Gemeenteblad van Tytsjerksteradiel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tytsjerksteradiel | Gemeenteblad 2024, 544819 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tytsjerksteradiel | Gemeenteblad 2024, 544819 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere regels standplaatsen gemeente Tytsjerksteradiel
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Seizoensgebonden standplaats: betreft een standplaats die voor een kortere (minimaal 1 maand tot maximaal 6 maanden) op dezelfde aangewezen locatie wordt ingenomen met een mobiele kraam of kar, voor de verkoop van seizoensgebonden waren en goederen. Hierbij kan gedacht worden aan de verkoop van oliebollen of kerstbomen. Standplaatsen voor de verkoop van kerstbomen mogen voor een kortere periode worden ingenomen.
Incidentele standplaats: standplaats met een tijdelijk karakter met beperkte invloed op de omgeving. Voorbeelden zijn stichtingen die voor het goede doel goederen willen verkopen, foodtrucks die op een enkele dag producten verkopen, ondernemers die een bijzondere uitverkoop houden, bedrijven/instellingen die voorlichting willen geven over een product of onderwerp.
Vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend. In het geval van een vennootschap onder firma (VOF) zijn de vennoten in die VOF vergunninghouder. In het geval van een rechtspersoon (bijvoorbeeld een BV) is de rechtspersoon vergunninghouder, daarbij vertegenwoordigd door de vertegenwoordigingsbevoegden van die rechtspersoon \(bijvoorbeeld de bestuurders).
Hoofdstuk 2 Vaste standplaatsen
Vaste standplaatsen kunnen tijdelijk niet worden ingenomen wanneer op de betreffende locatie werkzaamheden plaatsvinden, als de standplaats voor een ander doel wordt gebruikt (bijvoorbeeld een evenement) daarnaast is het mogelijk dat op grond van andere openbaar belang de standplaats niet kan worden ingenomen of moet worden ontruimd. In dergelijke gevallen, wordt in overleg met de marktmeester gekeken of er een andere locatie mogelijk is.
Hoofdstuk 3 Seizoensgebonden standplaats
Artikel 3 Seizoensgebonden standplaats
Vanwege het normaliter kortdurende karakter en de normaliter geringe impact op de openbare ruimte en openbare orde, kan bij aanvragen voor seizoensgebonden standplaatsen bij uitzondering afgeweken worden van de genoemde standplaatslocaties die zijn opgenomen op de lijst. De aangevraagde standplaatslocatie wordt beoordeeld waarbij rekening wordt gehouden met de aangevraagde looptijd en de algemene weigeringsgronden en bijzondere weigeringsgronden voor standplaatsen, als opgenomen in de APV.
Hoofdstuk 4 Incidentele standplaatsen
Artikel 4 Incidentele standplaatsen
Vanwege het normaliter kortdurende karakter en de normaliter geringe impact op de openbare ruimte en openbare orde, kan bij aanvragen voor incidentele standplaatsen bij uitzondering afgeweken worden van de genoemde standplaatslocaties die zijn opgenomen op de lijst. De aangevraagde standplaatslocatie wordt beoordeeld waarbij rekening wordt gehouden met de aangevraagde looptijd en de algemene weigeringsgronden en bijzondere weigeringsgronden voor standplaatsen, als opgenomen in de APV. Daarnaast wordt er getoetst of er geen andere activiteiten, zoals de markt of evenementen, plaatsvinden op de aangevraagde locatie voor de incidentele standplaats.
Artikel 5 Locaties, dagdelen en maximumstelsel
Voor de vaste standplaatsen wordt een locatiebeleid gehanteerd. Dat wil zeggen dat er slechts op de aangewezen standplaatslocaties standplaatsen mogen worden ingenomen. Het locatiebeleid is gewenst vanuit het oogpunt van de openbare orde, openbare veiligheid en in het belang van de bescherming van het milieu. Voor seizoens- en incidentele standplaatsen kan zoals blijkt uit artikel 3 lid 3 en artikel 4 lid 4 hiervan worden afgeweken.
Artikel 6 Vergunningaanvraag vaste standplaatsen en seizoen standplaatsen
De aanvraag om een standplaatsvergunning bevat in elk geval de volgende gegevens en documenten:
Artikel 7 Procedure vaste standplaatsen en seizoenstandplaatsen
Alleen binnen het tijdvlak kan een volledige aanvraag worden ingediend of kan een onvolledige aanvraag worden aangevuld tot een volledige aanvraag. Na sluiting van het tijdvak kan een ingediende aanvraag niet meer worden aangevuld of gewijzigd en kan ook geen nieuwe vergunningaanvraag meer worden ingediend.
Als er meer aanvragen dan uit te geven vergunningen zijn, worden voor de afhandeling van vergunningaanvragen aan de hand van de onderstaande kwalitatieve criteria en de selectieleidraad zoals aangegeven in bijlage 2, punten toegekend tot het daarbij vermelde aantal maximumpunten;
Artikel 9 Intrekken of schorsen van een vergunning
Het college kan een vergunning of ontheffing intrekken op basis van de volgende gronden:
Herinrichting of verkeersdrukte: Indien als gevolg van herinrichting- of reconstructiewerkzaamheden aan de openbare weg of toenemende verkeersdrukte geen gebruik meer kan worden gemaakt van de vergunning. Indien noodzakelijk kan het college de vergunninghouder een andere locatie toewijzen in de nabijheid van de huidige locatie.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Het college kan op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder maximaal één persoon als vervanger van de vergunninghouder op de standplaatsvergunning vermelden. De vervanger mag voor maximaal zes maanden de vergunninghouder vervangen. Voor vermelding als vervanger op de vergunning komen uitsluitend in aanmerking:
Bij het in het vorige lid bedoelde verzoek wordt ten aanzien van elke vervanger een door de vervanger ondertekende verklaring overlegd, waarin hij of zij verklaart voor de vergunninghouder als vervanger werkzaam te zijn en verklaart in te stemmen met vermelding als vervanger op de standplaatsvergunning.
Van het bepaalde in deze regels kan worden afgeweken als de toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 15 Overgangsregelingen
Binnen zes maanden na inwerkingtreding van deze nadere regels, worden de op grond van de APV verleende vaste- en seizoensgebonden standplaats vergunningen voor de standplaatsen die zijn opgenomen in bijlage 1 behorend bij deze regels, ingetrokken. De betreffende vergunninghouders ontvangen in plaats daarvan, zonder toepassing van artikel 7, eenmalig een nieuwe vergunning die geldt voor de periode van 12 jaar en die voldoet aan de overige vereisten uit deze nadere regels.
Standplaatsen zijn belangrijk voor de leefbaarheid van de inwoners en de woonkernen in de gemeente Tytsjerksteradiel. Ze vergroten de aantrekkingskracht van woonkernen en centrumgebieden en zijn voor inwoners en bezoekers een verrijking van het voorzieningenaanbod. Door de lagere ondernemingslasten zijn standplaatsen ook een laagdrempelige vorm van ondernemen. Ze kunnen zo soms ook functioneren op locaties waar een winkel niet (meer) haalbaar is.
De gemeente Tytsjerksteradiel wil de standplaatsen graag goed reguleren en ervoor zorgen dat standplaatshouders een goede bijdrage leveren aan het woon- en leefklimaat van de gemeente, zonder overlast te veroorzaken.
Een standplaatsvergunning is een zogenaamde ‘schaarse vergunning’. Dit zijn vergunningen waarbij het aantal gegadigden potentieel groter is dan het aantal vergunningen dat wordt uitgegeven. Bij het stellen van regels is rekening gehouden met veranderde regelgeving hiervoor, de toegestane looptijd van vergunningen en hoe de gemeente beschikbare standplaatsvergunningen bekendmaakt en verdeelt onder ondernemers.
In deze nadere regels stelt het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Tytsjerksteradiel kaders in het belang van de Algemene plaatselijke verordening en schept zij duidelijkheid over haar visie op de standplaatsen en hoe zij met vergunningaanvragen en vergunningverlening omgaat. Deze Nadere regels standplaatsen gemeente Tytsjerksteradiel zijn algemene verbindende voorschriften en binden zowel de gemeente als de burger, zoals ondernemers of aanvragers of houders van een standplaatsvergunning.
Schaarse vergunningen en verdeling
Omdat de vraag om standplaatsvergunningen op een aantal standplaatslocaties naar verwachting groter is dan het beschikbare aantal standplaatslocaties of vergunningen voor standplaatsen, is sprake van zogenaamde “schaarse vergunningen”. Ook op basis van rechterlijke uitspraken rond de Europese Dienstenrichtlijn, is een standplaatsvergunning aan te merken als een schaarse vergunning.
Gemeenten zijn verplicht om voor dit soort vergunningen een verdelingsbeleid te voeren dat uitgaat van het toepassen van het gelijkheidsbeginsel, waarin eenieder onder gelijke voorwaarden mee kan dingen naar gunning. De procedure moet volgens de Dienstenrichtlijn duidelijk zijn, vooraf openbaar gemaakt en aan gegadigde de garantie bieden dat hun aanvraag objectief en onpartijdig wordt behandeld. Voor de verdeling van de vergunningen bestaan verschillende vormen van verdelingsbeleid en selectiemethoden (zoals loting, bieding, kwalitatieve selectie). Net als voor de warenmarkten in de gemeente, kiest het college voor selectie op basis van kwalitatieve aspecten.
DIENSTENRICHTLIJN EN DIENSTENWET
De Dienstenrichtlijn en Dienstenwet bepalen – kort gezegd – dat de beoogde uitgifteprocedure voor standplaatsen alleen vestigingsbeperkingen mag bevatten als deze (a) niet-discriminerend, (b) noodzakelijk én (c) evenredig zijn. Dit betekent het volgende voor de toewijzing van de vergunningen aan standplaatshouders.
Discriminatieverbod: Het advies voor het maximumstelsel maakt ten aanzien van de opgenomen vestigingsbeperking, geen direct of indirect onderscheid naar nationaliteit of, voor vennootschappen, de plaats van hun statutaire zetel van de te vestigen standplaatsen. Hiermee wordt derhalve voldaan aan het discriminatieverbod in artikel 15, derde lid, onder a, van de Dienstenrichtlijn.
Noodzakelijkheid: Het maximumstelsel moet noodzakelijk zijn. Dat is het geval als er ‘dwingende redenen van algemeen belang’ kunnen worden genoemd als basis voor het maximumstelsel. Dwingende redenen van algemeen belang moeten zijn gericht op de bescherming van het milieu en meer specifiek van het stedelijk milieu. Het gaat dan om de vraag of en hoe de doelstellingen van het ruimtelijk beleid, het beleid ten aanzien van detailhandel en horeca en de doelstellingen/criteria uit artikel 1:8 van de APV met de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, de verkeersveiligheid in het bijzonder in het bijzonder, kunnen worden bereikt met het vaststellen van een maximumstelsel. In overweging 40 van de Dienstenrichtlijn is opgenomen dat onder ‘dwingende reden van algemeen belang’ ook worden verstaan bescherming van afnemers van diensten; consumentenbescherming en voorkoming van oneerlijke concurrentie.
Dit vereiste zorgt ervoor dat een maximumstelsel coherent en systematisch wordt toegepast en dus voor alle type locaties van toepassing is met behoud van de huidige aantallen standplaatsen op de huidige locaties.
De maatregel gaat niet verder dan nodig; vestigingsbeperkingen moeten een zinvolle bijdrage leveren aan het bereiken van de nagestreefde doelen. Op zichzelf kan een maximumstelsel noodzakelijk zijn. Dan is altijd nog een beoordeling nodig het doel ook met een minder verstrekkende maatregel kan worden bereikt.
In hoofdstuk 5 van de beleidsregels standplaatsen gemeente Tytsjerksteradiel is het toekenningsproces rondom vaste en seizoensgebonden standplaatsen beschreven. In deze selectieleidraad worden de selectiecriteria en de richtlijnen voor het beoordelen en het toekennen van de punten nader uitgewerkt.
Bij de beoordeling van de aanvraag wordt getoetst aan de weigeringsgronden van de APV Tytsjerksteradiel. Als er sprake is van twee of meer aanvragen voor dezelfde locatie en tijd toetst, aanvullend aan de standaard vergunningsprocedure, een selectiecommissie of de aanvrager op de aangevraagde standplaatslocatie voldoende toegevoegde waarde heeft. Dit wordt vertaald in het toekennen van punten. Per selectiecriterium zijn maximaal 10 punten te verdienen.
De selectiecommissie bestaat uit een van de medewerkers:
Als er gegronde klachten of niet nagekomen verplichtingen bekend zijn bij de gemeente, vindt er puntenaftrek plaats van het totaal behaalde punten.
De beoordeling van deze kwalitatieve criteria gebeurt zo objectief mogelijk aan de hand van deze selectieleidraad. Deze kwalitatieve beoordeling laat echter ook de nodige ruimte voor nuance en maatwerk. In alle gevallen wordt de puntentoekenning op de afzonderlijke criteria schriftelijk gemotiveerd.
Aanvragers voor een standplaatsvergunning komen in aanmerking in volgorde van het toegekende aantal punten. Op deze wijze wordt de standplaats toegekend aan de aanvrager die de grootste meerwaarde heeft op de aangevraagde verkoopplek. Als twee of meer aanvragers een gelijke score hebben, dan telt het selectiecriterium ‘ruimtelijke kwaliteit’ dubbel. Als de scores nog steeds hetzelfde zijn, vindt loting plaats.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-544819.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.