Publicatie voornemen tot verhuur

De gemeente Soest is ten behoeve van het voorzien in kinderopvang voornemens om de volgende percelen grond met bijbehorende gebouwen te verhuren aan Bink Kinderopvang B.V. (hierna: “Bink”):

• grond gelegen aan de Driehoeksweg 16 te Soest, kadastraal bekend als gemeente Soest, sectie K, nummer 3458 ged., met een perceeloppervlakte van ca. 2.704 m2;

• grond gelegen aan de Duinweg 21 te Soest, kadastraal bekend als gemeente Soest, sectie D, nummer 4905 ged., met een perceeloppervlakte van ca. 2.688 m2;

• grond gelegen aan de Talmalaan 42 te Soest, kadastraal bekend als gemeente Soest, sectie K, nummer 1895, met een perceeloppervlakte van ca. 3.115 m2;

• grond gelegen aan het Vedelaarpad 53A te Soest, kadastraal bekend als gemeente Soest, sectie G, nummer 12909 ged., met een perceeloppervlakte van ca. 543 m2.

Naar het oordeel van de gemeente Soest is Bink de enige serieuze gegadigde die in aanmerking komt voor de hiervoor vermelde verhuur in verband met het volgende:

• De doelstelling van Bink ziet op het voorzien in kinderopvang. Met deze doelstelling wordt een lokaal en maatschappelijk belang gediend. De gemeente Soest geeft voornoemde gronden slechts uit aan partijen die voorzien in de functie van kinderopvang. Zodoende past Bink volledig in deze doelstelling.

• Bij huurovereenkomsten die eindigen ligt het in de rede om met dezelfde partij opnieuw een overeenkomst voor de verhuur van dezelfde ruimte te sluiten, te meer wanneer deze partij reeds (omvangrijke) investeringen heeft gedaan aan de desbetreffende ruimte. Bink huurt in ieder geval al sinds 2005 de grond en het gebouw aan de Driehoeksweg 16 en de Duinweg 21, sinds 2004 de grond en het gebouw aan de Talmalaan 42 en sinds 2014 de grond en het gebouw aan het Vedelaarpad 53A. Bink heeft omvangrijke investeringen aan de door haar gehuurde panden en de buitenruimtes gedaan. De termijnen in de huurovereenkomsten met Bink zijn reeds geëindigd. Om voornoemde reden ligt het in de rede om met Bink huurovereenkomsten voor een nieuwe termijn te sluiten.

• De gemeente Soest is reeds sinds vóór de totstandkoming van het Didam-arrest in onderhandeling met Bink over het sluiten van nieuwe huurcontracten. Door omstandigheden heeft het sluiten van de nieuwe contracten vertraging opgelopen. In dit tijdsbestek heeft Bink er gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat nieuwe huurovereenkomsten tot stand zouden komen. Wanneer niet met Bink zou worden gecontracteerd, levert dit een onaanvaardbare situatie op.

Gelet op het voorgaande, concludeert de gemeente dat Bink moet worden aangemerkt als enige serieuze gegadigde voor de verhuur van voormelde gronden en is de uitzonderingsgrond die uit het Didam-arrest (arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1778) voortvloeit van toepassing.

Reageren

De gemeente zal na een termijn van 20 kalenderdagen na de datum van deze publicatie uitvoering geven aan haar voornemen tot verhuur. Bent u van mening dat u ook in de gelegenheid moet worden gesteld om de bestemming te realiseren en derhalve als gegadigde dient te worden aangemerkt voor de te verhuren ruimte, dan dient u dat binnen voornoemde termijn gemotiveerd en schriftelijk aan te geven bij de gemeente Soest, onder vermelding van zaaknummer 16701. U kunt hiertoe een e-mail sturen naar het cluster Vastgoed en Grondzaken via Vastgoed@Soest.nl.

Zet in uw e-mail tenminste de volgende informatie:

• de datum van publicatie en welk voornemen tot uitgifte van grond/ruimte het betreft;

• uw naam, adres en woonplaats;

• waarom u van mening bent dat u ook als serieuze gegadigde moet worden aangemerkt;

• als u voor iemand anders een reactie instuurt, bijvoorbeeld namens een bedrijf, stuur dan een machtiging mee.

Voornoemde termijn van 20 kalenderdagen is een vervaltermijn. Bij gebreke van een tijdig bericht, vervalt het recht om tegen al het voornoemde in rechte op te komen en/of daarop enige vordering tot schadevergoeding of welke andere aanspraak dan ook te baseren, althans heeft u uw rechten daarop verwerkt. De gemeente Soest en de hurende partij zouden immers onredelijk worden benadeeld indien pas na deze (duidelijk kenbaar gemaakte) termijn alsnog tegen het voornemen respectievelijk het aangaan van de overeenkomst zou worden opgekomen.

Tegen de voorgenomen ruimteverhuur kan geen zienswijze of bezwaar worden ingediend dan wel beroep worden ingesteld in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.