Artikel I
De Verordening jeugdhulp gemeente Noordoostpolder 2022 wordt gewijzigd als volgt:
Hoofdstuk 1
Algemene bepalingen
A. In artikel 1.1 wordt de aanduiding van de begrippen met letters geschrapt. De begrippen worden op alfabetische volgorde gerangschikt.
Aan artikel 1.1 worden de volgende begrippen toegevoegd op alfabetische volgorde:
- -
BIG-register. Dit is het register dat voortkomt uit de Wet BIG (Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg).
- -
Boven-gebruikelijke hulp: hulp en zorg die onderdeel is van eigen kracht en omvangrijker en mogelijk intensiever is dan de gebruikelijke hulp;
- -
Eigen kracht: de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen als bedoeld in artikel 2.3 van de wet gebaseerd op de zorgplicht van ouders op grond van artikel 1:82 en 1:247 van het Burgerlijk Wetboek en zoals nader uitgewerkt in hoofdstuk 3 van de verordening;
- -
SKJ: Stichting Kwaliteitsregister Jeugd. Dit is het beroepsregister voor jeugdprofessionals;
B. Artikel 1.1 lid 1 wordt gewijzigd als volgt:
|
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
|
Artikel 1.1 lid 1 onder g: Gebruikelijke hulp:
|
Artikel 1.1 lid 1 onder j: Gebruikelijke hulp:
|
|
verzorging, begeleiding en opvoeding die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van ouders aan hun kind;
|
hulp en zorg die onderdeel is van eigen kracht en gaat over ouderlijk toezicht, verzorging, begeleiding en opvoeding die een ouder normaal gesproken geeft aan een kind. Dit is onder meer afhankelijk van de leeftijd en verstandelijke ontwikkeling van het kind, volgens de richtlijn Gebruikelijke hulp (bijlage bij deze verordening);
|
|
Artikel 1.1 lid 1 onder j: Professionele organisatie:
|
Artikel 1.1 lid 1 onder m: Professionele organisatie:
|
|
een organisatie, die is ingeschreven in het handelsregister conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007 en/of bij de Kamer van Koophandel (KvK) als zijnde jeugdhulpverlener en die voldoet aan de geldende kwaliteitseisen voor in ieder geval de medewerkersdie bij deorganisatie in dienst zijn, waaronder de verplichte registratie jeugdprofessionals;
|
een organisatie, die is ingeschreven in het handelsregister conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007 en/of bij de Kamer van Koophandel (KvK) als zijnde jeugdhulpverlener en die voldoet aan de kwaliteitseisen. Die gaan over de vakbekwaamheid van de medewerkers die namens de organisatie jeugdhulp bieden volgensbewezen effectieve jeugdinterventies, het beschikken over een SKJ of BIG-registratie en een Verklaring Omtrent het Gedrag. Voor andere kwaliteitseisen wordt aangesloten op de wet en de eisen die het college heeft gesteld voor gecontracteerde jeugdhulpaanbieders;
|
|
Artikel 1.1 lid 1 onder p: ZZP-er:
|
Artikel 1.1 lid 1 onder t:Zzp’er:
|
|
een ondernemer die geen personeel in dienst heeft, is ingeschreven in het handelsregister conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007 en/of bij de KvK als zijnde jeugdhulpverlener en voldoet aan de geldende kwaliteitseisen. Waaronder de verplichte registratie voor jeugdprofessionals. Bij de vaststelling of er sprake is van een ondernemer gelden in ieder geval de volgende criteria:
1°. niet werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 en volgende van het Burgerlijk Wetboek; en
2°. door de Belastingdienst aangemerkt wordt als ondernemer voor de Inkomstenbelasting (voor eigen rekening en risico verrichten van werkzaamheden).
|
een ondernemer die geen personeel in dienst heeft, is ingeschreven in het handelsregister conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007 en/of bij de KvK als zijnde jeugdhulpverlener en voldoet aan de kwaliteitseisen. Die gaan over de vakbekwaamheid, het bieden van jeugdhulp volgens bewezen effectieve jeugdinterventies, het beschikken over een SKJ of BIG-registratie en een Verklaring Omtrent het Gedrag. Voor andere kwaliteitseisen wordt aangesloten op de wet en de eisen die het college heeft gesteld voor gecontracteerde jeugdhulpaanbieders. Bij de vaststelling of er sprake is van een ondernemer gelden in ieder geval de volgende criteria:
1°. niet werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 en volgende van het Burgerlijk Wetboek; en
2°. door de Belastingdienst aangemerkt wordt als ondernemer voor de Inkomstenbelasting (voor eigen rekening en risico verrichten van werkzaamheden).
|
Hoofdstuk 2
Toegang tot jeugdhulp
C. Na artikel 2.3 wordt een nieuw artikel 2.3a ingevoegd luidende:
Artikel 2.3a Criteria deskundigheid
- 1.
De toeleiding naar en advisering over de aanspraak op een individuele voorziening wordt gedaan onder de verantwoordelijkheid van een SKJ of BIG-geregistreerde persoon.
- 2.
Uit hoofde van de deskundigheid van de SKJ- of BIG geregistreerde persoon wordt bepaald of er een noodzaak is een (andere) deskundige of deskundigen in te schakelen om de aanspraak op een maatwerkvoorziening te beoordelen. Dit met inachtneming van de verantwoordelijkheidstoedeling gesteld in artikel 4.1.1, tweede lid, van de wet in samenhang bezien met de benodigde deskundigheid genoemd in artikel 2.1 van het Besluit Jeugdwet.
- 3.
De ingeschakelde deskundigen worden vermeld in het onderzoeksverslag als bedoeld in artikel 2.5.
Hoofdstuk 3
Beoordeling van de aanspraak op maatwerkvoorzieningen
D. In hoofdstuk 3 worden de volgende artikelen 3.1 tot en met 3.6 ingevoegd onder vernummering van de artikelen 3.1, 3.2, 3.3 tot respectievelijk artikel 3.7, 3.8 en 3.9 en waarbij artikel 3.4 “Criteria vervoer” (oud) wordt gewijzigd in “Afwegingsfactoren boven-gebruikelijke hulp”.
Artikel 3.1 Zorgplicht ouders
De zorgplicht van ouders omvat de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden. Daaronder wordt verstaan:
- a.
de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind, alsmede
- b.
het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid,
- c.
de ontwikkeling van de banden van zijn kind met de andere ouder te bevorderen;
- d.
het bieden van een beschermende woonomgeving.
Artikel 3.2 Criteria eigen kracht
- 1.
Onverminderd de zorgplicht als bedoeld in artikel 3.1 valt onder eigen kracht:
- a.
- b.
boven-gebruikelijke hulp;
- c.
vervoer van en naar de jeugdhulplocatie;
- d.
hulp van personen uit het sociaal netwerk;
- e.
hulp van niet door het college gecontracteerde organisaties of instellingen binnen de gemeente Noordoostpolder;
- f.
gebruik maken van een aanvullende zorgverzekering indien die is afgesloten.
- 2.
Het bepaalde in dit artikel is ook van toepassing op ouders in de zin van de wet.
Artikel 3.3 Afwegingsfactoren gebruikelijke hulp
Afwegingsfactoren die een rol spelen bij gebruikelijke hulp zijn:
- a.
de opvoedkundige capaciteiten van ouders;
- b.
de beschikbaarheid van ouders rekening houdend met acute omstandigheden die zich kunnen voordoen.
Artikel 3.4 Afwegingsfactoren boven-gebruikelijke hulp
Afwegingsfactoren die een rol spelen bij boven-gebruikelijke hulp zijn:
- a.
de behoeften en mogelijkheden van de jeugdige;
- b.
de voor de jeugdige benodigde ondersteuningsintensiteit en de duur daarvan;
- c.
de mogelijkheden, draagkracht en de belastbaarheid van de ouders die verband houdt met de zorgplicht. Waarbij geldt dat ouders hun (dagelijkse) leven zo inrichten dat zij hun draagkracht en belastbaarheid zo groot mogelijk maken en houden;
- d.
de samenstelling van het gezin en de woonsituatie;
- e.
het belang van de ouders om te voorzien in een inkomen.
Artikel 3.5 Afwegingsfactoren vervoer
Onder eigen kracht valt ook het vervoer van en naar de jeugdhulplocatie(s). Afwegingsfactoren die een rol kunnen spelen in geval van een medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid bij de jeugdige zijn:
- a.
of de jeugdige in staat is om zelf te reizen;
- b.
de aanwezigheid van een auto of de mogelijkheid voor gebruik van het openbaar vervoer;
- c.
de afstand in verband met de tijd die nodig is voor het vervoer en de vraag of er een jeugdhulpvoorziening dichterbij is die ook geschikt is;
- d.
het tijdstip waarop de ritten uitgevoerd moeten worden;
- e.
het aantal dagen dat vervoer nodig is;
- f.
draagkracht en draaglast in het gezin.
Artikel 3.6 Afwegingsfactoren overig
In het kader van de eigen kracht wordt van ouders verwacht dat zij:
- a.
zich in hoge mate inspannen om hulp van personen uit het sociaal netwerk te krijgen;
- b.
zich inspannen om hulp van niet door het college gecontracteerde organisaties of instellingen binnen de gemeente Noordoostpolder te krijgen. Het college kan voorbeelden aandragen van organisaties of instellingen;
- c.
gebruik maken van aanspraken op grond van een aanvullende zorgverzekering die is afgesloten.
E. In hoofdstuk 3 wordt artikel 3.7 (nieuw) gewijzigd als volgt:
|
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
|
Artikel 3.1 Weigeringsgronden
|
Artikel 3.7 Weigeringsgronden
|
|
Geen maatwerkvoorziening wordt verstrekt voor zover:
a. er sprake is van een voorziening als bedoeld in artikel 1.2 van de wet;
b. de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de jeugdige en/of zijn ouder(s) naar oordeel van het college toereikend zijn, waaronder in ieder geval gebruikelijke hulp en het gebruik maken van een afgesloten aanvullende zorgverzekering wordt verstaan;
c. het gebruik van een andere voorziening en/of algemene voorziening de vastgestelde behoefte aan jeugdhulp in voldoende mate kan wegnemen.
|
Geen maatwerkvoorziening wordt verstrekt voor zover:
a. er sprake is van een voorziening als bedoeld in artikel 1.2 van de wet;
b. de eigen kracht naar oordeel van het college toereikend is;
c. het gebruik van een algemene voorziening de vastgestelde behoefte aan jeugdhulp in voldoende mate kan wegnemen.
|
F. Artikel 3.8 “Uitgangspunten maatwerkvoorziening en persoonsgebonden budget” (nieuw) wordt gewijzigd als volgt: er wordt een nieuw lid 1 ingevoegd luidende:
De indicatie voor een maatwerkvoorziening gaat niet eerder in dan de datum waarop het college beslist op de aanvraag, tenzij het college de jeugdhulpaanbieder (gecontracteerd aanbod) toestemming geeft de jeugdhulp eerder te starten.
De leden 1 tot en met 3 worden vernummerd tot de leden 2 tot en met 4.
Hoofdstuk 5
Persoonsgebonden budget
G. In artikel 5.2 lid 1 onderdeel a wordt: eigen mogelijkheden en oplossend vermogen, vervangen door: eigen kracht.
Hoofdstuk 7
Regels bestrijding misbruik of oneigenlijk gebruik
H. Artikel 7.4 wordt gewijzigd als volgt:
|
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
|
Artikel 7.4 Kwaliteitseisen
|
Artikel 7.4 Kwaliteitseisen
|
|
1. De kwaliteitseisen die gelden voor de door het college gecontracteerde jeugdhulpaanbieders en jeugdhulpverleners zijn ook van toepassing op de derde aan wie het persoonsgebonden budget wordt besteed.
2. De kwaliteitseisen als bedoeld in het eerste lid zijn niet van toepassing op personen uit het sociaal netwerk, tenzij het een Verklaring Omtrent Gedrag betreft als bedoeld in artikel 4.16 van de wet.
|
1. De kwaliteitseisen die gelden voor de door het college gecontracteerde jeugdhulpaanbieders en jeugdhulpverleners zijn ook van toepassing op de derde aan wie het persoonsgebonden budget wordt besteed. Dat is anders als die eisen alleen te maken hebben met het contract met de gemeente over bijvoorbeeld kritische prestatie-indicatoren of rapportageverplichtingen.
2. Voor ouders gelden niet de vakbekwaamheidseisen (diploma’s) van een professional en de verplichting te beschikken over een Verklaring Omtrent het Gedrag.
|
Bijlage
I. Aan deze verordening wordt een bijlage ingevoerd luidende als volgt: