning op naam van een familielid of persoon die werkzaam is in het bedrijf, is dus niet mogelijk.
Op een aanvraag voor een standplaatsvergunning wordt uiterlijk 8 weken na de dag waarop een complete aanvraag ontvangen is beslist. Bij het behandelen van de aanvraag adviseren zo nodig de betrokken afdelingen van de gemeente en indien noodzakelijk de politie en/of de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Tegen het weigeren van de standplaatsvergunning kan bezwaar worden gemaakt. Gedurende de tijd dat op de aanvraag geen beslissing genomen is, mag de gevraagde standplaats niet worden ingenomen.
2.6 Wijzigen, verlengen, beëindigen en intrekken van de vergunning
2.6.1 Wijzigen van de vergunning
Een aanvraag om wijziging van de standplaatsvergunning wordt beschouwd als een aanvraag voor een nieuwe vergunning. Op dezelfde manier als hiervoor omschreven kan een aanvraag ingediend worden om een vergunning te wijzigen, bijvoorbeeld omdat men andere producten wil gaan verkopen of de verkooptijden wil veranderen. Gedurende de tijd dat de aanvraag in behandeling is, mogen de aangevraagde wijzigingen niet worden aangebracht dan wel worden uitgevoerd. Op de gewijzigde aanvraag wordt binnen 8 weken beslist.
2.6.2 Verlengen van de vergunning
Minimaal 8 weken voor het verlopen van de standplaatsvergunning dient een aanvraag om een verlenging bij het college van burgemeester en wethouders te worden gedaan.
Wanneer de vergunninghouder niet tijdig een verlenging aanvraagt verloopt de vergunning en kan de standplaats aan een andere aanvrager worden toegewezen.
2.6.3 (Voortijdig) beëindigen van de vergunning
Wanneer men de vergunning voortijdig wil beëindigen dient men dit schriftelijk te doen bij het college van burgemeester en wethouders. Reeds betaalde leges of precario worden niet terugbetaald. Wanneer de standplaatsvergunning eindigt en men de vergunning niet wenst te verlengen hoeft men niets te doen. De vergunning eindigt dan automatisch.
Als binnen een herstructureringsgebied een standplaatslocatie komt te vervallen dan eindigt de vergunning op de dag dat op de betreffende locatie de (voorbereidende) werkzaamheden worden gestart.
Er is een maximum aantal locaties. Het college van burgemeester en wethouders gaat wat betreft het verzorgingsniveau uit van tenminste 1 permanente standplaatslocatie per (winkel)gebied en/of 1 seizoensgebonden standplaatslocatie per (winkel)gebied. Kerstboomlocaties zijn alleen bedoeld voor de verkoop van kerstbomen. Bij het bepalen van de locaties is ook gekeken naar de fysieke mogelijkheden binnen de gebieden. Per locatie is een maximum aantal m2’s toegestaan. In rechterlijke uitspraken wordt wel een verband gelegd tussen het maximum aantal te verlenen vergunningen en het aantal inwoners van de gemeente. Een eenduidige normering is er niet maar grofweg wordt uitgegaan van 1 (permanente) vergunning op elke 1500 inwoners. In Brielle zou dat op circa 10-11 vergunningen uitkomen. Wanneer uitgegaan wordt van 2 vergunningen per locatie kunnen er 5 locaties worden aangewezen.
De binnenstad van Brielle is het hoofdwinkelcentrum. Op maandag vindt hier een weekmarkt plaats. Op deze dag kan geen standplaats worden ingenomen.
De visboer op de Turfkade, naast de brug, heeft een semi-permanente kiosk. Hij ontvangt jaarlijks een standplaatsvergunning. Deze standplaatsvergunning voldoet niet aan het nieuwe beleid. Voor deze vergunninghouder geldt een overgangsregeling.
Er is ruimte voor een seizoensgebonden standplaatsvergunning ten behoeve van een ijscocar op het adres Markt in de binnenstad. De locatie wordt ingenomen voor het standbeeld van Wilhelmina. Daarnaast is ruimte voor een seizoensgebonden standplaatsvergunning ten behoeve van een oliebollenkraam op het adres Markt.
Op 9 maart 2004 heeft de monumentencommissie geadviseerd geen standplaatsen toe te staan op het eerste parkeerterrein aan de Thoelaverweg, behorende bij de Jumbo.
Uitgangspunt van de planbeoordeling van de ondergrondse supermarkt is dat het terrein, met uitzondering van de supermarktbebouwing, leeg blijft. Standplaatsen passen niet in dit uitgangspunt, dit geldt voor zowel permanente als seizoensgebonden standplaatsen. Het college van burgemeester en wethouders heeft dit advies overgenomen en staat meerdere functies, anders dan de supermarkt en parkeren, niet toe. Voor het tweede parkeerterrein aan de Thoelaverweg, het zogeheten evenemententerrein, worden met grote regelmaat vergunningen verleend ten behoeve van evenementen en snuffelmarkten en dergelijke. Hierdoor is deze locatie niet geschikt voor een permanente of seizoensgebonden standplaats. Wel is dit parkeerterrein geschikt voor tijdelijke standplaatsen. Op dit tweede parkeerterrein kan 1 tijdelijke standplaatslocatie aangewezen worden.
Op dit winkelcentrum kan 1 permanente standplaatslocatie aangewezen worden, alsmede 1 seizoensgebonden locatie.
Op dit winkelcentrum is het fysiek lastig om een permanente standplaatslocatie te creëren. Wel kan 1 seizoensgebonden locatie aangewezen worden.
Er kan in Zwartewaal 1 permanente standplaatslocatie aangewezen worden, alsmede 1 seizoensgebonden locatie.
Het voorstel is om 1 permanente standplaatslocatie aan te wijzen, alsmede 1 seizoensgebonden locatie.
Het bedrijventerrein ’t Woud zou een geschikte locatie kunnen zijn voor een standplaats, echter het winkelcentrum Reede ligt nabij. Om die reden wordt afgezien van het hier aanwijzen van zowel een permanente als seizoensgebonden standplaatslocatie.
Wel kan ’t Woud als 1 kerstboomlocatie worden vastgesteld.
Het bedrijventerrein Seggelant is een geschikte locatie voor 1 permanente standplaats. Alsmede 1 seizoensgebonden standplaats. Tevens kan Seggelant aangewezen worden als 1 kerstboomlocatie.
Op dit moment is de Plas van Heenvliet nog in ontwikkeling. Deze locatie zou wel geschikt kunnen zijn voor 1 seizoensgebonden standplaats.
Het totale aantal locaties dat in aanmerking komt voor een vergunning voor een permanente standplaats bedraagt 5 locaties. Het totale aantal locaties dat in aanmerking komt voor een vergunning voor een seizoensgebonden standplaats bedraagt 8 locaties. Het totale aantal locaties voor een tijdelijke standplaatsvergunning bedraagt 1 + alle vrije permanente, alsmede seizoensgebonden locaties. Het totale aantal kerstboomlocaties is 2.
Een overzicht met alle locaties per (winkel)gebied is opgenomen in bijlage 1.a. Een overzicht met de locaties ten behoeve van kerstbomenverkoop is opgenomen in bijlage 1.b.
De handhaving en controle van de standplaatsvergunningen geschiedt door de Buitengewoon opsporingsambtenaren. De vergunning dient op de standplaats aanwezig te zijn en op verzoek van bevoegd gezag te worden getoond, samen met een geldig identiteitsbewijs.
Er wordt toezicht en controle uitgeoefend op de vergunningvoorwaarden van de verleende standplaatsvergunning. Hieronder vallen onder andere de locatie, de ingenomen oppervlakte, de aanwezigheid van de vergunninghouder of diens gemachtigde, de gehanteerde openingstijden en eventuele vervuiling. Daarnaast zal door de brandweer extra gecontroleerd worden op brandveiligheid. Indien de vergunning niet getoond kan worden omdat (nog) geen vergunning is verleend, zal het bevoegd gezag de standplaatshouder opdragen zijn activiteiten per direct te staken.
Indien aan de standplaatshouder wel een vergunning is verleend maar men op een andere manier zich niet houdt aan de wet, regelgeving of de vergunningvoorschriften zal er, afhankelijk van de overtreding, handhavend worden opgetreden. Hierbij kan een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang worden opgelegd indien de situatie voor herstel vatbaar is.
Indien blijkt dat er zwaarwegende redenen zijn welke redelijkerwijs niet gerepareerd kunnen worden bestaat de mogelijkheid om na 2 schriftelijke waarschuwingen de standplaatsvergunning door het college van burgemeester en wethouders in te trekken. Er wordt minimaal twee keer per jaar aangekondigd of onaangekondigd gecontroleerd op naleving van de voorschriften. Van de controle wordt een kort verslag opgesteld.
Standplaatsen zijn bedoeld voor de ambulante handel. Dat wil zeggen dat een standplaatshouder overdag zijn goederen vanaf een locatie verkoopt en aan het eind van de dag de locatie weer verlaat. In Brielle wordt dit begrip al ruimer geïnterpreteerd en geldt dat standplaatshouders met een jaarvergunning maximaal 3 dagen per week mogen blijven staan. Toch is de situatie ontstaan dat 1 standplaatshouder (visboer, Turfkade) jarenlang met zijn verkoopwagen op dezelfde locatie staat en deze locatie aan het eind van de dag of week niet verlaat. Deze verkoopwagen kan worden beschouwd als “vaste” verkoopwagen omdat het vanwege de omvang van de wagen of vanwege het feit dat de wagen door voorzieningen als riolering en elektra met de locatie is verbonden, ondoenlijk is om de wagen na 3 dagen te verplaatsen. Hiertegen is nooit opgetreden. Hierdoor is bij deze standplaatshouder een bepaald vertrouwen gewekt. Omdat het nieuwe beleid voor deze standplaatshouder consequenties heeft is voor hem gekozen voor een overgangsregeling.
Op de seizoenstandplaatsen, die slechts een bepaalde periode in het jaar een standplaats innemen, is de overgangsregeling niet van toepassing. Op alle aanvragen om een seizoensplaats die na het moment van inwerkingtreding van het nieuwe beleid worden ingediend, is het nieuwe beleid van toepassing.
Het college van burgemeester en wethouders hanteert de volgende richtlijnen:
Hoofdstuk 3. Beleidsregels Standplaatsen Hellevoetsluis
Het wettelijk kader voor standplaatsen is opgenomen in de Verordening Fysieke Leefomgeving (VFL). In hoofdstuk 10 van de VFL zijn de bepalingen ten aanzien van en standplaatsen opgenomen. Het wettelijk kader voor venten is vastgelegd in Afdeling 3 van de Algemene plaatselijke verordening (APV). Het beleid ten aanzien van het innemen van standplaatsen en het venten van waren is vastgelegd in de deze beleidsregels.
Naast de VFL en de APV is er nog andere regelgeving belangrijk voor het venten en het innemen van standplaatsen. Deze andere regelgeving stelt eigen eisen aan het verhandelen van waren. Denk hierbij aan de Omgevingswet, de Alcoholwet, de Richtlijn Consumentenrechten, de Warenwet, de Wet milieubeheer en de Winkeltijdenwet. Indien sprake is van gebruik van andermans eigendom, is privaatrechtelijke toestemming van de eigenaar van die grond noodzakelijk. Daarnaast speelt ook Europese regelgeving / jurisprudentie een rol. Een aantal regelingen wordt hieronder uitgelicht.
3.1.3 Mede op Europese regelgeving geïnspireerde jurisprudentie
Ook Europese regelgeving / jurisprudentie mag niet onvermeld blijven. In juni 2016 heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de factsheet “Het nieuwe normenstelsel voor schaarse besluiten: keuzes voor gemeenten” uitgebracht. De richtlijn gaat over schaarse besluiten in gemeentelijke verordeningen en beleid. Vooral bij vergunningen voor economische activiteiten is het belangrijk om te weten of deze besluiten “schaars” zijn. Er gelden dan andere eisen aan de verdeling, procedure, criteria en geldigheidsduur van vergunningen. In hoofdstuk 4 en 5 wordt dit verder uitgewerkt.
Nadien heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 2 november 2016 geoordeeld dat in het Nederlands recht drie rechtsnormen zijn te onderscheiden die in acht genomen moeten worden bij het verdelen van schaarse vergunningen. Er moet een reële mededingingsruimte zijn voor potentiële gegadigden (mededingingsnorm). De te verlenen vergunning moet in beginsel tijdelijk van aard zijn (zodat toetreding tot de markt voor een ieder mogelijk is/wordt) (tijdelijkheidsnorm). Er moet een passende mate van openbaarheid worden betracht ten aanzien van de procedure (transparantienorm). Dit betekent dat een gemeente “op een naar buiten toe kenbare wijze” bekend moet maken dat een schaarse vergunning beschikbaar is en binnen welke periode aanvragen voor die vergunning kunnen worden ingediend. Ook moet de verdelingsprocedure bekend worden gemaakt en moet duidelijk zijn welke eisen aan de aanvragen zullen worden gesteld.
De belangrijkste onderdelen van het geactualiseerde beleid worden in het vervolg van deze paragraaf kort uiteengezet. Hierbij komen de volgende zaken aan bod:
Diverse standplaatshouders hebben de afgelopen jaren gebruik gemaakt van de standplaatslocaties. De locaties zijn opnieuw bekeken en beoordeeld.
Tabel 1. Niet in gebruik zijnde locaties / standplaatsen (vast en tijdelijk).
De standplaatslocatie aan de Hoonaartstraat is in de afgelopen jaren wel in gebruik geweest. Iedere keer werd deze, kort na in gebruik name door de ondernemer al weer opgezegd. Op de locatie P.A. de Genestetlaan is ruimte voor twee standplaatsen. De tweede standplaats is nooit in gebruik geweest. De visie voor het winkelcentrum de Struytse Hoeck wordt gezamenlijk met alle betrokken partijen uitgevoerd. De eerste fase richt zich thans met name op verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte. Waarbij ook een aantal grote aanpassingen van het winkelvastgoed aan de orde komt. In dit licht kan de vaste standplaats bij de Roobollocatie thans worden opgeheven. Nabij de Vuurtoren in de Vesting zijn de plannen rondom een paviljoen en het oliehuisje op dit moment nog niet verder ontwikkeld. De standplaats op deze locatie kan vooralsnog worden gehandhaafd.
De standplaatslocaties zijn verspreid over de gemeente gelegen. De locaties zijn over het algemeen in gebruik, maar niet altijd volledig bezet. Met het oog op de ontwikkelingen in de detailhandel is naar dit locatieaanbod gekeken. Bij het hoofdwinkelcentrum zijn al standplaatsen aangewezen. Een tijdelijke bij de Roobol en een vaste bij het Woordbouwerplein. Bij de drie overige winkelcentra, Evertsenplein, Jachthoorn en Forel is gekeken naar de mogelijkheden voor een standplaats. Hierbij is de wens van de winkeliers ook meegenomen. Bij alle drie de winkelcentra is er ruimte voor het toewijzen van een standplaats. De keuze is gemaakt om de standplaatslocaties te concentreren in de nabijheid van de consumentenstromen bij de winkelcentra. Omdat de nieuw aan te wijzen locaties geconcentreerd zijn rondom de winkelcentra is de verwachting dat deze mede hierdoor intensiever in gebruik zullen zijn.
Er is voor vijf vaste standplaatslocaties gekozen. Daarnaast is ook rekening gehouden met standplaatsen voor het aanbod van de seizoensproducten zoals kerstbomen, nieuwe haring en oliebollen. Een aantal tijdelijke standplaatsen is nooit in gebruik geweest. Dit betreft alle standplaatsen voor de verkoop van kerstbomen, alsmede de standplaats bij de Gamma voor de verkoop van oliebollen.
Om het aanbod van bovengenoemde producten toch mogelijk te maken is gekeken naar –betere- alternatieve locaties. Voor de verkoop van kerstbomen is deze gevonden in de Vesting en wel op de locatie Timmerwerf. Een met de auto goed bereikbare locatie, die geen stremmingen voor het doorgaande verkeer oplevert. Met kerst zijn de afgelopen twee jaar evenementen in de Vesting ontwikkeld om ook in deze periode meer “bruis” in het historische hart te verkrijgen. Verwacht wordt dat een kerstbomenstandplaats hier ook aan bijdraagt. Vanuit een winkelier in het winkelcentrum de Forel is gevraagd naar de mogelijkheden van verkoop nieuwe haring / oliebollen in het winkelcentrum de Forel. Op deze locatie is thans nog geen standplaats toegewezen. Toewijzing van een tijdelijke standplaats voor de verkoop van oliebollen / nieuwe haring zou een prima aanvulling voor het centrum zijn. De ruimte voor een bescheiden tijdelijke standplaats is aanwezig.
In onderstaande overzichten zowel voor de vaste als de tijdelijke standplaatsen de aan te houden, de te behouden, de op te heffen en de nieuw toe te wijzen standplaatsen
3.2.1.b Vergunningen voor bepaalde tijd
Vaste standplaatsen worden voor maximaal twee dagen per week per locatie verleend. Op zaterdagen worden geen standplaatsen uitgegeven. Het verkoopmateriaal moet buiten de vergunde verkooptijden verwijderd te zijn. Een en ander in overeenstemming met het mobiele karakter van standplaatsen.
Uit de jurisprudentie rond schaarse vergunningen valt op te maken dat vergunningen niet voor onbepaalde tijd mogen worden verleend. Voor de uitgifteperiode is aansluiting gezocht bij de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Uit deze jurisprudentie kan worden afgeleid dat de looptijd moet worden beperkt en de totale geldigheidsduur afgestemd moet worden op de terugverdientijd van de investeringen van de ondernemer. Het uitgangspunt is hierbij een geldigheidsduur van vijf jaar. Dit wordt als redelijke periode beschouwd om zowel de gedane investeringen als het verdienmodel overeind te houden.
Er zijn verschillende mechanismen toe te passen voor de verdeling van de standplaatsvergunning (volgorde van binnenkomst; vergelijkende toets; loting; wachtlijst).
Bij het systeem van wie het eerst komt, het eerst maalt, in combinatie met de plicht van het van tevoren kenbaar moeten maken dat vergunningen beschikbaar zijn, rijst de vraag hoe dit verdelingssysteem zuiver wordt toegepast. Bij de vergelijkende toets, kan de neutrale houding van de gemeente ter discussie komen te staan. Het verdelen van de beschikbare vergunningen via loting is naar mening van de gemeente het meest neutrale systeem en komt hiermee ten volle tegemoet aan de vereisten van een transparant, gelijkwaardig en voor een ieder toegankelijk systeem.
Een maand voorafgaand aan de loting wordt het moment van de loting en een verwijzing naar deze notitie en de daarin opgenomen voorwaarden waaraan een aanvraag moet voldoen via het elektronisch gemeenteblad (DROP) kenbaar gemaakt. DROP (Decentrale Regelgeving en Officiële Publicaties) is een voorziening waarmee decentrale overheden hun regelgeving rechtsgeldig via internet bekend kunnen maken. Daarnaast volgt bekendmaking ook op de gemeentepagina van Groot Hellevoet. En in een voorkomend geval ontvangen de nog actieve standplaatshouders van de afgelopen vijf jaar, schriftelijk bericht van de komende loting. Gegadigden kunnen zich voor de loting op een vooraf kenbaar gemaakt tijdstip op het gemeentehuis melden, waarna de loting in aanwezigheid van gegadigden plaatsvindt.
Indien een standplaats eerder dan de maximale vijf jaar periode vrijkomt dan wel een kandidaat standplaatshouder zich gedurende de vijf jaar periode meldt voor een standplaats die nog vrij is (bijvoorbeeld omdat hiervoor geen aanvraag is gedaan), vindt op dat moment opnieuw loting voor de standplaatsplek plaats conform de hierboven omschreven wijze.
Tot op heden zijn de ondernemers zelf verantwoordelijk voor het aanbrengen van benodigde voorzieningen bij de standplaatslocaties. Bij stopzetting van de onderneming worden de stroomkasten niet altijd weggehaald door de eigenaar. De door de gemeente te maken kosten bij wijziging van dit beleid wegen echter niet op tegen de eventuele nadelen van de huidige situatie. Ondernemers moeten zelf zorgdragen voor de aanleg van voorzieningen die zij nodig hebben voor hun bedrijfsvoering. Dit geldt eveneens bij beëindiging van de standplaats voor het verwijderen of overdragen aan de nieuwe vergunninghouder van de aangebrachte voorzieningen.
3.3 Uitvoering van het standplaatsenbeleid
3.3.1. Vergunningverlening algemeen
Op de vergunningverlening is naast de VFL en APV tevens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing (o.a. termijnen, aanvraagvereisten). In de vergunning worden voorschriften opgenomen die strekken tot bescherming of de belangen van de openbare orde, overlast, uiterlijk aanzien, verkeersveiligheid, verzorgingsniveau en ruimtelijke ordening.
Het merendeel van de standplaatsen bevindt zich op gemeentegrond. Het verlenen van de standplaatsvergunning is in die gevallen meteen ook de privaatrechtelijke toestemming voor het gebruik van de gemeentegrond. Voor standplaatsen die niet op gemeentegrond gelegen zijn dient de aanvrager tevens de toestemming van de grondeigenaar bij de aanvraag vergunning aan te leveren.
De ondernemer kan de aanvraag digitaal indienen via Externe link: www.voorneaanzee.nl/standplaats-aanvragen met behulp van E-herkenning. De aanvraag vermeldt in ieder geval de volgende gegevens:
Met het vaststellen van de APV in december 2009 heeft de gemeenteraad besloten diverse vergunningsvereisten af te schaffen. Een van deze vergunningen was de vergunning voor venten.
Venten is de straathandel waarbij de ondernemer zijn waren voortdurend vanaf een andere plaats aanbiedt. Ondernemers moeten ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel. Voor venten is geen vergunning nodig. Venten is toegestaan op de werkdagen (maandagen t/m zaterdagen) tussen 08.30 en 22.00 uur. Wel zijn er gebieden aangewezen waar niet mag worden gevent.
Door middel van deze regels wordt een ventverbod ingesteld op en in de onmiddellijke omgeving van de winkelcentra Struytse Hoeck, Evertsenplein, Kooistee en de Jachthoorn en op de bedrijventerreinen Kickersbloem. De plattegronden van de uitgesloten ventgebieden zijn toegevoegd als bijlage bij deze beleidsregels.
3.4.1 Intrekken en vervallen verklaren van een standplaatsvergunning
De vergunning kan worden ingetrokken indien;
De vergunning wordt ingetrokken wanneer:
Door middel van standplaats- en ventbeleid worden activiteiten toegestaan welke plaatshebben op de openbare weg en voor eenieder zichtbaar zijn. Op een goede naleving van de standplaatsvergunningen wordt toegezien door de Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA’s), die als toezichthouders van de gemeente zijn aangewezen. De toezichthouders hebben op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de APV de bevoegdheden gekregen welke benodigd zijn voor het uitvoeren van hun taak. Op een goede naleving van het venten wordt ook controle uitgevoerd door de politie.
Handhaving kan privaatrechtelijk, strafrechtelijk of publiekrechtelijk gebeuren. De controle op naleving zal zich in de eerste plaats richten op de publiekrechtelijke aspecten, namelijk door:
Het doel hiervan is de overtreder te bewegen de onrechtmatige situatie te beëindigen, de gevolgen te beperken of herhaling van de overtreding te voorkomen. Afhankelijk van de situatie zal voorafgaande aan de bovengenoemde sancties in principe eerst een verzoek door de toezichthouder worden gedaan, de overtreding op te heffen. Dit kan zowel door de BOA’s, de wijkopzichter of de politie plaatsvinden. Wordt hieraan geen gevolg gegeven dan zal een waarschuwing door het bevoegd bestuursorgaan volgen. Hierna kunnen de genoemde bestuursrechtelijke sancties volgen.
Daarnaast kan door een buitengewoon opsporingsambtenaar of de politie proces verbaal worden opgemaakt indien er zonder of in afwijking van het beleid / de vergunning gevent wordt of een standplaats is ingenomen.
Overtreding van het standplaatsenbeleid* kan op verschillende wijzen, bijvoorbeeld:
*waar standplaatsenbeleid staat kan ook ventbeleid worden gelezen
Bij de (bestuursrechtelijke) handhaving zal het volgende stappenplan gehanteerd worden:
Hoofdstuk 4. Beleidsregels Standplaatsen Rockanje en Oostvoorne
Artikel 2. Aanvragen van een vergunning
Een standplaatsvergunning wordt aangevraagd via Externe link: www.voorneaanzee.nl/standplaats-aanvragen. Bij de aanvraag worden de volgende gegevens aangeleverd:
Artikel 6. Intrekking of overschrijving van de vergunning
In geval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste standplaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner, de levenspartner of het wettelijk kind van de vergunninghouder mits deze voldoet aan de in artikel 2 lid 1 genoemde eis.
Een aanvraag voor een standplaatsvergunning wordt getoetst aan de in artikel 1:8 VFL en artikel 5:18 VFL genoemde weigeringsgronden.
Artikel 12. Mobiel karakter standplaats
Vergunninghouders moeten aan het einde van de verkoopdag of aaneengesloten verkoopperiode de verkoopwagen of kraam weghalen van de standplaatslocatie. De verkoopwagen of kraam mag niet op de standplaatslocatie aanwezig zijn op dagen waarvoor de vergunning in het kader van deze beleidsregels niet is verleend.
Artikel 17. Schoonhouden standplaats en omgeving
De vergunninghouder is verplicht zorg te dragen dat etensresten, verpakkingsmaterialen, foldermaterialen en al het overige afval welke zich op de grond bevinden binnen een afstand van 50 meter van de standplaats, tijdens het innemen van de standplaats en uiterlijk een half uur na de beëindiging van de verkoop worden opgeruimd.
Hoofdstuk 5. Afsluitende bepalingen
De ten tijde van de inwerkingtreding van deze beleidsregels geldende vergunningen behouden hun geldigheid gedurende de termijn waarvoor ze zijn afgegeven.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van het beleid een aanvraag om een standplaatsvergunning is ingediend, waarop nog niet is beslist, wordt daarop dit beleid toegepast.
Aldus besloten in de vergadering van het college van Burgemeester en wethouders van Voorne aan Zee van 17 december 2024,
Burgemeester en wethouders van Voorne aan Zee,
Bijlage 1. Bijlagen bij standplaatsregels Brielle, Vierpolders en Zwartewaal
Bijlage 1.A. Lijst met standplaatslocaties per (winkel)gebied
Bijlage 1.B. Overzicht kerstbomenverkoop, inclusief bloemen- en plantenverkooppunten
Bijlage 2. Bijlagen bij standplaatsregels Hellevoetsluis
Vergunningvoorschriften standplaatsvergunning
de ruimte tussen de achterzijde van de standplaats en de achterliggende bebouwing moet ten minste 5 meter bedragen, tenzij de gevel waarvoor het object wordt geplaatst een brandwerendheid bezit van tenminste 30 minuten, terwijl voor de standplaats een strook van ten minste 4 meter breed en 4,20 meter hoog beschikbaar moet zijn;
aanwijzingen, het ontruimen en tijdelijk verplaatsen van de standplaats daaronder begrepen, van of namens de afdeling BVH in het belang van het beheer van gemeentegronden, van de politie, in het belang van de openbare orde en verkeersveiligheid en van of namens de brandweercommandant, in het belang van de brandpreventie, moeten stipt worden opgevolgd;
alle schade aan gemeente-eigendommen en daarmede verband houdende gevolgschade, indien en voor zover veroorzaakt of toegenomen door het hierbij overeengekomen gebruik, wordt door of op kosten van de vergunninghouder op eerste aanzegging van de gemeente binnen een daarbij te stellen termijn hersteld of vergoed tot genoegen van de gemeente;
op het gebruik van gasflessen zijn de voorschriften van toepassing opgenomen in de bijgaande door de Intergemeentelijke Brandweer Voorne-Putten aangegeven Regeling gebruik van een gasflesseninstallatie in combinatie met verwarmingstoestellen en/of bak- kooktoestellen voor mobiele inrichtingen (“Gasflessenregeling”).
Bijlage 3. Bijlagen bij standplaatsregels Rockanje en Oostvoorne
Bijlage 3.A. Standplaatsenkaart: locaties vaste standplaatsen
Locatie: Stationsweg/Voorweg Oostvoorne
Bijlage 3.B. Standplaatsenkaart: locaties seizoensstandplaatsen
Bijlage 3.C. Vergunningvoorschriften standplaatsvergunning Rockanje/Oostvoorne
Apparatuur voor bereiden van voedsel
Voor een gasverbruikstoestel met toebehoren gelden de volgende voorschriften:
de verbinding tussen een gastank of gasfles en gasverbruikstoestel bestaat uit een deugdelijke samenstelling van slang of leiding, een drukreduceersysteem en aansluitingen en afsluitkranen. Deze verkeert in goede staat van onderhoud, is niet uitgedroogd, vertoont geen andere beschadigingen en is niet ouder dan 10 jaar of dan het aantal jaren dat volgens de productspecificatie als levensduur kan worden aangehouden.
het toegepaste drukreduceersysteem is direct op de kraan van de gastank of gasfles gemonteerd of door gebruik te maken van een geschikte flexibele hogedrukslang tussen gasfles en drukredueersysteem, die niet langer is dan 0,4 meter, of dan 0,75 meter indien een uitschuiflade wordt toegepast voor het plaatsen van de flessen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-546003.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.