Hoofdstuk 2
|
Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet
|
|
Paragraaf 2.1
|
Algemene bepalingen
|
|
Artikel 2.1
|
Definities
|
|
1.
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
2.
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
3.
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
4.
|
Bouwkosten:
|
|
|
De aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
De bouwkosten zijn niet lager dan het referentiebedrag dat voortvloeit uit een berekening aan de hand van de kengetallen voor soortgelijke bouwwerken in het Bouwkostenkompas, peildatum 1 januari 2025. (zie www.bouwkostenkompas.nl)
De berekening wordt uitgevoerd aan de hand van de benchmark ‘laag’. Indien het in de aanvraag opgegeven bedrag lager is dan het referentiebedrag, wordt het bedrag aan bouwkosten vastgesteld op het referentiebedrag, tenzij de afwijking met de benchmark “laag” kleiner is dan 10%. In de overige gevallen worden de door de aanvrager opgegeven bouwkosten vastgesteld.
Indien het Bouwkostenkompas niet voorziet in kentallen voor de aangevraagde werkzaamheden, wordt een onderbouwing opgevraagd die beoordeeld wordt op aannemelijkheid.
|
|
5.
|
Kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit (kleine BOPA)
|
|
|
een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit is een activiteit die niet voldoet aan de regels van het omgevingsplan en een van de volgende categorieën gevallen betreft:
Bijbehorende bouwwerken
De bouw/uitbreiding van een bijbehorend bouwwerk binnen de bebouwde kom. Het aantal woningen moet gelijk blijven, tenzij sprake is van huisvesting in verband met mantelzorg.
Buiten de bebouwde kom is sprake van een kleine BOPA als het bijbehorende bouwwerk niet hoger is dan 5 m en de oppervlakte niet meer is dan 150 m2. Het aantal woningen moet gelijk blijven, tenzij sprake is van huisvesting in verband met mantelzorg.
Het gaat om bouwwerken als: bijgebouwen, aanbouwen, uitbouwen, maar ook bedrijfsgebouwen die bij een bestaand hoofdgebouw worden geplaatst. Bijbehorende bouwwerken zijn ondergeschikt aan het hoofdgebouw.
Bouwwerk geen gebouw zijnde
Het bouwen van een bouwwerk geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk mits het niet hoger is dan 10 meter en de oppervlakte niet meer dan 50 m2 bedraagt.
Overige uitbreidingen van gebouwen
Het bouwen van een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw.
Herinrichting openbaar gebied
Het gebruiken van gronden voor een niet ingrijpende herinrichting van openbaar gebied.
Gebruik bouwwerken en gronden
Het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein binnen de bebouwde kom. Het aantal woningen moet gelijk blijven. Initiatief wordt niet gezien als kleine BOPA als sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel C of D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage.
Tijdelijk gebruik/tijdelijke bouwwerken
Ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de hiervoor genoemde opsomming, voor een termijn van ten hoogste 15 jaar. Het aantal woningen moet gelijk blijven. Initiatief wordt niet gezien als kleine BOPA als sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel C of D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage.
|
|
Artikel 2.2
|
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
a.
|
vooroverleg;
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
c.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
Artikel 2.3
|
Bepalen tarief
|
|
1.
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
2.
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
3.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
4.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
5.
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
6.
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
7.
|
Als geen vooroverleg is gehouden voordat een aanvraag is ingediend en tijdens de behandeling van de aanvraag is het nodig het initiatief te bespreken aan de intake- en/of omgevingstafel, dan wordt zowel het tarief gerekend dat volgens deze verordening voor de aanvraag verschuldigd is alsook het tarief voor de intake- en/of omgevingstafel. Hierbij geldt dezelfde verrekening als wanneer de intake- en/of omgevingstafel in de voorfase had plaatsgevonden.
|
|
Paragraaf 2.2
|
Voorfase
|
|
Artikel 2.4
|
Vooroverleg
|
|
1.
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van een vooroverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
voor een adviesgesprek in verband met het verkrijgen van een indicatie of voor een voorgenomen project een vergunning benodigd is of voor een beoordeling een schetsplan benodigd is:
|
|
i
|
voor een eerste overleg:
|
€ 0,00
|
ii
|
voor elk volgend overleg:
|
€ 50,57
|
b.
|
voor een intaketafel om te toetsen of een voorgenomen initiatief dat strijdig is met een vigerend (tijdelijk) omgevingsplan en past binnen het beleid wenselijk/ kansrijk is:
|
€ 169,13
|
c.
|
voor het houden van een omgevingstafel voor een voorgenomen initiatief dat strijdig is met het vigerend (tijdelijk) omgevingsplan:
|
€ 51,25
|
i
|
per in te schakelen interne adviseur verhoogd met:
|
€ 57,32 per uur
|
ii
|
per in te schakelen externe adviseur verhoogd met:
|
€ 123,00 per uur
|
d.
|
voor elke volgende omgevingstafel:
|
€ 51,25
|
i
|
per in te schakelen interne adviseur verhoogd met:
|
€ 57,32 per uur
|
ii
|
per in te schakelen externe adviseur verhoogd met:
|
€ 123,00 per uur
|
e.
|
voor een vooroverleg anders dan via een intake- en/of omgevingstafel (gemeente bepaalt welk type vooroverleg geëigend is voor het initiatief)
|
€ 200,00
|
|
|
|
i
|
wanneer een plan meer dan 1x voorgelegd moet worden aan de (gedelegeerde van de) commissie ruimtelijke kwaliteit (welstand), per behandeling vermeerderd met:
|
€ 100,00
|
2.
|
Het op grond van het eerste lid, onder lid c of d, verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van verzoek vooroverleg aan de aanvrager meegedeeld. Het verzoek vooroverleg wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij het verzoek vooroverleg voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
3.
|
Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.
|
|
Paragraaf 2.3
|
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
|
Artikel 2.5
|
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
|
a.
|
indien de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen:
|
1,11%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 104,26
|
b.
|
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen:
|
1,09%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 555,00
|
c.
|
indien de bouwkosten € 200.00 tot € 1.250.000 bedragen:
|
1,07%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 2.180,00
|
d.
|
indien de bouwkosten € 1.250.000 tot € 2.500.000 bedragen:
|
1,05%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 13.375,00
|
e.
|
indien de bouwkosten € 2.500.000 tot € 5.000.000 bedragen:
|
0,97%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 25.500,00
|
f.
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:
|
0,94%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 48.500,00
|
|
en met een maximum van:
|
€ 117.500,00
|
Artikel 2.6
|
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijke deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
|
a.
|
indien de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen:
|
2,49%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 200,00
|
b.
|
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen:
|
2,47%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 1.245,00
|
c.
|
indien de bouwkosten € 200.00 tot € 1.250.000 bedragen:
|
2,45%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 4.940,00
|
d.
|
indien de bouwkosten € 1.250.000 tot € 2.500.000 bedragen:
|
2,43%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 30.625,00
|
e.
|
indien de bouwkosten € 2.500.000 tot € 5.000.000 bedragen:
|
2,36%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 60.750,00
|
f.
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:
|
2,33%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 118.000,00
|
|
en met een maximum van:
|
€ 291.250,00
|
Artikel 2.7
|
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.5, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 377,86
|
Paragraaf 2.4
|
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
Artikel 2.8
|
Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in samenhang met de Erfgoedverordening Papendrecht en betrekking op een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen:
|
€ 377,86
|
b.
|
voor het herstellen of gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 377,86
|
Artikel 2.9
|
[gereserveerd]
|
|
Artikel 2.10
|
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in samenhang met de Erfgoedverordening Papendrecht en betrekking heeft op een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 377,86
|
Artikel 2.11
|
[gereserveerd]
|
|
Paragraaf 2.5
|
Milieubelastende activiteiten
|
|
Artikel 2.12
|
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Omgevingswet bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
per milieubelastende activiteit:
|
€ 986,37
|
Artikel 2.13
|
Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.213,14
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.249,20
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 1.927,89
|
Artikel 2.14
|
Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 4.685,83
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.280,08
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.811,50
|
Artikel 2.15
|
Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 4.451,54
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.116,08
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.670,93
|
Artikel 2.16
|
Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.514,38
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.460,06
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.108,63
|
Artikel 2.17
|
Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 4.217,25
|
Artikel 2.18
|
Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 5.221,36
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.654,95
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.132,81
|
Artikel 2.19
|
Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.514,38
|
Artikel 2.20
|
Samenloop van milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een categorie valt en de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft op al deze categorieën betrekking, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.
|
|
Artikel 2.20a
|
W
ijziging van de milieubelastende activiteit die geen significante nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid of het milieu
|
|
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 er sprake is van een wijziging in
de exploitatie van een ippc-installatie die geen significante nadelige gevolgen heeft voor de
gezondheid of het milieu bedraagt het tarief:
|
50%
|
|
van het reguliere tarief als bedoeld in artikel 2.13 tot en met 2.19 van deze verordening
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.20b
|
Ontheffing route gevaarlijke stoffen
|
|
a.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, tot het verlenen voor:
|
|
|
1-5 afleveradressen
|
€ 168,69
|
|
6-10 afleveradressen
|
€ 309,27
|
|
11-15 afleveradressen
|
€ 421,73
|
|
16-20 afleveradressen
|
€ 506,07
|
b.
|
Voor meer dan 20 afleveradressen geldt per 10 adressen een opslag van:
|
€ 56,23
|
|
Hierbij wordt bij minder dan 5 adressen naar beneden afgerond en bij meer dan 5 adressen wordt naar boven afgerond.
|
|
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.20c
|
Toestemming voor laden en lossen van gevaarlijke stoffen waaronder vuurwerk
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, in artikel 1 van bijlage 3 van de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen jo. de artikelen 2, onderdeel c, en 1, eerste lid onderdeel b sub 2 van deze Regeling jo. artikel 2 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen jo. artikel 2, eerste lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, gelezen in samenhang met hoofdstuk 7.5, voorschrift 7.5.11-CV1 sub a en b en hoofdstuk 8.5, voorschrift S1-(4) sub a en b van de ADR (Europees verdrag voor het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg), tot het verlenen van:
|
|
a.
|
een eenmalige ontheffing:
|
€ 449,84
|
Paragraaf 2.6
|
Lozingsactiviteiten
|
|
Artikel 2.21
|
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 449,84
|
Artikel 2.22
|
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 899,68
|
Paragraaf 2.7
|
Aanlegactiviteiten
|
|
Artikel 2.23
|
[gereserveerd]
|
|
Artikel 2.24
|
[gereserveerd]
|
|
Artikel 2.25
|
Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 377,86
|
Artikel 2.26
|
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 8.1.1 van de Verordening fysieke leefomgeving OF artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 250,86
|
Artikel 2.27
|
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 8.1.2 van de Verordening fysieke leefomgeving OF artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 377,86
|
Artikel 2.28
|
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 377,86
|
Paragraaf 2.8
|
Overige activiteiten
|
|
Artikel 2.29
|
[gereserveerd]
|
|
Artikel 2.30
|
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Bomenverordening, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, voor de eerste boom:
|
€ 250,86
|
Artikel 2.31
|
Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening of artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 233,01
|
Artikel 2.32
|
Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 276,04
|
Artikel 2.33
|
[gereserveerd]
|
|
Artikel 2.34
|
Andere activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk:
|
€ 157,50
|
Paragraaf 2.9
|
Maatwerkvoorschriften
|
|
Artikel 2.35
|
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
per maatwerkvoorschrift:
|
€ 881,32
|
b.
|
in andere gevallen dan bedoeld in lid a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 881,32
|
c.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op artikelen 7.17 en 7.18 Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl):
|
€ 312,50
|
Artikel 2.36
|
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:
|
|
a.
|
een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving,
bedraagt het tarief:
|
€ 2.249,20
|
b.
|
als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere
milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per
maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.349,52
|
Artikel 2.37
|
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 2.249,20
|
Paragraaf 2.10
|
Gelijkwaardigheid
|
|
Artikel 2.38
|
Gelijkwaardige maatregel
|
|
1.
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
a.
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
b.
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
c.
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:
|
€ 2.249,20
|
d.
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.11
|
Overige tarieven
|
|
Artikel 2.39
|
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 157,44
|
Artikel 2.40
|
Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
1.
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is
hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling
nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de
aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
|
a.
|
als de oorspronkelijke bouwkosten minder zijn dan € 50.000:
|
€ 157,44
|
b.
|
als de oorspronkelijke bouwkosten gelijk of hoger zijn dan € 50.000:
|
10,25%
|
|
van de leges van de oorspronkelijke bouwkosten, met een maximumtarief:
|
€ 102.500,00
|
3.
|
Het bepaalde in lid 2 vindt geen toepassing indien de wijziging zodanig is dat van een nieuw (bouw)plan sprake is.
|
|
Artikel 2.41
|
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
|
a.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
50,00%
|
|
van het reguliere tarief als bedoeld in deze verordening;
|
|
b.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in onderdeel a:
|
€ 157,44
|
Artikel 2.42
|
Intrekken omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:
Dit tarief is ook niet van toepassing als de vergunning door de gemeente wordt ingetrokken op basis van artikel 5.40 lid 2 onder b Ow.
|
€ 153,75
|
Artikel 2.43
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:
|
€ 0,00
|
Artikel 2.44
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.
|
|
Artikel 2.45
|
Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:
|
€ 5.025,48
|
2.
|
Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.
|
|
Artikel 2.45a
|
Vergunningvrij
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsvergunning voor het beoordelen of het voorgenomen project vergunningvrij is:
|
€ 110,52
|
Artikel
2.45b
|
Procedure hogere grenswaarde
(
ogv
overgangsrecht)
|
|
|
Voor gevallen als bedoeld in artikel 3,5, 3.6, 3.6a Aanvullingswet geluid Omgevingswet geldt;
|
|
|
Indien de aanvraag om omgevingsvergunning alleen kan worden verleend na vaststelling van hogere grenswaarden als bedoeld in de Wet geluidhinder, worden de leges als bedoeld in artikel 2.5, 2.6 en 2.46a verhoogd met:
|
€ 499,61
|
|
Wanneer deze zogenaamde hogere grenswaarden wordt gevolgd op basis van een wijziging van het omgevingsplan blijft de berekening van de te heffen leges buiten beschouwing.
|
|
Artikel 2.46
|
Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan.
|
€ 151,70
|
Paragraaf 2.12
|
Modaliteiten
|
|
Artikel 2.46a
|
Planologische strijdigheid met het omgevingsplan (waarbij tevens of geen sprake is van een bouwactiviteit) (
opa voor
binnenplanse
afwijking
en
bopa
)
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
voor het beoordelen of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet:
|
€ 377,86
|
b.
|
voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA)). (zie artikel 2.1 voor definitie)
|
€ 881,32
|
i.
|
wanneer geluidsonderzoeken beoordeelt moeten worden bij een te hoge geluidsbelasting (overschrijding standaardwaarde), vermeerderd met
|
€ 499,61
|
c.
|
voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA)).
|
€ 5.025,48
|
i.
|
wanneer geluidsonderzoeken beoordeelt moeten worden bij een te hoge geluidsbelasting (overschrijding standaardwaarde), vermeerderd met
|
€ 499,61
|
d
|
voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA)), die valt onder de kostenverhaalplichtige activiteiten zoals genoemd in artikel 8.13 Omgevingsbesluit en die valt onder artikel 8.14 Omgevingsbesluit (afzien van kostenverhaal) onder a
|
€ 10.000,00
|
i.
|
wanneer geluidsonderzoeken beoordeelt moeten worden bij een te hoge geluidsbelasting (overschrijding standaardwaarde), vermeerderd met
|
€ 499,61
|
e
|
voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA)), specifiek de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen met andere gebruiksfuncties dan een woonfunctie tot gebouwen met een woonfunctie, wanneer dit één t/m negen woonfuncties betreft
|
€ 10.000,00
|
i.
|
wanneer geluidsonderzoeken beoordeelt moeten worden bij een te hoge geluidsbelasting (overschrijding standaardwaarde), vermeerderd met
|
€ 499,61
|
f
|
Wanneer leges in rekening worden gebracht op basis van artikel 2.45b worden niet ook op basis van dit artikel leges voor beoordeling
|
|
2
|
Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.
|
|
Artikel 2.47
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
10,00%
|
Artikel 2.48
|
Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
a.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 2.811,50
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 881,32
|
c.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:
|
€ 881,32
|
Artikel 2.49
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 512,50
|
b.
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 512,50
|
c.
|
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:
|
€ 512,50
|
d.
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:
|
€ 512,50
|
e.
|
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:
|
€ 512,50
|
f.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 2.818,75
|
g.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport of volgens begroting;
|
€ 512,50
|
Artikel 2.50
|
Advies
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 502,76
|
b.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Papendrecht als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Papendrecht:
|
€ 0,00
|
c.
|
voor een advies van de agrarische commissie: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
d.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in voorgaande onderdelen: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.
|
Als een begroting als bedoeld in lid c of d is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
3.
|
Indien een ambtelijke toets aan de redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet, en/of het bouwplan niet hoeft te worden voorgelegd aan de gemeentelijke adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Papendrecht wordt:
|
€ 51,25
|
|
in mindering gebracht op het op grond van artikel 2.6 verschuldigde bedrag.
|
|
Artikel 2.51
|
Instemming
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
|
als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming:
|
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
2.
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.13
|
Vermindering
|
|
Artikel 2.52
|
Vermindering na vooroverleg
|
|
a.
|
Indien een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor hetzelfde initiatief als waarvoor een vooroverleg intaketafel is gelopen in behandeling wordt genomen, dan wordt
|
50%
|
|
van de voor de intaketafel te heffen leges met de voor de aanvraag te heffen leges verrekend. Indien geen aanvraag voor een initiatief wordt ingediend, vindt geen teruggaaf van leges plaats.
|
|
b.
|
Indien een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor hetzelfde initiatief als waarvoor een vooroverleg omgevingstafel is gelopen in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor te heffen leges met de voor de aanvraag te heffen leges verrekend. De hoogte van de verrekening is het bedrag aan leges voor de omgevingstafel met een maximum van € 3.587,50,00. Indien geen aanvraag voor een initiatief wordt ingediend, vindt geen teruggaaf van leges plaats.
|
|
c.
|
Indien binnen één jaar na het afronden van het vooroverleg een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor hetzelfde initiatief als waarvoor een vooroverleg anders dan intake- en/of omgevingstafel is gelopen in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor te heffen leges met de voor de aanvraag te heffen leges verrekend. Indien geen aanvraag voor een initiatief wordt ingediend, vindt geen teruggaaf plaats.
|
|
|
Indien in het vooroverleg meer dan 2x advies is gevraagd aan de commissie omgevingskwaliteit worden de kosten voor deze adviezen vanaf de 3x niet verrekend.
|
|
Artikel 2.53
|
[gereserveerd]
|
|
Paragraaf 2.14
|
Teruggaaf
|
|
Artikel 2.53
|
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
85,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.54
|
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
85,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.56
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag
(vooroverleg / concept-)
omgevingsvergunning
bij reguliere en uitgebreide
voorbereidings
procedure bij activiteiten bedoeld in artikel 2.4, 2.5, 2.6, 2.26, 2.27, 2.30, 2.32
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een (vooroverleg / concept-) omgevingsvergunning als bedoeld in onderdeel 2.4, 2.5, 26, 2.26, 2.27, 2.30, 2.32 is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a.
|
indien nog niet op de aanvraag is beslist, bestaat aanspraak op teruggaaf van:
|
50%
|
|
van de leges als bedoeld in het onderdeel 2.4, 2.5, 26, 2.26, 2.27, 2.30, 2.32
|
|
b.
|
Bij een aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.4, 2.5 en 2.6 indien de aanvraag nog niet is getoetst aan welstand en/of brandveiligheid en/of constructieve veiligheid, bestaat aanspraak op teruggaaf van:
|
75%
|
|
van de leges als bedoeld in het onderdeel 2.4, 2.5 en 2.6
|
|
c.
|
Bij een aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.4, 2.26, 2.27, 2.30 en 2.32 indien de aanvraag nog niet is getoetst aan welstand en/of verkeersveiligheid en/of bomenverordening, bestaat aanspraak op teruggaaf van:
|
75%
|
|
van de leges als bedoeld in het onderdeel 2.4 2.26, 2.27, 2.30 en 2.32
|
|
2.5
6a
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag (vooroverleg / concept-) omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift
;
overig (reguliere
voorbereidings
procedure)
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een (vooroverleg / concept-) omgevingsvergunning anders dan bedoeld in onderdeel 2.4, 2.5, 26, 2.26, 2.27, 2.30, 2.32 (met in acht neming van onderdeel 2.60) of aanvraag om een maatvoorschrift, op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is, geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a.
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure (binnen vier weken)
|
75,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure (vanaf vier weken tot zes weken)
|
50,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure (vanaf zes weken)
|
25,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.5
6b
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag
(vooroverleg / concept-)
omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift
; overig (
uitgebreide voorbereidingsprocedure
)
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een (vooroverleg / concept-) omgevingsvergunning anders dan bedoeld in onderdeel 2.4, 2.5, 26, 2.26, 2.27, 2.30, 2.32 (met in acht neming van onderdeel 2.60) of aanvraag om een maatwerkvoorschrift, op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a.
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure (binnen zes weken)
|
75,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure (vanaf zes weken tot achttien weken)
|
50,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure (vanaf achttien weken)
|
25,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.57
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag op verzoek van de gemeente
|
|
|
Indien een aanvraag om een (vooroverleg / concept-) omgevingsvergunning voor een project op verzoek van de gemeente wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van:
|
100%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.58
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
50,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.59
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
50,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
Artikel 2.59
a
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor activiteiten genoemd in 2.26, 2.27, 2.30 en 2.32
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoelt in artikel 2.26, 2.27, 2.30 of 2.32 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
50%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
Artikel 2.60
|
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
Artikel 2.61
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan € 112,75 wordt niet teruggegeven.
|
|