Verordening op de heffing en de invordering van retributie en precariobelasting 2025

De raad van de gemeente Almere,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op de artikelen 228, 229, eerste lid, onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende:

VERORDENING op de heffing en de invordering van retributie en precariobelasting 2025.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

• a) Voor de toepassing van deze verordening en de daarbij behorende tabel wordt verstaan onder:

• b) een jaar: een kalenderjaar

• c) een kwartaal: een kalenderkwartaal

• d) een maand: een kalendermaand

• e) een week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen

• f) een dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 0.00 uur.

• g) een vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon (natuurlijk persoon of rechtspersoon) één of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

• h) een seizoen: de periode van 1 april tot 1 oktober van een jaar;

• i) een winterseizoen: de periode van 1 oktober tot en met 31 maart.

• j) een periode: drie kalenderweken voorafgaand aan de eerste kerstdag;

• k) een markt: een van de warenmarkten te Almere welke krachtens besluiten van de gemeenteraad op de daartoe aangewezen plaatsen, dagen en tijden worden gehouden;

• l) een schip: elk schip met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing en een watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als middel van vervoer te water;

• m) een ligplaats: een aanlegplaats voor een schip met van gemeentewege aangebrachte c.q. goedgekeurde bijbehorende voorzieningen;

• n) een vaste ligplaats: een op de kaart behorende bij het besluit Aanwijzing en nadere regels ligplaatsen in de gemeente Almere als vaste ligplaats aangegeven gedeelte;

• o) een passantenligplaats: een op de kaart behorende bij het besluit Aanwijzing en nadere regels ligplaatsen in de gemeente Almere als passantenligplaats aangegeven gedeelte;

• p) een winterligplaats: een op de kaart behorende bij het besluit Aanwijzing en nadere regels ligplaatsen in de gemeente Almere als winterligplaats aangegeven gedeelte;

• q) scheepslengte: de bovendeks gemeten grootste lengte van een schip;

• r) een vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvend lichaam één geheel uitmakende voorwerpen;

  • a. meetbrief: het document als bedoeld in artikel 347, eerste lid, van het Wetboek van Koophandel, juncto het besluit van 24 oktober 1983,Stb. 548 (Besluit binnenschependocumenten);

  • b. laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen zoetwaterverplaatsing van het schip bij de grootste toegelaten diepgang en die van het ledige schip;

  • c. ton: een massa van 1.000 kilogram;

  • d. laad- en loswal: de loswal als bedoeld in artikel 1 van het Ligplaatsen- en havenreglement.

Artikel 2. Belastbare feiten

Op grond van deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt geheven:

• 1. Een belasting ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

• 2. Rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, of van voor de openbare dienst bestemde werken en inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

• 3. Rechten voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten;

Artikel 3. Belastingplicht

• 1. De precariobelasting, als bedoeld in artikel 2, lid 1, wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.

• 2. De rechten als bedoeld in artikel 2, lid 2 en 3, worden geheven van degene, aan wie de daartoe vereiste vergunning is verleend, van de opvolger in de vergunning of, indien geen vergunning vereist of afgegeven is, van:

  • a. degene, die het gebruik heeft of op wiens last gebruik plaats vindt van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, of werken en inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn;

  • b. degene, op wiens verzoek dan wel ten behoeve van wie een door of vanwege de gemeente verrichte dienst wordt verstrekt;

• 3. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid worden de rechten ter zake van het laden en lossen van goederen, alsmede ter zake van het innemen van een ligplaats aan de laad- en loswal geheven van de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het vaartuig heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.

Artikel 4. Vrijstellingen

De precariobelasting en rechten worden niet geheven ter zake van het hebben van:

• a. voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;

• b. voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

• c. vervallen

• d. voorwerpen, uitstallingen, wagens, voertuigen, kramen e.d. gebruikt voor activiteiten met een liefdadig of politiek doel, of voor activiteiten van godsdienstige , geestelijke en wereldbeschouwelijke aard, alsmede - voor zover geen sprake is van een directe of indirecte commerciële (neven)activiteit - voor activiteiten met een sportief, cultureel of recreatief doel;

• e. schepen die in directe dienst, dan wel in opdracht van publiekrechtelijke lichamen werkzaamheden verrichten;

• f. schepen die in directe dienst, dan wel in opdracht van reddingsmaatschappijen werkzaamheden verrichten;

• g. schepen, deelnemend aan evenementen, gedurende het evenement en de daaraan voorafgaande nacht;

• h. hospitaalschepen;

• i. een jol of een sloep welke tot de inventaris van een schip behoort waarvoor liggeld verschuldigd is.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

• 1. De precariobelasting en rechten worden geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

• 2. Voor de berekening van de precariobelasting en de rechten wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid als volle eenheid gerekend.

• 3. Indien in de tarieventabel voor het hebben van voorwerpen waarvoor zowel een jaar-, maand-, week- als dagtarief is opgenomen, is voor de berekening van de precariobelasting het tarief van toepassing dat het meest aansluit bij een ter zake door de gemeente verleende vergunning. In de gevallen waarin geen vergunning is verleend, geldt het tarief voor de kleinste tijdseenheid.

Artikel 6. Belastingtijdvak

• 1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

• 2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 7. Wijze van heffing

• 1. De naar jaartarieven geheven precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

• 2. Andere dan de in het eerste lid bedoelde precariobelasting worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

• 3. De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

• 1. De precariobelasting en rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of indien de belastingplicht aanvangt op een later tijdstip, bij aanvang van de belastingplicht.

• 2. Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar, dan worden:

  • a. de precariobelasting en de rechten welke per jaar zijn vastgesteld berekend op zoveel twaalfde gedeelten van het jaartarief als er na aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden in het belastingjaar overblijven;

  • b. de precariobelasting en de rechten welke per kwartaal zijn vastgesteld berekend op zoveel derde gedeelten van het kwartaaltarief als er na aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden in het kwartaal overblijven;

  • c. de precariobelasting en de rechten welke per seizoen zijn vastgesteld berekend op zoveel zesde gedeelten als er na aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden in het seizoen overblijven.

  • d. de precariobelasting en de rechten welke per halfjaar zijn vastgesteld berekend op zoveel zesde gedeelten als er na aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden in het winterseizoen overblijven.

• 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt op een daartoe in te dienen aanvraag ontheffing verleend over:

  • a. zoveel twaalfde gedeelten van het jaartarief als er na het tijdstip van beëindiging b.

  • b. nog volle kalendermaanden in het belastingjaar overblijven;

  • c. zoveel derde gedeelten van het kwartaaltarief als er na het tijdstip van beëindiging nog volle kalendermaanden in het kwartaal overblijven;

  • d. zoveel zesde gedeelten van het seizoentarief als er na het tijdstip van beëindiging nog volle kalendermaanden in het seizoen overblijven.

  • e. zoveel zesde gedeelten van het halfjaartarief als er na het tijdstip van beëindiging nog volle kalendermaanden in het winterseizoen overblijven.

Artikel 9. Termijnen van betaling

• 1. In afwijking van artikel 9, lid 1 van de Invorderingswet 1990 moeten de op grond van deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel geheven precariobelasting en rechten, indien de kennisgeving wordt uitgereikt, terstond worden betaald, behoudens het bepaalde in lid 2 en 3 van dit artikel.

• 2. Indien de kennisgeving als bedoeld in artikel 7, lid 2 en 3, wordt toegezonden, dienen de rechten te worden voldaan binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

• 3. Indien de precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag moet de aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

• 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting en de rechten.

Artikel 11. Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting en rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

• 1. De Retributie- en precarioverordening Almere 2024 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

• 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

• 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

• 4. Deze verordening kan worden aangehaald als Retributie- en precarioverordening Almere 2025.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 november 2024.

de griffier,

G.J. Broer

de voorzitter,

W.H.J.M. van der Loo

Tarieventabel 2025 behorende bij retributie en precarioverordening

Algemeen

De in de tabel genoemde tarieven zijn inclusief eventueel verschuldigde omzetbelasting (btw)

1. Permanente zaken:		Tarief 2025
1.1.	Het tarief bedraagt per jaar voor voertuigen, wagens, kramen e.d. waarmee een standplaats wordt ingenomen anders dan op markten:
1.1.1.	Voor A-locaties (zie bijlage I), zijnde de centra van de diverse kernen van de gemeente Almere:
1.1.1.a.1	Bij het één dag per week innemen van een standplaats, per standplaats	€ 582,20
1.1.1.a.2	Bij het twee dagen per week innemen van een standplaats 2 x € 556,40 per standplaats	€ 1.164,40
1.1.1.a.3	Bij het drie dagen per week innemen van een standplaats 3 x € 556,40 per standplaats	€ 1.746,60
1.1.1.a.4	Bij het vier dagen per week innemen van een standplaats 4 x € 556,40 per standplaats	€ 2.328,80
1.1.1.b	Bij het meer dan vier dagen per week innemen van een standplaats, per standplaats	€ 2.546,95
1.1.2.	Voor de overige locaties:
1.1.2.a.1	Bij het één dag per week innemen van een standplaats, per standplaats	€ 549,00
1.1.2.a.2	Bij het twee dagen per week innemen van een standplaats, per standplaats 2 x € 524,65	€ 1.098,00
1.1.2.a.3	Bij het drie dagen per week innemen van een standplaats, per standplaats 3 x € 524,65	€ 1.647,00
1.1.2.a.4	Bij het vier dagen per week innemen van een standplaats, per standplaats 4 x € 524,65	€ 2.196,00
1.1.2.b	Bij het meer dan vier dagen per week innemen van een standplaats per standplaats	€ 2.384,30

2. Incidentele Zaken.		Tarief 2025
2.1.	Het tarief bedraagt per dag voor voertuigen, kramen, uitstallingen e.d. waarmee standplaats wordt ingenomen, anders dan op markten	€ 22,05
2.2.	Het tarief bedraagt per standplaats ten behoeve van de verkoop van kerstbomen per periode	€ 509,50
2.3	Het tarief bedraagt per standplaats voor kermisattracties, voor zover geen pacht wordt betaald aan Almere Citymarketing, per attractie per dag:
2.3.1.	Voor oefen- en gokspelen	€ 887,85
2.3.2.	Overigen	€ 483,70

3. Reclame aan lichtmasten		Tarief 2025
	Het tarief bedraagt voor:
3.1.	Het door of vanwege de gemeente aan een lichtmast bevestigen van een reclamebord per reclamebord	€ 473,20
3.2.	Het door of vanwege de gemeente verwijderen van een aan een lichtmast bevestigd reclamebord per reclamebord	€ 283,95
3.3.	Wanneer ten behoeve van het bevestigen van een reclamebord de desbetreffende lichtmast dient te worden vervangen door een zwaardere, dan worden de onder 3.1. en 3.2. genoemde bedragen verhoogd met een bedrag van de aan deze vervanging verbonden kosten, blijkend uit een vooraf door of vanwege burgemeester en wethouders opgestelde en overgelegde begroting. Met de werkzaamheden wordt niet eerder aangevangen dan op de vijfde werkdag na de dag waarop de eerder genoemde begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht.
3.4.	Het tarief bedraagt per jaar voor het hebben van al dan niet verlichte reclameborden aan een lichtmast per reclamebord	€ 1.123,50
3.5.	Voor het gebruiken van een elektrische aansluiting ten behoeve van een verlicht reclamebord wordt het onder 3.4. genoemde bedrag per reclamebord per jaar verhoogd met	€ 150,00
3.6.	Vervallen
3.7.	Indien ten behoeve van het bevestigen of verwijderen van een bord aan een lichtmast langs een dreef of andere drukke verkeersweg een rijdende afzetting nodig is, worden de onder 3.1 en 3.2 genoemde bedragen verhoogd met	€ 95,10
3.8	Indien ten behoeve van het bevestigen of verwijderen van een bord aan een lichtmast langs een dreef of andere drukke verkeersweg een rijdende afzetting met afzetting weghelft nodig is, worden de onder 3.1 en 3.2 genoemde bedragen verhoogd met	€ 180,65

4. Rioolaansluitingen.		Tarief 2025
4.1.	Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek maken van aansluitingen op het rioolstelsel, op plaatsen waar de definitieve verharding nog niet is aangebracht, per aansluiting:
4.1.1.	Bij een buisdiameter kleiner of gelijk aan 125 mm	€ 647,95
4.1.2.	Bij een buisdiameter groter dan 125 mm doch kleiner of gelijk aan 160 mm	€ 1.012,80
4.1.3.	Bij een buisdiameter groter dan 160 mm doch kleiner of gelijk aan 200 mm	€ 1.616,90
4.2.	Het tarief bedraagt voor het op verzoek opheffen van een aansluiting met een buisdiameter kleiner of gelijk aan 200 mm	€ 647,95
4.3.	In alle andere gevallen – dus bij aansluiten op of opheffen van een buisdiameter van groter dan 200 mm, of bij aansluiting op het rioolstelsel op plaatsen waar de definitieve verharding wél is aangebracht – worden de aan het op verzoek maken c.q. opheffen van een aansluiting op het rioolstelsel verbonden kosten in rekening gebracht, blijkend uit een vooraf door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde en overgelegde begroting van deze kosten. Met de werkzaamheden wordt niet eerder aangevangen dan op de vijfde werkdag na de dag waarop de eerder genoemde begroting aan de aanvrager ter kennis gebracht.

5. In- en uitritten.		Tarief 2025
	Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het aanleggen c.q. wijzigen van een uitrit, per vierkante meter:
5.1.	Vooruitlopend op dan wel gelijktijdig met de terreinafwerking, voor elke vierkante meter uitgaande boven de standaardbreedte voor de desbetreffende uitrit	€ 85,30
5.2.	In alle andere gevallen dan bedoeld onder 5.1. de aan de aanleg verbonden kosten, blijkend uit een vooraf door of vanwege het college van burgmeester en wethouders opgestelde en overgelegde begroting van deze kosten. Met de werkzaamheden wordt niet eerder aangevangen dan op de vijfde werkdag na de dag waarop de eerdergenoemde begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht.

6. Haven-sluisgelden (bedragen zijn inclusief BTW)		Tarief 2025
	Het tarief bedraagt voor:
6.1	Een passantenligplaats, per meter scheepslengte,
	Per dag	€ 1,80
	Met een minimum per dag van	€ 8,40
6.2	Een vaste ligplaats, per jaar:
6.2.1	Voor een box bij een scheepslengte tot 6 meter	€ 277,90
6.2.2	Voor een box bij een scheepslengte van 6 tot 8 meter	€ 484,40
6.2.3	Voor een box bij een scheepslengte van 8 tot 10 meter	€ 691,20
6.2.4	Voor een box bij een scheepslengte van 10 tot 12 meter	€ 898,00
6.2.5	Voor een box bij een scheepslengte van 12 tot 14 meter	€ 1.100,10
6.2.6	Voor een box bij een scheepslengte van 14 tot 16 meter	€ 1.310,80
6.2.7	Voor een box bij een scheepslengte van 16 tot 18 meter	€ 1.517,40
6.3	Het passeren van de sluis te Almere-haven per doorvaart ,per schip	€ 3,25

7. Gebruik laad- en loswal .		Tarief 2025
	De tarieven voor het gebruik van de laad- en loswal bedragen:
7.1.	Voor het laden en lossen van goederen per overgeslagen ton, zoals vermeld op de begeleidende vrachtbrief	€ 0,18
7.2.	Voor het opslaan van goederen op de laad en loswal per week, per m2 in gebruik genomen oppervlakte	€ 0,62
7.3.	Voor het hebben van een kraan per week	€ 59,60
7.4.	Voor het hebben van een trechter per week	€ 30,10
7.5.	Voor het innemen van een ligplaats aan de laad en loswal per week, per ton laadvermogen van het vaartuig	€ 0,11
	Voor toepassing van het tarief voor het innemen van een ligplaats aan de laad- en loswal:
	a. geldt als laadvermogen van een vaartuig, het aantal tonnen zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;
	b. wordt, in afwijking van het onder sub a bepaalde het laadvermogen in tonnen ambtshalve vastgesteld, indien de onder sub a bedoelde meetbrief niet wordt overgelegd;
	c. wordt een aaneengesloten periode van drie dagen, voor zover daarin het tijdstip van laden of lossen van het vaartuig is gelegen, buiten beschouwing gelaten.

Behorende bij raadsbesluit van 28 november 2024.

De griffier van Almere,

G.J. Broer

Bijlage I A-locaties

De volgende locaties zijn A-locaties; locaties in de centra van de gemeente Almere.

Almere Buiten

Achterom

Atheneplantsoen

Berlijnstraat

Boedapeststraat

Bostonpad

Brasiliaplaats

Brusselstraat

Buenos Airesstraat

Buitenhaeghepad

Dublinhof

Genèvestraat

Globeplein

Keerkringplein

Kopenhagenstraat

Lissabonhof

Londenhof

Los Angelesstraat

Madridweg

Miamistraat

Montrealstraat

Moskoustraat

New Yorkweg

Noordeinde

Oslostraat

Parijsstraat

Poolcirkel

Praagpad

Rio de Janeirostraat

Romeweg

San Franciscostraat

Santiagostraat

Sao Paulostraat

Spoorbaanpad

Staalstraat

Stockholmstraat

Straat van Florida

Torontoweg

Washingtonstraat

Wenenpad

Westeinde

Zuideinde

Almere Haven

Bivak

Boogstraat

Brink

Deltastraat

Haak

Havenzicht

Houtstraat

Kerkgracht

Kerkstraat

Kruisstraat

Markt

Marktgracht

Marktstraat

Meerstraat

Plaats

Plein

Schoolstraat

Sluis

Sluiskade

Torensteeg

Westerdreef

Almere Stad

Baljuwstraat

Bankierbaan

Beeldhouwerpad

Belfort

Belforttrap

Blekerstraat

Bodestraat

Bordes

Bordestrap

Bottelaarpassage

Brouwerstraat

Burcht

Busplein

Castellum

Chirurgijnhof

Churchillweg

Cinemadreef

Citadel

Citadeltrap

Dag hammarskjoldhof

De Corridor

De Diagonaal

De Pier

Deventerpad

Diagonaalgarage

Dichterhof

Doesburgkade

Donjon

Donjontrap

Esplanade

Festivalplein

Flevostraat

Flevotrap

Forum

Gezellenhof

Glazenierstraat

Grote Markt

Hengelostraat

Herbergsteeg

Hoekmanstraat

Hospitaaldreef

Hospitaalgarage

Hospitaalpromenade

Hospitaalweg

J. Algerapad

J.G. Suurhoffstraat

Kassierstraat

Klokkeluiderstraat

Koetsierbaan

Kolkplein

Koopmanstraat

Koperslagerhof

Korte Promenade

Krakeling

Krakelinggarage

Kruierstraat

Landdroststraat

Leerlinggarage

Leerlinghof

Loshof

Loshof Flevostraat

Loshof Hospitaalpromenade

Loshof Krakeling

Makelaarstraat

Marga Klompehof

Marktmeesterstraat

Meeresteinkade

Meesterstraat

Metropolestraat

Muntmeesterhof

Olof Palmehof

Olstgracht

P. Lieftinckpad

P. Lieftinckstraat

P.J. Oudweg

Portiersteeg

Regisseurstraat

Rentmeesterstraat

Rooseveltweg

S. van Houtenweg

Schildershof

Schippergarage

Schipperplein

Schoutstraat

Schrijverstraat

Schutterstraat

Schuttertrap

Slapstickpad

Spoorbaanpad

Spoordreef

Stadhuisplein

Stadhuispromenade

Stadhuisstraat

Stadswetering

Stationsplein

Stationsstraat

Taxiplein

Tegelzetterhof

Titostraat

Touwslagerhof

Traverse

Traversetrap

Vijzelaarhof

W. Dreesweg

W. Schermerhornpad

Waddendreef

Wagenmakerbaan

Wandellaan

Weerwater

Weerwaterplein

Wijsgeerbaan

Wisselweg

Yitzhak Rabinpad

Zadelmakerstraat

Zoetelaarpassage

Bijlage Locaties gemeentelijke havens Almere

Afbeelding 1 Havenkom Almere Haven, (gele pijl)

Afbeelding 2 Hengelohaven (rode pijl), en haven Olstgracht (groene pijl)