Gemeenteblad van Hoeksche Waard
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Hoeksche Waard | Gemeenteblad 2024, 544866 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Hoeksche Waard | Gemeenteblad 2024, 544866 | beleidsregel |
Beleidsregels schulddienstverlening Hoeksche Waard 2025
Het college van de gemeente Hoeksche Waard;
gelet op artikel 3, 4,6 en 7 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs);
gelet op de Algemene wet bestuursrecht.
overwegende dat het vaststellen van beleidsregels bijdraagt aan uniformiteit daar waar het kan en maatwerk daar waar nodig.
gelezen het advies van Adviesraad Sociaal Domein Hoeksche Waard;
Artikel 2. -Doelgroep gemeentelijke schulddienstverlening
Iedere inwoner van gemeente Hoeksche Waard van 18 jaar en ouder en de personen die in detentie verblijven en voorafgaand aan detentie inwoners waren van gemeente Hoeksche Waard kunnen zich tot het college wenden voor schulddienstverlening. Onder inwoners vallen ook ondernemers die schulden hebben in relatie met hun onderneming. Rechtspersonen vallen niet onder de doelgroep.
Artikel 3. -Wachttijd en doorlooptijden
Wettelijk is geregeld dat de wachttijd tussen aanmelding en een eerste gesprek maximaal vier weken mag duren. De doorlooptijden van de fases van schuldregeling zijn vastgelegd in de gedragscodes van de NVVK en deze worden opgevolgd.
Als een inwoner die behoort tot de doelgroep van deze beleidsregel zich tot het college wendt voor schulddienstverlening, vindt uiterlijk binnen 4 weken, als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld. Als er sprake is van bedreigende schulden vindt er binnen 3 werkdagen, als bedoeld in artikel 4 lid 2 van de wet, het eerste crisisinterventiegesprek plaats en waar mogelijk wordt dit binnen 24 uur gedaan.
In overeenstemming met de “Verordening beschikkingstermijn schulddienstverlening Hoeksche Waard 2021” wordt binnen 8 weken beschikt op de aanvraag schulddienstverlening. De afhandeling kan uitgesteld worden wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden, die gelegen zijn bij de cliënt. De cliënt ontvangt dan een brief waar medegedeeld wordt dat de afhandelingstermijn uitgesteld wordt (hersteltermijn) en de reden(en) hiervan.
Artikel 3a. -Richtlijnen schuldregelen
Schuldregelen kent drie vormen: Saneringskrediet, Minnelijke regeling en ‘nul” aanbod.
Standaard wordt er een Saneringskrediet aangeboden, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn om dit niet te doen, zoals schommelingen van het inkomen, dan prefereert een minnelijke regeling. Bij een ‘nul’ aanbod wordt schuldeiser bij aanvang van de regeling gevraagd hun vorderingen kwijt te schelden, omdat het college financiële begeleiding aanbiedt aan de hulpvrager om zo terugval te voorkomen.
Artikel 4. -Criteria en aanbod schulddienstverlening en ondersteuning
Het college maakt het besluit tot toekenning of weigering via een beschikking bekend aan de cliënt. De afgegeven beschikking bevat in ieder geval, het besluit van toelating en het plan van aanpak of van weigering.
In het plan van aanpak, bedoeld in artikel 4a, eerste lid, onderdeel a, van de wet, wordt de beslagvrije voet in acht genomen en het bevat in ieder geval op hoofdlijnen een omschrijving en het doel van de aangeboden hulp, de voorwaarden die de cliënt dient na te komen, en hoe de begeleiding/coaching/nazorg wordt vormgegeven.
Het schulddienstverleningstraject bestaat uit 4 fases:
Deze fase is gericht op het stellen van een brede diagnose en resulteert in een besluit van het college tot het doen van een aanbod schulddienstverlening dan wel tot een weigering daarvan.
Deze fase is gericht op het creëren van een stabiele situatie. Zoals het maximaliseren en in evenwicht brengen en houden van inkomsten en het minimaliseren en in evenwicht brengen en houden van de uitgaven van de cliënt of andere zaken die nodig zijn om een schuldregeling te kunnen starten. Daarnaast wordt er gewerkt aan het oplossen van de oorzaak die geleid heeft tot de schuldensituatie. Ingezet kan worden een vorm van budgetbeheer, flankerende hulp waaronder beschermingsbewind, thuisadministratie, psychosociale zorg etc.
Deze fase is gericht op het schuldenvrij maken van de cliënt. Dit traject wordt gestart als de situatie van de cliënt stabiel is.
Deze fase is gericht op het voorkomen van terugval na een succesvol afgesloten traject gericht op beheersbare schulden, traject Msnp of Wsnp.
Gedurende alle fases wordt indien nodig begeleiding en coaching ingezet om de cliënt (weer) zelfredzaam te maken.
Bij het bepalen van het aanbod schulddienstverlening houdt het college in ieder geval rekening met de volgende factoren:
er sprake is van een problematische schuldsituatie, zoals omschreven in Gedragscode schuldhulpverlening NVVK1.
Voor de cliënt gelden de volgende verplichtingen:
De cliënt doet uit eigen beweging of op verzoek van het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de schulddienstverlening, bedoeld in artikel 6 van de wet, zoals wijzigingen in persoonlijke- of financiële situatie.
Als de cliënt onvoldoende zelfredzaam is om de verplichtingen na te komen, dan wordt hierin altijd begeleiding/coaching aangeboden. Ook wordt flankerende hulp ingezet als dat noodzakelijk is.
Artikel 6. -Beëindiging schulddienstverlening en hersteltermijn
Voordat tot beëindiging wordt besloten, wordt beoordeeld of cliënt in staat is zijn medewerking/verplichtingen na te komen en/of dat de inzet van flankerende hulp kan bijdragen aan het nakomen van de verplichtingen.
Artikel 7. -Weigering tot schulddienstverlening
Onverminderd de criteria genoemd in artikel 4a, lid 1b van de wet en de overige bepalingen in deze beleidsregel, kan het college besluiten tot het weigeren van schulddienstverlening als:
Te allen tijde kan een inwoner informatie en advies krijgen of worden doorverwezen naar flankerende hulp.
Artikel 8. -Weigering schuldbemiddeling bij herhaalde aanmelding
Na afwijzing of beëindiging van de schulddienstverlening kan een inwoner gedurende een periode worden uitgesloten voor schulddienstverlening;
Artikel 9. -Hardheidsclausule en bijzondere omstandigheden
Het college handelt overeenkomstig deze beleidsregels, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.
Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van gemeente Hoeksche Waard, d.d. 5 november 2024,
De secretaris
de burgemeester
Toelichting Beleidsregels Schulddienstverlening Hoeksche Waard 2025
Deze beleidsregels zijn een verdere concretisering van het Beleidsplan. De inwoner weet hierdoor wat hij/zij van de gemeente kan verwachten en wat de gemeente van hem/haar verwacht. In deze beleidsregels is beschreven, de toegang of weigering, het aanbod, de verplichtingen en de grondslag voor beëindiging van de dienstverlening.
Dit artikel bevat definities van verschillende begrippen, in aanvulling op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.
Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schulddienstverlening
Schulddienstverlening staat open voor alle inwoners van 18 jaar en ouder van gemeente Hoeksche Waard. Hieronder vallen ook ondernemers die schulden hebben in relatie met hun onderneming. Rechtspersonen vallen niet onder de doelgroep. Ook wordt aangemerkt als inwoner de in detentie verblijvende voormalige inwoner van de Hoeksche Waard.
Artikel 2a Aanvraag en toetsingskader
De inwoner vraagt schriftelijk (ook e-mail) of mondeling om schulddienstverlening. Er moet altijd een geldig legitimatiebewijs worden getoond. Deze is slechts ter inzage en er mag geen kopie gemaakt worden voor het dossier.
Artikel 2b . -Vroegsignalering
Meldingen over betalingsachterstanden op gebied van vaste lasten, worden opgevolgd met een melding.
Artikel 3 Wachttijd, doorlooptijden en richtlijnen NVVK.
Het eerste gesprek vindt zo spoedig mogelijk plaats na aanmelding. Wettelijk moet dit binnen vier weken. Het college streeft naar maximaal twee weken. Tijdens de aanmeldfase wordt de aanvraag vastgesteld, de schuldensituatie in beeld gebracht en wordt zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen 8 weken een besluit genomen over toelating of weigering voor schulddienstverlening. Het besluit wordt per beschikking medegedeeld, ook behoort het plan van aanpak tot een onderdeel van de beschikking. Hierdoor is het plan van aanpak vatbaar voor bezwaar.
Voor de richtlijnen en doorlooptijden van het traject schuldregeling wordt aangesloten op de gedragscode van de NVVK.
Een schuld is problematisch wanneer te voorzien is dat een natuurlijke persoon schulden niet zal kunnen blijven afbetalen of is gestopt met afbetalen. Het gaat dan om een situatie waarin niet binnen 36 maanden alle opeisbare vorderingen betaald kunnen worden. Lukt dat wel dan mag er geen schuldregeling gestart worden een betalingsregeling is dan aan de orde.
Artikel 3a Richtlijnen schuldregelen.
Schuldregelen kent drie vormen: Saneringskrediet, Minnelijke regeling en ‘nul”aanbod.
Saneringskrediet: Is een sociale lening die tegen finale kwijting wordt aangeboden aan de schuldeisers. De lening is gebaseerd op de aflossingscapaciteit gedurende 18 maanden. Het bedrag ter grootte van de aflossingscapaciteit over 18 maanden minus de rentekosten van het krediet wordt als aflossing schulden aangeboden aan de schuldeisers. Standaard wordt het saneringskrediet aangeboden tenzij het noodzakelijk is om een minnelijke regeling aan te bieden.
Minnelijke regeling: een afspraak tussen schuldeiser en persoon met schulden om gedurende 18 maanden de aflossingscapaciteit in te zetten voor aflossing van de schulden en resterend schuld wordt kwijtgescholden. Dit product wordt ingezet als de aflossingscapaciteit sterk varieert per maand of als verwacht wordt dat deze in de komende 18 maanden gaat stijgen of dalen.
Hercontrole minstens eenmaal per zes maanden, vanwege wijziging van het vtlb .
0- Aanbod: Het vrij te laten bedrag wordt ondergrens. Hierdoor kan het voorkomen dat er in sommige situaties geen aflossingscapaciteit is. De schuldeisers krijgen dan een ‘nul-aanbod’ tegen finale kwijting met, als voorwaarden dat er financiële begeleiding wordt geboden. De begeleiding zal ‘zo kort als het kan, zo lang als nodig’ worden gegeven aan de persoon die finale kwijting krijgt.
Rechtelijk traject schuldregelen. Als minnelijk schuldregelen niet is gelukt dan kan na overleg met de hulpvrager een Wsnp worden aangevraagd. Soms kan ook direct Wsnp worden aangevraagd, dus dan hoeft er voorafgaand niet eerst een minnelijke schuldregeling te worden uitgevoerd, dit kan wanneer:
de schuldpositie van de hulpvrager niet te bepalen is en er een reële kans bestaat dat er onbekende schulden naar boven komen gedurende of na de aflosperiode waarvoor geen oplossing kan worden gevonden in de minnelijke regeling. In de Wsnp vallen alle vorderingen voor datum toelating onder de werking van de schone lei. Denk aan situaties van voormalige dakloosheid, vechtscheiding, ontruiming, verslaving etc.
Artikel 4 Aanbod schulddienstverlening en ondersteuning
Als schulddienstverlening noodzakelijk is, wordt de cliënt tot deze vorm van dienstverlening toegelaten. Het uitgangspunt is in principe zelfredzaamheid, eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid van de cliënt. Dit betekent niet dat er geen sprake kan zijn van het, al dan niet tijdelijk, ‘ontzorgen’ van de cliënt.
Bij elke aanvraag staat de hulpvraag centraal en wordt een individuele afweging gemaakt en of een aanbod schulddienstverlening gedaan. Er wordt beoordeeld welke mate van ondersteuning en begeleiding cliënt nodig heeft en welk product of combinatie van producten ingezet kunnen worden. Ook kan de cliënt doorverwezen worden naar flankerende hulp zoals budgetcoaching, beschermingsbewind, psychosociale-, psychiatrische hulp als blijkt dat hij door gedrags- of psychische problematiek niet in staat is zijn persoonlijke of financiële situatie stabiel te houden.
Crisisinterventie: afwenden van een crisissituatie door gebruik te maken van bijvoorbeeld convenanten, uitstel van betaling te vragen of een betalingsregeling te treffen met de desbetreffende schuldeiser. Onder crisissituaties wordt verstaan: gedwongen woningontruiming en/of de beëindiging van de levering van gas, elektriciteit en water of de opzegging van een zorgverzekering. Een crisissituatie wordt binnen 3 werkdagen in behandeling genomen.
Stabilisatie: in een periode van maximaal 4 maanden, indien noodzakelijk mag deze periode verlengd worden naar 8 maanden, krijgt de cliënt de gelegenheid en eventueel noodzakelijke ondersteuning om zijn/haar (financiële) situatie stabiel te krijgen. Is de situatie stabiel dan kan er een schuldregelingstraject gestart worden.
Minnelijke schuldregeling of saneringskrediet: bemiddeling tussen de cliënt en zijn schuldeisers om problematische schulden, volgens de richtlijnen van de Gedragscode Schuldregeling NVVK, aan te pakken. Bij een Msnp zal de cliënt gedurende 18 maanden, op basis van zijn aflossingscapaciteit, zijn vordering(en) aflossen en het resterend bedrag van de vordering(en) wordt dan na 18 maanden kwijtgescholden. Bij een saneringskrediet krijgen schuldeisers direct hun deel en de client betaald gedurende 18 maanden een vast bedrag aan aflossing om de schuld bij de kredietbank volledig af te lossen.
Begeleiding/coaching/ nazorg: Tijdens het schuldentraject en na afronding wordt de persoon ondersteund om financieel zelfredzaam te worden of te blijven. Dit kan door de klantmanager schulddienstverlening, maar ook door partners worden gedaan. Bij nazorg wordt in ieder geval minimaal 2 maal contact opgenomen met de client om te weten hoe het gaat.
Artikel 5 Verplichtingen schulddienstverlening
In dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid en medewerking van de cliënt vooropgesteld. Het behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van cliënt om op tijd de relevante informatie te geven, medewerking te verlenen en zich in te spannen om inkomsten en uitgaven in evenwicht te brengen en te houden. Dit geldt zowel in de fase van de aanvraag als tijdens de looptijd van een traject. Een aangeboden traject kan alleen succesvol zijn bij volledige inzet van de cliënt. Aan de cliënt die door omstandigheden de verplichtingen (nog) niet kan nakomen, wordt ondersteuning geboden.
Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 beschreven aan welke verplichtingen er moet worden voldaan.
Bij het nakomen van afspraken, kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het op afspraken verschijnen, maar ook vermogen aanwenden voor de aflossing. Een voorbeeld hiervan is de verkoop van een auto die een geldwaarde vertegenwoordigd of dat het hebben van een auto de kans op nieuwe schulden vergroot (denk aan: verzekering, wegenbelasting, verkeersboetes, noodzakelijke reparaties en dergelijke). Uitzondering hierop is wanneer de auto noodzakelijk is, vanwege medische redenen of voor het verwerven van inkomsten.
Het aangaan van nieuwe schulden is niet toegestaan, omdat het de minnelijke schuldregeling doorkruist. Als er sprake is van een nieuwe schuld wordt onderzocht of de nieuwe schuld op andere wijze kan worden ingelost. Is dat niet het geval, dan kan dit de reden zijn om de schulddienstverlening te beëindigen.
Het is vanzelfsprekend dat de schuldeiser er recht op heeft dat zijn vordering zoveel als mogelijk wordt afgelost. De inwoner moet zich daarom inspannen om een zo hoog mogelijke aflossingscapaciteit te creëren, door een hoger inkomen (meer) te gaan werken als dat mogelijk is en door uitgaven te verminderen. Om de aflossingscapaciteit te bepalen wordt bij de berekening van de Recofa2-methode (berekening van het vrij te laten bedrag vtlb) gebruikt.
Dit artikel geeft aan dat het college besluit of kan besluiten een aanvraag schulddienstverlening te beëindigen. Er wordt gesproken over besluit, bij afronding schulddienstverleningstraject, bij overlijden of op de inwoner zijn verzoek. De ‘kan’ bepaling geldt voor de overige redenen, zoals beschreven in artikel 6 lid 3. Dit betekent dat het mogelijk is maar niet moet worden beëindigd. Aan de ‘kan’ beëindiging gaat altijd een hersteltermijn vooraf.
In dit artikel wordt beschreven wanneer de gemeentelijke schulddienstverlening kan worden geweigerd. Er wordt wel altijd informatie, adviesgegeven of er vindt een doorverwijzing plaats.
Het kan voorkomen dat de cliënt is toegelaten tot de schulddienstverlening op basis van onjuiste of onvolledige gegevens. Aan de hand van de juiste gegevens moet worden nagegaan of het bestaande aanbod terecht is gedaan. Als dit niet het geval is, kan het traject schulddienstverlening door het college worden beëindigd. Hierbij wordt rekening gehouden met de mate waarin dit met opzet of door grove nalatigheid is gedaan.
Cliënten worden met respect behandeld en de medewerker schulddienstverlening wordt in staat gesteld taken naar behoren uit te voeren. Iedere vorm van agressie die normale boosheid of teleurstelling overstijgt, wordt niet geaccepteerd. Als een cliënt zich schuldig maakt aan enige vorm van agressie, wordt hem/haar een gepaste maatregel opgelegd, dit kan leiden tot beëindiging.
Bij weigering van een aanvraag of beëindiging van een traject kan nog gericht specifieke dienstverlening ingezet worden, bijvoorbeeld door het aanbieden van een informatie of adviesgesprek. Ook kan er een verwijzing naar andere hulpverlenende instanties of bij het zorgnetwerk worden gedaan.
Artikel 8 -Weigering bij herhaalde aanmelding
Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen voor schuldbemiddeling. Gedragingen van cliënt en eerdere deelname aan een schuldregelingstraject zijn van invloed op het toelaten dan wel weigeren van de (herhaalde) aanvraag.
Een herhaalde aanvraag schulddienstverlening, binnen een bepaald tijdvak, heeft na een weigering voor het minnelijk traject of na het Wsnp-traject geen zin als de situatie van de cliënt ongewijzigd is.
Voorwaarden om toegelaten te worden tot wettelijke schuldsanering
Toelating tot Wsnp als de cliënt:
Dit artikel noemt expliciet de bevoegdheid van het college om af te wijken van de beleidsregel in bijzondere en onvoorziene gevallen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-544866.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.