Gedragscode voor de raadsleden van de gemeente Reimerswaal

Een beoordelingskader met gedragsnormen en regels voor het handelen van de volksvertegenwoordigers

 

Inleiding

 

Goed bestuur is integer bestuur. Daarmee is integriteit niet alleen een verantwoordelijkheid van de individuele politieke ambtsdragers, maar een gezamenlijk belang dat de hele organisatie en het hele bestuur in al zijn geledingen aangaat. Deze gedragscode richt zich daarom zowel tot de individuele raadsleden als tot de gehele gemeenteraad.

 

Integriteit van politieke ambtsdragers verwijst naar de zorgvuldigheid die politieke ambtsdragers moeten betrachten bij het invullen van hun rol in de democratische rechtsstaat. Dat betekent de verantwoordelijkheid nemen die met de functie samenhangt en bereid zijn verantwoording af te leggen, aan de andere raadsleden en bovenal aan de burger. In de democratische rechtsstaat dient eenieder zich te houden aan de wetten en regels die op democratische wijze zijn vastgesteld. Dat geldt zeker voor de politieke ambtsdragers die (mede)verantwoordelijk zijn voor de totstandkoming van die wetten en regels. Zonder dat zal het vertrouwen in de democratische rechtsstaat worden ondermijnd en het draagvlak voor de naleving van de wetten en regels verdwijnen. Vertrekpunt voor de raadsleden is dan ook de eed of gelofte die de politieke ambtsdrager bij de ambtsaanvaarding aflegt.

 

Integriteit is niet alleen een kwestie van regels, maar ziet ook op de onderlinge omgangsvormen. Een respectvolle omgang met burgers en organisaties, tussen politieke ambtsdragers onderling en tussen politieke ambtsdragers en medewerkers, met behoud van eigen politieke inhoud en stijl, is van groot belang. In de omgang met burgers, ambtenaren, externe partijen en andere politieke ambtsdragers wordt van een politieke ambtsdrager correct, fatsoenlijk, en respectvol gedrag verwacht dat vrij is van ongewenste omgangsvormen en grensoverschrijdend en (seksueel) intimiderend gedrag zoals hinderlijk gedrag, intimidatie, dubbelzinnige opmerkingen, handtastelijkheden, agressie, pesten en discriminatie.

 

De gemeenteraad stelt zowel voor de eigen leden als voor het college van burgemeester en wethouders een gedragscode vast. Dat is zo vastgelegd in de Gemeentewet. De gedragscode is richtsnoer voor het handelen van politieke ambtsdragers en heeft tot doel hen te ondersteunen bij de invulling van hun verantwoordelijkheid voor de integriteit van het openbaar bestuur. Voor de twee groepen van politieke ambtsdragers (raadsleden en collegeleden) is er een afzonderlijke gedragscode. Onderhavige gedragscode heeft betrekking op de volksvertegenwoordigers: raadsleden. Veel bepalingen zijn voor de raadsleden en de collegeleden gelijk. Er zijn ook verschillen. Die hebben te maken met de staatsrechtelijke posities en met de voor hen geldende wettelijke (integriteits)regels. De gemeenteraad is een politiek orgaan. In de gemeenteraad worden specifieke of (partij-)politieke belangen ingebracht voor het algemeen belang van de gemeente. Deze politieke ambtsdragers krijgen het mandaat van hun kiezers en de gedragscode dient de invulling van dit kiezersmandaat te ondersteunen.

 

Het rechtskarakter van de gedragscode is dat van een interne regeling, als nadere invulling en concretisering van de wettelijke regels. De gedragscode bevat in aanvulling op wettelijke regels gedragsnormen en regels over procedures die de transparantie van het handelen van raadsleden en gementeraad evenals van de besluitvorming over en de naleving van de normen vergroten. Zij vormt een beoordelingskader en leidraad bij twijfel, vragen en discussies.

 

Het niet naleven van de gedragscode heeft geen directe rechtsgevolgen. Er is sprake van zelfbinding. De regels worden in gezamenlijk debat vastgesteld door de raadsleden zelf. In dit licht moeten de regels in de code worden gezien. Dat maakt de gedragscode evenwel niet vrijblijvend. De raadsleden kunnen daarop worden aangesproken en zij dienen zich over de naleving ervan te verantwoorden. Het niet naleven van de gedragscode kan dus wel onderdeel worden van politiek debat en politieke gevolgen hebben.

 

Integriteit is een thema dat betekenis krijgt in het handelen. Een integriteitsbeleid dat alleen op papier bestaat is slechts een dode letter. Daarom moet het handelen van raadsleden en collegeleden regelmatig onderwerp van gesprek zijn, juist ook onderling, en ook daarbij geeft de gedragscode ondersteuning. De code en de voorgestelde registraties zijn instrumenten. Integriteit is uiteindelijk niet in regels te vangen. In de woorden van de schrijver C.S. Lewis gaat het om ‘doing the right thing, even when no one is watching’.

 

Integer handelen kan alleen in een cultuur en organisatie waar ook de andere waarden van goed bestuur worden nagestreefd. De Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur1 benoemt een aantal kernwaarden van goed openbaar bestuur. Integriteit wordt hierin in één adem genoemd met openheid. ‘Openheid en integriteit’: “het bestuur is open en integer en maakt duidelijk wat het daaronder verstaat. “ De wetgeving (en de gedragscode in aanvulling hierop) bevat diverse voorschriften inzake openheid met het oog op de integriteit.

 

Die voorschriften hebben betrekking op openbaarmaking van nevenfuncties en/of neveninkomsten, van geschenken, buitenlandse reizen, excursies en evenementen. De registraties in de codes zijn bedoeld om de transparantie te bevorderen die belangenverstrengeling en onverantwoord en/of onjuist gebruik van publieke middelen door politieke ambtsdragers moeten tegengaan.

 

De politieke ambtsdrager is primair zelf verantwoordelijk voor zijn integriteit en hij zal zich daar in alle openheid over moeten verantwoorden.

 

De Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur verbindt openheid en integriteit met de kernwaarden participatie, behoorlijke contacten met burgers, doelgerichtheid en doelmatigheid, legitimiteit, lerend en zelfreinigend vermogen en verantwoording. Al deze kernwaarden klinken in verschillende mate door in de hiernavolgende gedragscode.

 

In de gedragscode wordt regelmatig de mannelijke vorm, hij/zijn gehanteerd, daar kan afhankelijk van de situatie ook zij/haar gelezen worden.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Wettelijk kader

De gemeenteraad stelt een gedragscode vast voor de gemeenteraadsleden op grond van artikel 15, derde lid, Gemeentewet.

 

Artikel 1.1 Toepassing gedragscode

Deze gedragscode geldt voor de raadsleden, maar richt zich ook tot de gemeenteraad als geheel.

 

Artikel 1.2 Gedragscode openbaar

Deze gedragscode is openbaar en voor iedereen beschikbaar.

 

Toelichting

In deze paragraaf staat dat de code zich richt tot de individuele raadsleden én tot de gemeenteraad als bestuursorgaan. In de gemeente Reimerswaal is het gebruik dat de fracties fractieondersteuners kunnen aanmelden die een rol hebben bij de voorbereiding van de raadsbesluiten en fracties op diverse manieren kunnen ondersteunen. Deze fractieondersteuners mogen bijvoorbeeld in de informatieve raad en tijdens het opiniërend deel van de besluitvormende raad het woord voeren. Deze fractieondersteuners leggen bij hun aantreden ook de eed of de belofte af. Op grond hiervan geldt de gedragscode ook voor fractieondersteuners

 

Hoofdstuk 2. Voorkomen van (schijn van) belangenverstrengeling.

 

Een raadslid mag zijn invloed en zijn stem niet gebruiken om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander(e) organisatie bij wie hij een persoonlijk belang heeft.

 

Wettelijk kader:

  • -

    Afleggen eed of belofte (artikel 14 Gemeentewet)

Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen leggen de raadsleden in de vergadering, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af:

 

“Ik zweer (verklaar) dat ik om tot raadslid benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als raadslid naar eer en geweten zal vervullen.”

 

  • -

    Persoonlijke belangen

Een raadslid neemt niet deel aan de beraadslagingen en de stemming over:

  • a.

    een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken;

  • b.

    de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij hoort (artikel 28 Gemeentewet).

 

Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden, aldus artikel 2:4, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht ( Awb ).

 

  • -

    Incompatibiliteiten en nevenfuncties

Verboden handelingen en verboden overeenkomsten : volksvertegenwoordigers mogen in geschillen, waar de gemeente (het gemeentebestuur) partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn. Raadsleden mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middellijk aangaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend door Gedeputeerde Staten (artikel 15, eerste en tweede lid, Gemeentewet). Op overtreding van artikel 15 Gemeentewet staat de sanctie van schorsing en vervallenverklaring van het lidmaatschap van de volksvertegenwoordiging (artikelen X7, X7a en X8 Kieswet).

 

Onverenigbaarheid van functies: het zijn van raadslid sluit het hebben van een aantal andere functies uit (artikel 13 Gemeentewet). Overtreding hiervan, leidt ertoe dat betrokkene ophoudt lid te zijn van de gemeenteraad (artikel X1 Kieswet).

 

Openbaarmaking nevenfuncties: volksvertegenwoordigers maken openbaar welke nevenfuncties zij vervullen. De lijst met nevenfuncties is openbaar te raadplegen op de website van de gemeente (artikel 12 Gemeentewet).

 

Artikel 2.1 Opgeven nevenfuncties

  • a.

    Het raadslid levert de griffier de informatie aan over de (neven)functies die openbaar gemaakt moeten worden bij aanvang van het raadslidmaatschap. Als gaande het lidmaatschap nieuwe (neven)functies aanvaard worden of de omstandigheden met betrekking tot bestaande (neven)functies wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de griffier.

  • b.

    De informatie over de (neven)functies betreft in ieder geval:

    • De omschrijving van de (neven)functie;

    • De organisatie voor wie de (neven)functie wordt verricht;

    • Of het al dan niet een (neven)functie betreft uit hoofde van het raadslidmaatschap; en

    • Of de (neven)functie bezoldigd of onbezoldigd is.

 

Artikel 2.2 Belang in onderneming

Het raadslid doet opgaaf van een financieel belang in ondernemingen waarmee de gemeente zakendoet of waarin de gemeente een belang heeft.

 

Toelichting

Artikel 2.1 betreft een uitwerking van de wettelijke verplichting om nevenfuncties openbaar te maken. De informatie wordt neergelegd in een openbaar register. Het raadslid is verantwoordelijk voor de tijdige aanlevering van de informatie en voor de actualiteit daarvan.

Door het openbaar maken van de nevenfuncties wordt ook voldaan aan openheid en integriteit, zoals neergelegd in de Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur2. Bovendien maakt het voor andere raadsleden, bestuurders, fractievoorzitters, partijbestuurders, de griffier en de gemeentesecretaris mogelijk een raadslid te waarschuwen voor de kwesties waarin belangenverstrengeling dreigt. In deze gedragscode is ook vastgesteld dat raadsleden tevens bekendmaken dat zij een financieel belang hebben in ondernemingen die zakendoen met de gemeente.

 

Hoofdstuk 3 Informatie

 

Raadsleden gaan zorgvuldig om met de informatie die zij ontvangen.

 

Wettelijk kader:

  • -

    Informatieplicht

Burgemeester en wethouders en elk van zijn leden zijn verplicht alle inlichtingen te geven die de raadsleden nodig hebben voor de uitoefening van hun taak. Het betreft zowel een actieve als een passieve informatieplicht. Ook als individuele raadsleden informatie vragen zal die informatie aan alle raadsleden moeten worden verstrekt. De informatie kan alleen worden geweigerd als die in strijd is met het openbaar belang (artikel 169 Gemeentewet).

Het Reglement van Orde voor de gemeenteraad bevat bepalingen die betrekking hebben op informatieverstrekking en de omgang met informatie.

 

  • -

    Geheimhouding

Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van de gemeente en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit (artikel 2:5 Awb ).

 

De raad, het college en de burgemeester kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 5.1, van de Wet open overheid ( Woo ), geheimhouding opleggen ten aanzien van informatie die bij dat orgaan berust (hoofdstuk Va Gemeentewet).

 

Het schenden van de geheimhoudingsplicht is een misdrijf (artikel 272 Wetboek van Strafrecht).

 

Artikel 3.1 Zorgplicht vertrouwelijke en geheime informatie

Het raadslid zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime informatie waarover hij beschikt veilig wordt bewaard.

 

Artikel 3.2 Ten eigen bate gebruik maken van verkregen informatie

Het raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

 

Artikel 3.3 twijfel over de vertrouwelijkheid van de informatie

Een raadslid maakt niet-openbare (vertrouwelijke) informatie in bijvoorbeeld brieven en e-mails niet openbaar. Bij twijfel over de vertrouwelijkheid van de informatie vraagt het raadslid dit eerst bij de afzender na.

 

Toelichting

Het is belangrijk de juiste maatregelen te treffen om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet in de digitale setting worden gedacht aan de beveiliging van de computer, smartphones e.d. met wachtwoorden en het niet onbeheerd achterlaten van gegevensdragers met vertrouwelijke/geheime informatie.

 

Hoofdstuk 4 Omgang met geschenken en uitnodigingen

 

Een raadslid mag zijn invloed en zijn stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem zijn gegeven of hem in het vooruitzicht zijn gesteld.

 

Wettelijk kader

Afleggen eed of belofte

De eed of belofte die het raadslid op grond van artikel 14 van de Gemeentewet moet afleggen heeft onder meer betrekking op het geven, aannemen of beloven van giften, gunsten of geschenken. Zie voor de wetstekst inzake de eed of belofte het wettelijk kader onder hoofdstuk 2 voor de bepalingen ter voorkoming van belangenverstrengeling.

 

Artikel 4.1 Aanvaarden geschenken, faciliteiten of diensten

  • 1.

    Een raadslid accepteert geen geschenken, faciliteiten en diensten als zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid kan het raadslid incidentele geschenken die een geschatte waarde van ten hoogste € 50 vertegenwoordigen behouden.

  • 3.

    Geschenken die het raadslid uit hoofde van zijn ambt ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen worden, als zij niet worden teruggestuurd, eigendom van de gemeente.

  • 4.

    De griffier legt een register aan van de geschenken met een geschatte waarde van meer dan €50. In het register is aangegeven welke bestemming de gemeente hieraan heeft gegeven. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

 

Artikel 4.2 Deelname aan excursies en evenementen

  • 1.

    Deelname aan excursies en evenementen voor rekening van anderen dan de gemeente maakt het raadslid binnen één week na deelname openbaar. Daarbij wordt ook openbaar gemaakt wie de kosten voor zijn rekening heeft genomen.

  • 2.

    De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

 

Artikel 4.3 Deelname aan buitenlandse reizen

  • 1.

    Een raadslid meldt de griffier de ondernomen buitenlandse reizen voor rekening van anderen dan de gemeente binnen één week na terugkeer in Nederland. Hij meldt in ieder geval het doel, de bestemming en de duur van de reis en wie de kosten voor zijn rekening heeft genomen.

  • 2.

    De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

 

Toelichting

Het uitgangspunt is dat geschenken, faciliteiten en diensten niet worden geaccepteerd als hiermee de onafhankelijke positie van het raadslid kan worden beïnvloed. Dat is in ieder geval aan de orde in onderhandelingssituaties van gemeente en derden. Is daarvan geen sprake dan kunnen om praktische redenen incidentele kleine geschenken (met een geschatte waarde van € 50 of minder) door het raadslid worden aanvaard. Duurdere geschenken worden niet aanvaard. Zij worden teruggestuurd of worden eigendom van de gemeente die zorgt voor een goede bestemming van het geschenk. In een openbaar register wordt opgenomen welke geschenken van meer dan € 50 de gemeente heeft aanvaard en welke bestemming daaraan is gegeven.

 

In de artikelen 4.2 en 4.3 gaat het om excursies, evenementen en buitenlandse reizen die betrokkene als raadslid aanvaardt. Excursies, evenementen en buitenlandse reizen in de hoedanigheid van lid van een politieke partij vallen hier niet onder. Evenmin vallen hier excursies of reizen onder in de persoonlijke sfeer, tenzij er een verband aanwezig is of kan zijn met de functie van raadslid.

 

Hoofdstuk 5 Gebruik van gemeentelijke faciliteiten en financiële middelen

 

Een raadslid houdt zich aan de regels die zijn vastgesteld voor het gebruik van gemeentelijke faciliteiten en financiële middelen.

 

Wettelijk kader

  • -

    Procedure van declaratie

Er zijn voor raadsleden voorschriften opgenomen in de gemeentelijke Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Reimerswaal 2019 over de wijze van declaratie (inclusief het overleggen van bewijsstukken) van vooruit betaalde (zakelijke) kosten en over rechtstreekse facturering van (zakelijke) kosten.

 

  • -

    Aanvraag en verantwoording fractieondersteuning

In de gemeentelijke Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Reimerswaal 2023 zijn voor de fracties voorschriften opgenomen over de wijze van aanvraag en verantwoording van een financiële tegemoetkoming ten behoeve van de ondersteuning van de raadsfracties

 

 

Artikel 5.1 Financiële administratie en procedures

De gemeenteraad richt de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven en hanteren heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente.

 

Artikel 5.2 Declaratie van gemaakte kosten

Een raadslid declareert geen kosten die al op andere wijze worden vergoed.

 

Artikel 5.3 Privégebruik gemeentelijke faciliteiten en diensten

Een raadslid gebruikt faciliteiten of diensten van anderen die uit hoofde of vanwege de raadsfunctie worden aangeboden, niet voor privédoeleinden.

 

Artikel 5.4 Regels en beleid voor faciliteiten en vergoedingen

Een raadslid houdt zich aan de regelgeving en het beleid dat is vastgesteld met betrekking tot het gebruik van gemeentelijke faciliteiten, onkostenvergoedingen, declaraties en fractieondersteuning.

 

Toelichting

Aan raadsleden worden rechtspositionele voorzieningen, vergoedingen en andere verstrekkingen geboden die een goed functioneren van de volksvertegenwoordigers mogelijk maken. De voorzieningen en verstrekkingen worden in bruikleen ter beschikking gesteld, tenzij dit niet mogelijk is.

 

Het raadslid zal zich uiteraard nauwgezet moeten houden aan de regels en procedures die er gelden voor fractievergoedingen en declaraties van onkosten.

Stelregel is dat privégebruik van gemeentelijke voorzieningen niet is toegestaan, maar alledaags gebruik van de communicatievoorzieningen is wel toegestaan.

 

Hoofdstuk 6 Onderlinge omgang en gang van zaken tijdens de vergaderingen

 

Politiek ambtsdragers gaan respectvol met elkaar en met medewerkers om.

 

Artikel 6.1 Omgangsvormen

  • a.

    Raadsleden en collegeleden bejegenen elkaar te allen tijde correct in woord, gebaar en geschrift.

  • b.

    Raadsleden en collegeleden bejegenen de griffie en andere ambtenaren correct in woord, gebaar en geschrift.

 

Artikel 6.2 Reglement van orde en rol van de voorzitter

Raadsleden en aanwezige collegeleden houden zich tijdens de raadsvergadering aan het reglement van orde en volgen de aanwijzingen van de voorzitter op.

 

Artikel 6.3 Ambtenaren

Politiek ambtsdragers onthouden zich in woord, gebaar en geschrift, inclusief digitale berichten, van persoonlijke aanvallen op individuele medewerkers (ambtenaren) in raadsvergaderingen en in het openbaar.

 

Toelichting

Elk raadslid, elke bestuurder, elke griffiemedewerker, elke ambtenaar is een medemens en verdient op basis daarvan respect. Een respectvolle omgang met elkaar maakt het beter mogelijk met elkaar tot een werkelijke en goed beraadslaging te komen. Dat is wezenlijk voor een zorgvuldige besluitvorming.

Bovendien is de manier waarop raadsleden in de vergadering, maar ook daarbuiten met elkaar omgaan van invloed op de geloofwaardigheid van de politiek en het vertrouwen in de overheid als geheel.

 

Hoofdstuk 7 Naleving van de gedragscode

 

Wettelijk kader

De raad stelt voor haar leden een gedragscode vast (artikel 15, derde lid, Gemeentewet). Ook voor het college en de burgmeester stelt de raad een gedragscode vast, zo is bepaald in de Gemeentewet (artikel 41c, tweede lid en artikel 69 tweede lid).

 

 

Artikel 7.1 Toezien op de naleving

  • 1.

    De raadsleden zien erop toe dat de gedragscodes worden nageleefd.

  • 2.

    De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van deze gedragscodes. Ingeval van leemtes en onduidelijkheden in de gedragscode voorziet zij daarin.

  • 3.

    Het presidium ziet er in het bijzonder op toe dat de raad, de fracties en de individuele raadsleden de eigen gedragscode van de raad naleven.

  • 4.

    De griffier ondersteunt de raadsleden bij hun taak genoemd in dit artikel.

 

Artikel 7.2 Periodieke bespreking en integriteitsprotocol

  • 1.

    Op voorstel van de burgemeester maakt de gemeenteraad in ieder geval afspraken over:

    • de periodieke bespreking van het onderwerp integriteit in het algemeen en van de gedragscode in het bijzonder;

    • de processtappen die worden gevolgd ingeval van een vermoeden van een integriteitschending door een politieke ambtsdrager van de gemeente.

  • 2.

    De afspraken, bedoeld in het eerste lid, maken deel uit van deze gedragscode.

 

 

Toelichting

De Gemeentewet verplicht de gemeenteraad om voor zichzelf en voor de bestuurders een gedragscode vast te stellen. Aanvullend op de wettelijke regels die gelden voor politieke ambtsdragers, bevat de gedragscode een aantal materiële normen waaraan de raadsleden zich committeren.

 

De burgemeester heeft de wettelijke taak om de bestuurlijke integriteit van zijn of haar gemeente te bevorderen. Hiermee is de verantwoordelijkheid voor de portefeuille ‘integriteit’ duidelijk belegd. De wettelijke bepalingen bieden de ruimte om naar gelang de situatie handelend op te treden.

Schendingen van de gedragscode kunnen op verzoek van een raadslid, fractieondersteuner of de burgemeester worden besproken in het eerstvolgende overleg van het presidium, of als de situatie dit verlangt in een apart ingelast overleg van het presidium.

 

Ook moet niet alleen gedacht worden aan het optreden bij incidenten. Belangrijk onderdeel is ook de preventie: ervoor te zorgen dat integriteit en integriteitsbewustzijn in de bestuurlijke gremia een plek krijgen en daarbij afspraken te maken over een regelmatige bespreking van het thema integriteit, zowel in de gemeenteraad als met het college.

 

In het integriteitsprotocol maakt de gemeenteraad met de burgemeester nadere afspraken over de werkwijze die wordt gevolgd ingeval zich een incident of een vermoeden van een

Integriteitsschending voordoet. Een integriteitsprotocol geeft houvast en rust op het moment dat er gehandeld dient te worden.

Naar boven